Aan de orde is de behandeling van:

het verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit Wijziging milieuregels windturbines (2009D62485).

De voorzitter:

Dames en heren. Ook hier geldt het kerstregime, wat betekent dat u zich dient te beperken tot het voordragen van uw motie.

De beraadslaging wordt geopend.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Ik dien de volgende twee moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er veel maatschappelijke onrust bestaat bij het plaatsen van windturbines en dat bij burgers de indruk bestaat dat de bescherming afneemt bij de invoering van een nieuwe normstelling;

overwegende dat een bepaald geluidsniveau in de avond en de nacht als hinderlijker wordt ervaren dan het geluid van overdag;

verzoekt de regering, te onderzoeken of er mogelijkheden bestaan voor introductie van Lnight in aanvulling op de normstelling voor Lden om zodoende voldoende bescherming in de nacht te bieden en de aanbouw van nieuwe windmolens te staken tot dit onderzoek is afgerond en aan de Kamer voorgelegd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Neppérus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 106(31209).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Beleidsregel voor het plaatsen van windturbines op, in of over rijkswaterstaatswerken dateert uit mei 2002;

overwegende dat in deze Beleidsregel windmolens bij een rotordiameter van meer dan 60 meter op een afstand van ten minste de halve rotordiameter van rijkswegen geplaatst mogen worden;

overwegende dat deze Beleidsregel geen eisen stelt aan de afstand tot spoorwegen;

overwegende dat de afmetingen van windmolens sinds 2002 aanzienlijk zijn toegenomen;

overwegende dat recent ter hoogte van Moordrecht een viertal windmolens met een ashoogte van 75 meter en een rotordiameter van 90 meter geplaatst zijn op minder dan circa 60 meter van de A12 en op korte afstand van de spoorlijn Den Haag-Gouda, beide behorend tot de meest intensief gebruikte infrastructuur van Nederland;

overwegende dat uit casuïstiek van incidenten is gebleken dat afgewaaide wieken verder dan viermaal de diameter van de rotor terecht kunnen komen;

overwegende dat het Ontwerpbesluit Wijziging milieuregels windturbines niets regelt over het groepsrisico van windmolens, terwijl er sprake lijkt van substantiële groepsrisico's bij opstellingen nabij snelwegen en drukke spoorlijnen;

verzoekt de regering om binnen zes maanden een voorstel tot wijziging van het Ontwerpbesluit Wijziging milieuregels windturbines aan de Kamer voor te leggen, waarin een helder beoordelingskader en normstelling voor het groepsrisico bij windmolens zijn opgenomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Neppérus, Jansen en Van Leeuwen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 107(31209).

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. Ik dien zeer toepasselijk een motie over de nachtelijke uren in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de maatgevende geluidbelasting van windmolens plaatsvindt tijdens de nachtelijke uren;

overwegende dat de regering een norm voorstelt Jansendie gebaseerd is op een gewogen gemiddelde van dag-, avond- en nachtbelasting;

van mening dat de normstelling zo goed mogelijk dient aan te sluiten bij de maatgevende geluidbelasting c.q. overlast;

verzoekt de regering om het Ontwerpbesluit Wijziging milieuregels windturbines zodanig aan te passen dat de voorgestelde normstelling Lden=47 dB wordt vervangen door een specifieke nachtnorm Lnight=41 dB,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jansen en Neppérus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 108(31209).

De heer Bilder (CDA):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er veel maatschappelijke onrust bestaat bij het plaatsen van windturbines en dat bij burgers de indruk bestaat dat de bescherming afneemt bij de invoering van een nieuwe normstelling voor geluid;

constaterende dat het geluidsbeschermingsniveau van de voorgestelde normstelling van 47 dB Lden overeenkomt met de al bestaande normen van het Activiteitenbesluit;

overwegende dat een bepaald geluidsniveau in de avond en de nacht als hinderlijker wordt ervaren dan het geluid van overdag;

verzoekt de regering om ook een norm voor Lnight te introduceren, in aanvulling op de normstelling voor Lden om zodoende voldoende bescherming in de nacht te bieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bilder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 109(31209).

Minister Cramer:

Voorzitter. Ik moet de motie van mevrouw Neppérus op stuk nr. 106 ontraden. We moeten geen onderzoek meer doen. Dat hebben we reeds gedaan en daaruit is dit wetsvoorstel voortgevloeid.

Ik moet ook de tweede motie op stuk nr. 107, van mevrouw Neppérus, de heer Jansen en de heer Van Leeuwen, ontraden, omdat deze een aanzienlijke aanscherping vormt van het externe veiligheidsbeleid en plaatsingsmogelijkheden beperkt. Dat zou geen goede zaak zijn.

Dan de motie van de heer Jansen op stuk nr. 108, waar mevrouw Neppérus ook haar naam aan heeft verbonden. Deze motie moet ik ook ontraden. Er kan niet worden volstaan met alleen een nachtnorm. Deze biedt met name bescherming tegen slaapverstoring. Daarnaast is het ook belangrijk om bescherming te bieden tegen hinder overdag en in de avond. Daarom ontraad ik deze motie.

Voor de laatste motie van de heer Bilder op stuk nr. 109 kan ik wel begrip opbrengen, omdat hierin extra aandacht wordt gevraagd voor bescherming in de nacht. Ik ben van mening dat zo'n aanvullende norm op zichzelf niet nodig is, omdat de Lden al voldoende bescherming biedt. Maar ik ben er op zichzelf ook niet op tegen, want het is een aanvullende norm en het is dus niet in plaats van, zoals de andere motie. Het is belangrijk dat het gaat om een aanvullende norm en dat er verder geen aanscherping plaatsvindt. De Lnightzou dan 41 dB kunnen zijn. Ik laat verder het oordeel hierover aan de Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor haar oordeel en voor haar antwoorden. De stemmingen over de moties zullen volgende week dinsdag plaatsvinden.

Sluiting 0.15 uur

Naar boven