6 Vragenuur

Vragen van het lid Helder aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht "Seriekiller bevrijd van cel".

MevrouwHelder (PVV):

Voorzitter. Vandaag konden wij uit De Telegraaf vernemen dat de beruchte kindermoordenaar Koos H., die tot een levenslange gevangenisstraf is veroordeeld, weer naar een tbs-kliniek mag. Dit is het gevolg van een opmerkelijke uitspraak van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ).

Allereerst wil de PVV van de staatssecretaris weten of hij nog stappen kan ondernemen tegen deze uitspraak van de RSJ en zo ja, hoe hij dat gaat doen. De PVV vindt dat degene die tot een gevangenisstraf is veroordeeld, nooit in een tbs-kliniek zou moeten worden geplaatst, om wat voor reden dan ook. Uit het artikel begrijp ik dat de staatssecretaris dat met mij eens is. Hij gaat bekijken of er een aparte afdeling binnen een gevangenis kan worden gerealiseerd voor langgestraften en gedetineerden die nog minimaal vijf jaar gevangenisstraf te gaan hebben. Wat is de stand van zaken daarin? Kan de staatssecretaris de Kamer van dit onderzoek op de hoogte houden?

De PVV heeft altijd gedacht dat Koos H. naar een tbs-kliniek was overgeplaatst omdat hij detentieongeschikt zou zijn. Dit heeft de voormalige minister van Justitie ons ook verteld. In het artikel in De Telegraaf komt echter naar voren dat deze kindermoordenaar niet detentieongeschikt is. Volgens deskundigen zou hij niet optimaal kunnen verblijven in de gevangenis. Volgens bronnen die helaas verder onbekend blijven, zou hij onrustig worden van het grote verloop onder de gevangenen. Is de staatssecretaris net als de PVV van mening dat het onrustig worden van het grote verloop onder gevangenen geen criterium zou moeten zijn om naar een tbs-kliniek te worden overgeplaatst? Deelt hij verder de mening dat de straf een vergeldingscomponent heeft, die verdwijnt als een veroordeelde naar een tbs-regime wordt overgeplaatst? Deelt hij ook de mening dat het niet de bedoeling kan zijn dat een levenslanggestrafte in tbs wordt geplaatst, aangezien tbs gericht is op resocialisatie en bij tbs verlof hoort?

StaatssecretarisTeeven:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Helder voor haar vragen over deze zaak.

Allereerst, ik kan als staatssecretaris niet in beroep gaan tegen het schorsingsbesluit van de voorzitter van de Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). Dat betekent dat ik met betrekking tot deze concrete beslissing van de voorzitter van de RSJ de veroordeelde nu moet gaan plaatsen in een tbs-kliniek. Wel speelt nog de behandeling van het hoger beroep ten gronde. Daar kan ik nog wel mijn zienswijze kenbaar maken. Dat zal ik zo spoedig mogelijk doen. Op 15 april is die uitspraak gedaan. Dat betekent dat ik de komende weken mijn zienswijze kenbaar zal maken. Dan zal de RSJ het beroep in den gronde behandelen.

Mevrouw Helder heeft een tweede vraag gesteld over het onderzoek om levenslanggestraften en langgestraften met een strafrestant van meer dan vijf jaar bij elkaar te zetten. Dat onderzoek loopt. Mevrouw Helder zal begrijpen dat dit extra geld gaat kosten. Die financiële consequenties worden op dit moment doorgerekend. Ik kan voor de zomer een brief aan de Kamer sturen over de stand van zaken in dit onderzoek en de financiële component die daaraan verbonden is. Daarin wordt de vraag meegenomen of je in zo'n instelling van langgestraften en levenslanggestraften ook een "luwteafdeling" – laat ik het zo maar noemen – zou moeten maken.

De derde vraag van mevrouw Helder gaat over de vergeldingscomponent. Het moet helder zijn dat die vergeldingscomponent niet per definitie helemaal niet aanwezig is in een tbs-inrichting. Die mensen zitten daar ook vast. Dat wordt door sommigen als zeer vervelend ervaren. Maar laat er geen misverstand over bestaan dat levenslanggestraften, wat het kabinet betreft, in eerste aanleg niet in een tbs-inrichting thuishoren. Zij horen gewoon in een gevangenis onder een gevangenisregime.

MevrouwHelder (PVV):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording van de vragen. Ik mis één antwoord, namelijk op de vraag dat het onrustig worden van het grote verloop in een gevangenis toch geen reden mag zijn om naar een tbs-kliniek te gaan. Ik heb daar nog graag een antwoord op.

