5 Vragenuur

Vragen van het lid Van Klaveren aan de minister voor Immigratie en Asiel over het bericht dat het aantal mislukte uitzettingen is toegenomen door onder meer geweldpleging en administratieve fouten.

De heerVan Klaveren (PVV):

Voorzitter. Meer dan een op de drie uitzettingen van uitgeprocedeerde of illegale vreemdelingen is vorig jaar mislukt. Dat betekent weer een toename ten opzichte van het jaar ervoor. Dat is simpelweg veel te veel als je ziet hoeveel geld dit de belastingbetaler kost en als je ziet hoeveel overlast dit met zich meebrengt.

De cijfers uit het rapport van de Commissie Integraal Toezicht en Terugkeer, zoals gisteren gebracht door RTL Nieuws, liegen er niet om en baren de PVV-fractie grote zorgen. Zo moeten honderden uitzetpogingen worden gestaakt wegens verzet van de kant van de vreemdeling. Geweld tegen ambtenaren die de uitzettingen uitvoeren, is allang geen uitzondering meer. Dit is ontoelaatbaar. Als je leest dat in die honderden zaken slechts één keer aangifte wordt gedaan, weet je dat er iets goed fout zit. Immers, waarom kunnen zo veel geweldplegers met hun wangedrag wegkomen? De minister heeft recentelijk beloofd hieraan aandacht te zullen besteden. Er is alle reden voor een update. Hoe vaak is dit jaar tot nu toe aangifte gedaan tegen geweldplegers?

Verder wil de PVV dat de geweldsinstructies voor de marechaussee zo worden aangepast, dat uitgeprocedeerden zich niet meer kunnen ontpoppen tot gewelddadig tuig. Desnoods preventief bij iedereen handboeien om, een kap over het gezicht en vastzetten in de stoel. Ik hoor graag een reactie van de minister.

Wat ook honderden mislukte uitzettingen oplevert, is het procedurestapelen. Het eindeloos kunnen indienen van verblijfsaanvragen is de PVV al jaren een doorn in het oog. Daarom was het ons ook veel waard om het oplossen van dit probleem een prominente plaats in het gedoogakkoord te geven. Het komt er nu op aan om de aanpak van dat procedurestapelen snel vorm te geven. Ik vraag de minister om dit met de grootste spoed handen en voeten te geven, opdat het terugkeerbeleid niet nog langer ondermijnd wordt door deze aanvraagmarathons van vreemdelingenadvocaten.

MinisterLeers:

Voorzitter. Ik dank de heer Van Klaveren voor zijn vragen. Gisteren heeft de commissie die toeziet op de uitzettingen het jaarverslag gepresenteerd. Ik heb meteen gereageerd. Laat ik vooropstellen dat de commissie tot de conclusie komt dat de uitzettingen humaan en zorgvuldig zijn. Je kunt echter inderdaad wel af en toe vraagtekens zetten bij de effectiviteit. De heer Van Klaveren zegt dat één op de drie pogingen faalt. Het aantal uitzettingen blijft echter hetzelfde: minstens net zo veel als het afgelopen jaar. De heer Van Klaveren heeft gelijk: sommige uitzettingen lukken niet. Dat heeft vooral te maken met het verzet van mensen. Onder verzet moet men ook verbaal verzet verstaan.

Dan kom ik meteen tot de kern van de vraag: waarom wordt er geen proces-verbaal opgemaakt of waarom wordt er niet overgaan tot strafvervolging? Het probleem is dat je een afweging moet maken. Of je zet mensen uit en levert ze af in bijvoorbeeld Bagdad of je neemt ze weer terug omdat je wilt overgaan tot strafvervolging vanwege verbaal verzet. Dat is precies de kern van de afweging. Ik ben het met de heer Van Klaveren eens dat overgegaan moet worden tot strafvervolging bij fysiek geweld, maar dat uitzetting van primair belang blijft.

Tot slot het punt van de doorzetting. Ik ben het helemaal met de heer Van Klaveren eens dat uitzetting het sluitstuk is van de hele keten van aanvraag, afwijzing en terugkeer. Neem van mij aan dat dit kabinetsbreed de hoogste prioriteit heeft. Het heeft ook de hoogste prioriteit in mijn beleid en aanpak.

Devoorzitter:

Mijnheer Van Klaveren, uw vervolgvragen.

De heerVan Klaveren (PVV):

Veel uitzettingen gaan mis door knulligheden als te laat komen, het ontbreken van een busje of administratieve fouten. Aan dit soort amateurisme mag wat ons betreft geen cent belastinggeld meer verspild worden. Ik vraag de minister dus wat er op korte termijn gedaan wordt om dit beter te laten verlopen.

Verbetering in de aanpak van de daders moet inmiddels toch wel zichtbaar zijn. De PVV zegt: pak ze op, pak ze aan, geef ze zware straffen en zorg er daarmee voor dat ze nooit en te nimmer meer welkom zijn in Nederland. Kan de minister toezeggen dat wanneer een uitzetting mislukt is vanwege door de vreemdeling gepleegd fysiek geweld, de dader in alle gevallen onder het snelrecht valt, bestraft wordt en zo in de toekomst geen grond meer heeft om hier ooit nog een verblijfsvergunning te krijgen? Dit alles onder het motto: weg is weg.

MinisterLeers:

Zoals zonet al gezegd: de kern blijft om mensen uit te zetten omdat zij in de procedure niet geaccepteerd zijn. Daar blijven wij op koersen. De afweging is dan de volgende; ik geef een praktisch voorbeeld. Op de laatste terugvlucht naar Bagdad is een begeleider gebeten door een uitgeprocedeerde asielzoeker. Dan moet je je afvragen: ga je dat bestraffen en neem je die man mee terug, of laat je die man in Bagdad achter, waar hij vervolgens is afgeleverd? Dat is de lastige afweging waarvoor wij staan. Wij trekken de conclusie dat het beter is om hem uit te zetten, en dan niet nog eens een strafvervolging aan te gaan. Dit is wat ik kan zeggen op het allerbelangrijkste punt.

Wat de heer Van Klaveren opmerkt over de knulligheden in de eigen organisatie, deel ik. Ik ben het volstrekt met hem eens dat dit niet kan. Wij zullen daarin beter moeten opereren. Overigens doen wij dat al: in het afgelopen jaar is een verlaging met meer dan 5% van het aantal administratieve fouten bereikt. Ik ben het met de heer Van Klaveren eens dat dit aantal nog verder moet worden teruggebracht.

Devoorzitter:

Mijnheer Van Klaveren, tot slot.

De heerVan Klaveren (PVV):

De minister zei dat de keuze moet worden gemaakt om iemand terug te nemen dan wel om die persoon bijvoorbeeld in Bagdad te laten. Als die persoon in Bagdad is, mag hij wat ons betreft voor altijd in Bagdad blijven. Maar het punt is dat een hele hoop mensen, voor zij in Bagdad belanden, überhaupt niet het vliegtuig in gaan. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat er zo veel mogelijk mensen uiteindelijk toch bijvoorbeeld richting Bagdad gaan?

MinisterLeers:

Het voorbeeld van Bagdad was maar een voorbeeld; er zijn vele bestemmingen. Het gaat erom dat je mensen waardig en op een zorgvuldige manier terugbrengt naar het land van herkomst. Als dat niet kan door het verzet, zul je maatregelen moeten nemen. De laatste tijd hebben wij op dat punt ook betere voorzieningen: bodycuffs, gezichtsmaskers en dergelijke. De KMar is daar ook goed in gespecialiseerd. Men weet precies wanneer dat moet worden toegepast. Wat dat betreft neem ik de woorden van de heer Van Klaveren dus ter harte. Maar het moet wel waardig, zorgvuldig en menselijk blijven.

MevrouwVan Nieuwenhuizen (VVD):

Voorzitter. Ik hoorde de minister zeggen dat ervoor wordt gekozen om, als dat kan, de vluchteling maar achter te laten in plaats van aangifte te doen. In een groot deel van de gevallen lukt dat natuurlijk niet, en dat zijn juist de gevallen waarbij de uitzetting is mislukt. Als ik denk aan de ambtenaren die dat moeilijke werk moeten doen, vind ik het eigenlijk jammer dat in de beleidsregel staat dat pas aangifte wordt gedaan op het moment dat er mensen gewond zijn geraakt. Ik vind dat eerlijk gezegd ver gaan. Is de minister het met ons eens dat je in de gevallen waarin de uitzetting uiteindelijk is mislukt, ter bescherming van je eigen ambtenaren veel eerder tot aangifte zou moeten overgaan, ook wanneer het om verbaal geweld gaat?

MinisterLeers:

Mevrouw Van Nieuwenhuizen heeft helemaal gelijk. Als ernstig lichamelijk geweld wordt gebruikt en leed wordt toegebracht, doen wij altijd aangifte. Geen punt. Het gaat echter om de afweging of je iemand doorzet in de uitzetting of dat je de mensen weer mee terugneemt. Er is een protocol, dat goed werkt. Wij pakken mensen aan, maar het moet wel effectief zijn. Uiteindelijk staat de terugkeer voorop en niet de administratieve handeling van een proces-verbaal dat uiteindelijk tot niets leidt.

Devoorzitter:

Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van deze vraag. Ik dank de minister.

Naar boven