8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Eijsink en Knops, de gehele week.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Van Beek tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het onderzoek van de geloofsbrieven.

De heer Van Beek (VVD):

Mevrouw de voorzitter. De commissie voor het onderzoek van de geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer A.J. Zijlstra te Ridderkerk. De commissie is eenparig tot de conclusie gekomen dat hij terecht benoemd is verklaard tot lid van het Europees Parlement. De commissie stelt vast, dat hij op grond van de nationale bepalingen tot lid van het Europees Parlement kan worden toegelaten. De commissie stelt voor, dit te berichten aan de voorzitter van het Europees Parlement en aan de betrokkene. Tot slot stelt de commissie voor, het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor dienovereenkomstig te handelen.

Daartoe wordt besloten.

(Dit rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het spoeddebat over problematisch huizenbezit van de agenda af te voeren.

Op verzoek van de SP-fractie stel ik voor, de motie op stuk 29270, nr. 44, opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO verkeersveiligheid, met als eerste spreker het lid De Jong;

  • - het VAO reclassering, met als eerste spreker het lid Gesthuizen;

  • - het VAO straattoezicht en handhaving in de openbare ruimte, met als eerste spreker het lid Marcouch.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda nog deze week, en inclusief stemmingen, het VAO Raad Algemene Zaken, met als eerste spreker het lid Van Bommel.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Vorige week is een aantal mensen rond de fractie van de PVV in Noord-Holland erachter gekomen dat op een werkelijk kinderlijk eenvoudige manier kan worden ingebroken in een besturingssysteem van de provincie, geheten Babs, waarvan overigens de tweede letter b staat voor "beveiliging". Zelfs ik kon erin komen en ik heb al moeite om mijn laptop geopend te krijgen. Dat is zorgelijk, omdat vanuit dat systeem mensen notulen kunnen wijzigen, agendapunten kunnen toevoegen, nieuwe agenda's kunnen aanmaken, nieuwe vergaderingen kunnen uitschrijven en ook bij persoonlijke gegevens van leden, onder andere van de PVV-fractie, kunnen komen. Dit systeem, dat nog maar drie jaar oud is, wordt ook gebruikt door andere provincies, door gemeenten en door twee delen van een ministerie. Ik wil hierover een spoeddebat, want ik maak mij ernstig zorgen.

De voorzitter:

U vraagt om een dertigledendebat.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Hoeveel begrip ik ook heb voor het verzoek van de heer Brinkman om dit belangrijke punt op de agenda te zetten, ik vraag mij af waarom dit punt niet evengoed kan worden betrokken bij het brede debat over ICT en veiligheid bij de overheid dat wij over een aantal weken met elkaar gaan voeren, na een grondige voorbereiding. Ik zou het dan ook eerder toejuichen als de heer Brinkman hier om een brief van het kabinet vroeg over de problematiek die hij heeft geschetst en dit punt vervolgens zou betrekken bij het brede debat dat wij binnen afzienbare tijd gaan voeren.

De heer Heijnen (PvdA):

Ik sluit mij volledig aan bij mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Hachchi (D66):

Ook D66 sluit zich aan bij het voorstel van mevrouw Gesthuizen.

De voorzitter:

Mijnheer Brinkman, het voorstel is om een brief te vragen.

De heer Brinkman (PVV):

Een brief is altijd goed, maar als er gaten zijn in onze ICT en als wij die gaten binnen een paar weken kunnen dichten, houd ik de SP er wel voor verantwoordelijk als dat niet gebeurt. Dat zou ik heel jammer vinden. Maar prima, wij zien de brief met veel plezier tegemoet. Elke trouble gaat richting de SP.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Er is een voorstel gedaan voor een brief. Dat lijkt mij sowieso goed. Morgen hebben wij ook een AO over overheidsdienstverlening. Daarbij kan dit ook aan de orde komen als dit vliegende spoed heeft.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Vermeij.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Voorzitter. Mede namens de fracties van GroenLinks en de ChristenUnie wil ik een debat aanvragen over het pensioenakkoord naar aanleiding van het overleg van gisteren bij de FNV, maar ook omdat wij nog een flink aantal moties hebben liggen van voor de zomer waarop wij een antwoord verwachten. Dat debat zou nog deze week moeten worden gehouden, gezien het belang en de actualiteit ervan.

