9 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

Devoorzitter:

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het debat over de prestaties van gemengde scholen van de agenda af te voeren.

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Wolbert c.s. (30597, nr. 178).

Op verzoek van het lid Dijkstra stel ik voor, haar motie op stuk 32500-XVI, nr. 80 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

Devoorzitter:

Ik deel de Kamer mee dat de tijdelijke commissie Parlementair onderzoek "Lessen uit recente arbeidsmigratie" tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Koopmans en tot haar ondervoorzitter het lid Arib en dat de tijdelijke commissie Parlementair onderzoek "Onderhoud en innovatie spoor" tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Kuiken en tot haar ondervoorzitter het lid Van Bemmel.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het verslag van het algemeen overleg Asbest van 7 april jongstleden, met als eerste spreker het lid Paulus Jansen.

Daartoe wordt besloten.

Devoorzitter:

Het woord is aan de heer Plasterk van de Partij van de Arbeid.

De heerPlasterk (PvdA):

Voorzitter. Ik had mij aangemeld om een spoeddebat aan te vragen. Op die kwestie is echter in het vragenuurtje van zojuist een antwoord gegeven. Hoewel ik het niet helemaal bevredigend vond, vind ik het voor het moment voldoende om het spoeddebat niet aan te vragen.

Devoorzitter:

Het woord is aan de heer Recourt.

De heerRecourt (PvdA):

Voorzitter. Ik vraag om uitstel van de stemmingen onder de punten 8 en 9 over de wijziging van het wetboek van Strafvordering, heel kort samengevat, in het kader van DNA. Ik doe dat omdat ik zojuist een amendement heb ingediend. Ik vraag om één week uitstel.

Devoorzitter:

De punten 8 en 9 worden van de stemmingslijst afgevoerd. Ik stel vast dat iedereen daarmee akkoord gaat. Dat gaan wij dus doen.

Het woord is aan de heer Dibi.

De heerDibi (GroenLinks):

Voorzitter. Vorige week bereikte ons het geweldige nieuws dat Sahar en haar gezin hun toekomst verder in Nederland mogen opbouwen. Tegelijkertijd verkeren ontzettend veel andere meisjes en jongens uit Afghanistan, en misschien ook uit andere landen, in grote onzekerheid. De vraag die voorligt, is of andere jongens en meisjes en hun families, net als Sahar, beoordeeld worden op algemene, objectieve criteria of dat zij worden beoordeeld op basis van een quotum, zoals afgesproken met de PVV. Ik citeer de heer Fritsma, die daarover ...

Devoorzitter:

Nee, ik geloof dat u al aan het debat begonnen bent.

De heerDibi (GroenLinks):

Nee, nog niet, voorzitter.

Devoorzitter:

Naar mijn gevoel wel. U gaat nu voorstellen wat u wilt. Ik bedoel niet alles wat u wilt, maar voor vandaag.

De heerDibi (GroenLinks):

Normaal gesproken zou ik het kort houden, maar dit is voor de GroenLinks-fractie een ernstige kwestie.

Devoorzitter:

Dat is geen reden. Het spijt mij zeer. U gaat gewoon een voorstel doen. Ik heb een aantal mogelijkheden. Wij kunnen er multiple choice van maken. Of lukt het u zelf?

De heerDibi (GroenLinks):

Voorzitter. U mag er grappig over doen, maar voor mij is het een heel ernstige kwestie.

Devoorzitter:

Voor mij ook. Voor iedereen. U komt nu met een voorstel.

De heerDibi (GroenLinks):

Ik zal het kort houden. De indruk is gewekt dat er een politieke deal is gesloten met de PVV over het verblijf van kinderen. Daarom wil ik graag een spoeddebat met minister Leers van Immigratie en Asiel, bij voorkeur deze week.