De bescherming van slachtoffers in de maatschappij staat voorop. Ziet de staatssecretaris in dat kader mogelijkheden om ervoor te zorgen dat een veroordeelde geen recht op verlof zal hebben als hij helaas toch wegens detentieongeschiktheid naar een tbs-kliniek gaat? Resocialisatie staat immers niet voorop. Als dat toch gebeurt, is er dan reden om periodiek te bekijken of verblijf in een tbs-kliniek nog nodig is, opdat zo iemand weer terug naar de gevangenis gaat? Als die toets er niet is, is de staatssecretaris dan bereid om die te introduceren? Deze situatie past totaal niet bij wat er in het gedoog- en regeerakkoord staat, namelijk dat de instroom in de tbs-klinieken wordt beperkt.

StaatssecretarisTeeven:

Laat helder zijn, ook voor mevrouw Helder, dat het de doelstelling is van dit kabinet om de instroom te beperken. Daarom heeft het kabinet zich tot het uiterste verzet tegen het terugplaatsen van deze veroordeelde naar een tbs-inrichting. Nu waren er geen andere mogelijkheden meer.

Het onrustig worden van medegedetineerden kan op zich nooit een reden zijn om de detentie op een bepaalde plek niet voort te zetten. We moeten ons echter ook realiseren dat het onrustig worden van medegedetineerden of een veroordeelde wel kan leiden – niet in deze situatie, maar soms wel in andere situaties – tot onveiligheid voor het personeel. Dat moeten we voorkomen en zoiets kan een omstandigheid zijn om tot overplaatsing over te gaan.

Ik kan mevrouw Helder ervan verzekeren dat er nu al geen recht bestaat op verlof. Mensen die levenslang hebben opgelegd gekregen en in een tbs-regime verblijven, hebben geen recht op verlof.

Wat betreft de detentieongeschiktheid en het periodiek toetsen daarvan kan ik het volgende zeggen. Deze veroordeelde is enkele malen periodiek getoetst, maar dat is geen staand beleid. We gaan daar echter wel concreet toe over. We gaan iedere keer bekijken of mensen detentieongeschikt zijn of niet als zij ergens anders worden geplaatst. Dat zullen we met deze veroordeelde in de toekomst ook doen.

MevrouwHelder (PVV):

Ik dank de staatssecretaris nogmaals voor zijn antwoorden. Ik heb die genoteerd. Ik ben benieuwd of de zienswijzen worden overgenomen. Dat zien we tegemoet. Op dit moment heb ik daar verder geen vragen meer over.

MevrouwVan Toorenburg (CDA):

Ik wilde aanslaan op het feit dat deze man nooit verlof mag krijgen. Die geruststelling hebben we nu. Daarnaast heeft deze gedetineerde enkele keren laten zien dat hij maar al te graag pornografisch materiaal bekijkt, zeker als het minderjarigen betreft. Kan de staatssecretaris ervoor zorgen dat, waar deze man ook wordt geplaatst, de toegang tot dat soort materiaal voor hem onmogelijk is?

StaatssecretarisTeeven:

Zowel onder het vorige kabinet als onder het huidige is het beleid dat deze personen geen pornografisch materiaal kunnen bekijken. Zij zitten in een regime voor levenslang gestraften. In het kader van een behandeling zou zoiets al niet nodig zijn, maar hier is zelfs geen sprake van behandeling. Die faciliteiten hoeven niet te worden verleend.

De heerDibi (GroenLinks):

Daar zijn tegengestelde geluiden over. Het is allereerst opvallend dat de heer Teeven als staatssecretaris niet voor elkaar krijgt wat hij als Kamerlid van het kabinet eiste. Wat ik wil vragen is het volgende. Waarom kan deze man niet optimaal verblijven in detentie? Wat betekent meer bewegingsvrijheid precies? Het beeld is namelijk ontstaan – en het zou goed zijn als de staatssecretaris daar meteen gehakt van maakt – dat deze man vrijelijk porno kan bekijken.

StaatssecretarisTeeven:

Wat mij betreft had deze man prima in een ppc kunnen verblijven. De rechter heeft daar echter anders over geoordeeld bij een schorsingsbesluit en heeft gevraagd de betreffende persoon ogenblikkelijk terug te plaatsen. Laat helder zijn dat mensen in een regime voor levenslang gestraften geen extra faciliteiten krijgen.

Naar boven