11 Noten Schriftelijke antwoorden van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie op vragen gesteld in de eerste termijn van de behandeling van de begroting van het ministerie van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voor het jaar 2012 (onderdeel Landbouw en Natuur) (33000-XIV).

Noot 1 (zie item 8)

PvdA

Vraag

Verkoop natuur / gronden Staatsbosbeheer

  • Waar gaat verkoop plaatsvinden?

  • Kan de Staatssecretaris garanderen dat er geen hekken om deze verkochte gronden komen en er toegangsprijzen betaald moeten worden?

Antwoord

Grond buiten de EHS wordt in beginsel door Staatsbosbeheer verkocht. Dat kan in heel het land zijn waar Staatsbosbeheer gronden buiten de EHS bezit. Er kan geen garantie worden gegeven over de toegankelijkheid van deze gronden en evenmin over het vragen van toegangsprijzen. De gronden zijn na verkoop in bezit van particulieren. Het ligt echter in de verwachting dat terreinen die nu toegankelijk zijn dit ook blijven. De verkoop betreft ook veel landschapselementen, die nu ook niet toegankelijk zijn. De verwachting is dat dit niet verandert.

Vraag

Streekproducten zouden opgenomen worden in de lijsten van duurzaam inkopen. Dat verzandt in bureaucratie. Wat doet het kabinet om streekproducten op te nemen in de duurzaam inkoopcriteria?

Antwoord

Zoals ik u heb gemeld in mijn brief aan de Kamer van 1 september 2011 (TK 2010–2011, aanhangselnummer 3492), heb ik bij de staatssecretaris van I&M aandacht gevraagd voor dit onderwerp. De criteria voor catering worden geactualiseerd. Op dit moment vindt er een openbare consultatieronde plaats over het concept document. Tijdens het algemeen overleg over duurzaam inkopen d.d. 1 december 2011 heeft de staatssecretaris van I&M over dit onderwerp aangegeven, dat voorkeur voor streekproducten niet houdbaar is als daarbij sprake is van meer milieubelasting.

Vraag

Streekproducten en alcohol mogen niet overal verkocht worden. De PvdA vindt dat de regelgeving hier doorschiet voor streekproducten. De PvdA vindt dat streekproducten met alcohol wel verkocht moeten kunnen worden onder voorwaarden. De PvdA vraagt een onderzoek hoe dit te gaan regelen.

Antwoord

Ik zie geen aanleiding voor een onderzoek op dit punt. Zoals eerder door de minister van VWS aangegeven is, het niet mogelijk in de Drank- en horecawet een uitzondering te maken voor de verkoop van alcoholhoudende streekproducten in VVV-kantoren. Differentiatie naar product op grond van het EG-recht is uitsluitend mogelijk op basis van gezondheidsargumenten. Dat betekent dat VVV’s straks of alle zwakalcoholhoudende producten mogen verkopen of helemaal geen.

Vraag

Veel zorgboerderijen zijn ontstaan door het Persoonsgebonden Budget. Door het verdwijnen van het Persoonsgebonden Budget sluiten de zorgboerderijen. Hoeveel mensen zijn daar de dupe van? Wilt u een onderzoek hiernaar doen?

Antwoord

Het kabinet draagt zorgboerderijen een warm hart toe vanwege de meervoudige functie van deze boerderijen in het landelijk gebied. Deze boerderijen hebben een grote maatschappelijke waarde. Op dit moment maken ongeveer 4000 cliënten gebruik van zorgboerderijen. Het is te vroeg om te concluderen dat door het verdwijnen van het Persoonsgebonden Budget zorgboerderijen moeten sluiten. Binnenkort start een onderzoek naar de kosteneffectiviteit van zorglandbouw, waarvan EL&I een belangrijk deel financiert. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zal ik de situatie opnieuw bezien.

Vraag

Kan de Staatssecretaris een voorstel doen voor financiering van akkerranden vanaf 2013?

Antwoord

Conform het decentralisatieakkoord natuur zal het Rijk vanaf 2014 in beginsel verantwoordelijk zijn voor het agrarisch natuurbeheer buiten de EHS als onderdeel van de EU-hectaretoeslagen en provincies voor het (agrarisch) beheer binnen de herijkte EHS. Ik zal de komende 18 maanden in de Landbouwraad onderhandelen over flexibilisering van de vergroening van de eerste pijler van het GLB. Daarbij wil ik ruimte krijgen voor financiering van akkerranden.

Vraag

U moet Nationale Parken behouden bij het Rijk. Nationale Parken zijn de parels van de natuur. Bent u bereid om de Nationale Parken niet te decentraliseren?

Antwoord

Het Rijk heeft in het verleden achttien Nationale Parken aangewezen. Samen met de toen al bestaande twee particuliere parken vormen zij het stelsel van twintig Nationale Parken, die de topgebieden van de Nederlandse natuur vertegenwoordigen. Het beleid ten aanzien van Nationale Parken is niet langer een rijksverantwoordelijkheid en laat het Rijk aan de provincies.

Hiermee is de continuering van het stelsel van Nationale Parken voldoende geborgd.

Vraag

Wat doet de Staatssecretaris om nationale parken op de BES te verwezenlijken? Worden er nationale parken op de BES aangewezen.

Antwoord

Ik treed in overleg met de openbare lichamen van Caribisch Nederland met als doel natuurgebieden het predicaat Nationaal Park toe te kennen. De lijst met Nationale Parken zal worden opgenomen in het Natuurbeleidsplan (BES) 2012–2017. Het Natuurbeleidsplan is gereed in mei 2012.

VVD

Vraag

Wat bedoelt het kabinet met duurzaamheid? Wat betekent concreet de frase dat wettelijke belemmeringen voor verduurzaming worden weggenomen?

Antwoord

Onder duurzaamheid verstaat het kabinet een veehouderij die veilige gezonde, kwalitatief hoogwaardige en maatschappelijk gewaardeerde producten produceert. In zorgzame duurzame veehouderijketens staan het welzijn en de zorg voor dieren centraal en zijn de volksgezondheidsrisico’s geminimaliseerd.

Met wettelijke belemmeringen voor verduurzaming wordt bedoeld het wegnemen van regelgeving die verduurzaming in de weg staat. Zoals ik in het AO van 1 december 2011 in eerste termijn heb aangegeven, ben ik graag bereid om aanspreekpunt te zijn voor concreet geformuleerde belemmeringen die gewenste verduurzamingsinitiatieven blokkeren. Meer specifiek ten aanzien van de NMa heb ik in mijn brief van 22 november 2011 (TK 2010–2011, 31532, nr. 69) aangegeven dat de NMa een actieve en ondersteunende rol zal vervullen bij de beoordeling van vragen over hoe concrete initiatieven binnen bestaande wettelijke kaders kunnen worden gerealiseerd. Vaak blijkt het meer om de toepassing gaat van de regels dan om de aard van de regels zelf.

Vraag

Wat wordt er bedoeld met integraal duurzame stallen?

Antwoord

Voor integraal duurzame stallen wordt de volgende definitie gehanteerd:

«stallen en houderijsystemen die, op het terrein van dierenwelzijn, zijn uitgerust met maatregelen, die verder gaan dan hetgeen bij of krachtens wet is voorgeschreven en die tegelijkertijd tenminste voldoen aan maatschappelijke randvoorwaarden en wettelijke eisen ten aanzien van milieu, diergezondheid, arbeidsomstandigheden, landschappelijke inpasbaarheid en economische haalbaarheid».

Vraag

De VVD wil graag dat extra duurzaamheidseisen uit de markt komen. Wat is hierop de reactie van het kabinet?

Antwoord

De wens van de VVD ondersteunt het kabinetsbeleid. Ketengestuurde verduurzaming is de pijler waarlangs de verduurzaming in de markt moet worden gerealiseerd. De maatschappelijk gedragen en toekomstbestendige veehouderij moet vanuit de dynamiek van de markt en de samenwerking tussen ondernemers en samenleving komen. Kern daarvoor vormt de ketenaanpak zoals ook door de Commissie Van Doorn is geschetst. Ter ondersteuning daarvan zet het kabinet verschillende instrumenten in zoals normstelling en handhaving, onderzoek en innovatie en wegnemen van belemmeringen in regelgeving en mededinging.

In de keten vinden al diverse initiatieven plaats om verduurzaming ketenbreed te realiseren, zoals stoppen met castreren en aanbieden vlees met Beter Leven kenmerk.

Vraag

De verdiencapaciteit van het agrocluster staat onder druk. De Staatssecretaris schrijft dat hij in 2020 een volledige duurzame productieketen ziet, in harmonie met de omgeving. Wat bedoelt de Staatssecretaris hier precies mee? Welke doelen heeft de Staatssecretaris voor ogen?

Antwoord

Het huidige overheersende business- en verdienmodel is met name gebaseerd op bulkproductie en een lage kostprijsstrategie. Ketens zijn zelf tot de conclusie gekomen dat het zo niet langer kan. Retail en consument staan aan de lat om deze ombuiging in combinatie met verdere verduurzaming gestalte te geven. Het optreden als één keten, waarbij afspraken ook vanzelfsprekend doorwerken naar alle onderdelen van de keten, maakt het mogelijk te komen tot een adequater verdienmodel. Transparantie in de keten is daarbij van groot belang.

Vraag

Een ondernemer wil een nieuwere luchtwasser plaatsen dan degene waarvoor hij voorheen een vergunning heeft aangevraagd, maar dient hiervoor een nieuwe vergunning aan te vragen. Wat vindt het kabinet van deze regeldruk?

Antwoord

Het gebruik van luchtwassers maakt onderdeel uit van de beoordeling voor de omgevingsvergunning. In veel gevallen moeten er namelijk ook voorschriften aan het gebruik van luchtwassers gesteld worden.

Als een nieuw en beter luchtwassysteem wordt geïnstalleerd, betekent dat in veel gevallen ook dat de vergunning verruimd kan worden. Het is dan dus in het belang van de ondernemer zelf dat zijn vergunning wordt aangepast. In dat geval kan ook volstaan worden met een verkorte procedure.

Vraag

De agrofoodsector heeft een toppositie, ook internationaal. De samenwerking tussen Universiteit Wageningen met veehouderij/glastuinbouw is van groot belang. Goed dat er veel aandacht is in begroting voor innovatie en topsectoren. Kan de primaire sector ook beroep doen op de middelen voor de topsectoren?

Antwoord

Ja. De primaire sector is vertegenwoordigd in de topsectoren ‘Agro&Food’ en ‘Tuinbouw en Uitgangsmaterialen’. De primaire sector kan een beroep doen op de middelen. Momenteel stellen de topsectoren innovatiecontracten op waarin verschillende prioriteiten worden aangegeven. In het voorjaar van 2012 zal duidelijk worden in welke mate de primaire sector hiervan gebruik zal maken.

Vraag

Wat betreft het ILG budget en afronding per 1-1-2011. Dat duurt te lang. Wanneer is afrekening beschikbaar?

Antwoord

U spreekt over de afrekening van het ILG per 1-1-2011. Dit is een van de acties ter uitwerking van het onderhandelingsakkoord waarover ik met u, en de Gedeputeerde Staten met de Provinciale Staten, in gesprek ben.

Vraag

Beheerplannen Natura 2000, het duurt nog erg lang om te komen tot een beheerplan van een Natura 2000-gebied. Dat leidt tot jaren onzekerheid. Hoe voorkomt de Staatssecretaris dat de provincies in de beheerplannen waar zij verantwoordelijk voor zijn meer doen dan nodig is

Antwoord

Recentelijk, 25 november jl., heb ik uw Kamer geïnformeerd (TK 2010–2011, 32670, nr. 27) over de uitkomsten van de moties van de leden Koopmans en Lodders omtrent Natura 2000 (TK 2010–2011, 32670, nr. 8 en nr. 19). In deze brief heb ik u onder meer geïnformeerd over de beheerplannen en de daarin opgenomen maatregelen. Concreet zal ik in overleg met de provincies onder meer sturen op de aansluiting van de beheermaatregelen op de instandhoudingsdoelstellingen uit het aanwijzingsbesluit.

Vraag

Waarom staat de informatie over Staatsbosbeheer niet apart op de begrotingen. De VVD wil inzicht in de financiële organisatie van Staatsbosbeheer, waaronder de publiekskosten. De VVD wil ook weten welke taken SBB niet meer gaat uitvoeren. Waarom blijft het organisatiebudget gelijk met het voorlichtingsbudget?

Antwoord

Staatsbosbeheer gaat zich richten op het beheer van de parels van de natuur. Deze taak verandert niet, wel verandert de financiering van het beheer. Die wordt in de toekomst gefinancierd door de provincies.

Het rijk blijft verantwoordelijk voor de organisatiekosten, kosten van publieksvoorlichting, vermaatschappelijking en educatie. Die blijven op de rijksbegroting.

Het beheer buiten de EHS doet Staatsbosbeheer niet meer, omdat deze gronden in beginsel worden verkocht. Tijdens het AO van 26 oktober 2011 heb ik u toegezegd dat ik u, zodra de toekomststrategie inzake Staatsbosbeheer gereed is, ik u een plan van aanpak doe toekomen. Dat komt in het voorjaar 2012. Overigens stelt Staatsbosbeheer jaarlijks een jaarverslag op dat openbaar is.

SP

Vraag

Wat wil de Staatssecretaris doen aan de krimp van het boerenbestand?

Antwoord

Het aantal boerenbedrijven in Nederland daalt. Dit is een autonoom proces. Hoewel het aantal bedrijven daalt, blijft de oppervlakte die wordt gebruikt voor de landbouw ongeveer gelijk. Bedrijven van boeren die stoppen worden namelijk door collega-boeren overgenomen.

Het kabinet zet in op de versterking van de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse agrarische sector. Het is niet voor niks dat twee topsectoren aandacht besteden aan de agrarische sector: topsector ‘Agro & Food’ en topsector ‘Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. Daarmee wil het kabinet de innovatiekracht en verduurzaming van deze sectoren versterken.

Vraag

Erkent de Staatssecretaris dat hij meewerkt aan het offeren van natuur en boeren aan de economie? Waarom vertegenwoordigt de Staatssecretaris alleen het belang van de megaboeren?

Antwoord

Mijn beleid is gericht op een versterking van ondernemersklimaat en concurrentiepositie voor alle agrarische ondernemers, waardoor zij hun ondernemerschapskwaliteiten, hun gerichtheid op innovatie en duurzaamheid optimaal kunnen ontplooien.

Vraag

Wat doet de Staatsecretaris om ervoor te zorgen dat boer een reële prijs krijgt voor zijn producten?

Antwoord

De prijsvorming is een zaak van vraag en aanbod op de markt. Dat is inherent aan de markt en hoort bij het ondernemerschap in de agrofoodsector. Een geïntegreerde en transparante ketenaanpak zal leiden tot betere prijsvorming.

Vraag

De SP zet in op meer kwaliteit en minder kwantiteit. Een regionaal en leefbaar platteland met gezinsbedrijven en geen megabedrijven. Er moet meer ruimte geregeld worden voor boeren om zich te organiseren. Boeren moeten een groter deel van de prijs krijgen. Hoe gaat de staatssecretaris dit regelen?

Antwoord

Juist met een integrale ketenaanpak wordt het verdienmodel versterkt. Het kabinet verwacht dat versnelde verduurzaming in heel Noordwest-Europa de komende jaren de dominante ontwikkeling zal worden. Het is voor het bedrijfsleven van belang hier een koploperspositie te blijven innemen.

Vraag

Neemt de Staatssecretaris afstand van de uitlatingen van het lid de Mos (PVV) over tolpoortjes voor natuurgebieden? Neemt de Staatssecretaris afstand van deze aanval op natuur?

Antwoord

Het is aan de provincies om te zorgen voor een adequaat beheer van de natuur. De natuur gaat terug naar de streek en ik heb er alle vertrouwen in dat het beheer bij de provincies in goede handen is.

Vraag

Is de Staatssecretaris bereidt zich hier en Europees in te zetten tegen landroof?

Antwoord

Het kabinet richt zijn beleid op het creëren van mogelijkheden om landovereenkomsten te sluiten die recht doen aan de belangen van nationale overheden, de lokale bevolking en investeerders. Onze ambassades zijn actief met hun partners in het bevorderen van links tussen land(gebruiks)rechten en mogelijkheden om die in te zetten voor het verhogen van de voedselzekerheid en inclusieve economische groei voor de arme lokale bevolking. Daarnaast zet het kabinet zich al jaren in om in bepaalde ontwikkelingslanden de lokale bevolking te helpen om landrechten te krijgen. De regering verwacht van Nederlandse bedrijven, banken en pensioenfondsen dat zij de OESO-Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen implementeren. De overheid kan investeringen door bedrijven in derde landen niet verbieden, want dit valt onder verantwoordelijkheid van regeringen in betrokken landen. Wel is het onderschrijven MVO voorwaarde voor toegang tot subsidies en garanties van overheid. Voor pensioenfondsen geldt dat de overheid hen blijft aanspreken op het belang van maatschappelijk verantwoord beleggen. Het kabinet is voornemens in het wetsvoorstel «versterking bestuur pensioenfondsen» op te nemen dat een pensioenfonds in zijn jaarverslag vermeldt hoe in het beleggingsbeleid rekening wordt gehouden met milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen. Dat stelt partijen in staat eenvoudiger te achterhalen wat het beleggingsbeleid is van fondsen, en hen mogelijkerwijs aan te spreken op het beleggingsbeleid.

Vraag

Vrijhandelsverdrag Indonesië: is de Staatssecretaris bereidt actie te ondernemen tegen het verlagen van eisen (milieubescherming/duurzaamheidseisen) die met het verdrag gepaard gaan?

Antwoord

De onderhandelingen voor bilatertale vrijhandelsakkoorden worden gevoerd door de Europese Commissie. Non-trade concerns en duurzaamheid zijn altijd een onderdeel van de Nederlandse inzet op dit soort akkoorden. Er is op dit moment geen sprake van onderhandelingen met Indonesië over een vrijhandelsakkoord.

CDA

Vraag

Wat is de lijn van het kabinet omtrent het afbouwbeleid voor agrariërs die nog+10 jaar door willen, maar niet de middelen hebben om bepaalde investeringen te blijven doen om verdiencapaciteit op peil te houden?

Antwoord

De agrarische ondernemer is primair zelf aan zet om daarin de keuzes te maken die passen bij zijn bedrijf en persoonlijke omstandigheden. Een van de keuzes is het besluit tot afbouw, waarbij normaal gesproken de investeringen tot het minimum worden beperkt of het bedrijf wordt verkocht.

Vraag

Bent u bereid een commissie Van Doorn in te stellen voor de glastuinbouw?

Antwoord

Het topteam ‘Tuinbouw en Uitgangsmaterialen’ heeft reeds een eerste aanzet gegeven. De topsector spreekt op dit punt de ambitie uit dat in de periode tot 2020 een volledige omslag wordt gemaakt naar een vraaggedreven en marktgeoriënteerde sector waarvan de toegevoegde en dus een verdubbeling van de toegevoegde waarde.

Daarnaast heeft n.a.v. de EHEC een groep vruchtgroentetelers verenigd in de Stichting versterking Afzetpositie Producenten van glasgroenten in Nederland (STAP), een aanpak gepresenteerd voor vergaande samenwerking, verhoging van de marktkennis en versterking toegevoegde waarde. Dit is volgens hen noodzakelijk om de concurrentiepositie structureel te verbeteren.

Zoals ik reeds eerder heb aangegeven zal ik op basis van deze resultaten, samen met de sector, werken aan een toekomstvisie.

Vraag

Wat is de positie van de Staatssecretaris t.a.v. de overnameproblematiek? Kan hij hier met het NAJK naar kijken?

Antwoord

Wij hebben verschillende instrumenten om bedrijfsovername te stimuleren. Een belangrijk instrument is de garantstelling startende landbouwers. Het overnemen van een bedrijf is een bewuste keuze. De boer die een bedrijf over wil nemen, doet dit in goed overleg met zijn/haar familie, bank en adviseurs. Een instrument dat jonge landbouwers helpt bij het overnemen van een bedrijf, is de investeringsregeling jonge landbouwers. Ik heb veel contact met het NAJK, onder andere over bedrijfsovername. Bedrijfsovername is voor jonge landbouwers een belangrijk punt. Ik geef onder andere financiële steun aan het NAJK-project ‘bewust ondernemerschap’ dat jonge landbouwers helpt in het proces van bedrijfsovername.

Vraag

Van ons voedsel is 1/3 import. NL exporteert 65% van zijn landbouwproductie. Moet er strenge controle zijn op de bilaterale verdragen van de EU met derden op gebied van dierenwelzijn?

Antwoord

Indien er bilaterale afspraken over dierenwelzijn in het kader van bilaterale handelsakkoorden kunnen worden gemaakt, dan zullen controles in eerste instantie plaatsvinden in het land waar de dierlijke productie plaats vindt. Vanuit de Europese Unie zal de Food and Veterinary Office controlebezoeken brengen aan het betreffende derde land.

Vraag

Vermindering administratieve lasten en nalevingskosten: Hoe gaat de Staatssecretaris de EU houden aan doelstelling van 25% lastenreductie? Wat is de stand van zaken?

Antwoord

In de komende onderhandelingen over het nieuwe GLB is vereenvoudiging een zeer belangrijk onderwerp. De Raad heeft, op voorstel van o.a. Nederland, key-principles aangenomen voor de vormgeving van het nieuwe GLB. Deze principes zal ik in de komende onderhandelingen blijven benadrukken om de gewenste vereenvoudiging te bereiken. Hiernaast zijn ook de betaalorganen van de lidstaten hierbij intensief betrokken, niet in de laatste plaats de Nederlandse.

Vraag

  • Klopt het dat de minister van Veiligheid en Justitie geen evaluatie van pachtregel gaat doen?

  • Ander probleem blijft de heruitgifte van de 40-jarige erfpacht. ROVB blijft bij standpunt inzake hoogte van de canon en onredelijke voorwaarde. Graag de reactie van de Staatssecretaris?

Antwoord

Over evaluatie van de pachtwetgeving is overleg met het ministerie van Veiligheid en Justitie gaande.

Ten aanzien van de erfpacht wijs ik erop dat de ROVB, die ressorteert onder het ministerie van Financiën al medio jaren ’90, geruime tijd voor het aflopen van veel erfpachtsrelaties, heeft aangegeven dat heruitgifte plaats zou vinden onder marktconforme voorwaarden. Hierop hebben erfpachters zich dan ook kunnen instellen. Specifiek voor de Wadden meld ik nog dat ik uw Kamer op 2 december 2011 een brief heb gestuurd, waarin ik inga op de ingroeiregelingen die Staatsbosbeheer gaat hanteren met betrekking tot erfpacht. Hierin worden drie matigingsregelingen beschreven die tot redelijke en billijke erfpachtvoorwaarden leiden voor de erfpachters op de Wadden.

Vraag

Wat is het standpunt van de Staatssecretaris ten aanzien van de motie De Rouwe met betrekking tot het opnemen van Noord-Holland Noord als 6e greenport in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte?

Antwoord

Ik ondersteun de minister van Infrastructuur en Ruimte die namens het kabinet reageert op de wens van de Tweede Kamer om Noord-Holland Noord als 6e Greenport op te nemen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Het kabinet heeft de Greenport Holland, het ruimtelijk cluster van de topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, scherp voor ogen. Het betreft greenports als kernen en een aantal subclusters die ook in dat dynamische geheel functioneren. Het kabinet erkent ook de recente ontwikkelingen in de kop van Noord-Holland waar een 6e Greenport in opkomst is.

Vraag

Gaat de Staatssecretaris de NMa de opdracht geven om duurzaamheid in het welvaartsbegrip op te nemen (in het kader van duurzaamheid in economisch perspectief zetten)?

Antwoord

Voor een dergelijke aanwijzing aan de NMa is wat mij betreft geen aanleiding. Bij de toepassing van de vrijstellingsmogelijkheid van de Mededingingswet heeft de NMa ruimte om het belang van duurzaamheid mee te wegen. Hierop heeft de SER al gewezen. Het WUR-LEI-rapport bevestigt dit. De ruimte die het mededingingsrecht biedt om een niet-economisch belang mee te wegen, wordt door de NMa ook daadwerkelijk gebruikt.

Vraag

Er ligt een CPB rapport over de economische relatie van Nederland met de BRIC-landen. Daaruit blijkt dat die relatie op het gebied van landbouw te klein is. Wat gaat de Staatssecretaris eraan doen om een inhaalslag te bewerkstelligen?

Antwoord

Uit het betreffende CPB rapport blijkt dat handel met BRIC-landen vanuit Nederland niet alleen achterblijft voor landbouw, maar voor alle economische sectoren. Voor alle Nederlandse bedrijven geldt dat het lastig is markttoegang tot de BRIC-landen te krijgen vanwege culturele verschillen en institutionele barrières.

Om een inhaalslag te bewerkstelligen in de handel met de BRIC-landen, heeft het kabinet gekozen voor een zwaardere inzet op economische diplomatie waarin onze buitenlandse posten een belangrijke rol vervullen, in het bijzonder gericht op de Topsectoren. Er zal een uitbreiding plaatsvinden van het aantal handelsmissies zodat de BRIC-landen vaker worden bezocht.

Daarnaast zal Nederland in Brussel zich hard blijven maken voor bilaterale handelsakkoorden tussen de EU en de BRIC-landen om ook langs die weg betere toegang tot markten van opkomende economieën te verkrijgen.

Vraag

Groen Onderwijs is van hoog niveau en van groot belang. Hoe zorgt de Staatssecretaris er voor dat het groene onderwijs voldoende goede mensen kan leveren voor de agrofood sector?

Antwoord

Kwalitatief voldoende instroom van goed opgeleide en gemotiveerde mensen voor de agrofood sector vind ik van groot belang. Dit kabinet zet dan ook sterk in op een goede aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Een aantrekkelijke leeromgeving met een actueel onderwijsaanbod is een zaak van overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Voldoende instroom naar het groene onderwijs is niet alleen een zaak van de scholen, maar heeft ook alles te maken met het beeld dat jongeren van de agrofood sector hebben. Het is primair de zorg van de sector om aan jongeren duidelijk te maken wat hun carrière perspectief is.

In de Human Capital Agenda voor de topsectoren Agro&Food en Tuinbouw&Uitgangsmaterialen kunnen bedrijfsleven en scholen acties formuleren waarmee de gewenste aansluiting en instroom worden bereikt. De acties kunnen ook neerslaan in regionale initiatieven gericht op economische ontwikkeling. Hierbij wordt gedacht aan educatieve activiteiten richting het basisonderwijs, participatie van bedrijven in het onderwijsprogramma, aandacht voor vakmanschap binnen de groene opleidingen en her- en bijscholing in het kader van Leven Lang Leren. Begin 2012 zal het Kabinet reageren op de voorgestelde innovatie contracten van de topsectoren.

Vraag

Kent de Staatsecretaris de advertentie waarin een link wordt gelegd tussen aspergetelers en slavernij? Wat vindt de Staatssecretaris daarvan?

Antwoord

Ik ken de advertentie. En ik kan u melden dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deze advertentie heeft ingetrokken, omdat dit niet de bedoeling was. Onbedoeld zijn op deze wijze veelal goedwillende en goed handelende ondernemers ten onrechte over één kam geschoren met collega’s die hun personeel niet goed behandelen. De organisatie FairWork die achter deze campagne zit, gaat de komende week met LTO in gesprek over deze kwestie.

Vraag

Kan de Staatssecretaris verzekeren dat de middelen voor de PAS alleen ingezet worden voor ammoniakreductie?

Antwoord

Het doel van de PAS en de PAS-middelen is het weer kunnen verstrekken van houdbare vergunningen voor de veehouderij en andere activiteiten. Hiervoor is het nodig dat de ammoniakemissie wordt verminderd en dat met herstelbeheer de natuurkwaliteit gegarandeerd kan worden. Ik kan verzekeren dat de middelen ingezet worden om het doel van de PAS te bereiken: dat wil zeggen zowel voor ammoniakreductie door innovatieve veehouders als voor herstelmaatregelen.

Vraag

Regeling Ammoniak en Veehouderij: wil de Staatssecretaris subsidiebeleid afstemmen met de regelgeving van de staatssecretaris van I&M?

Antwoord

Ja, dat gebeurt nu ook al.

En natuurlijk als er onterechte belemmeringen zijn in de samenloop tussen regelgeving en subsidies, dan zoeken wij naar oplossingen, binnen de Europese voorwaarden die voor subsidies en regelgeving gelden.

Vraag

Kan de 11,5 mln euro die Staatsbosbeheer nu krijgt voor beheer buiten EHS niet beter worden ingezet voor beheer binnen de EHS?

Antwoord

Nee. Het budget voor Staatsbosbeheer voor beheer buiten de EHS loopt tot en met 2013. Vanaf 2014 is hier geen budget meer beschikbaar voor, omdat deze gronden dan in beginsel zijn verkocht. Het is niet verstandig en risicovol om in de jaren 2012 en 2013 zolang deze gronden niet zijn verkocht, ze niet te beheren.

Vraag

Hoe kan het dat afschrijvingstermijn gebouwen en verbouwen 5–10 jaar is in tegenstelling tot wat in BZK-begroting staat?

Antwoord

Onder het kopje grond en gebouwen gaat het specifiek om verbouwingen (inbouwpakketten). Voor deze verbouwingen wordt conform de regeling baten-lastendiensten van het ministerie van Financiën een afschrijvingstermijn van 5–10 jaar gehanteerd.

D66

Vraag:

Bloeiend bedrijf, boeren zijn ondernemers, 3 punten:

  • maak boer ondernemer. Als je 50 % of meer van je inkomen uit subsidies krijgt ben je geen ondernemer, maar ambtenaar. En niet toevoegen van zaken waar nu geen steun voor te krijgen is aan de lijst waar wel steun voor te krijgen is.

  • beloon voorlopers en maak een kwaliteitssprong. Concurreer op kwaliteit niet op schaalgrootte, soort art. 68 voor vergroening.

  • Eigen gereedschapskist vergroenen:

  • subsidie rode diesel, toch vreemd dat je wordt gestraft als je geen diesel wil gebruiken, moderniseren regeling

  • Pas: voorrang voor boeren die duurzaam bezig zijn

  • Landbouwgarantstelling: alleen voor duurzame investeringen.

Antwoord:

Boeren zijn in mijn ogen in alle gevallen ondernemers die verantwoordelijk zijn voor de resultaten van hun bedrijf. Onze stimuleringsregelingen zijn vooral gericht op verduurzaming en innovatie door voorlopers. Denk daarbij bijvoorbeeld aan integraal duurzame stallen en groenlabel kassen. Onze gereedschapkist is al grotendeels groen met zowel duurzame subsidieregelingen als fiscale stimulansen. In EU-verband pleit Nederland actief voor de inzet van GLB-middelen voor verduurzaming en innovatie. In die zin ben ik net als D66 voorstander van een verbreding naar het begrip vergroening zodat daar ook verduurzaming en innovatie onder kunnen vallen

Vraag

Kan de Staatssecretaris beloven om in 2012 een nationaal park op Bonaire aan te wijzen?

Antwoord

Ik treed in overleg met de openbare lichamen van Caribisch Nederland (waaronder Bonaire) met als doel natuurgebieden het predicaat Nationaal Park toe te kennen. De lijst met Nationale parken zal worden opgenomen in het Natuurbeleidsplan 2012–2017. Het Natuurbeleidsplan is gereed in mei 2012.

Vraag

Kan Nederland in de volgende RijksMinisterraad voorstellen om te gaan werken aan een groene Caribische agenda, zoals door IUCN bepleit? Dit samen met alle eilanden. Is de Staatssecretaris bereid om gezamenlijk met de andere delen van het Koninkrijk op te trekken in de richting van RIO+20?

Antwoord

Op dit moment is er geen gezamenlijke strategie of plan op het terrein van natuur en biodiversiteit voor de landen van het koninkrijk. Wel wordt gewerkt aan het gezamenlijk beheer van mariene biodiversiteit en visserij voor de Exclusieve Economische Zone in het Caribisch gedeelte van het koninkrijk. Ik zal nader verkennen welke mogelijkheden er zijn om ook de andere landen van het koninkrijk te betrekken bij de inzet van het koninkrijk richting Rio + 20 op het terrein van natuur en biodiversiteit.

Vraag

Natuurakkoord is op meerdere punten onduidelijk en heeft financiële gaten:

  • Waar gaan provincies precies op afgerekend worden?

  • Mag Oostvaarderswold doorgang vinden?

  • Extra geld voor Hedwigepolder? Aanvullend onderzoek?

  • Geld voor beheer?

  • Hydrologische maatregelen?

  • Grondverkoop: Hoe kosten effectief? Hoe halen we het qua tempo?

Antwoord

Ik verwijs u naar de brief die ik u op woensdag 7 december hebt doen toekomen over het decentralisatieakkoord natuur.

Vraag

Kan een up-date gegeven worden van het aanvullend onderzoek inzake de Hedwigepolder?

Antwoord

Inzake de Hedwigepolder voer ik geen aanvullend onderzoek uit. Het toegezegde nadere onderzoek betreft de natuurherstelmaatregelen uit het kabinetsbesluit. Ik heb uw Kamer toegezegd het Deltares-onderzoek nader te laten uitwerken ten behoeve van mijn reactie aan de Europese Commissie. Ik zal uw Kamer daarover binnenkort informeren naar aanleiding van een gelijkluidend verzoek van 8 november 2011 van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van uw Kamer.

PVV

Vraag

Kan de Staatssecretaris toezeggen dat er geen onteigening t.b.v. Oostvaarderswold plaats zal vinden voor natuur in 2012?

Antwoord

Ik ben het ermee eens dat er bij voorkeur geen onteigening plaatsvindt voor het Oostvaarderswold, maar dit is een verantwoordelijkheid van de provincie Flevoland.

Vraag

Kan de Staatssecretaris garanderen dat er geen eurocent rijkssubsidie naar het Oostvaarderswold gaat?

Antwoord

Mijn bijdrage aan het Oostvaarderswold beperkt zich tot de verplichtingen die de provincie Flevoland voor 20 oktober 2010 onherroepelijk met derden is aangegaan.

Vraag

Wat is de stand van zaken omtrent de Hedwigepolder?

Antwoord

Zoals ik uw Kamer eerder heb gemeld ga ik – mede naar aanleiding van nader onderzoek – verder met de Europese Commissie in gesprek over de door het kabinet gekozen aanpak voor natuurherstel in den Westerschelde. Ik streef ernaar in januari mijn reactie aan de Europese Commissie te doen toekomen.

Vraag

Nieuwe Wet natuur: Hoe gaat de Staatssecretaris inheemse soorten beschermen, en niet-inheemse soorten (walibi, wasbeer, Pallas Eekhoorn) die niet voor overlast zorgen beschermen? En ontsnapte dieren beschermen? En handel in exotische dieren tegengaan?

Antwoord

Het wetsvoorstel natuur zal, net als nu de Flora- en Faunawet, voorzien in de bescherming van inheemse soorten. Niet alleen soorten waarop de Vogelrichtlijn of de Habitatrichtlijn van toepassing is, maar ook andere soorten. Naar aanleiding van de vele reacties van maatschappelijke organisaties op de consultatieversie van het wetsvoorstel, en de reacties die via de internetconsultatie zijn ontvangen, heb ik het oorspronkelijke voorgestelde regime voor deze andere soorten, nog eens tegen het licht gehouden. Voor deze circa 100 dier- en plantensoorten (zie bijlage) wil ik in het wetsvoorstel de bescherming nu vorm gaan geven, door opname van een verbod op het doden en vangen van dieren, en een verbod op het vernielen van vaste voortplantings- of rustplaatsen van deze dieren; de betreffende plantensoorten zullen in het wetsvoorstel worden beschermd via een verbod op het plukken.

Ten aanzien van de niet-inheemse soorten merk ik op dat dieren van die soorten vallen onder de welzijnsregels van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, ook uitheemse dieren en ontsnapte dieren. In het wild voorkomende dieren kunnen worden bestreden op grond van de Flora- en faunawet als zij een bedreiging zijn voor inheemse flora en fauna of anderszins schadelijk zijn. In het voorstel voor de Wet natuur wordt het regime voor in het wild levende exoten en verwilderde dieren niet wezenlijk anders dan nu, wel eenvoudiger.

De Pallas Eekhoorn is een invasieve exoot die een bedreiging vormt voor de inheemse rode eekhoorn. Er wordt op grond van de huidige Flora- en Faunawet een verbod ingesteld om deze soort te houden. De Pallas Eekhoorn komt rondom Weert in het wild voor. Er is een bestrijdingsactie in voorbereiding. De eekhoorn zal met kastvallen levend worden gevangen en er is in opvang voorzien.

In het voorstel voor de Wet natuur wordt voorzien in versterkte mogelijkheden om tegen illegale handel in exotische dieren op te treden: er komt een basis voor uitwisseling van databestanden tussen toezichthouders en opsporingsdiensten en er komt de mogelijkheid van bestuurlijke boetes

Vraag

Is de Staatssecretaris bereid om een onafhankelijk onderzoek te laten doen (niet door IMARES) om de positieve en negatieve effecten van fosfaat voor de visstand vast te stellen.

Antwoord

Nee, Ik heb dit al toegelicht in mijn brief van 30 augustus 2011 naar aanleiding van vragen van het lid Gerbrands (TK 2010–2011, Aanhangsel van de Handelingen, 3445).

Het brengt risico’s met zich mee voor het ecosysteem, voor andere gebruikers en voor buurlanden. Daarbij zijn de verwachte opbrengsten van fosfaatbemesting beperkt en de verwachte kosten voor de overheid hoog. Ik zie derhalve geen aanleiding voor nieuw onderzoek

Vraag

Beheer van natuurgebieden is van belang en kan efficiënter door Staatsbosbeheer, de Landschappen en Natuurmonumenten samen te voegen. Wat vindt de Staatssecretaris daarvan?

Antwoord

Zoals ik al tijdens het Algemeen Overleg van 7 september jl. met uw Kamer heb aangegeven is het aan deze organisaties om in overleg met de provincies en door samenwerking met agrariërs en particulieren tot een efficiënter beheer te komen. De natuur gaat weer terug naar de streek vanuit dat perspectief zie ik weinig in een grote moloch voor beheer.

Vraag

Hoe kan het dat Nederland maar een klein deel van de EU schadevergoeding EHEC krijgt?

Antwoord

Veel tuinders hebben tijdens de EHEC-crisis producten op de markt afgezet tegen lage prijzen. Hiervoor kon in Europa geen schadevergoeding worden geclaimd. Zoals meerdere keren met uw Kamer is besproken kon hiervoor in Europa geen schadevergoeding worden geclaimd.

Nederland heeft nagenoeg de volledige geclaimde schade vergoed gekregen, namelijk 25,5 miljoen van de geclaimde 27 miljoen euro. Dit in tegenstelling tot sommige andere lidstaten die een veel lager deel vergoed kregen. Spanje en Italië hebben respectievelijk 66% en 44% uitbetaald gekregen.

Vraag

Er zijn 3 richtlijnen van de Europese Unie inzake waterkwaliteit. De Nitraatrichtlijn is overbodig, kan de Staatssecretaris zich hard maken voor afschaffen van de Nitraatrichtlijn?

Antwoord

In de beleidsbrief over het mestbeleid die ik samen met de staatssecretaris van I&M 28 september 2011 (TK 2010–2011, 33037, nr. 1) aan de Kamer heb gestuurd, is aangegeven dat het kabinet ten algemene vindt dat regelgeving –nationaal en Europees– zo eenvoudig en beperkt mogelijk moet zijn. Overbodige richtlijnen zouden moeten worden ingetrokken. Hoewel door het mestbeleid dat grotendeels is gebaseerd op de Nitraatrichtlijn, de afgelopen decennia de kwaliteit van milieu en leefomgeving is verbeterd, zijn wij van mening dat de Nitraatrichtlijn nog steeds zijn doel dient. De omvang van de mestdruk op het milieu in Nederland maar ook in andere lidstaten is daarvoor ook nog te groot. Een initiërende rol van Nederland voor intrekking van de Nitraatrichtlijn vinden we daarom ook niet opportuun.

Vraag

De PVV is tegen natuurcompensatie bij een toekomstige verdieping van de Westerschelde. Kan de Staatssecretaris aangeven dat natuurcompensatie nu en in de toekomst uit den boze is?

Antwoord

Nederland zal zijn verplichtingen die voortvloeien uit de Europese regelgeving nakomen. Dit geldt ook voor natuurherstel in de Westerschelde. Toekomstige ingrepen in het estuarium zullen mede moeten worden beoordeeld op hun gevolgen voor de verplichtingen die Nederland heeft ten aanzien van het behoud van de daarin aanwezige natuurwaarden.

Vraag

Kan de dierenpolitie ingezet worden om visstroperij tegen te gaan?

Antwoord

Ja. In de antwoorden op de vragen van de leden Jacobi en Marcouch over de bestrijding van de visstroperij (TK 2010–2011, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 3138) heb ik uw Kamer laten weten dat de dierenpolitie onder andere gaat optreden tegen stroperij zoals neergelegd in de Visserijwet en de Flora- en Faunawet.

Vraag

Het overgrote deel van de veetransporteurs is gecertificeerd. Free riders en buitenlanders komen vaak in opspraak. Kunnen we gecertificeerde bedrijven niet belonen met minder controles en de niet gecertificeerde straffen met meer controles? Dat is goed voor het gelijke speelveld en goed voor het dierenwelzijn.

Antwoord

Ik ben met u van mening dat freeriders moeten worden aangepakt en dat gecertificeerde bedrijven die hun zaak op orde hebben in het kader van een risicogebaseerde aanpak met minder controles toekunnen. De overheid blijft eindverantwoordelijk voor het toezicht. Een kwaliteitssysteem moet zich eerst in de praktijk voldoende bewijzen alvorens deelnemende bedrijven gebruik mogen gaan maken van toezichtsmodaliteiten. Op basis daarvan kan de nVWA risicogericht toezicht en handhavingsbeleid toepassen.

Vraag

Kan er een koppeling gemaakt worden tussen het kindermishandelingplan en dierenmishandeling naar aanleiding van het onderzoek van de universiteit Utrecht? Kunnen de bestanden van huisartsen, jeugdzorg en dierenpolitie gekoppeld worden?

Antwoord

In de meldcode dierenmishandeling voor dierenartsen, die de Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) begin dit jaar heeft gepubliceerd, is reeds ruim aandacht voor het verband tussen dierenmishandeling en andere vormen van huiselijk geweld. Deze meldcode is tot stand gekomen met financiële steun van EL&I. Deze meldcode heeft als doel de dierenarts te ondersteunen in het signaleren van dierenmishandeling en dierenartsen te helpen bij het zetten van de juiste stappen na signalering van dierenmishandeling. Deze meldcode maakt dierenartsen ook bewust van het verband tussen dierenmishandeling en ander huiselijk geweld en ondersteunt de dierenarts bij de te zetten stappen in geval van vermoeden van ander huiselijk geweld. Ik ben met mijn collega van VWS in overleg om een passage in het basismodel van de meldcode kindermishandeling op te nemen die professionals in de humane sector wijst op de instanties waar zij terecht kunnen indien zij vermoedens hebben van dierenmishandeling. Om de aandacht hierop te vestigen is in de nieuwsbrief meldcode huiselijk geweld een interview opgenomen over de ervaring van de KNMvD.

GroenLinks

Vraag

De kosten van boeren stijgen, maar de prijzen voor boerenproducten blijven laag. Kan de Staatssecretaris in kaart brengen wat de winstmarges van alle partijen in de voedselketen zijn? En kan de Staatssecretaris dit spoedig aan de Tweede Kamer aanbieden?

Antwoord

De NMa heeft in december 2009 een onderzoek gepubliceerd naar de prijsvorming van een achttal verse voedingsmiddelen. Het gaat onder andere om een aantal groenten, uien, eieren en brood. Het onderzoek geeft inzicht in de marges die de verschillende schakels in de keten behalen. Daarbij bleek dat er geen sprake is van overdreven winstmarges voor één van de marktpartijen.

Vraag

Decentrale energieopwekking door agrariërs bevorderen: Wat vindt de Staatssecretaris van het optrekken van de salderingsgrens?

Antwoord

Het onderwerp salderen van kleinschalige elektriciteitsleveranciers is uitgebreid aan de orde geweest in het Wetgevingsoverleg Energie met de minister van EL&I, in het bijzonder in de 2etermijn die 5 december 2011 plaatsvond. Ten aanzien van salderen zijn moties door uw Kamer ingediend waarover dinsdag 13 december 2012 zal worden gestemd.

Vraag

Zijn internationale doelen op biodiversiteit nog haalbaar met deze natuurwet? Hoe gaat de Staatssecretaris hier voor zorgen?

Antwoord

De internationale doelen voor biodiversiteit zijn ambitieus. In EU-verband is gekozen voor de doelstelling om het biodiversiteitsverlies uiterlijk in 2020 te stoppen en zoveel mogelijk ongedaan te maken. Via de Europese biodiversiteitsstrategie wil de EU dit realiseren. Daarvoor geldt een heel pakket aan maatregelen waarvan wetgeving er één is. Als wettelijk kader zijn de Europese vogel- en habitatrichtlijn hiervoor richtinggevend. Deze richtlijnen zijn ook een belangrijk uitgangspunt voor het voorstel voor een nieuwe wet natuur.

Vraag

Decentralisatie natuurbeleid:

  • Hoeveel vrijheid krijgen de provincies (n.a.v Oostvaarderswold)

  • Wat gaat de Staatssecretaris doen als 1 provincie niet tekent?

  • Graag reactie op de brief van de drie fracties uit de Provinciale Staten van de provincie Groningen.

Antwoord

Ik heb uw Kamer aangegeven dat geen rijksmiddelen beschikbaar zijn voor de realisatie van het Oostvaarderswold, met uitzondering van de door provincies aangegane harde juridische verplichtingen t/m 20-10-2010 die onderdeel zijn van het onderhandelingsakkoord. De provincies hebben overigens alle vrijheid om invulling te geven aan de provinciale verantwoordelijkheid voor de ruimtelijke inrichting van de provincie.

Ik heb uw Kamer ook aangegeven niet vooruit te willen lopen op een situatie waarin niet alle provincies instemmen met het akkoord omdat die nu niet aan de orde is en wat mij betreft ook geen werkelijkheid wordt.

Ik heb u toegelicht dat er instemming wordt gevraagd met de tekst van het onderhandelingsakkoord en ik heb uw kamer toegezegd om met het IPO in gesprek te treden en een aantal aandachtspunten samen te verhelderen. Dit gesprek zal op 7 december plaatsvinden. Ik zal u per brief over de uitkomsten informeren.

Vraag

Uitdagingen voor moderne landbouw is verhelpen oneerlijke verdeling en verduurzaming . Speculatie op grondstoffenmarkt is ook een probleem. Er moet regelgeving komen op grondstoffenderivaten. De handel moet transparanter worden, er moet controle komen op de handelaren en een krachtig internationaal toezicht. Zelfs in de VS zijn er limieten aan grondstofderivaten voor bepaalde grondstoffen. Is de Staatssecretaris bereid zich hier voor in te zetten?

Antwoord

Ik wil mij inzetten voor een grotere transparantie op de grondstoffenmarkt, zoals ook op de recente G20-top onder Frans voorzitterschap is besloten. Markten moeten hun werk doen en daarbij is helderheid over de prijsvorming noodzakelijk. Internationale initiatieven, zoals het actieplan van de G20, steun ik.

Vraag

Oostvaarderswold: Hoe gaat de Staatssecretaris dit buiten de rechtszaal oplossen?

Antwoord

Ik verwijs u naar de brief die ik u op woensdag 7 december hebt doen toekomen over het decentralisatieakkoord natuur.

ChristenUnie

Vraag

Hoe gaat de Staatssecretaris zorgen voor echte uitvoering van de motie Voordewind inzake een minimum duurzaamheidslevel voor supermarkten?

Antwoord

Op 25 november 2011 (TK 2010–2011, 31532, nr. 71) is een brief aan de Kamer gestuurd met een reactie op de motie Voordewind. Kern van de reactie is dat bedrijven die actief zijn in de voedselketen, al veel verschillende initiatieven nemen om verduurzaming in handelsketens stap voor stap vorm te geven. Er is dus geen reden voor een nieuw convenant. Monitoring kan plaatsvinden via bestaande monitoringsrapporten en de eigen duurzaamheidsverslagen van bedrijven en branches.

Vraag

Zorgboerderijen na aanpassing Persoonsgebonden Budget: is de Staatssecretaris bereid de zorgboerderijen te ondersteunen? Bijvoorbeeld via certificering?

Antwoord

Het kabinet draagt zorgboerderijen een warm hart toe vanwege de meervoudige functie van deze boerderijen in het landelijk gebied. Deze boerderijen hebben een grote maatschappelijke waarde. Op dit moment maken ongeveer 4000 cliënten gebruik van zorgboerderijen. Door de overgang van het Persoonsgebonden Budget naar de wet maatschappelijke ondersteuning worden de gemeenten steeds belangrijker. Het inspelen op deze nieuwe situatie is heel belangrijk voor de zorglandbouwsector: financiering van deze kleinschalige zorg gaat straks via de gemeente. De door mij geïnitieerde Taskforce Multifunctionele Landbouw ondersteunt de zorglandbouwsector om op deze nieuwe situatie in te spelen en kansen te zien en te pakken. De zorglandbouwsector heeft hard gewerkt aan een kwaliteitssysteem. Dit systeem wordt door de zorgwereld geaccepteerd bij de erkenning van een zorgboerderij als AWBZ-instelling. Dit biedt goede vooruitzichten op toekomstige financiering. De sector is dus al druk bezig om in te spelen op de nieuwe situatie. Ik ben blij dat de Taskforce Multifunctionele Landbouw hier een bijdrage aan heeft kunnen leveren. Binnenkort start een onderzoek naar de kosteneffectiviteit van zorglandbouw, waarvan EL&I een belangrijk deel financiert. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zal ik de situatie opnieuw bezien.

Vraag

Wat is de stand van zaken ten aanzien van versterking onderwijs? Agrarisch onderwijs op VMBO en MBO, voldoende vakleraren en samenwerking met bedrijfsleven. Wat is de stand van zaken ten aanzien van het overleg wat hierover loopt?

Antwoord

De kwaliteit van het onderwijs is geborgd in het beleid dat samen met het ministerie van OCW wordt ontwikkeld. Bijvoorbeeld het actieplan mbo 2015 dat is gericht op vakmanschap en de Strategisch Agenda Hoger Onderwijs. Daarnaast zet ik aanvullende middelen in om de specifieke vakinhoudelijke kwaliteit van het groene onderwijs te ondersteunen. Hierover is mijn ministerie in continue dialoog met de Groene Kennis Coöperatie GKC, de AOC-Raad en het Strategisch Advies College Hoger Agrarisch Onderwijs. Dit heeft betrekking op het opleiden van voldoende vakleraren, maar ook op de aansluiting van de opleidingen op de actuele beroepspraktijk. De ultieme vorm van samenwerking vormen de Centers voor Greenports en Biobased Economy in het groene hbo en de twee voorgenomen centra voor innovatief vakmanschap in het groene mbo.

In het kader van de Human Capital Agenda’s van de groene topsectoren zijn scholen en bedrijfsleven in gesprek om gezamenlijke doelen en acties te benoemen om voldoende instroom en behoud van goed geschoolde werknemers in de sector te realiseren.

Vraag

Hoe staat het met de TEEB-studie en de betrokkenheid van de private sector bij natuur?

Antwoord

De TEEB-studie (The Economy of Ecosystems and Biodiversity) voor Nederland verloopt op hoofdlijnen volgens planning. De resultaten van de eerste deelstudie, TEEB voor bedrijven, zullen in de eerste maanden van 2012 naar uw Kamer worden gezonden. De TEEB-studies kunnen bouwstenen aandragen voor het verder versterken van de betrokkenheid van de private sector bij natuur.

Vraag

Productie van hout kan omhoog op duurzame wijze. Momenteel loont dit niet in verband, omdat het korting op de subsidie betekent. Kan de staatssecretaris dit veranderen?

Antwoord

Ik ben het met u eens dat de houtoogst in veel gevallen omhoog kan, binnen de kaders van duurzaamheid en biodiversiteit. Subsidie voor bos met productiefunctie is onderdeel van het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). Het klopt dat bij het bepalen van de normbedragen binnen dat subsidiestelsel niet alleen met kosten, maar ook met mogelijke opbrengsten (zoals uit houtoogst) rekening wordt gehouden. Ik vind dat ook een logische keuze. Het is aan provincies om het SNL te beheren en hier al dan niet wijzigingen in aan te brengen.