De heerSchouw (D66):

Voorzitter. Ik heb mij voor diezelfde kwestie aangemeld voor het mondelinge vragenuur, maar die aanvraag is om voor mij onbegrijpelijke redenen niet gehonoreerd. Wij hebben namelijk precies hetzelfde vermoeden als de heer Dibi. Wij steunen zijn verzoek dus van harte. Ik zet er zelfs nog een tandje bij: ik vind dat het spoeddebat in de komende dagen gevoerd moet worden.

Devoorzitter:

Mij is gemeld dat er een algemeen overleg is op 26 april. Dat is de procedurele belemmering voor het stellen van mondelinge vragen. Iedere voorzitter dient zich daaraan te houden.

De heerVoordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Ook de ChristenUnie-fractie wil graag duidelijkheid hebben over de criteria die nu gaan gelden. Heel veel mensen zitten nog in onzekerheid. Misschien kan voorafgaand aan het spoeddebat, steun daarvoor overigens, een brief van de minister van Asiel hierover aan de Kamer worden gestuurd.

MevrouwVan Nieuwenhuizen (VVD):

Voorzitter. U gaf net al aan dat er op zeer korte termijn een algemeen overleg gepland staat waarbij dit punt prima aan de orde kan komen. Waarschijnlijk is dat sneller dan er een spoeddebat gehouden kan worden. Daarom kunnen wij er prima mee leven om het bij dat AO mee te nemen.

De heerKnops (CDA):

Voorzitter. Ik ga ervan uit dat de heer Dibi snel een debat wil. Morgen is er een procedurevergadering. Dan kunnen wij volgende week een debat voeren. Wij voegen dan een regulier AO toe aan de agenda.

MevrouwOuwehand (PvdD):

Voorzitter. De Partij voor de Dieren steunt het verzoek van de heer Dibi graag.

Devoorzitter:

Mijnheer Dibi, u hebt niet genoeg steun voor een spoeddebat.

De heerDibi (GroenLinks):

Voorzitter. Misschien mag ik de PvdA, waarvan een aantal leden al tijdens het weekend heeft laten weten dat dit eigenlijk niet kon wachten tot na het weekend, uitnodigen om te zeggen of die fractie het debat steunt.

De heerSpekman (PvdA):

Voorzitter. Ik heb begrepen dat iedereen heel druk is geweest op Twitter. Wij steunen het spoeddebat niet. Er is een algemeen overleg. Het lijkt ons heel belangrijk om de gevraagde brief aan de agenda daarvan toe te voegen.

Devoorzitter:

Mijnheer Dibi, u hebt wel voldoende steun voor een brief. Het verzoek daartoe kan ik doorgeleiden naar het kabinet. Na ommekomst van de brief is er dan een algemeen overleg.

De heerDibi (GroenLinks):

Het is niet anders. Wel wil ik vragen om het kabinet te verzoeken om de brief voor morgen 12.00 uur naar de Kamer te sturen.

Devoorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Verhoeven.

De heerVerhoeven (D66):

Voorzitter. Oud-minister en oud-VVD-Kamerlid Hoogervorst heeft afgelopen dagen gewaarschuwd voor de dreigende financiële ramp voor huishoudens vanwege de groeiende hypotheekschuld. Tegelijkertijd blijkt uit cijfers van CBS en NVM dat er niet meer gebouwd wordt en dat er ook geen transacties meer zijn op de woningmarkt. De toegang tot de koopmarkt is geblokkeerd. Wij willen dan ook graag een breed en integraal debat over de woningmarkt met de ministers van Binnenlandse Zaken en van Financiën.

De heerVan Bochove (CDA):

Voorzitter. De minister heeft toegezegd om in de maand april te komen met de visie op het wonen. Mij lijkt dat wij de minister aan de hand van de vraag van de heer Verhoeven moeten manen tot spoed. Die moet deze maand, het liefst komende week, de nota bij de Kamer neerleggen, zodat wij onmiddellijk na het reces het gevraagde brede debat kunnen voeren.

MevrouwDe Boer (VVD):

Voorzitter. Ik sluit mij daar voor 100% bij aan. Wij kunnen beter even afwachten. Anders hebben wij twee debatten over hetzelfde onderwerp achter elkaar. Bovendien hebben wij dan nog meer informatie om een goed debat te kunnen voeren.

MevrouwVoortman (GroenLinks):

Voorzitter. Volgens ons is die informatie ook nu al voorhanden. Wij steunen het verzoek van de heer Verhoeven.

De heerPaulus Jansen (SP):

Voorzitter. Wij steunen de analyse van de heer Van Bochove, zij het dat wij bij dat algemeen overleg ook graag de minister van Economische Zaken willen hebben, omdat het gaat om de woningmarkt én de bouwmarkt.

De heerSlob (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij steunen dit verzoek, maar wel met een fatsoenlijk kabinetsstuk erbij. Wij willen aandringen op spoed.

De heerMonasch (PvdA):

Vandaag is bekend geworden dat de productie in de woningbouw sinds 1952 niet meer zo laag was. Er is dus alle reden om dit debat met het kabinet zo snel mogelijk te voeren.

Devoorzitter:

Mijnheer Verhoeven, u vroeg een debat, maar voor een debat hebt u nog geen meerderheid. U hebt wel voldoende steun voor een brief.

De heerVerhoeven (D66):

Voorzitter. Volgens mij heb ik ook voldoende steun voor een spoeddebat.

Devoorzitter:

Maar daar vroeg u niet om.

De heerVerhoeven (D66):

Nee, maar in dat geval verander ik mijn verzoek in een verzoek om een spoeddebat. Ik vind het jammer dat de coalitiepartijen en andere partijen mij niet de mogelijkheid gunnen om dit belangrijke onderwerp breed te kunnen bespreken. Ik wil daarom graag een spoeddebat met de ministers van Binnenlandse Zaken en van Financiën aan de hand van, zoals de heer Slob voorstelde, een brief waarin in ieder geval wordt gereageerd op de uitspraken van de heer Hoogervorst dat er geen bezit maar schuld wordt gestimuleerd, evenals op het feit dat het CBS vandaag bekend heeft gemaakt dat er nog nooit zo weinig woningen zijn gebouwd als nu. Zodoende kunnen wij een breed debat voeren over dit onderwerp. Wij zouden dat graag willen.

Devoorzitter:

Ik zal het gaan plannen. Het komt op de lijst, met drie minuten spreektijd. Ik stuur het stenogram door naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Verhoeven voor zijn tweede verzoek.

De heerVerhoeven (D66):

Voorzitter. Het VAO plattelandswoningen en leegstand kantoren zou ik graag van de agenda laten afvoeren, omdat wij nog in afwachting zijn van een brief van de staatssecretaris van Financiën, met daarin een aantal fiscale maatregelen voor oplossing van de leegstand. Deze brief zou worden gestuurd, maar wij hebben die nog niet ontvangen. Graag vóór volgende week deze brief, zodat wij volgende week dit VAO kunnen houden.

MevrouwDe Boer (VVD):

Dit heeft onze volledige steun: eerst de brief, voordat er moties worden ingediend en/of aangenomen die niet in lijn zijn met wat de minister schrijft.

Devoorzitter:

Dan zullen wij het VAO plattelandswoningen en leegstand kantoren van de agenda afvoeren. Het stenogram gaat naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Wiegman.

MevrouwWiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Morgen zal de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel van mevrouw Thieme over verplichte voorafgaande bedwelming bij ritueel slachten worden voortgezet met de beantwoording in eerste termijn. Ik wil u verzoeken om de tweede termijn te plannen na het inmiddels geplande debat over de verhouding tussen de verschillende grondrechten. Het lijkt mij belangrijk om eerst dat debat over de grondrechten te laten plaatsvinden, omdat het initiatiefwetsvoorstel ook nadrukkelijk raakt aan het grondrecht van godsdienstvrijheid.