De heer Omtzigt (CDA):

Steun voor een debat en ook steun om dat nog deze week te houden. Dit is een buitengewoon belangrijk issue. Graag ontvangen wij naar aanleiding van het gesprek van vanavond nog een brief over het standpunt van het kabinet aangaande het pensioenakkoord.

De heer Koolmees (D66):

Ook D66 steunt het verzoek om dit debat zo snel mogelijk hier in de Kamer te voeren om met de minister de vervolgstappen te kunnen bespreken.

Mevrouw Lodders (VVD):

Ook namens de VVD-fractie steun voor dit verzoek. Ik sluit mij graag aan bij het verzoek om een brief van de minister.

De heer Van den Besselaar (PVV):

Wat mij betreft geen steun voor dit debat. Er is nog helemaal geen pensioenakkoord. Wij hebben aan de minister al een brief gevraagd die wij krijgen voordat wij van de week het rondetafelgesprek houden. Vervolgens hebben wij nog op 29 september een AO over de pensioenen staan. Daar kan de minister uitgebreid vertellen hoe het zit.

De heer Ulenbelt (SP):

Er is wat rumoer in het kippenhok, maar dat is niet meteen een reden om hier een debat te houden. Wij hebben aanstaande donderdag een hoorzitting. Graag zou ik van de hoofdrolspelers in dit debat willen horen wat er aan de hand is. Vanmiddag wordt er gesproken met minister Kamp. Het lijkt mij heel netjes dat wij eerst een brief krijgen, zodat wij volgende week of daarna het debat met alle informatie kunnen voeren.

De voorzitter:

Mevrouw Vermeij, ik heb vastgesteld – net als u, denk ik – dat er ruime steun bestaat voor uw voorstel, dus ik zal het debat op de agenda zetten. Ik heb ook uw verzoek gehoord om het debat nog deze week te houden. Dan moet er wel iets anders van de agenda af. Dat ga ik nog met u bespreken. De spreektijd is vier minuten per fractie. Het stenogram zal ik doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Sap.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Voorzitter. Vorige week stond ik hier om namens de voltallige oppositie een debat aan te vragen met de minister-president en de staatssecretaris over de doorrekening van het CPB die een enorm gat heeft geslagen in de plannen van het kabinet voor het persoonsgebonden budget. De coalitie wilde toen eerst de reactie van de staatssecretaris afwachten. Die reactie is er. Wat de voltallige oppositie betreft vraagt die om een snel debat. Ik sta hier dus vandaag opnieuw om u, voorzitter, te verzoeken het dertigledendebat om te zetten in een gewoon debat. Dat debat zou ik graag deze week willen houden, bij voorkeur op een tijdstip – ik dring daarop aan – waarop het vele publiek dat het debat wil volgen in staat is om het debat ook goed te volgen.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Wij steunen het verzoek van mevrouw Sap, maar wij stellen wel voor, het debat samen met de staatssecretaris en de woordvoerders op dit dossier te houden.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun voor het debat met alleen de staatssecretaris.

Mevrouw Uitslag (CDA):

Ik kan tellen. Er zal waarschijnlijk steun zijn voor het debat, maar nog voor Prinsjesdag krijgen wij een inhoudelijke brief over het pgb. Volgens mij zitten de mensen thuis daarop te wachten, want daarin staan de keuzen van de staatssecretaris. Het gaat die mensen niet om een debat over de cijfers en wie wel of niet gelijk heeft. Wij wachten dus het liefst op die inhoudelijke brief en pas daarna een debat, maar als het niet anders kan, dan gaat het CDA ook dit eerdere debat niet uit de weg.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij steunden het dertigledendebat, dus wij steunen dit debat ook. Wij kennen de plannen, namelijk het schrappen van het pgb voor 90% van de mensen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ook vandaag spreken wij onze steun uit voor het debat, maar het lijkt mij wel aardig, het verslag van de gesprekken van de staatssecretaris afgelopen vrijdag met de verschillende pgb-houders ook naar de Kamer gestuurd te krijgen. Dan kunnen wij dat erbij betrekken. Dan gaat het niet alleen om de cijfers, maar ook om de verhalen van de mensen die het betreft.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Het verzoek was ook namens ons, maar voor de volledigheid deel ik mee dat wij het debat zeer steunen en graag deze week.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor het debat.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden met het oog op de stukken waar mevrouw Wiegman naar vraagt. Wij zullen het debat plannen.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Ik heb nog een verhelderende vraag, maar eerst dit. Dit debat gaat wat ons betreft natuurlijk niet over de cijfers, maar over de mensen. Daarom is het juist zo belangrijk om het debat deze week te voeren. Dan kunnen wij de staatssecretaris aansporen om met betere plannen te komen voor de mensen. Ik begrijp dat de PVV eraan hecht dat er alleen met de staatssecretaris wordt gedebatteerd. Ik hoorde mevrouw Van Miltenburg echter zeggen dat de staatssecretaris er ook bij moet zijn. Ik heb er geen enkel bezwaar tegen dat ook de staatssecretaris bij het debat aanwezig is, maar de oppositie hecht eraan dat ook de minister-president aanwezig is. Misschien moet dit punt nog even worden verhelderd.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Wij verlenen steun aan een debat deze week met de staatssecretaris. Zij is de baas van dit dossier. Het lijkt mij heel goed dat dit debat wordt gevoerd door mensen die zijn ingevoerd in de feiten en cijfers, want dat is het onderwerp van het debat. Mevrouw Sap stelt dat het debat deze week moet worden gehouden, dat de staatssecretaris, die dossierhouder is, eigenlijk helemaal niet zo belangrijk is en dat zij met de premier wil spreken. Als dat zo is, kan ik het verzoek niet langer steunen. Wij steunen het verzoek om een debat deze week met de staatssecretaris, maar niet met de premier.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Dan moet de premier zijn krachten kennelijk sparen voor volgende week. Dan zullen wij hem hier volgende week mee confronteren. Wij hebben echter liever wel een debat dan geen debat deze week, dus dan voeren wij dat met de staatssecretaris.

De voorzitter:

Ik zal het debat plannen met een spreektijd van vier minuten. Ik zal het andere verzoek in mijn achterhoofd houden, maar ik heb ook maar een beperkt aantal werkuren in dit huis.

Het woord is aan de heer Koolmees.

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. Gisteren zijn de cijfers van de Macro Economische Verkenning uitgelekt bij RTL Nieuws en het NOS Journaal. Het verzoek van mijn fractie is om de MEV per ommegaande naar de Kamer te sturen, zodat wij ook kennis kunnen nemen van de inhoud.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Dibi.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Ik had vorige week al beloofd dat ik hier vandaag opnieuw zou staan om een debat aan te vragen met onze premier en de minister van Binnenlandse Zaken over de uitspraak van Eurocommissaris Malmström dat te weinig Europese leiders zich lijken te willen verzetten tegen xenofobie en de raakvlakken tussen de dramatische aanslag in Noorwegen met andere landen in Europa, zo ook Nederland. Dit mede naar aanleiding van de brief die vandaag is binnengekomen.

De voorzitter:

De heer Dibi herhaalt zijn voorstel.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

En ik herhaal mijn reactie, voorzitter. Er is inderdaad een brief gekomen die uit-en-te-na aangeeft dat er in deze Kamer door alle leiders en alle mensen die politiek bedrijven in Nederland, heel veel gesproken wordt over integratie, immigratie, discriminatie, terrorismebestrijding en radicalisering, over alle onderwerpen die raakvlakken hebben met xenofobie. Ik kan niet anders dan concluderen, nu u uw verzoek herhaalt, dat mijn vermoeden van vorige week dat u over de ruggen van mensen, van slachtoffers in Noorwegen politiek wilt bedrijven, bewaarheid wordt. Daar willen wij geen steun aan verlenen.

De voorzitter:

Ik neem aan dat u tegen de heer Dibi spreekt, want ik heb hierover geen voorstel gedaan.

De heer Van Klaveren (PVV):

Voorzitter. Wij hebben de vorige week al aangegeven dat wij niets zien in het voeren van een debat. Wij vinden het onzinnig. Wij vinden het ook, in aanvulling op wat de VVD-fractie al zei, een beetje smakeloos dat u een politiek slaatje probeert te slaan uit het feit dat er een groot menselijk drama heeft plaatsgevonden in Noorwegen.

De voorzitter:

Probeert u het via de voorzitter.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Als een collega zo gemotiveerd een debat wil, heb ik altijd moeite om te zeggen dat ik daar geen behoefte aan heb. Als een collega daarover wil debatteren – dat verwoordt toch ook iets in de samenleving – vind ik dat daar in principe ruimte voor moet zijn. Ik daag echter ook de heer Dibi uit om de breedte van het debat dan te benoemen. Ik voorzie ook dat het of alle kanten op vliegt of dat het vliegen afvangen wordt. Beide wil ik voorkomen.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Iets soortgelijks geldt ook voor mij. Waar ik de vorige week een beetje bang voor was, gebeurde afgelopen dagen. Het kabinet en de heer Dibi gingen eigenlijk al via de media met elkaar in discussie over de vraag of in Nederland ook dat soort figuren als in Noorwegen rondloopt. In dat debat moeten wij niet terechtkomen. Ik heb de vorige week gezegd dat ik best behoefte zou hebben aan een debat waarin wij terugkijken op tien jaar heftig integratiedebat, waarin wij ook kijken waar wij nu staan en hoe wij de komende tijd verdergaan. Aan zo'n breed debat zou ik behoefte hebben.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ook van de kant van de SP-fractie steun voor een debat, maar wel een breed debat. Het is heel raar om hier geen debat te willen voeren over belangrijke onderwerpen als xenofobie, racisme, discriminatie en integratie. Alleen, zeg ik er direct bij en ik herhaal wat ik vorige week ook zei, moet dat wel een breder debat zijn. Het moet niet een debat zijn van naar elkaar wijzen. Er gebeurt genoeg. Het zijn heel belangrijke onderwerpen, maar iedere partij en ieder Kamerlid moet in staat zijn om kritisch naar zichzelf en naar al deze onderwerpen te kijken. Anders wordt het weer een jijbakken en daar schiet niemand iets mee op.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Voorzitter. Nogmaals steun voor een breed debat over dit onderwerp. Het wordt tijd dat wij hier open over gaan praten.

Mevrouw Sterk (CDA):

De discussie achter deze microfoons geeft al aan hoe ingewikkeld het ligt. Wat ons betreft was de brief gewoon helder. Ik kan mij voorstellen dat wij er later in een AO nog eens over praten. Het thema is belangrijk, maar een speciaal debat lijkt ons gezien de discussie achter de microfoons niet zinnig.

De voorzitter:

Mijnheer Dibi, u hebt op dit moment geen meerderheid voor een debat.

De heer Dibi (GroenLinks):

Nee, voorzitter. Ik heb de vorige week ook laten weten dat ik overwoog om er een dertigledendebat van te maken. Dat doe ik niet, omdat dit onderwerp veel meer verdient. Ik sluit mij aan bij de woorden van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding, die zegt dat wij niet moeten willen wegkijken. Waarschijnlijk wil de CDA-fractie het debat niet in de plenaire zaal voeren, omdat zij zich ongemakkelijk voelt bij dit onderwerp. Dan doen wij het misschien elders, maar u kunt erop rekenen dat de fractie van GroenLinks herhaaldelijk zal terugkomen op dit onderwerp.

Mevrouw Sterk (CDA):

Wij worden expliciet aangesproken. Ik hecht er dus aan om te reageren. Wij kijken niet weg. Wij kijken in elk debat dat wij voeren naar de samenleving en wat daarin leeft. Dat zullen wij ook blijven doen.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik denk dat dit herhaalde verzoek heel verstandig is. Als de heer Dibi in de commissie zelf een stuk inbrengt waarin hij de ruimte geeft, weet ik zeker dat wij ook de coalitiepartijen zover krijgen om het debat, als het hier kan plaatsvinden, hier te houden. Laten wij dan in een stuk in de commissie de ruimte van dat debat bepalen.

De voorzitter:

U hebt een goed voorstel voorgelegd gekregen, mijnheer Dibi.

De heer Dibi (GroenLinks):

Het is een constructief voorstel waar ik zeker aan wil meewerken.

Nog een laatste opmerking. Verschillende onderwerpen zijn lange tijd taboe geweest, multiculturalisme, islam. Wij moeten geen nieuw taboe creëren. Ook dit moet besproken worden.

De voorzitter:

Maar dit is een regeling van werkzaamheden. Dat weet u.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. De SP-fractie wil graag uitstel van de stemmingen over de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek (31452). Er komen nog twee amendementen aan, die de minister ook nog van commentaar moet voorzien.

De voorzitter:

Ik constateer dat geen van de leden behoefte heeft aan een reactie. We zullen het wetsvoorstel afvoeren van de stemmingslijst.

Het woord is aan de heer Van Dekken.

De heer Van Dekken (PvdA):

Voorzitter. De Partij van de Arbeid wil uitstel van de stemmingen over het wetsvoorstel Inwerkingtreding wijziging Legkippenbesluit 2003 in verband met overgangstermijn verrijkte kooi (31923). De SP heeft na de behandeling een gewijzigd amendement ingediend. Voor ons is op dit moment onduidelijk wat de consequentie daar precies van is voor het voorliggende wetsvoorstel. Ik vraag de staatssecretaris om in een brief uit te leggen wat de wetsbehandeling precies inhoudt.

De voorzitter:

Ik constateer dat niemand hiertegen bezwaar maakt. We zullen deze stemmingen afvoeren van de stemmingslijst.

Het woord is aan mevrouw Van Toorenburg.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie vraagt om uitstel van de stemmingen over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de instelling van de kansspelautoriteit (32264). Wij willen een van de amendementen graag nog nader verfijnen.

De voorzitter:

Geldt dat ook voor de stemmingen over de moties?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

De zorgvuldigheid vraagt misschien om daar in één keer over te stemmen. Daarom stellen wij dat inderdaad voor.

De voorzitter:

Deze stemmingen worden afgevoerd van de stemmingslijst.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Wij steunen dat voorstel, want er ligt een amendement-Bouwmeester/Van Gent, dat wij nog wat willen verfijnen.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Zo hebben we een week lang de tijd om misleidende loterijreclame nog harder aan te pakken.

De voorzitter:

We gaan de stemmingen hierover dus uitstellen. Het is duidelijk dat het voorstel van mevrouw Van Toorenburg wordt gesteund.

Het woord is aan mevrouw Dikkers.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Voorzitter. EU-landbouwsubsidies zijn slecht voor boeren in ontwikkelingslanden. Daarom vraagt de PvdA een dertigledendebat aan met zowel de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie als de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over tegengestelde uitspraken over de Nederlandse inzet inzake EU-landbouwsubsidies bij de onderhandelingen rond het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Ik vraag dit naar aanleiding van de resultatenrapportage die Buitenlandse Zaken vandaag gepresenteerd heeft.

De voorzitter:

Wie mag ik hierover het woord geven?

De heer Koopmans (CDA):

Als wij dit nou eens gewoon bij het algemeen overleg over het gemeenschappelijk landbouwbeleid van morgen betrekken? Dan zijn wij sneller.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Dat is ook mijn aanvliegroute. Wij spreken morgenavond met de staatssecretaris.

De heer El Fassed (GroenLinks):

Óf een dertigledendebat óf de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking toevoegen aan dat debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Wij spreken inderdaad bijna iedere maand met de landbouwcommissie over het gemeenschappelijk landbouwbeleid, maar de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking is er nooit bij. Ik vind de suggestie van de PvdA heel welkom en ik steun haar graag.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Gezien de volle plenaire Kameragenda lijkt het mij goed om het in een algemeen overleg te doen. Het kan morgen bij het algemeen overleg over de Landbouwraad, maar ook bij het algemeen overleg over landbouw en ontwikkelingssamenwerking.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Steun voor zo'n debat, maar wij moeten even goed bekijken waar wij het onderwerp kunnen inpassen.

De voorzitter:

Mevrouw Dikkers, is het een idee om de staatssecretaris uit te nodigen en te kijken of het lukt voor morgen? Als het niet lukt, meldt u zich opnieuw. Deze week kom ik er toch niet aan toe.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Dat vind ik goed. Als het niet lukt, meld ik mij volgende week opnieuw.

De voorzitter:

Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van deze regeling van werkzaamheden.

Naar boven