SGP

Vraag

Wil de Staatssecretaris met minister Verhagen beleidsregels opstellen voor de wijze waarop de NMa niet-economische belangen moet meewegen bij de toepassing van de Mededingingswet?

Antwoord

Bij de toepassing van de vrijstellingsmogelijkheid van de Mededingingswet heeft de NMa ruimte om niet-economische belangen mee te wegen. Hierop heeft de SER al gewezen. Het WUR-LEI-rapport bevestigt dit. Wel moet bedacht worden dat de NMa een afweging moet maken tussen het gewicht van dat niet-economische belang en de mogelijke nadelen voor de marktwerking van een samenwerkingsvorm die de concurrentie beperkt. De ruimte die het mededingingsrecht biedt om een niet-economisch belang mee te wegen, wordt door de NMa ook daadwerkelijk gebruikt. Voor beleidsregels zoals door de SGP-fractie bedoeld, bestaat dan ook geen aanleiding.

Vraag

De SGP-fractie vraagt mij of ik vissers met een financiële strop laat zitten. Tevens vraagt de SGP-fractie mij of ik voor het AO van volgende week met de beroepsvissers tot een vergelijk kan komen over de financiële schade. Hij roept mij op samen met de Kamer te zoeken naar ruimte voor een betere tegemoetkoming voor de getroffen beroepsvissers. Tevens wordt gevraagd om een reactie op de brief van de Combinatie van Binnenvissers van vandaag. Ten slotte wordt gevraagd hoe het staat met het instellen van de Brede Commissie voor de ontwikkeling van een toekomstvisie voor de binnenvisserij en of ik de namen kan noemen.

Antwoord

Ik ben van mening dat ik met een breed pakket aan maatregelen werk aan een reële tegemoetkoming van de getroffen vissers zonder gouden randje. Tijdens de wetsbehandeling van de wijziging van de Visserijwet op 16 maart jl. heb ik u aangegeven hoe ik de visserijbedrijven tegemoet wil komen die worden getroffen door de sluiting van de visserij op aal en wolhandkrab in verband met de dioxinevervuiling. Ik noemde daarbij de volgende 3 sporen:

  • 1. het terugbetalen van aan de Staat betaalde huurgelden en vergoedingen voor de resterende periode. Dit is inmiddels gebeurd.

  • 2. het uitbetalen van een tegemoetkoming voor de met het oog op de visserij gemaakte kosten, die door de opzegging van de huurovereenkomsten niet meer kunnen worden terugverdiend. Een aanzienlijk deel van de vissers heeft hiervoor al een gehele of voorlopige uitbetaling ontvangen. Op dit moment wordt geschat dat de uiteindelijke totale tegemoetkoming voor spoor 2 circa E 2.500.000 bedraagt.

  • 3. het uitbetalen van een tegemoetkoming voor het inkomensverlies dat vissers lijden omdat zij nu ook de paling en wolhandkrab die schoon is, niet meer op de markt kunnen brengen. Ik ben in overleg met de Europese Commissie over de basis voor de vergoedingsregeling van dit derde spoor. Zodra het percentage schone wolhandkrab bekend is, kan ik de regeling bepalen. Ik zeg u toe in januari de Kamer te berichten over mijn inzet in deze.

In mijn brief van 13 september jl. (TK 2010–2011, 29675, nr. 133) heb ik daarnaast nog aangegeven verdere mogelijkheden te bezien om de binnenvisserij met een garantstellingregeling te ondersteunen.

De precieze bedragen die op grond van dit pakket aan maatregelen zullen worden uitgekeerd, zijn pas te bepalen wanneer ook meer duidelijkheid bestaat over de invulling van het derde spoor. Het is daarom te vroeg om te concluderen dat de tegemoetkoming die ik bied, te weinig is.

Bij het bepalen van de schatting van de totale schade van de vissers heb ik gebruik gemaakt van de bedrijfsgegevens die zijn verzameld in het tweede spoor door expert taxateurs van het NIVRE. Omdat die gegevens nog niet volledig waren, heb ik op 27 oktober jl. aan uw Kamer aangegeven dat ik het uiteindelijke beeld alleen kon schetsen als de vissers zelf de informatie beschikbaar stellen aan het NIVRE in het kader van spoor 2. Het heeft mij dan ook verrast dat de vissers zelf met een inschatting zijn gekomen. Overigens heeft deze week een overleg plaatsgehad met de vertegenwoordiging van die vissers over de door mij opgeleverde cijfers. Daarbij is toegezegd een aantal zaken uit te zoeken. Aan de hand daarvan zal worden gekeken of de verschillen tussen de uit de boeken verzamelde gegevens en de schatting van de vissers, te verklaren en eventueel te overbruggen zijn. De ramingen die bij de uitvoering van de motie Dijkgraaf zijn aangeleverd, zijn nadrukkelijk gebaseerd op gegevens die door de vissers op basis van hun boeken zelf zijn aangeleverd.

Ik ben verheugd u te kunnen melden dat ik de Commissie voor een toekomstvisie voor de binnenvisserij heb kunnen samenstellen. Ik zal u volgende week schriftelijk informeren over de samenstelling van de Commissie.

Vraag

Bezuiniging en herijking EHS moet in lijn met motie Dijkgraaf/Koopmans. Daar moet de Staatssecretaris toch uit kunnen komen met de provincies?

Antwoord

De motie Dijkgraaf/Koopmans (TK 2010–2011, 30825, nr. 103) verzoekt de regering bij de (financiële) invulling van het deelakkoord met de provincies de

keuzes ten aanzien van kwaliteit en kwantiteit van natuurgebieden zo te maken dat het

beschikbare budget voldoende is voor waarborgen van het beheer.

Met de totstandkoming van het onderhandelingsakkoord is mijns inziens invulling gegeven aan deze motie (TK 2010–2011, 30825, nr. 107).

Vraag

Het begrip ‘relevante markt’ levert onduidelijkheid op. Hier moet een ruime interpretatie gehanteerd worden. Graag een reactie van de Staatssecretaris.

Antwoord

Het begrip ‘relevante markt’ wordt door de NMa van geval tot geval beoordeeld. Hierbij is geen enkel geval hetzelfde en zal de NMa het marktbegrip op een toegesneden wijze toepassen. Het zal niet altijd alleen om de Nederlandse afzetmarkt gaan.

Vraag

De positie van producentenorganisaties moet versterkt worden door hen ook voor

niet-grensoverschrijdende handel en markten vrij te stellen van artikel 6.1 van de Mededingingswet. Graag uw reactie.

Antwoord

Ook producentenorganisaties worden getoetst aan de Mededingingswet. Samenwerking is toegestaan, maar kartelafspraken over prijs en hoeveelheid zijn niet toegestaan en kunnen niet worden vrijgesteld.

Partij voor de Dieren

Vraag

Wat is het beleid van de Staatssecretaris inzake het verminderen van de voedselconsumptie in Nederland en derde landen zoals China, Brazilië en Vietnam?

Antwoord

Het kabinet zet zich in verschillende internationale fora in voor voedselzekerheid. Echter, zij acht het niet wenselijk om in dieetpatronen in verschillende landen te treden. Het kabinet zet wel in op verduurzaming van de voedselketens. Voor wat betreft het soort voedsel dat geconsumeerd wordt laat het kabinet de keuze over aan de consumenten zelf. In Nederland via het Voedingscentrum zodat consumenten kunnen beschikken over eenduidige en objectieve informatie over voedsel, om een goed geïnformeerde keuze te kunnen maken. Het Voedingscentrum geeft enerzijds informatie over de milieu-impact van de voedselproductie en anderzijds over hoe consumenten efficiënter kunnen omgaan met voedsel (voedselverspilling tegengaan). Nederland heeft veel kennis en kunde in huis op dit gebied om samen met het Nederlandse bedrijfsleven en kennisinstellingen zet ik in op het benutten van mogelijkheden om in andere landen de voedselproductie op een zo verantwoorde en duurzaam mogelijke wijze te verhogen.

Vraag

De Staatssecretaris heeft op 18 november 2010 opgeroepen om creatief met natuurregels om te gaan. Vraag is wat u met de kennis van nu met deze uitspraak heeft beoogd. En welk effect heeft dat gehad.

Antwoord

Ik verwijs u naar mijn antwoord bij de begrotingsbehandeling van het ministerie van EL&I vorig jaar, bijlage bij de Handelingen, TK 2010–2011, nr. 26, blz. 26-142, vraag s1:

«Ik heb niet opgeroepen om regels te omzeilen. Ik heb opgeroepen om praktische en pragmatische oplossingen te zoeken voor de problemen die ondernemers met die regels hebben.»

Vraag

Mestproductie en de gevolgen voor de waterkwaliteit: rapport van Vitens geeft aan dat kwaliteit afneemt (waterhardheid en verzuring). Tegelijkertijd is Staatssecretaris tevreden over mestbeleid en is er minder geld voor begroot. Hoe kan Staatssecretaris dit laatste rijmen met de bevindingen van Vitens?

Antwoord

Mijn tevredenheid is gebaseerd op het gegeven dat de waterkwaliteit in de afgelopen jaren fors verbeterd is als gevolg van het mestbeleid. Dat wil niet zeggen dat we er al zijn. Daarom hebben wij ook een nieuw mestbeleid in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven tot stand gebracht. In het vijfde actieprogramma Nitraatrichtlijn dat van kracht wordt in 2014, zal ik bezien of en welke aanscherpingen nodig zijn. De inzet van de staatssecretaris van I&M en mijzelf heb ik u 28 september 2011 toegestuurd (TK 2010–2011, 33037, nr. 1). Het nieuwe mestbeleid maakt het ook mogelijk om minder overheidsgeld in te zetten.

Vraag

De Staatssecretaris zou staan voor agrarische gezinsbedrijven. Maar hoe groot zijn deze dan? Wat is zijn maximum? Staatssecretaris heeft geen instrumenten, wetten, regels of visie. Door afschuiving op provincies, gemeenten en supermarkten ontstaat strijd tussen belangen. Hierdoor ontstaat meer strijd tussen provincies en gemeenten. Staatssecretaris claimt motie moratorium megastallen te hebben uitgevoerd. Niet waar, het gaat gewoon door. Kan staatssecretaris aangeven hoe hij hier dan niet de wens van TK negeert. Als staatssecretaris wil dat er twee inkomens te halen zijn, terwijl nu nauwelijks één haalbaar is hoe kan dat dan zonder mega ondernemers? De wettelijke bepaling zonder norm of aantal is in strijd met uitspraken buiten TK, waarin hij steeds andere normen noemt. Waarom roept hij provincies bij natuur wel tot de orde maar niet bij megastallen?

Antwoord

Belangrijk uitgangspunt van mijn visie is dat bedrijven zorgvuldig (kunnen) worden ingepast in hun lokale omgeving. Gemeenten en provincies kunnen hiervoor de randvoorwaarden stellen. Een begrenzing acht ik op dit moment niet opportuun, ik verwijs hiervoor naar mijn brief van 23 november 2011 (TK 2010–2011, 28973, nr. 85). Wel wil het kabinet, wanneer dat nodig mocht zijn vanuit andere dan ruimtelijke overwegingen, zoals volksgezondheid, sociaal-economische effecten of ethiek een grens kunnen stellen aan de omvang van bedrijven op een locatie. Het kabinet zal hiervoor een wettelijke voorziening treffen.

Vraag

Kan Staatssecretaris 3 concrete voorbeelden noemen van wettelijke belemmeringen die dierenwelzijn en duurzaamheid in de weg staan? (waardoor deze in gevaar raken?)

Antwoord

Op 22 november jl. heb ik aan uw Kamer een brief verzonden in het kader van wettelijke belemmeringen voor de verduurzaming van de voedselketen (TK 2011–2012, 31532, nr. 69). Hierin is beschreven welke wettelijke belemmeringen er zijn en welke regels als belemmering worden ervaren. Een aantal concrete belemmeringen rondom voedselverspilling, Novel Foods en mededinging wordt nu opgepakt.

Vraag

Bedrijven moeten passen in omgeving en moeten koplopers van duurzaamheid zijn.

Gaat Staatssecretaris ingrijpen bij de megastal Grubbevorst?

Antwoord

Zoals ik in antwoord op Kamervragen van het lid van Gerven heb aangegeven, is ingrijpen niet aan de orde. Het huidige ruimtelijke ordenings- en milieuinstrumentarium biedt de provincie Limburg en de gemeente Horst aan de Maas de mogelijkheden te sturen op een goed woon- en leefklimaat in de directe omgeving van het NGB. De gemeente streeft naar een goede inpassing van het bedrijf in de locale omgeving en heeft hiertoe een landschapsplan opgesteld.

De gemeente heeft GGD Limburg-Noord opdracht gegeven na te gaan of de komst van het NGB tot onverantwoorde gezondheidsrisico’s gaat leiden. Verder heeft de gemeente een fijnstofmeetpunt ingericht. In het procesvoorstel besluitvorming NGB heeft de gemeenteraad op 22 november jl. vastgesteld dat het GGD-advies en de resultaten van de fijnstofmetingen zullen bepalen of de in gang gezette projectbesluit- en bouwvergunningsprocedure voor het NGB kan worden voortgezet.

Dit biedt voldoende garanties voor een optimale afweging.

Vraag

70% van de dierlijke productie is bedoeld voor de export. Hoe kan de staatssecretaris volhouden dat de Nederlandse consument een rol heeft bij de verduurzaming als maar 1/3 deel in Nederland geconsumeerd wordt?

Antwoord

Het initiatief voor de verduurzaming ligt bij de markt en de ketens. De retail (supermarkten, foodservice, inkooporganisaties) is hierin doorslaggevend. Marktpartijen bepalen in sterke mate het tempo van verduurzaming en innovatie onder invloed van de publieke opinie, kritische maatschappelijke organisaties en een veranderende consumentenvraag. Dit zijn niet alleen marktpartijen in Nederland, maar net zo goed marktpartijen die op dezelfde kwaliteitsmarkt opereren in landen als Duitsland en Engeland. Op die manier heeft de Noordwest-Europese consument zeker invloed op de verduurzaming.

Vraag

Stallen en huisvesting dieren: kan de staatssecretaris de uitgaven laten zien van de afgelopen drie jaar hierover uitgesplitst in binnen Nederland en buitenland en uitgesplitst naar welk deel naar schaalvergroting en welk deel naar schaalverkleining?

Antwoord

Het kabinet stimuleert investeringen in huisvestingssystemen onder andere met de modules 'Investeringen in integraal duurzame stallen en houderijsystemen' (IDSH) en 'Garantstelling (plus)' van de Regeling LNV-subsidies. De IDSH wordt daarnaast ook uitgevoerd onder artikel 68 van het GLB. Daarnaast wordt ook via de Small Business Innovation Research (SBIR) integraal duurzame stal- en houderijsystemen de introductie van duurzame stalsystemen gestimuleerd. Mijn collega van I&M stelt de Maatlat Duurzame Veehouderij gekoppeld aan de Milieu Investering Aftrek (MIA) en Versnelde Afschrijving Milieuinvesteringen (Vamil)-regeling beschikbaar.

Deze regelingen zijn gericht op stal- en houderijsystemen die binnen mijn beleid passen. Dit beleid is gericht op de veehouderij in Nederland. Het subsidiëren van stallen in het buitenland past daar niet in. Om in aanmerking te komen voor deze regelingen is de schaal geen criterium. Er wordt getoetst wat de bijdrage is aan duurzaamheidscriteria zoals dierenwelzijn, diergezondheid, milieu etc.

Vraag

De Staatssecretaris schrijft in de begroting dat de overheid negatieve externe effecten corrigeert van de landbouw en visserij. Kunt u voorbeelden noemen? En hoe verhoudt dit tot de voordelen die de landbouw krijgt zoals rode diesel, gaskorting en verstoren landbouw ontwikkelingslanden?

Antwoord

Een goed voorbeeld van het corrigeren van externe effecten is het mestbeleid. Hiermee worden negatieve milieueffecten aan banden gelegd en worden de kosten van mestafzet neergelegd bij de producent, dat is de veehouder. Een tweede voorbeeld is de wetgeving op het terrein van gewasbescherming: door regelgeving van de overheid wordt het milieu beschermd en worden externe effecten beperkt. Ik zie geen relatie tussen de correctie van externe effecten en de genoemde voordelen in de vorm van rode diesel, gaskorting en het verstoren van landbouw in ontwikkelingslanden.

Vraag

Waar bestaan precies de investeringen in huisvesting (verbetering) van dieren uit?

Antwoord

Er zijn drie stimuleringsmaatregelen die zich direct richten op investeringen in veehouderijsystemen.

  • 1. De Investeringsregeling Duurzame Stal- en Houderijsystemen (IDSH)

  • 2. De Maatlat Duurzame Veehouderij gekoppeld aan de Vamil en MIA-regeling

  • 3. De SBIR Integraal duurzame stal- en houderijsystemen.

Voor al deze maatregelen geldt dat er geen sprake is van een ‘standaard’ stalsysteem waarbij er verplichte investeringen worden voorgeschreven.

In het geval van de IDSH en de SBIR bepaalt een commissie van deskundigen hoe de stal scoort op criteria als dierenwelzijn, diergezondheid, milieu, landschappelijke inpassing etc. Degene die daarbij volgens de commissie van deskundigen het hoogste scoort komt in aanmerking voor een vergoeding. In het geval van de Meetlat Duurzame Veehouderij zijn er zes thema’s (dierenwelzijn, ammoniak, diergezondheid, energie, fijn stof en bedrijf & omgeving). Op elk van deze thema’s moet een minimaal aantal punten worden gescoord.

Vraag

De Knorhof is bedreven in het rekken van procedures en het vinden van mazen in de wet. Hoe kan de staatssecretaris volhouden dat het een verantwoordelijkheid is van provincies en gemeenten en dat die een prima ruimtelijke ordenings-instrumentarium hebben, als duidelijk is dat die provincies en gemeenten niet geëquipeerd zijn om zich de brutaliteit van de exploitanten van megastallen van het lijf te houden?

Antwoord

De medeoverheden zijn met het instrumentarium van de ruimtelijke ordening en het milieu goed geëquipeerd om hun taken te kunnen uitoefenen.

Het genoemde bedrijf heeft destijds de omgevingsregelgeving met voeten getreden. Deze casus is dan ook in het geheel niet representatief voor de veehouderijsector. Ik stel vast dat gemeente en provincie veel inspanningen hebben gepleegd in handhavende zin en hierbij ook de nodige resultaten hebben geboekt.

Vraag

Wanneer neemt de overheid weer de controle op diertransporten op zich?

Antwoord

De overheid blijft verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving van diertransporten. Met QLL vind er geen overheveling van bevoegdheden plaats. Ik heb u al eerder gemeld in mijn brief van 10 november 2011 (TK 2010–2011, 29991, nr.322) dat een goed functionerend kwaliteitssysteem kan leiden tot minder risico’s en een meer risico gericht toezicht en handhaving.

Zoals ik heb gemeld in het Algemeen Overleg nVWA van 16 november 2011 komt er een uitbreiding van de capaciteit van de nVWA voor rekening van de transportsector met 20 tot 30 mensen, dierenartsen en andere specialisten, als QLL op 1 juni 2012 niet op orde blijkt te zijn.

Vraag

Staatssecretaris heeft gezegd dat de controles van de nVWA op diertransporten met 10% is uitgebreid. Volgens rapport Vanthemsche krimpt de controle juist. Hoe zit het nu echt en hoe verhoudt zich dat tot elkaar?

Antwoord

In 2011 heb ik het budget voor controles op diertransporten met 10% uitgebreid. De controles zijn navenant uitgebreid. Ook in 2012 zal dit budget beschikbaar blijven voor extra controles.

Vraag

Kan de Staatssecretaris een toelichting geven op een verbod op preventief behandelen met antibiotica. Terwijl koppelbehandeling in werkelijkheid hetzelfde betekent als preventief behandelen.

Antwoord

Behandeling van een koppel dieren is slechts toegestaan indien ziekteverschijnselen bij een aantal dieren in het koppel zijn vastgesteld. Dit kan noodzakelijk zijn om de verspreiding van besmettelijke ziektes te voorkomen of wanneer individuele toediening niet mogelijk is. Inderdaad vertonen dan binnen het koppel dieren niet alle dieren ziekteverschijnselen. Het is aan de dierenarts om op zorgvuldige wijze vast te stellen of behandeling noodzakelijk is.

Vraag

Er ligt een motie in de Eerste Kamer inzake de regie van VWS om zoönose-bestrijding. Wat let het kabinet om de regierol bij VWS te leggen en formeel vast te leggen?

Antwoord

De minister van VWS en ik hebben op het verzoek van de Eerste Kamer over de doorzettingsmacht van VWS op het terrein van zoönose schriftelijk gereageerd. Daarin is uitgelegd dat een doorzettingsmacht voor VWS niet nodig en wenselijk is. Volksgezondheid staat altijd voorop en de regie ligt bij een bestrijding van een zoönose in het volksgezondheidsdomein. Op basis hiervan is ook de nieuwe structuur van aanpak van zoönosen ingericht.