MevrouwOuwehand (PvdD):

Voorzitter. Het gaat om een initiatiefwetsvoorstel. De Partij voor de Dieren-fractie heeft zich tot nu toe zeer coulant opgesteld jegens de andere fracties. Zo hebben wij de tweede termijn van de Kamer niet laten aansluiten op de eerste termijn van de indiener en zullen wij ook alle medewerking verlenen aan een extra rondetafelgesprek, waarom vanmiddag in de procedurevergadering zal worden verzocht. Maar dit voorstel gaat wel wat ver: het zou namelijk een enorme vertraging betekenen. Ook in de richting van de indiener vind ik dat niet zo chic.

De heerOrmel (CDA):

Voorzitter. Steun voor het verzoek. Vanmiddag zal ik in de procedurevergadering vragen om een rondetafelgesprek naar aanleiding van het initiatiefwetsvoorstel. Ik neem aan dat dit op een redelijk korte termijn kan worden georganiseerd, net als het debat dat mevrouw Wiegman graag eerst wil houden. Veel vertraging hoeft het verzoek van mevrouw Wiegman dus niet op te leveren. Ik steun dan ook haar verzoek.

De heerDijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Ook wij hebben geen behoefte aan vertraging, maar wel aan een rondetafelgesprek en het andere debat, dus wij steunen het verzoek.

Devoorzitter:

Mevrouw Wiegman, u hebt niet echt een meerderheid om dit van de agenda af te voeren. Wij moeten maar zien hoe het morgen loopt. Maar uw verzoek is helder, morgen gaan wij hier dus verder over besluiten.

MevrouwOuwehand (PvdD):

Voorzitter. Als ik mij niet vergis, was er gewoon geen meerderheid voor het verzoek van mevrouw Wiegman.

Devoorzitter:

Precies.

MevrouwOuwehand (PvdD):

Dan heb ik u goed begrepen.

Devoorzitter:

Het woord is aan mevrouw Schaart.

MevrouwSchaart (VVD):

Voorzitter. De VVD wil graag een week uitstel van de stemmingen over de Telecomwet, omdat wij nog wachten op een brief van het kabinet.

Devoorzitter:

Volgens mij heeft niemand hier bezwaar tegen. Wij gaan die stemmingen dus afvoeren van de lijst.

Het woord is aan de heer Van Klaveren.

De heerVan Klaveren (PVV):

Voorzitter. De PVV wil graag een spoeddebat aanvragen over de toepassing van islamitisch recht door Nederlandse rechters, naar aanleiding van het artikel "Sharia al in Nederland".

De heerVan der Steur (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie vindt het belangrijk om het over dit onderwerp te hebben, maar wat ons betreft is het praktischer om dat in een algemeen overleg te doen.

De heerDibi (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb een aantal zorgelijke dingen gezien in dat onderzoek van de PVV. Er is dus wel aanleiding om het kabinet om een brief te vragen. Het lijkt mij prima om naar aanleiding daarvan een AO te houden.

MevrouwGesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Dibi.

MevrouwSterk (CDA):

Ik wil het verzoek ondersteunen.

De heerRecourt (PvdA):

De PvdA-fractie steunt het verzoek om een AO.

Devoorzitter:

Dat is het voorstel van de heer Van der Steur.

De heerVan der Staaij (SGP):

Steun, wat de SGP-fractie betreft, voor dit verzoek. We vinden het echter wel goed om eerst nog een brief van het kabinet hierover te krijgen.

De heerRouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Zoals heel veel onderwerpen vind ik ook dit een belangrijk onderwerp. Ik zou er alleen voor willen pleiten om niet alles wat we willen bespreken meteen in de vorm van een spoeddebat te gieten. Ik steun het verzoek om een brief van de regering waarover we kunnen spreken. Na ontvangst kan bekeken worden of een AO daarvoor de meest aangewezen vorm is.

De heerVan Klaveren (PVV):

Nou, hartstikke mooi dat er zo veel steun is. Ik wacht de planning af.

Devoorzitter:

Prima. Er is ook een voorstel gedaan voor een algemeen overleg en een voorstel voor een brief. Misschien wilt u daarop reageren? Ik hoor dat u vanuit de bankjes advies krijgt van uw fractievoorzitter.

De heerVan Klaveren (PVV):

Ja. De vraag was inderdaad om een spoeddebat. We zien het CDA daar steun aan geven.

Devoorzitter:

Ik kan ook tellen, maar het kon zijn dat u zelf wilt reageren op de voorstellen en dat u het advies vanuit de Kamer wilt overnemen. We proberen hier allemaal wat selectiever te zijn. U handhaaft echter uw voorstel. Dus dan ga ik het spoeddebat inplannen met een spreektijd van drie minuten. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Helder.

MevrouwHelder (PVV):

Voorzitter. De antwoorden van de minister van Veiligheid en Justitie zojuist over het bericht van de Surinaamse veroordeelde criminelen hier in Nederland waren voor de PVV-fractie volstrekt onvoldoende. Daarom willen wij graag een spoeddebat, zodat we de minister kunnen vragen welke maatregelen hij nu gaat treffen om hier een einde aan te maken.

De heerVan der Steur (VVD):

Gegeven de beantwoording van de minister en het belang van het onderwerp, steunen wij het verzoek om een debat, met voorafgaand een brief aan de Kamer over wat nu precies de stand van zaken is en met name hoe de contacten met Suriname hierover zijn geweest.

MevrouwBerndsen (D66):

Ja, voorzitter. Steun voor het spoeddebat, maar wij willen wel eerst een brief van de minister.

Devoorzitter:

Dan gaan we eerst een brief vragen, want dat hoorde ik ook de heer Van der Steur zeggen. Dan gaan we het doen zoals we het altijd doen, namelijk eerst kijken of er op basis van de brief nog reden is voor het houden van een spoeddebat. Dan zie ik u weer terug, mevrouw Helder.

MevrouwHelder (PVV):

Voorzitter. Daar wil ik dan toch even opheldering over, want dat heb ik al vaker gehoord, maar volgens mij is er voldoende steun voor een spoeddebat. Dan gaan we niet eerst een brief lezen om vervolgens te vragen of er alsnog voldoende steun is. Die steun is er wel.

Devoorzitter:

We hebben een heel goede regel in dit huis. We sluiten niet uit dat in die brief informatie staat die ons overtuigt. Ik heb ook wel eens van u gehoord dat een debat niet nodig is. In dit geval hoor ik een aantal Kamerleden zeggen dat ze eerst een brief willen hebben. Dan gaan we die brief lezen. Als er dan nog reden is om een spoeddebat te houden, dan doen we het opnieuw en als dat niet zo is, dan doen we het niet. Dus ik zie u gewoon weer terug.

MevrouwHelder (PVV):

Ik doe toch een tweede poging, want er is steun voor een debat. Ik kan mijn verzoek om een spoeddebat wel intrekken als die brief overtuigt. Dat wil ik graag doen, maar dan wordt het debat wel ingepland.

Devoorzitter:

Dat vind ik vervelend, want dan heb ik weer een lange lijst en dan zegt u allemaal dat de lijst van spoeddebatten te lang wordt. We hadden hier een goed gebruik. Ik zal zo'n debat nooit tegenhouden als u voldoende steun ervoor hebt, maar ik wil het pas op de lijst zetten als u zeker weet dat u het hebben wilt. Het is zeer onoverzichtelijk om een lange lijst van spoeddebatten te hebben waar iedere keer weer spoeddebatten van worden afgehaald. Ik maak daar een beetje een punt van, ook op verzoek van het Presidium. Ik hoop dat de leden mij hierin vriendschappelijk toeknikken, zodat we die lijst met spoeddebatten zo kort mogelijk kunnen houden. Ik zie overal geknik.

De heerVan der Steur (VVD):

Voorzitter. Ik moet u daarin teleurstellen, want ik knik niet namens de VVD-fractie. Wij vinden het onderwerp belangrijk genoeg voor een debat en die brief moet er gewoon zijn voordat het debat er komt.

Devoorzitter:

Dus de brief kan u niet overtuigen? Het kan niet zo zijn dat u zegt: daar staat alles in en dan is het debat niet meer nodig?

De heerVan der Steur (VVD):

Nee, want het belang van het onderwerp is zodanig van aard dat de brief uitleg moet geven over wat de contacten zijn. Wij willen resultaten zien.

Devoorzitter:

Dan zou ik in het vervolg graag zien dat dit zodanig wordt geformuleerd dat ik daar niet over kan twijfelen. Dank u wel.

Mevrouw Helder, wij gaan het spoeddebat plannen, met een spreektijd van drie minuten. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Ik heb nog een verzoek van de heer El Fassed voor een spoeddebat. Hij heeft het woord.

De heerEl Fassed (GroenLinks):

Voorzitter. Ondanks het feit dat de lijst met spoeddebatten kort moet blijven, vraag ik namens de fracties van GroenLinks en D66 om een spoeddebat met de minister van Defensie over zijn brief inzake de bezuinigingen en het wel of niet schrappen van een regel daarin. Voordat hierover met de commissie een zorgvuldig en goed debat over de inhoud kan worden gevoerd, moet eerst duidelijk worden of deze minister achter de bezuinigingsplannen staat en achter het kabinetsstandpunt dat de Nederlandse krijgsmacht op het hoogste niveau zal blijven optreden. Gezien de grote onrust die is ontstaan ...

Devoorzitter:

Mijnheer El Fassed, uw punt is duidelijk: u vraagt een spoeddebat aan. Wij gaan luisteren. Mijnheer Knops, u maakt een schijnbeweging?

De heerKnops (CDA):

Dat zou kunnen, maar in dit geval is dat niet nodig, voorzitter. De minister heeft zojuist aangegeven dat hij volop achter zijn brief staat, dus dat punt is helemaal weg. U hebt zelf een verzoek gedaan voor de procedurevergadering van donderdag. Dat willen wij ordentelijk behandelen. Wij zullen er daar dus op terugkomen. Wij hebben dan ook geen behoefte aan een spoeddebat.

De heerBosman (VVD):

Ik ben het helemaal eens met de vorige spreker.

De heerVan der Staaij (SGP):

De SGP-fractie heeft ook geen behoefte aan dit debat, maar wel aan een normaal, ordelijk en goed debat over de inhoud van de brief. Ik vind het eerlijk gezegd ook wat merkwaardig als wij hier debatten krijgen over verschillen tussen een conceptbrief, zoals die bij de ministerraad zou liggen, en de brief, zoals die naar de Kamer gaat.

MevrouwEijsink (PvdA):

Mijn fractie hecht aan een ordentelijk debat, met eerst nog een technische briefing en ook nog een rondetafelbijeenkomst.

MevrouwWiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Geen steun voor een spoeddebat. Ook de ChristenUnie wil een uitvoerig, inhoudelijk en goed debat over de maatregelen die het kabinet heeft aangekondigd.

MevrouwHachchi (D66):

Samen met GroenLinks zijn wij wel voor een spoeddebat. De minister heeft in zijn beantwoording steeds wel "ja" gezegd, maar met een ontzettende "maar" erachter, dus er is een dringende noodzaak om hierover te debatteren.

Devoorzitter:

Mijnheer El Fassed, u hebt nog niet voldoende steun voor een spoeddebat.

De heerEl Fassed (GroenLinks):

Ik heb de SP nog niet gehoord.

De heerJasper van Dijk (SP):

Het spijt mij voor de heer El Fassed, maar wij steunen dit niet.

De heerEl Fassed (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vind het onbegrijpelijk dat wij zo veel militairen en de samenleving in onzekerheid laten met deze antwoorden van de minister.

Devoorzitter:

Dank u wel.

Het woord is aan de heer Grashoff.

De heerGrashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vraag om een rappel met betrekking tot de beantwoording van schriftelijke vragen van mevrouw Van Veldhoven en mij over de bouw van megastallen. Wij hebben de regering verzocht om die vragen voor 1 april te beantwoorden, maar wij hebben tot nu toe nog niets binnen. Wij krijgen de antwoorden nu graag zo spoedig mogelijk.

Devoorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heerOmtzigt (CDA):

Voorzitter. De kosten van pensioenfondsen verdienen meer aandacht, schrijft de AFM. Dat is een understatement, want jaarlijks zou er voor 3 mld. meer aan kosten worden gemaakt dan er wordt gerapporteerd. Dat gaat allemaal ten koste van de rendementen van pensioenen. Dit bedrag is hoger dan de jaarlijks misgelopen indexatie. Daarom vraag ik namens de fracties van het CDA, de VVD, de PVV en de PvdA om een brief van de ministers van SZW en van Financiën. Wij willen weten of er overleg met de koepels over de transparantie heeft plaatsgevonden, zoals is toegezegd, en wat dit heeft opgeleverd. Wij horen ook graag of de regering bereid is om de openheid over de kosten op bijvoorbeeld het UPO wettelijk af te dwingen.

Devoorzitter:

U hebt ruime steun voor de brief, maar kunt u mij uitleggen waarom het zo moet en niet in de commissie?

De heerOmtzigt (CDA):

Omdat het twee ministers betreft en omdat er behoorlijke haast achter zit. En wij wilden u nu een keer niet belasten met de wachtlijst voor spoeddebatten.

Devoorzitter:

Het spijt me zeer, maar u gaat naar de commissie. Ik doe dit niet. Wij hebben met elkaar afgesproken dat wij dit niet doen in de plenaire zaal. Ik ga daar gewoon aan vasthouden.

De heerOmtzigt (CDA):

Voorzitter. Ik heb aan de Griffie doorgegeven dat dit mijn verzoek zou zijn. Ik heb dit verzoek dus bij de Griffie neergelegd. Dan dient dat bij de Griffie geweigerd te worden. Dat kan, maar dan moet het daar en niet hier worden geweigerd. Ik doe hier geen ander verzoek dan ik heb aangekondigd.

Devoorzitter:

Daar hebt u een punt. Blijkbaar was de gedachte bij de Griffie dat er een debat was gepland. Als de fout aan mijn kant ligt, dan ben ik ruimhartig, maar ik vind echt dat wij dit elkaar niet moeten aandoen. We hebben een goede regel. De heer Omtzigt wist natuurlijk wel dat er geen debat gepland stond ...

De heerOmtzigt (CDA):

Ja.

Devoorzitter:

... dus dat is geen reden om dat hier te vragen. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, maar ik vind dit niet conform onze eigen afspraken. We moeten onszelf wel serieus nemen.

MevrouwKoşer Kaya (D66):

We hebben zo een procedurevergadering; het verzoek om de brief kunnen we daar bespreken. Als de heer Omtzigt nu een debat aanvraagt, vindt hij mij aan zijn zijde.

Devoorzitter:

Maar dat deed de heer Omtzigt niet.

De heerOmtzigt (CDA):

Nu nodigt u mij uit om een spoeddebat aan te vragen en dat wil ik nu juist niet doen, zodat er geen wachtlijst van tien debatten ontstaat.

Devoorzitter:

We gaan hiermee stoppen.

De heerOmtzigt (CDA):

Ik vind dit toch een flauwe opmerking.

Devoorzitter:

Wat een einde! Mijnheer Ulenbelt, gaat u nog iets moois zeggen? Daar ben ik echt een beetje aan toe.

De heerUlenbelt (SP):

Ik zou nog wel meer willen vragen voor die brief, namelijk hoe de financiële positie van de pensioenfondsen nu is en wat het verschil is tussen verzekeringsmaatschappijen en de pensioenfondsen. De heer Omtzigt heeft het over een piezeltje in het pensioendebat. Eerdere debatten wilde hij dit niet en nu probeert hij hier de show te stelen. Verwijs hem dus alstublieft naar de commissie.

Devoorzitter:

Waarvan akte. Dank u wel.

Naar boven