31 Handelsraad/WTO

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg van heden over de geannoteerde agenda Handelsraad d.d. 14 december en informatie over de achtste Ministeriële Conferentie van de WTO.

De voorzitter:

Er hebben zich twee sprekers van de zijde van de Kamer gemeld, te weten de heer Van Bemmel van de fractie van de Partij voor de Vrijheid en de heer Verhoeven van de fractie van D66.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Wij hebben een paar uur geleden een debat gevoerd over in het bijzonder de ACTA. D66 heeft daarin erop aangedrongen om alle onderliggende documenten openbaar te maken, alvorens de minister vanuit de Kamer de mogelijkheid te geven om morgen in Europa ja te zeggen tegen hetgeen voorligt. De minister heeft daarop in het debat terughoudend, oftewel afwijzend gereageerd. Hij heeft wel aangegeven dat de onderhandelingsdocumenten wellicht toch openbaar kunnen worden, via een verzoek dat al aan Commissaris De Gucht is gedaan. De minister wil echter doorgaan met de behandeling. Daarom dacht ik: het is misschien goed om de minister even te helpen en na te denken over de vraag hoe je het beste kunt onderhandelen. Als je een onderhandelingspositie wilt hebben, moet je namelijk iets hebben waarmee je kunt dreigen of zwaaien. Dat instrument is weg als de minister morgen ja zegt. Daarom dienen wij de volgende motie in, om de volgorde van zaken te veranderen en ervoor te zorgen dat er eerst openbaarheid komt en dat er daarna pas ja wordt gezegd.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op de Handelsraad van 14 december 2011 gesproken wordt over ACTA;

overwegende dat de minister van EL&I namens Nederland al dan niet kan instemmen met het ACTA-verdrag, maar ook inspanningen kan doen om de onderhandelingsdocumenten openbaar te maken;

overwegende dat de onderhandelingsdocumenten volgens het Verdrag van Wenen een juridische waarde hebben;

verzoekt de regering, tijdens de Handelsraad van 14 december 2011 bij Eurocommissaris De Gucht aan te dringen op een verzoek namens de EU aan alle ACTA-partners om de onderhandelingsdocumenten openbaar te maken;

verzoekt de regering tevens, zonder openbaarmaking van de onderhandelingsstukken niet namens Nederland akkoord te gaan met het ACTA-verdrag, in ieder geval tot aan definitieve ratificering van het ACTA-verdrag door de Eerste en Tweede Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Verhoeven, Smeets en Irrgang. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 176 (25074).

De heer Van Bemmel (PVV):

Voorzitter. Tijdens het algemeen overleg heb ik voor eerlijke handel gepleit. Eerlijke handel staat bij ons namelijk altijd bovenaan. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat landen als China en Rusland lid zijn of binnenkort lid worden van de World Trade Organisation (WTO);

overwegende dat het voordeel hiervan is dat zulke landen dan gebonden zijn aan internationale afspraken over eerlijke handel;

overwegende dat dit de handelspositie van Nederland ten goede moet komen;

overwegende dat bij schending van de regels een sanctieregime van kracht wordt;

concluderende dat dit regime in de praktijk vaak een dode letter blijkt te zijn;

verzoekt de regering om zich maximaal in te spannen om in WTO-verband ervoor te zorgen dat een opgelegde sanctie daadwerkelijk wordt nageleefd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Bemmel en Van Vliet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 177 (25074).

De heer Van Bemmel was de tweede en laatste spreker van de zijde van de Kamer. Het woord is aan de minister.

Minister Verhagen:

Voorzitter. Ik begin met de motie van de leden Verhoeven, Smeets en Irrgang. Gelet op het debat maak ik een aantal opmerkingen over die motie. Inhoudelijk zijn de zorgen van sommige fracties die deze motie hebben ondertekend, onterecht. Dat heb ik ook in meerdere Kamerbrieven toegelicht. Ik heb toegelicht dat de Kamer een volwaardige rol speelt en nog zal spelen in het proces, ook bij de goedkeuring of afkeuring van het verdrag in kwestie. Er is dus geen reden tot koppeling aan de openbaarheid. In het algemeen merk ik op dat de heer Verhoeven stelt dat D66 erop heeft aangedrongen om alle documenten openbaar te maken. Ik constateer dat dit blijkbaar niet het onderzoek van de juridische afdeling van het Europees Parlement betreft, aangezien de heer Verhoeven daar nu niet op ingaat.

Voorts schetst de heer Verhoeven de lijn van een mogelijkheid om dit openbaar te maken. Ik ben de Kamer juist optimaal tegemoetgekomen door niet alleen de documenten voor zover mogelijk openbaar te maken maar ook alle informatie vertrouwelijk ter inzage te leggen. Daarnaast heb ik er bij alle andere onderhandelingspartners op aangedrongen om desalniettemin alle documenten openbaar te maken. Ik vind dat er door de koppeling die door de indieners van deze motie wordt gemaakt, duidelijk schade wordt toegebracht aan de onderhandelingspositie en de geloofwaardigheid. Derhalve ontraad ik deze motie.

De heer Verhoeven (D66):

Ik vind het uiterst merkwaardig dat de minister de hele tijd over één document spreekt waar het hier helemaal niet over gaat. Het gaat hier om de onderhandelingsdocumenten van ACTA, die de minister gewoon weigert openbaar te maken. Hij zegt dat er wel iets in gang is gezet om ervoor te zorgen dat ze misschien openbaar kunnen worden gemaakt, maar voegt daaraan toe dat dit gebeurt nadat hij ja gezegd heeft. De minister heeft altijd gezegd dat hij zo goed kan onderhandelen en zo ontzettend veel weet van onderhandelingstactieken. Waarom kiest hij ervoor om eerst te zeggen dat ze openbaar moeten worden om vervolgens, voordat het antwoord komt, ja te zeggen tegen het verdrag?

Minister Verhagen:

Ik suggereer helemaal niet dat ik ervoor pleit om slechts één deel van de documentatie openbaar te maken en de rest niet. D66 stelt dat zij alle documenten openbaar wil maken maar doet dat blijkbaar selectief. Ik pleit niet voor de openbaarheid van alle documenten. U suggereert echter dat u dat wel doet. Dan zeg ik: een man een man, een woord een woord, en doe dat dan voor alles.

De voorzitter:

Mijnheer Verhoeven, heel kort afsluitend.

De heer Verhoeven (D66):

Prima, ik vraag om dat document openbaar te maken. Dan vraagt de minister aan de heer De Gucht om dat te doen, zodat we ook gelijk kunnen oversteken. Maar doet de minister dat dan ook? Nee, dan doet hij het alsnog niet. Hij maakt dus een punt van iets wat geen invloed heeft op de discussie. Die manier van debatteren is precies de manier van politiek bedrijven waar wij helemaal niets in zien.

Minister Verhagen:

U ziet blijkbaar niets in een geloofwaardige positie van Nederland in Europa ten aanzien van de onderhandelingen. Dat valt mij buitengewoon tegen van D66. Ik constateer verder dat u pleit voor openbaarheid maar niet ten aanzien van documenten en onderzoeken die door de juridische afdeling van het Europees Parlement zijn verricht ten aanzien van de vraag of ACTA overeenkomt met de EU-regelgeving op dat punt. Blijkbaar hebt u geen behoefte aan een juridisch advies. Als u dat wenst, akkoord. Ook suggereert u dat ik niet pleit voor openbaarheid, terwijl ik dat juist wel heb gedaan.

De voorzitter:

Mijnheer Verhoeven, korte afrondende opmerking.

De heer Verhoeven (D66):

Ik heb tegen de minister gezegd: zullen we gelijk oversteken? De minister schermt met iets waar ik dus op inga. Ik zeg dat ik gelijk wil oversteken. Steekt de minister dan ook gelijk over? Zal hij zich inzetten voor de openbaarheid waar ik om vraag? Kortom: kunnen wij gelijk oversteken?

Minister Verhagen:

Dat heb ik allang gedaan. U steekt niet over. Ik heb dat allang gedaan. U wenst namelijk niet alleen dat verzoek maar ook een koppeling. U weigert in te stemmen met een onderhandelingsmandaat en met ondertekening, omdat u daar de openbaarmaking aan koppelt. U vraagt dus twee dingen. U moet niet de suggestie wekken over één ding te spreken. Als u zich inzet voor openbaarmaking van alle documenten en ik mij inzet voor openbaarmaking van het juridisch advies, dan is dat prima. Dat heb ik echter al gedaan, dus nu is het aan u.

De voorzitter:

Helder, dan gaan we door met de motie van de heer Van Bemmel.

Minister Verhagen:

Ik kom bij de motie van de leden Van Bemmel en Van Vliet op stuk nr. 177. Ik zie het als een noodzakelijk iets. Als we sancties opleggen die juist in de praktijk bedoeld zijn om landen ertoe te brengen dat zij zich houden aan de internationale afspraken, ben ik er ook voor dat de opgelegde sanctie daadwerkelijk wordt nageleefd. Ik kan deze motie dus omarmen. Ik zie deze oproep als een extra aansporing aan de regering om zich daarvoor in te zetten. Ik laat het oordeel over deze motie dan ook gaarne over aan de Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven