7 Vragenuur

Vragen van het lid Grashoff aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het bericht "Resistente bacteriën in groenten".

De heerGrashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Het was maar een klein bericht in de Volkskrant: antibioticaresistente bacteriën nu aangetroffen op groenten. Die bacteriën ontstaan niet zomaar in plantaardige organismen. Die moeten komen van dierlijke organismen. Onderzoekers veronderstellen dat ze afkomstig zijn van dierlijke mest en het ligt voor de hand dat ze zich via het oppervlaktewater verspreiden.

Je denkt gezond te eten. Het gaat om groenten die vaak rauw gegeten worden. Uiteindelijk blijkt dat je besmet wordt met een antibioticaresistente bacterie die veroorzaakt wordt door het buitensporige en onzorgvuldige gebruik van antibiotica in de veehouderij. Daar ben je dan mooi klaar mee. Vlees kun je nog koken of bakken. Ik weet niet of u wel eens een gekookt radijsje hebt geprobeerd, Voorzitter, maar dat is niet bijzonder aantrekkelijk.

Is de staatssecretaris het met mij eens dat de vondst van de antibioticaresistente bacterie op groente eens temeer een teken aan de wand is voor het feit dat het antibioticagebruik in de veehouderij heel grote risico's voor onze volksgezondheid met zich brengt? Als hij dit met mij eens is, zal de staatssecretaris dan ook op basis hiervan het beleid rond het terugdringen van antibioticagebruik in de veehouderij drastisch aanscherpen? Hoe zal hij dit doen?

StaatssecretarisBleker:

Voorzitter. Op dit moment zijn mij de precieze achtergronden en de precieze gegevens die in het onderzoek naar voren zijn gekomen, nog onvoldoende bekend om de conclusie te trekken die de heer Grashoff heeft geformuleerd, namelijk dat dit een-op-een vertaald moet worden naar nog scherper beleid voor het antibioticagebruik in de veehouderij. Er zijn in Nederland verschillende onderzoeken uitgevoerd op het terrein van resistentie in het milieu, in het bodem- en oppervlaktewater. Vorig jaar heeft er in Frankrijk een onderzoek plaatsgevonden. Daarbij kwamen deze ESBL's op 13% van bepaalde Franse gewassen voor. Het is onbekend of datgene wat nu is aangetroffen een stijging is ten opzichte van het verleden. Er zijn namelijk geen meetgegevens uit het verleden bekend. Het RIVM is onlangs gestart met een onderzoek naar de verspreidingsrisico's en de verspreidingsroutes van ESBL's. De minister van VWS en ik hebben bovendien gezamenlijk om een advies gevraagd aan de Gezondheidsraad waarin nader ingegaan wordt op de risico's van het gebruik van antibiotica in de veehouderij. Bovendien worden de verspreidingsroutes, de transmissieroutes, in beeld gebracht en zal de Gezondheidsraad bekijken hoe de overdracht via het milieu plaatsvindt.

Al met al zullen de lopende onderzoeken meer duidelijkheid brengen. Wij gaan door met het fors terugdringen van antibioticagebruik in de veehouderij. Recentelijk heb ik ook melding ervan gemaakt dat wij het beleid op een enkel punt nog zullen aanscherpen.

De heerGrashoff (GroenLinks):

Ik krijg een enigszins voorspelbaar antwoord: wij weten het nog niet precies genoeg; wij weten het nog niet goed genoeg. Laten wij vaststellen dat deze bacteriën van dieren komen. Ze hebben een enorme vlucht genomen door het onzorgvuldige en buitensporige antibioticagebruik in de veehouderij. Dat is algemeen aangetoond. De staatssecretaris kan de verspreidingsroutes en -risico's laten onderzoeken tot hij een ons weegt, maar de bron is duidelijk. De enige echte maatregel is toch dat je aan de bron moet gaan zitten. Is de staatssecretaris het met mij eens dat aan die bron veel meer gedaan moet worden dan tot nu toe gebeurt?

StaatssecretarisBleker:

Wij willen het antibioticagebruik in de Nederlandse veehouderij in 2013 gehalveerd hebben. Als in de loop van dit jaar onzeker wordt of die halvering ook haalbaar is, zullen wij structurele, wettelijke maatregelen treffen die het voorschrijven van antibiotica voor met name koppels van dieren moeilijker maken. De relaties tussen de veehouder, de industrie, de dierenarts en de apotheek moeten ontkoppeld worden, zoals ik recentelijk heb gemeld. Dit is een zeer scherp beleid.