Vraag

Klopt het dat de agrosector niet 10% maar 1,5% van de economie uitmaakt? En dat daarvan 0,25% komt van 470 plofkippenhouders en 4500 varkenshouders, sectoren zonder werkgelegenheid, die er toe leiden dat Nederland een mestfiguur slaat

Antwoord

De toegevoegde waarde van het agrocomplex (2009) aan het Bruto Nationaal Product (BNP) was € 50,7 mrd. Dat is 9,9% van het Nederlandse BNP. Het aandeel daarvan van de primaire productie is € 6,1 mrd of wel 1,2%. De toegevoegde van de intensieve veehouderij binnen de primaire productie betreft € 1,4 mrd of wel 0,3%. De werkgelegenheid van deze sector betreft 35.457 arbeidsjaren.

Vraag

Wat was de inzet van de Staatssecretaris bij de handelsmissie Brazilië? Heeft de Staatssecretaris iets gedaan voor de vermindering van vleesconsumptie door Brazilië?

Antwoord

Inzet van het bezoek aan Brazilië was wederzijdse handels- en investeringsbevordering. Met het Braziliaanse Ministerie van Landbouw is met name gesproken over markttoegangseisen op het gebied van voedselveiligheid. Zo is er gesproken over een bezoek aan Nederland om het systeem van zuivelinspectie te bestuderen. Verder is gesproken over de verduurzaming van de voedselketen.

Voorts heb ik in een gesprek met Greenpeace, WWF en de Braziliaanse katoensector de laatste stand van zaken t.a.v. de Boswet in Brazilië vernomen

Vraag

De dierenpolitie mag niet samen met de nVWA optreden tegen landbouwbedrijven. De dierenpolitie en het telefoonnummer 144 zijn alleen een doorgeefluik naar de nVWA. De staatssecretaris beweerde iets anders, dat de dierenpolitie wel de stal ingaat. Wat is het nu precies?

Antwoord

De afspraak is dat de dierenpolitie in actie komt bij meldingen van noodhulp voor zowel landbouwhuisdieren, gezelschapsdieren als wilde dieren. Dat doen ze zelfstandig, veelal in afstemming met de nVWA. Op verzoek van de dierenpolitie kan de nVWA assistentie verlenen. Ook sporen ze pro-actief overtredingen van dierenmishandeling en -verwaarlozing op. Meldingen bij 144 die geen noodhulp zijn worden door de dierenpolitie naar de nVWA of de Landelijke Inspectie Dienst doorgeleid.

Vraag

Als jagers illegaal handelen (lichtbakken bij de zwijnenjacht in Gelderland) voelt Staatssecretaris zich niet verantwoordelijk, zelfs als hij weet dat provincies het Benelux verdrag stelselmatig overtreden. Waarom grijpt de Staatssecretaris niet in?

Antwoord

Op grond van de Flora- en Faunawet is geen jacht op zwijnen mogelijk. Wel is er sprake van populatiebeheer en schadebestrijding. De Benelux-overeenkomst en bijbehorende beschikkingen zijn, naar de opvatting van de regering, enkel van toepassing op jacht. Het verbod op het gebruik van kunstmatige lichtbronnen heeft geen betrekking op beheer en schadebestrijding. Ik zie dan ook geen reden om in te grijpen. Over de toepasselijkheid van de Benelux regelgeving op beheer en schadebestrijding heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gevraagd van het Benelux hof.

Vraag

Wat wil de Staatssecretaris inzake uniform jachtbeleid? Er komen straks 12 verschillende vormen van jachtbeleid in de verschillende provincies.

Antwoord

De bevoegdheden ten aanzien van jacht liggen ingevolge de Flora- en Faunawet nu goeddeels bij het Rijk. Dat zal in het voorstel voor de Wet natuur niet anders zijn. Er zal dus geen sprake zijn van 12 verschillende vormen van jachtbeleid. Voor beheer en schadebestrijding – dat is wat anders dan jacht – zijn de provincies nu wel primair verantwoordelijk. In het voorstel voor de Wet natuur zal die verantwoordelijkheid bij de provincies blijven.

Vraag

Kan de Staatssecretaris uitleggen waarom er een wettelijke status komt voor recreatieve jagers?

Antwoord

Er is thans een voorstel in voorbereiding voor een nieuwe Wet natuur. Dat zal ook een regeling voor de jacht bevatten. Het voorstel zal naar verwachting in het voorjaar van 2012 bij de Tweede Kamer worden ingediend. Het voornemen is niet om jacht een wezenlijk andere status te geven dan nu het geval is. Wel overweeg ik beperkingen om een meer streekgebonden uitoefening van de jacht te verzekeren.

Vraag

De Staatssecretaris treedt snel op bij economische schade door wilde dieren. Dat moet de Staatssecretaris dan afgezet hebben tegen de economische waarde die wilde dieren en biodiversiteit hebben voor een streek. Hoe groot is dan de economische waarde van wilde dieren en biodiversiteit?

Antwoord

De economische waarde van wilde dieren en biodiversiteit neemt niet af door maatregelen om economische schade aan bijvoorbeeld landbouwgewassen te beperken. In zijn algemeenheid is de economische waarde van biodiversiteit overigens erg groot. Dat blijkt ondermeer uit een studie van de Verenigde Naties (TEEB ‘The economics of ecosystems and biodiversity’ van de UNEP) waarover ik u per brief van 5 november 2010 heb geïnformeerd (TK 2010–2011, 26407, nr. 49). Er zijn ook verschillende publicaties over de waarde van de biodiversiteit in Nederland. Verder heb ik opdracht gegeven tot een TEEB-studie van Nederland.

Vraag

Staatssecretaris doet of de natuurdoelen niet in gevaar komen door het decentralisatieakkoord. Wat zijn de concrete middelen die de staatssecretaris heeft om de provincies die dingen te laten doen die hij wil of nodig zijn?

Antwoord

Vraag is recentelijk uitvoerig beantwoord in de beantwoording schriftelijk overleg over het decentralisatieakkoord (TK 2010–2011, 30825, nr. 115) op vragen van de fracties van SP en VVD.

Vraag

Er is geen focus op Natura 2000. Er zijn geen beheerplannen. Er is geen PAS en de gebieden hadden al aangewezen moeten zijn. Wie betaalt de kosten van de ammoniakdepositie?

Antwoord

In mijn brief van 14 september 2011 (TK 2010–2011, 32670, nr. 24) heb ik de Kamer geïnformeerd over de aanpak van Natura 2000. Ik zal voor het algemeen overleg van 21 december aanstaande over Natura 2000 en de PAS de Kamer nog informeren over de actuele stand van zaken. De kosten van de maatregelen om de ammoniakemissie te verlagen, komen in principe ten laste van de ondernemers. De overheid stimuleert daarbij de introductie van innovatieve technieken om de ammoniakemissie terug te dringen.

Vraag

Kan de staatssecretaris de Partij voor de Dieren indringend overtuigen dat hij weet heeft van natuurverdragen, het beleid voor biodiversiteit en internationale afspraken hieromtrent?

Antwoord

Natuurlijk ken ik de internationale afspraken voor het behoud en duurzaam gebruik van Biodiversiteit, zoals die bijvoorbeeld zijn vastgelegd in het Biodiversiteitsverdrag, Verdrag voor internationale handel in bedreigde planten en dieren (CITES), het verdrag voor migrerende soorten (CMS) en het verdrag voor wetlands (Ramsar). Of zoals die in Brussel zijn gemaakt, zoals de afspraken voor Natura 2000 of het tegengaan van handel in illegaal hout. Deze afspraken voert het kabinet ook uit. Dat wil zeggen: de doelen zullen we realiseren. Maar daar gaat de discussie ook niet over. Over de vraag langs welke weg we de doelen het beste kunnen realiseren verschillen we wellicht wel van mening. Het kabinet meent dat de doelen haalbaar en betaalbaar moeten worden gerealiseerd, met een maximale benutting van ondernemerschap en innovatie. Daarom maak ik andere keuzes over de wijze van uitvoering van internationale afspraken. Maar de afgesproken doelen zelf blijven uitgangspunt.

Soorten waarop respectievelijk verbod op opzettelijk vangen, doden en vernielen van vaste voortplantings- of rustplaatsen van toepassing is (dieren), dan wel verbod op opzettelijk plukken, verzamelen, afsnijden, ontwortelen of vernielen (planten).

Van verbod op opzettelijk doden kan ontheffing verleend worden of vrijstelling vastgesteld worden. Voor overige verboden geldt meldplicht bij provincie.

Zoogdieren

Aardmuis

Boommarter

Bosmuis

Bunzing

Damhert

Das

Dwergmuis

Dwergspitsmuis

Edelhert

Eekhoorn

Egel

Eikelmuis

Gewone bosspitsmuis

Gewone zeehond

Grote bosmuis

Grijze zeehond

Haas

Hermelijn

Huisspitsmuis

Konijn

Mol

Molmuis

Ondergrondse woelmuis

Ree

Rosse woelmuis

Steenmarter

Tweekleurige bosspitsmuis

Veldmuis

Veldspitsmuis

Vos

Waterspitsmuis

Wezel

Wild zwijn

Woelrat

Amfibieën

Alpenwatersalamander

Bruine kikker

Gewone pad

Kleine watersalamander

Meerkikker

Middelste groene kikker

Vinpootsalamander

Vuurslalamander

Reptielen

Adder

Hazelworm

Levendbarende hagedis

Ringslang

Vissen (van Rode Lijst)

beekprik

elrits

Dagvlinders (van Rode Lijst)

bruine eikenpage

iepenpage

sleedoornpage

veldparelmoervlinder

Planten (van Rode Lijst)

akkerboterbloem

akkerdoornzaad

akkerogentroost

akkerzenegroen

beklierde ogentroost

berggamander

blaasvaren

blauw guichelheil

bolderik

bosboterbloem

bosdravik

brave hendrik

brede wolfsmelk

breed wollegras

dreps

echte gamander

eenbloemige zeekraal

geelgroene wespenorchis

geplooide vrouwenmantel

getande veldsla

gevlekt zonneroosje

glad biggenkruid

groene nachtorchis

groot spiegelklokje

grote bosaardbei

grote leeuwenklauw

honingorchis

kalkboterbloem

kalketrip

karwijselie

klein slijkgras

kleine ereprijs

kleine wolfsklauw

kleine wolfsmelk

kluwenklokje

knolspirea

korensla

kranskarwij

lange zonnedauw

liggende ereprijs

moerasgamander

muurbloem

naakte lathyrus

naaldenkervel

overblijvende hardbloem

pijlscheefkalk

roggelelie

rozenkransje

ruw parelzaad

schubzegge

smalle raai

spits havikskruid

steenbraam

stijve wolfsmelk

tengere distel

tengere veldmuur

trosgamander

veenbloembles

vroege ereprijs

wilde ridderspoor

zandwolfsmelk

zinkviooltje

zweedse kornoelje

Naar boven