15 Stemmingen

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het spoeddebat over de uitspraak van de minister van Infrastructuur en Milieu dat de privatisering van het openbaar vervoer in de drie grote steden een jaar wordt uitgesteld,

te weten:

  • - de motie-Monasch/Bashir over afstel van de verplichte aanbesteding (23645, nr. 412);

  • - de motie-Wiegman-van Meppelen Scheppink/Verhoeven over het kwaliteitsniveau van het ov (23645, nr. 413).

(Zie vergadering van 10 februari 2011.)

De heer Van Bommel (SP):

Wij gaan zo meteen stemmen over de motie-Monasch/Bashir op stuk nr. 412. In die motie wordt gesteld dat de uitverkoop van het openbaar vervoer in de drie grote steden niet moet worden uitgesteld, maar afgesteld. Die moet dus helemaal niet doorgaan. Voor één lid van de Tweede Kamer geldt dat er bij deze specifieke stemming sprake is van belangenverstrengeling, omdat dit lid commissaris is bij een particulier openbaarvervoerbedrijf dat belang heeft bij de uitslag van deze stemming. Ik vraag de heer Koopmans van het CDA dan ook op welke wijze hij met die belangenverstrengeling wil omgaan.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik maak er bezwaar tegen dat er een punt wordt gemaakt van de nevenfuncties van een van onze Kamerleden. Die zijn niet van invloed op de standpunten van onze fractie. Daarvoor laten wij ons leiden door ons verkiezingsprogramma en door niets anders.

De voorzitter:

Nee, mijnheer Van Bommel, ik sta geen discussie toe.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. In andere delen van het openbaar bestuur, zoals de gemeente en de provincie, speelt belangenverstrengeling wel degelijk een rol. Het wordt daar aan de leden zelf overgelaten hoe zij daarover oordelen. In veel gevallen wordt onthouding van stemmen aanbevolen. Dit is ook mijn advies aan de heer Koopmans.

De voorzitter:

Ik zie een voorstel van u voor de commissie voor de Werkwijze tegemoet. Wij kennen geen andere regels dan die wij nu hebben. Ik ga door met de stemming.

De heer Van Bommel (SP):

Dan verzoek ik om een hoofdelijke stemming over deze motie.

De voorzitter:

Dat kan. Ieder lid heeft daar een persoonlijk recht op. Dat is een regel die wij wel kennen.

In stemming komt de motie-Monasch/Bashir (23645, nr. 412).

De voorzitter:

Er is dus om een hoofdelijke stemming gevraagd. Het woord is aan de griffier en alleen aan hem.

Vóór stemmen de leden: Grashoff, Groot, Hachchi, Van der Ham, Hamer, Heijnen, Irrgang, Jacobi, Jadnanansing, Paulus Jansen, Rik Janssen, Klaver, Klijnsma, Kooiman, Koolmees, Koşer Kaya, Kuiken, Leijten, Monasch, Ouwehand, Pechtold, Plasterk, Van Raak, Recourt, Roemer, Samsom, Sap, Schouw, Smeets, Smits, Spekman, Thieme, Timmermans, Van Tongeren, Ulenbelt, Van der Veen, Van Veldhoven, Verbeet, Verhoeven, Vermeij, Voortman, De Wit, Wolbert, Albayrak, Arib, Bashir, Van den Berge, Berndsen, Van Bommel, Bouwmeester, Braakhuis, Çelik, Cohen, Van Dam, Van Dekken, Dibi, Jasper van Dijk, Dijksma, Dijkstra, Dijsselbloem, Dikkers, Eijsink, El Fassed, Van Gent, Van Gerven en Gesthuizen.

Tegen stemmen de leden: Graus, Van Haersma Buma, Harbers, Haverkamp, Helder, Hennis-Plasschaert, Hernandez, Van Hijum, Houwers, Huizing, De Jong, Van Klaveren, Knops, Koopmans, Koppejan, Kortenoeven, Leegte, De Liefde, Lodders, Lucas, Lucassen, Van Miltenburg, De Mos, Mulder, Neppérus, Nicolaï, Van Nieuwenhuizen, Omtzigt, Ormel, Ortega-Martijn, De Roon, De Rouwe, Schaart, Slob, Smilde, Snijder-Hazelhoff, Van der Staaij, Sterk, Van der Steur, Straus, Van Toorenburg, Uitslag, Venrooy-van Ark, Verburg, Van Vliet, Voordewind, Van der Werf, Wiegman-van Meppelen Scheppink, Wilders, Ziengs, Agema, Aptroot, Azmani, Van Beek, Beertema, Van Bemmel, Van den Besselaar, Biskop, Blanksma-van den Heuvel, Blok, Van Bochove, De Boer, Bontes, Bosma, Bosman, Brinkman, Ten Broeke, Bruins Slot, Van der Burg, Çörüz, Dezentjé Hamming-Bluemink, Tony van Dijck, Dijkgraaf, Dijkhoff, Dille, Driessen, Elias, Elissen, Ferrier, Fritsma en Gerbrands.

De heer Graus (PVV):

Ook het lid Graus wordt geacht tegen te hebben gestemd.

De voorzitter:

Waarvan akte, mijnheer Graus.

Ik constateer dat deze motie met 81 tegen 66 stemmen is verworpen.

In stemming komt de motie-Wiegman-van Meppelen Scheppink/Verhoeven (23645, nr. 413).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven