8 Vragenuur

Vragen van het lid Klijnsma aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht "Kabinet heeft lak aan gehandicapten".

Mevrouw Klijnsma (PvdA):

Voorzitter. De Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland schreef eind vorige week een brandbrief aan de minister-president. De minister-president vertelde bij zijn aantreden dat hij mp wil zijn voor alle Nederlanders, maar voor chronisch zieke en gehandicapte Nederlanders komt dat – als ik het zo mag uitdrukken – nog niet zo uit de verf. In de hoek van de chronisch zieken en gehandicapten vallen gigantisch zware klappen; zij kunnen zich veel minder goed verweren dan de bewoners van villa's boven het miljoen, voor wie deze regering wel uitrukt.

Staccato een aantal maatregelen die op deze mensen van toepassing zijn: 300 mln. wordt ingeboekt op het passend onderwijs voor kinderen met een beperking; ruim 2 mld. op de Wajong en WSW, waardoor 30.000 mensen uit een sociaal werkbedrijf thuis komen te zitten; persoonsgebonden budgetten worden afgeroomd; doelgroepen voor de AWBZ-zorg worden bijgesteld; alleen mensen met een IQ beneden 70 krijgen nog zorg, de rest niet meer; gemeenten krijgen bijna geen re-integratiegeld meer om mensen naar de arbeidsmarkt te kunnen helpen en ze kunnen ook veel minder investeren in vervoer, aanpassingen en hulpmiddelen voor deze mensen, want dat lukt ook niet meer. Kortom, dit kabinet, deze coalitie, zet mensen die het niet helemaal zelf kunnen, buiten de samenleving. Het zet ze allemaal weer thuis, met een neerwaarts bijgestelde bijstandsuitkering, een neerwaarts bijgestelde huurtoeslag en een neerwaarts bijgestelde zorgtoeslag. Mensen met beperkingen gingen nu juist in de afgelopen decennia eindelijk eens meedoen. De CG-Raad doet een handreiking aan het kabinet, aan de minister-president. Mijn vraag is: wordt zo'n handreiking nu eindelijk eens wél aangenomen?

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Voorzitter. Ik herken in de woorden van mevrouw Klijnsma de hartenkreet uit de brief van de CG-Raad aan het kabinet. Het kabinet ziet zich geplaatst voor de noodzaak tot bezuinigingen, en de CG-Raad erkent die noodzaak ook. In het regeerakkoord zijn daarover afspraken gemaakt, maar het kabinet heeft wel oog voor groepen die niet tussen wal en schip mogen vallen. Daarover zijn ook beloften gedaan.

Behalve op ombuigingen richt het beleid op mijn terrein zich ook op het aanbrengen van verbeteringen in het stelsel, die ertoe moeten leiden dat oplossingen op een eenvoudigere, passendere manier gevonden worden, dichter bij degene die de vraag heeft. In dat verband noem ik de Wmo. De CG-Raad zegt daarover: het is versplinterd, gemeenten krijgen van alles om hun oren. In mijn beleid is het juist zo dat ik heel veel ruimte wil geven aan de gemeenten – daarvoor komen ook middelen mee – zodat zij goede oplossingen kunnen vinden die passen bij de vragen van hun bewoners. Ik vind dat een heel goede beweging; de gemeenten vinden dat ook. Aan mij wordt gerapporteerd over de experimenten. Daar waar men "aan de keukentafel" met mensen in gesprek gaat, blijkt dat die vaak aan een advies of aan twee of drie gesprekken al genoeg hebben. Duur aanbod dat op de plank staat, kan daar dan blijven staan. Die beweging wil ik hier graag ook neerleggen.

Dit alles neemt niet weg dat dit kabinet er wil zijn voor alle Nederlanders. Daarvoor zal ik mij inzetten. Het kabinet zal een samenhangend antwoord geven op de brief van de CG-Raad. De Kamer kan daarvan natuurlijk een afschrift krijgen. Wij stemmen dit onderling binnen het kabinet af. Onderwerpen die samenhangen met de Wajong en de WSW, liggen op het terrein van mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In plenaire debatten en diverse AO's kan de Kamer haar zegje doen. Op mijn terrein gaat het onder andere om het pgb. Morgen is er een AO over passend onderwijs. Wij zijn er volop mee aan de slag.

Mevrouw Klijnsma (PvdA):

Natuurlijk weet ik dat ook wij in deze Kamer volop aan de slag zijn met de mensen die het betreft, mensen met een beperking. Natuurlijk weet ik dat er in het land Wmo-experimenten zijn – overigens al een hele poos – die van alles opleveren. Ik weet ook dat die experimenten niet met kortingen gepaard gaan. Dit kabinet stelt echter draconische kortingen voor op al deze budgetten.

De brief van de CG-Raad is niet alleen gericht aan deze staatssecretaris, maar aan alle bewindspersonen in het kabinet. Bij mensen met beperkingen gaat het over allerlei zaken: wonen, mobiliteit, zorg, onderwijs. Al die bewindspersonen hebben hun hand niet alleen op de knip maar ook in de knip, juist bij deze doelgroepen. Die stapeling aan bezuinigingen is afschuwelijk. Daarom vraagt de CG-Raad aan de minister-president om samen die stapeling in beeld te brengen. Alles komt neer op de zwakste schouders. Mensen met de sterkste schouders worden uit de wind gehouden, die met de zwakste schouders krijgen de volle laag. Op basis van de wetgeving die de komende maanden naar de Kamer komt, zal meer en meer duidelijk worden dat die zwakste schouders aan de beurt zijn, en niet zo zuinig. Deze mensen komen allemaal weer thuis te zitten. Ik vind dat heel treurig. Ik vind dat heel verdrietig.

Wil het kabinet samen met de CG-Raad in de context van casussen heel nauwgezet uitzoeken hoe de stapeling van al die maatregelen uitpakt? Dan zullen wij zien dat deze mensen op heel veel fronten worden gepakt.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Ik zei net al dat er behalve van bezuinigingen ook sprake is van stelselverbeteringen. Ik zou dat hier niet zeggen als ik daar niet ook in geloofde. Tegelijkertijd zie ik de zorgen en deel ik de ongerustheid dat die zorgen ook blijven bestaan als wij dit niet goed duidelijk kunnen maken. Dat zou heel vervelend zijn.

Dit betekent ook dat ik er op mijn terrein, dat van jeugd en gehandicapten, natuurlijk oog voor heb dat een aantal maatregelen mogelijk tegelijkertijd terechtkomt bij dezelfde doelgroep. Ik heb al eerder in de Kamer aangegeven dat het natuurlijk heel onwenselijk is als mensen zaken niet zien aankomen en als die zaken zich dan met elkaar vermenigvuldigen, terwijl de verschillende actoren in dat geheel daarmee geen rekening hebben gehouden. In die zin voert het kabinet een integraal beleid en stemmen wij het ook heel goed met elkaar af om daarmee zorgvuldig om te gaan. Dat kan ik u toezeggen.

Mevrouw Klijnsma (PvdA):

Mijn concrete vraag was nu juist of dit kabinet op basis van een aantal casussen samen met de CG-Raad inzicht wil bieden hoe die stapeling er uiteindelijk gaat uitzien. Het kan ons allemaal overkomen dat wij een beperking krijgen. Dat is echt niet alleen maar voorbehouden aan diegenen die nu in de aap gelogeerd zijn, maar het geldt voor ons allemaal. Iedere keer opnieuw worden mensen met beperkingen in onze samenleving zodanig op al die fronten beetgepakt. Ik zou het dus wel echt moeite waard vinden – sterker nog, het is gewoon onontbeerlijk – dat je de enorme ongerustheid bij die mensen wegneemt. Want ik weet niet hoe het met uw mailbox is, maar die van mij stroomt over met berichten van mensen die het niet meer zien doordat zij steeds weer andere brieven op de mat vinden van allerlei verschillende instanties met allerlei neerwaartse bijstellingen. Zij zijn niet alleen ongerust maar soms ook desperaat. Ik vraag mij af of dit kabinet zich dat goed realiseert – ik krijg de indruk van niet – en of het samen met de CG-Raad de hand aan de ploeg wil slaan. Ik heb daar nog geen antwoord op.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Voorzitter. Ik heb dit goed gehoord. Ik vind het een alleszins redelijk voorstel dat mevrouw Klijnsma hier doet om op zijn minst te zorgen dat wij daar waar wij dat kunnen de ongerustheid wegnemen, die niet nodig is. Ik zal dus gaarne gehoor geven aan haar verzoek en dit meenemen in de beantwoording in de brief van het kabinet aan de CG-Raad.

De voorzitter:

Mevrouw Klijnsma vroeg ook om een aantal casussen uit te werken.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Ik weet niet precies wat zij daarbij in gedachten heeft.

De voorzitter:

Voorbeeldgevallen.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Wil mevrouw Klijnsma dat de CG-Raad die voorbeelden noemt, of wil zij dat wij die noemen? Dat kunnen wij in nader overleg bepalen.

De voorzitter:

Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van het mondelinge vragenuur.

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Marcouch en Rouvoet.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven