4 Vragenuur

Vragen van het lid Ormel aan de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat het EU-land Roemenië een boycot van Nederlandse groenten overweegt.

De heer Ormel (CDA):

Voorzitter. Over groente gesproken, volgens sommigen was u verleden week zo bitter als witlof. Voor mij bent u echter nu zo zoet als een gezond zontomaatje door deze vragen toe te laten.

Voorzitter. De Roemeense president Basescu heeft opgeroepen tot een boycot van Nederlandse groenten. Het lijkt of hij een appeltje met Nederland te schillen heeft. Collegae Esther de Lange en Wim van de Camp stellen vandaag vragen aan de Europese Commissie. Ik stel de minister namens de CDA-fractie wat hij ervan vindt dat de Roemeense president Basescu Nederlandse groenten en fruit die naar Roemenië geëxporteerd worden en die vaak door Roemeense vingers in Nederland geplukt zijn, kennelijk niet meer smakelijk vindt. Nederland voert per jaar 12 miljoen kilo aan groente en fruit uit naar Roemenië. Als dit zo doorgaat, zit de sector straks met de gebakken peren.

Mijn vraag is ook wat de minister vindt van de positie van Nederland in het Europese krachtenveld als kennelijk collega-lidstaten op deze wijze menen dat Nederland zijn recht niet mag uitoefenen door ergens tegen te zijn.

Minister Rosenthal:

Voorzitter. Ik heb begrepen dat de Roemeense president Basescu boodschappen aan het doen was bij de buurtsupermarkt toen hij de uitlatingen deed waar de heer Ormel aan refereert. De president van Roemenië doet zichzelf zeer tekort door geen Nederlandse groenten en fruit te kopen. Ze zijn namelijk van superieure kwaliteit en bovendien lekker goedkoop. Ik heb geen enkel signaal gekregen dat dit de lijn is van de Roemeense overheid, hoewel we het serieus moeten nemen wanneer een president dit roept, ook al doet hij dat zomaar op een zaterdagochtend in vrijetijdskleding. Als de Roemeense overheid tot een soort boycot van Nederlandse producten zou overgaan, dan zijn we gauw klaar. Dat zou immers niet stroken met de Europese regelgeving. In zo'n situatie zal Nederland onverwijld aan de bel trekken, niet alleen in Boekarest, maar ook in Brussel bij de Europese Commissie.

Het doet mij deugd dat mevrouw De Lange vandaag haar Roemeense collegae voorziet van bewijsmateriaal hoe voortreffelijk de Nederlandse groenten en fruit zijn.

De heer Ormel (CDA):

Met alle respect voor de minister, maar hij moet zich geen knollen voor citroenen laten verkopen. De minister zegt dat hij geen enkel signaal heeft gekregen, maar het is nog geen maand geleden dat Nederlandse bloembollen aan de Roemeense grens zijn tegengehouden. Daardoor heeft de Nederlandse bloemensector aanzienlijke schade geleden. Behalve directe schade is ook sprake van imagoschade. Het moet toch niet zo zijn dat Nederland de bietenbrug opgaat. Ik verzoek de minister om aan te geven dat als de Roemeense overheid echt overgaat tot wat de president in vrijetijdskostuum bezigt, er echt maatregelen worden genomen. De rapen zijn gaar.

Minister Rosenthal:

Ik begrijp dat hier in bloemkooltermen bloemrijke taal wordt gesproken. Als de Roemeense overheid daartoe overgaat, dan is het uiteraard zaak om daar strak en hard op te reageren. Verder geldt dan dat Roemenië zich als lidstaat van de Europese Unie niet houdt aan de Europese regelgeving die wij met elkaar hebben afgesproken, dus dan ben ik, zonder bloemrijke taal, gauw klaar.

De heer Ormel (CDA):

Het kan ons tot troost zijn dat het niet de slechtste appels zijn waaraan de wespen knagen, maar de minister heeft nog geen antwoord gegeven op de vraag hoe hij de Nederlandse positie in het Europese krachtenveld ziet, als dit soort acties over en weer gaan plaatsvinden ten aanzien van de Nederlandse tuinbouwsector.

Minister Rosenthal:

De heer Ormel doelt op de Nederlandse positie in het Europese krachtenveld, gerelateerd aan de toetreding van Roemenië tot het Schengengebied. Laat ik in alle duidelijkheid zeggen dat waar de Nederlandse regering nu voor staat en waar zij voor opkomt, namelijk een goede rechtsstatelijke situatie in Roemenië, zonder corruptie, waarin men zich houdt aan afspraken, ook in rechtsstatelijk verband, niet alleen belangrijk is voor de rechtsstaat, maar ook voor de economie en de handel die wordt gedreven. Handel is immers rechtstreeks gebaseerd op de regel "afspraak is afspraak". Die afspraken moeten er dus ook in de juridische sfeer zijn. Het belang voor Nederland van goede rechtsstatelijke verhoudingen in Roemenië is dus gekoppeld aan goede handelsbetrekkingen met Roemenië.

De heer Ormel (CDA):

Als Roemenië producten weert terwijl het zulke goede producten als de Nederlandse tuinbouwproducten zijn, zullen wij zien dat boontje om zijn loontje komt.

De heer Bontes (PVV):

De woorden van president Basescu zijn pure chantage. Wij hebben gelijk door te zeggen dat Roemenië en Bulgarije niet mogen toetreden tot de EU, want het zijn corrupte landen met veel georganiseerde misdaad. Deze chantage zal toch zeker consequenties hebben voor de beoordeling van Roemenië en Bulgarije voor de toelating tot het Schengengebied?

Minister Rosenthal:

Voor alle duidelijkheid meld ik dat Roemenië lid is van de Europese Unie. Ik begreep even dat de heer Bontes dit anders ziet, maar Roemenië is een lidstaat van de Europese Unie. Het gaat nu om toetreding tot de groep van Schengenlanden. Zoals premier Rutte afgelopen vrijdag ook in de Europese Raad heeft gezegd, wacht de Nederlandse regering twee rapporten af, alvorens te kunnen zeggen of zij meent dat Roemenië kan toetreden tot de groep van Schengenlanden. Dat is mijn reactie op de vraag van de heer Bontes.

De heer Schouw (D66):

Van de vraag van de heer Ormel druipt een spruitjeslucht af, om het zo maar te zeggen, maar wij hebben hiermee wel een serieus punt te pakken. Ik ben blij dat ik hierover even rechtstreeks met de minister van Buitenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan praten. Nederland blokkeert in zijn eentje de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de groep van Schengenlanden. Nederland heeft de spelregels tijdens het spel veranderd. Dan moet je niet verbaasd zijn als andere landen tegenmaatregelen nemen. Kan de minister opsommen welke negatieve reacties hij heeft gekregen van de andere Europese landen over de alleingang van Nederland betreffende de Schengenafspraken?

Minister Rosenthal:

De negatieve reacties die de Nederlandse regering heeft gekregen op het feit dat zij zich aan een bepaald standpunt houdt op basis van rapporten van de Europese commissie, hebben zich beperkt tot Roemenië en Bulgarije.

Naar boven