De heerGrashoff (GroenLinks):

Antibioticaresistentie is een soort tikkende tijdbom. De oorzaken zijn duidelijk. Het beleid dat de staatssecretaris voert, is gericht op halvering en dan pas in 2013. Hoeveel schade aan de volksgezondheid moet nog optreden voordat wij wakker worden en à la minute maatregelen nemen? Dit wil ik graag van de staatssecretaris weten.

StaatssecretarisBleker:

Waarschijnlijk wordt vandaag, of anders morgen, op basis van een advies van het RIVM aangegeven hoe te handelen nu dit is geconstateerd. Wij kunnen wel maatregelen nemen voor het terugdringen van antibioticagebruik, maar voor de korte termijn is het van belang dat de Nederlandse consument van het RIVM een betrouwbaar advies krijgt over hoe te handelen. Wij hebben het in 2010 bij pluimveevlees geconstateerd. Toen is gezegd: er is geen reden om niet te consumeren, als er maar sprake is van verhitting. Ik geef aan de heer Grashoff toe dat een gekookte radijs niet het echte "radijsgevoel" geeft dat je normaal gesproken hebt. Dat kan dus niet. Ook nu zal er een steekhoudend advies komen. Dat is voor de korte termijn en daar kan de heer Grashoff van op aan. Wij gaan voort met de onderzoeken en het scherpe beleid voor het terugdringen van antibioticagebruik. Ik moet zeggen dat 50% halvering in 2013 een gigantische taakstelling is. Als er ook maar enigszins zicht komt op het niet-halen daarvan, zullen verdergaande maatregelen worden getroffen. Daarnaast verschijnt rond de zomer onderzoek van zowel de Gezondheidsraad als het RIVM en dan kunnen wij ons opnieuw op deze kwestie beraden.

De heerGrashoff (GroenLinks):

Tot slot heb ik maar één vraag, misschien wel een meer algemeen maatschappelijke vraag. Wat vinden wij in deze samenleving eigenlijk belangrijker, onze volksgezondheid of het goedkoopst mogelijke en weinig smaakvolle stuk vlees op ons bord? Die vraag stellen, is hem beantwoorden.

MevrouwSnijder-Hazelhoff (VVD):

Wij weten allemaal dat de volksgezondheid voorop moet staan. Dat geldt ook voor de VVD-fractie. De staatssecretaris wijst op een aantal onderzoeken, maar het bevreemdt ons dat uit het rapport van het UMC blijkt dat vijf van de zeven besmette monsters uit de biologische teelt voortkomen. Wij weten echter dat juist in de biologische teelt en in de biologische dierhouderij geen antibiotica gebruikt mogen worden. Volgens ons moet er daarom bij de onderzoeken een schepje bovenop en moeten wij ons richten op de vraag hoe dit mogelijk is. Ook in de biologische teelt, in de groenteteelt, mag namelijk geen mest uit de reguliere sector worden gebruikt!

StaatssecretarisBleker:

Het is inderdaad een heel opzienbarend gegeven dat een aanzienlijk deel van de besmette groenten uit de biologische teelt komt. Dat zullen wij ook toevoegen aan het onderzoek van zowel het RIVM als de Gezondheidsraad.

De heerVan Gerven (SP):

De veeartsen in Nederland zijn kampioen "strooien met antibiotica"; zij zijn Europees recordhouder. De farmaceutische industrie is ook recordhouder bij het strooien met snoepreisjes. Vorig jaar zijn vijftig dierenartsen gratis, op kosten van Pfizer en Intervet, naar een congres in Santiago afgereisd. Is de staatssecretaris bereid om toe te zeggen dat dergelijke snoepreisjes vanaf vandaag verboden worden, dat het afgelopen is met het strooien van snoepreisjes door de industrie, en dat het ook afgelopen is met het strooien van antibiotica door veeartsen?

StaatssecretarisBleker:

Voorzitter. Dit lijkt veel op een aanvullende vraag over een andere kwestie, namelijk hoe er in de diergeneeskundige wereld wordt omgegaan met het aanvaarden van reizen enzovoorts. Daar wil ik wel een antwoord op geven als dat binnen uw orde past.

Dierenartsen mogen zich bij het voorschrijven van diergeneesmiddelen nooit laten leiden door dit type relatiebeheer dat door de farmaceutische industrie wordt onderhouden. Belangenverstrengeling moet namelijk worden voorkomen. Ik heb binnenkort een overleg met de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde. Daar is ook al ambtelijk contact mee geweest en het blijkt dat zij graag bereid is om heel transparant te zijn over de interne code die zij wil hanteren voor het wel of niet aanvaarden van uitnodigingen om deel te nemen aan congressen of conferenties die door de industrie gefinancierd worden. Ik kan u er in de loop van mei meer over vertellen.

Devoorzitter:

Het moet de staatssecretaris lukken om sneller te antwoorden.

MevrouwArib (PvdA):

Het mag duidelijk zijn dat dit kabinet de economische belangen van boeren en andere bedrijven laat prevaleren boven het volksgezondheidsbelang. Het is niet de eerste keer dat wij dit soort debatten voeren. Mijn vraag aan de staatssecretaris ligt in het verlengde van zijn laatste antwoord dat dierenartsen zich niet zouden laten leiden door de farmaceutische industrie. Nu al komt 70% van de inkomsten van dierenartsen voort uit het feit dat zijzelf die medicijnen voorschrijven. Een oplossing is om dat te knippen. Voorschrijven en tegelijkertijd medicijnen verkopen is pure belangenverstrengeling. Is de staatssecretaris bereid dat te verbieden?

StaatssecretarisBleker:

Ja, ik ben bereid dat te doen. Ik bereid ook voorstellen dienaangaande voor. Die voorstellen zullen serieus in procedure worden gebracht op het moment dat blijkt dat de taakstelling, 50% reductie, niet wordt gehaald.

MevrouwVan Veldhoven (D66):

Veel van de vragen die ik had, zijn al gesteld: wat kunnen wij nu aan consumenten meegeven en wat kunnen zij nu doen om te voorkomen dat zij, als zij een radijs eten, toch die antibiotica binnenkrijgen? De staatssecretaris zei: wij hebben geen nulmeting. Nu heeft hij die wel. Is hij bereid dit als nulmeting te hanteren en continu en structureel te monitoren hoe het staat met de resistente bacteriën, ook in andere producten dan vlees?

StaatssecretarisBleker:

Dat kan een uitkomst zijn van de onderzoeken die het RIVM en de Gezondheidsraad doen. Ik wil daar niet op vooruitlopen, want ik denk dat dat de goede volgorde is. Het staat niet vast dat er een een-op-eenrelatie evident aanwezig is tussen de veehouderij, antibioticagebruik en datgene wat hier aan de orde is, want bodembacteriën, bodemschimmels enzovoorts kunnen ook een bron zijn. Het is niet alleen een Nederlands probleem, maar een probleem dat zich ook voordoet in andere landen die niet in alle opzichten vergelijkbaar zijn qua veehouderijsector.

MevrouwOuwehand (PvdD):

Ik hoor de staatssecretaris zeggen: het is nog niet helemaal duidelijk waar het vandaan komt; het is ook een bodemprobleem. De Technische commissie bodem heeft in 2009 al aan de noodklok getrokken. Ik heb er toen vragen over gesteld aan de voorganger van de staatssecretaris, maar die vond het niet nodig om er onderzoek naar te doen. Is de staatssecretaris bereid om toe te geven dat dat niet heel verstandig was en dat het ministerie van Landbouw dus heeft zitten slapen, al dan niet opzettelijk?

Ik wil weten welke actie de staatssecretaris gaat ondernemen om ervoor te zorgen dat voldoende percelen in Nederland antibioticaresistente bacterievrij zijn, zodat mensen die geen enkele bijdrage hieraan hebben gehad gezonde biologische groente kunnen blijven eten.

StaatssecretarisBleker:

Het antwoord op de eerste vraag is "nee". Het antwoord op de tweede vraag is dat wij dat laten afhangen van de uitkomsten van het onderzoek dat nu gaande is.

Devoorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor de antwoorden. Wij zijn aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur.

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Smeets en Teeven.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

Devoorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Op uw tafel vond u een speldje, als het goed is. Ik denk dat iedereen het heeft gevonden; ik zie het nog niet bij iedereen. De heer Bosma heeft het gevonden, zie ik. Sommigen hebben het al op hun revers. Dat is ook precies de bedoeling. Het is het fakkeltje van het Comité 4 en 5 mei. Er is ons verzocht om mee te doen aan de actie en het in de aanloop naar 4 en 5 mei te dragen.

Naar boven