14 Stemmingen

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van een aantal wetten ter uniformering van het loonbegrip (Wet uniformering loonbegrip) (32131),

en over:

  • - de motie-Neppérus/Van Vliet over evaluatie van de loonkosten voor bedrijven (32131, nr. 17);

  • - de motie-Van Vliet/Neppérus over evaluatie van de flankerende maatregelen (32131, nr. 18);

  • - de motie-Braakhuis/Omtzigt over het Witteveenkader (32131, nr. 19);

  • - de motie-Groot over de inkomensafhankelijke premie zorgverzekering (32131, nr. 20);

  • - de motie-Bashir over compenserende maatregelen (32131, nr. 21);

  • - de motie-Bashir over werknemersvertegenwoordiging in het werkloosheidsfonds (32131, nr. 22).

(Zie vergadering van 7 april 2011.)

Devoorzitter:

De motie-Neppérus/Van Vliet (32131, nr. 17) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het wetsvoorstel Wet uniformering loonbegrip onder andere moet leiden tot een administratievelastenverlichting voor het bedrijfsleven;

overwegende dat loonkostenmutaties als gevolg van de uniformering van het loonbegrip voor verschillende inkomenscohorten op voorhand niet volledig zijn te meten;

verzoekt de regering om na de inwerkingtreding van de Wet uniformering loonbegrip de effecten ten aanzien van de ontwikkeling van de loonkosten voor bedrijven via onder meer loonstrookjes te meten en om de Kamer via een evaluatie hierover te informeren een jaar na de inwerkingtreding van de wet,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 23 (32131).

De motie-Braakhuis/Omtzigt (32131, nr. 19) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het wetsvoorstel Wet uniformering loonbegrip als doel heeft, de loonbegrippen te uniformeren die worden gebruikt in de loonbelasting en de sociale zekerheid;

constaterende dat hiermee het loonstrookje, de loonadministratie en de loonaangifte worden vereenvoudigd;

overwegende dat hiermee potentiële kostenbesparingen voor werkgevers en de uitvoering zijn gemoeid;

constaterende dat geen regels zijn vastgelegd over de gebruikte definitie van loon waarover pensioenpremies moeten worden betaald;

verzoekt de regering, in overleg te treden met sociale partners om te bezien of het Witteveenkader gebaseerd kan worden op het uniforme loonbegrip en het resultaat van de gesprekken binnen vier maanden aan de Tweede Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 24 (32131).

Ik stel vast dat wij nu over de gewijzigde moties kunnen stemmen.

Op verzoek van de heer Bashir wordt eerst over zijn motie op stuk nr. 21 gestemd alvorens over het wetsvoorstel te stemmen.

In stemming komt de motie-Bashir (32131, nr. 21).

Devoorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, de PvdA en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring.

De heerBashir (SP):

Voorzitter. Het wetsvoorstel uniformering loonbegrip moet een einde maken aan de verschillende loonbegrippen. Het bijbehorende koopkrachtpakket leidt echter tot een lastenverzwaring voor mensen met een laag inkomen. Alleenstaanden die moeten rondkomen van het minimumloon, al dan niet met kinderen, gaan erop achteruit. Hetzelfde geldt voor gezinnen op het sociaal minimum. Dat is oneerlijk, vooral als je beseft dat dit kabinet meer maatregelen gaat nemen die deze mensen zullen treffen.

In de motie-Bashir, die net verworpen is, werd het kabinet opgeroepen om alleenstaanden met een minimuminkomen en sociale minima te compenseren. Nu deze motie verworpen is, stemt de SP-fractie tegen het wetsvoorstel uniformering loonbegrip.

In stemming komt het amendement-Braakhuis (stuk nr. 16).

Devoorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

Devoorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, D66, de VVD, de SGP, de ChristenUnie, het CDA en de PVV voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Neppérus/Van Vliet (32131, nr. 23).

Devoorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Vliet/Neppérus (32131, nr. 18).

Devoorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Braakhuis/Omtzigt (32131, nr. 24).

Devoorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks, D66, de SGP, de ChristenUnie, het CDA en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fractie van de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Groot (32131, nr. 20).

Devoorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks, D66, de VVD, de SGP, de ChristenUnie en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Bashir (32131, nr. 22).

Devoorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, de PvdA, GroenLinks, de SGP, de ChristenUnie en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven