Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 2 december 2009 over de SDE-regeling 2010.

De voorzitter:

Het lijkt mij altijd goed om ook de afkortingen even te melden. SDE staat voor Stimulering Duurzame Energie. Er hebben zich vier sprekers gemeld. Ik heet de minister hartelijk welkom. Ik wijs de leden erop dat het zogenoemde kerstregime van toepassing is. Dat betekent dat er alleen moties kunnen worden ingediend en dat er verder niet uitgebreid wordt gedebatteerd.

Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Spies namens de CDA-fractie.

Mevrouw Spies (CDA):

Voorzitter. Ik heb een drietal moties. Ik begin met de kortste en de vriendelijkste.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat zelflevering voor de meter een hulpmiddel zou kunnen zijn waarmee meer duurzame energie gerealiseerd kan worden;

overwegende dat de minister een pilot met zelflevering voor zonne-energie heeft toegezegd;

verzoekt de regering, te bezien of ook een pilot met zelflevering voor windenergie mogelijk is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Spies, Samsom, Wiegman-van Meppelen Scheppink, Van der Vlies en Vendrik.

Zij krijgt nr. 78(31239).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat (co)vergistingsinstallaties een bijdrage leveren aan verduurzaming van de energievoorziening en daarom in aanmerking komen voor SDE-subsidie;

overwegende dat ECN/Kema voor 2010 voor de categorieën mestcovergisting en kleinschalige verbranding basisbedragen van respectievelijk € 0,183 en € 0,198 per kWh adviseren;

overwegende dat de minister voorstelt om het SDE-basisbedrag voor elektriciteit opgewekt middels covergisting en kleinschalige verbranding voor 2010 vast te stellen op € 0,158 per kWh;

overwegende dat de realisatie van (co)vergistingsinstallaties bij een te lage vergoeding in gevaar komt;

verzoekt de regering, het basistarief voor elektriciteitsopwekking in de categorie covergisting en kleinschalige verbranding vast te stellen op minimaal € 0,172 per kWh en hiervoor binnen de SDE dekking te vinden, bijvoorbeeld in de categorie waterkracht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Spies, Wiegman-van Meppelen Scheppink en Van der Vlies. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 79(31239).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een aantal vergistingsinstallaties met een OVMEP- of SDE-2009-beschikking 7000 vollasturen hebben gekregen en hierdoor de productie van duurzame energie gedurende een deel van het jaar stopzetten;

overwegende dat het gewenst is, de mogelijkheid te geven, een uitbreiding tot 8000 vollasturen aan te vragen binnen het SDE-budget voor 2010 omdat dit tot een onmiddellijke verhoging van de geproduceerde hoeveelheid duurzame energie leidt;

verzoekt de regering, het corrigeren van het aantal vollasturen bij vergistingsinstallaties mogelijk te maken binnen de SDE 2010,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Spies, Samsom, Wiegman-van Meppelen Scheppink, Van der Vlies en Vendrik.

Zij krijgt nr. 80(31239).

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Het is fijn dat ik u vanaf deze plek mag aankijken.

Ik dien twee moties in.

De VendrikKamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er op dit moment nog geen SDE-gelden zijn gereserveerd voor vrijstromende getijstroom;

constaterende dat vrijstromende getijstroom een innovatieve vorm van duurzame energie is en dat de minister van Economische Zaken deze energievorm wil stimuleren met gelden uit de Innovatieagenda Energie;

verzoekt de regering, subsidie beschikbaar te stellen ter waarde van een tarief van € 0,35/kWh, met een looptijd van 15 jaar, voor ten minste de eerste 2,5 MW vrijstromende getijstroom, en de Kamer op zo kort mogelijke termijn te informeren over de uitvoering hiervan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vendrik en Samsom. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 81(31239).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de SDE-regeling voor Zon-PV klein volgens de concept-SDE-regeling per januari 2010 in één keer wordt opengesteld;

constaterende dat de regeling voor Zon-PV groot dertien weken later wordt opengesteld;

overwegende dat een meer geleidelijke openstelling voor Zon-PV klein zorgt voor meer marktstabiliteit;

verzoekt de regering om de SDE-regeling voor Zon-PV klein in twee delen open te stellen, de eerste helft per januari 2010 en de tweede helft per juni 2010;

verzoekt de regering tevens om de SDE-regeling voor Zon-PV groot per januari 2010 open te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vendrik, Spies en Samsom. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 82(31239).

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. U doet het goed.

De voorzitter:

U ook, mijnheer Vendrik. Ik zou zeggen: ga zo door.

Dan geef ik het woord aan de heer Samsom.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. Mijn motie betreft de biogashubs in het noorden van het land.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de ontwikkeling van zogenaamde biogashubs noodzakelijk is voor de vergroening van onze gasvoorziening;

overwegende dat de voorwaarden die aan deze biogashubs worden verbonden in de brief van 8 december 2009 niet aansluiten op de praktijk en dat daardoor het realiseren van deze alternatieven niet van de grond dreigt te komen;

verzoekt de regering om de SDE voor 2011 geschikt te maken voor biogashubs;

verzoekt de regering tevens, de voorbereiding voor de daartoe noodzakelijke wijziging van het besluit SDE zo spoedig mogelijk ter hand te nemen en de Kamer voor 1 april 2010 over de voortgang te informeren;

verzoekt de regering, erin te voorzien dat de initiatiefnemers voortgang kunnen maken met de voorbereidingsactiviteiten (uitwerking en voorbereiding, vergunningen etc.) zo nodig door aan een deel van de daarbij te nemen risico's financieel bij te dragen voor een maximum van 2 mln., te dekken uit gelden van de Innovatieagenda Energie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Samsom, Spies, Wiegman-van Meppelen Scheppink en Jansen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 83(31239).

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. Ik dien een motie in over de extra subsidie die de minister van EZ wil uittrekken voor het Windpark in de Noordoostpolder.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de minister van Economische Zaken Jansende Stimuleringsregeling Duurzame Energie voor wind op land op twee punten wil verruimen ten behoeve van de realisatie van een windmolenpark in de Noordoostpolder;

overwegende dat dit het grootste windmolenpark van Nederland wordt, met een uiterst efficiënte configuratie, in een windrijk gebied;

overwegende dat de extra subsidie mede gebaseerd is op de toepassing van nieuwe 6MW molens in het project, die slechts door één leverancier geleverd kunnen worden;

overwegende dat het windmolenpark Noordoostpolder niet getenderd wordt en dat er dus geen sprake is van concurrerende aanbiedingen, terwijl dit voor projecten van vergelijkbare omvang op de Noordzee wel gebeurt;

overwegende dat het doel van de Stimuleringsregeling Duurzame Energie is: het bevorderen van efficiëntere duurzame energieproductie;

spreekt de wens uit dat de Algemene Rekenkamer op korte termijn een second opinion uitvoert naar de ratio van eventuele extra subsidie(s);

verzoekt de regering om in afwachting van de uitkomsten van het onderzoek van de Rekenkamer een besluit over eventuele extra subsidie(s) voor het windpark Noordoostpolder op te schorten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jansen en Vendrik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 84(31239).

Tot zover de sprekers in eerste termijn. Ik stel voor dat wij even schorsen, zodat de minister de moties kan bekijken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Van der Hoeven:

Voorzitter. Mevrouw Spies heeft een motie ingediend op stuk nr. 78 over de zelflevering voor zonne-energie. Zij vraagt of ik wil bezien of ook een pilot met zelflevering voor windenergie mogelijk is. Ik ga dat bekijken. Ik heb het eerste toegezegd. Het tweede wil ik bezien. Ik weet dat er op het moment allerlei kleine typen windmolens op de markt aan het komen zijn die op een huis gezet kunnen worden en dat soort zaken meer. Ik wil kijken op welke manier iets kan worden gedaan op dat terrein. Ik laat het oordeel over deze motie over aan de Kamer.

In de motie op stuk nr. 79 van mevrouw Spies wordt verzocht om het basistarief voor elektriciteitsopwekking in de categorie covergisting en kleinschalige verbranding vast te stellen op minimaal € 0,172 per kWh en hiervoor dekking te vinden binnen de SDE, bijvoorbeeld in de categorie waterkracht. De aanneming van deze motie ontraad ik. Het basisbedrag van ECN is inderdaad niet overgenomen voor covergisting, ook vorig jaar niet, omdat de onrendabele top van de installaties flink kan verschillen. Het is echt de verwachting dat er voldoende installaties met het lagere tarief rendabel kunnen worden geëxploiteerd. Een aftopping van het tarief is ook in lijn met het uitgangspunt dat de met SDE kosteneffectieve opties worden gestimuleerd.

In 2009 is inderdaad gebleken dat er meer dan voldoende installaties met het tarief uitkunnen. Het budget was zelfs overtekend. In eerste instantie is een op de vier aanvragen gehonoreerd. Ook voor 2010, zo blijkt uit de vergunningenmonitor van SenterNovem, kunnen wij er weer veel verwachten. Het risico dat de aanvragen niet tot realisatie leiden, ondervang ik in 2010 op verzoek van mevrouw Spies door het invoeren van een financiële toets naast de al benodigde milieu- en bouwvergunningen. Dat vind ik een effectievere maatregel dan een generieke verhoging van het basisbedrag. Ik heb immers op grond van de verwachte aanvragen totaal geen indicaties dat het bedrag te laag is. Men mag verwachten dat aanvragers die deze investeringen hebben gedaan, serieus zijn in hun aanvraag en het beoogde project hebben doorgerekend op rentabiliteit. Ik wil overigens ook nog opmerken dat de staffel van basisbedragen voor covergisting loopt van € 0,152 tot € 0,177 per kWh. De gevraagde € 0,172 valt dus al binnen de staffel. Zoals de motie is geformuleerd, moet ik deze dus ontraden.

In de motie van mevrouw Spies op stuk nr. 80 wordt verzocht om het corrigeren van het aantal vollasturen bij vergistingsinstallaties mogelijk te maken binnen de SDE 2010. Dat gaat niet. Vergistingsinstallaties hebben onder de OVMEP beschikking gekregen over 7000 vollasturen. Het aantal vollasturen in de SDE 2009 is al gesteld op 8000. Het is niet mogelijk om voor vergisters met een OVMEP-beschikking de SDE open te stellen. Artikel 3 van het Besluit SDE stelt namelijk dat voor dezelfde productie-installatie maar één keer subsidie kan worden verleend. Het was van te voren bekend dat de subsidie voor covergisters wordt afgetopt op 7000 vollasturen en de eigenaars van de installaties hebben er toch voor gekozen om een aanvraag in te dienen. Tegenvallende marktomstandigheden vallen onder het ondernemingsrisico. Ik kan echt niet achteraf de regels van het spel aanpassen. Daarmee wordt namelijk niet gestimuleerd dat ondernemers hun plannen op orde hebben voordat zij subsidie aanvragen. Dat wil mevrouw Spies, dat ondernemers hun plannen op orde brengen. Dat ga ik juist doen in de nieuwe regeling voor 2010. Ik begrijp de achtergrond van deze motie dus niet helemaal. Ik denk ook niet dat het goed is om dit te doen ten opzichte van ondernemers die destijds hebben besloten om niet aan te vragen op basis van de voorwaarden die op dat moment golden. Het belangrijkste is echter dat dezelfde productie-installatie maar één keer subsidie kan krijgen. Ik kan de motie dus niet uitvoeren. Zij is onuitvoerbaar.

De voorzitter:

Dus u ontraadt het aanvaarden van deze motie?

Minister Van der Hoeven:

Ja, uiteraard. Dat is wel helder.

De voorzitter:

U had het nog niet zo duidelijk gezegd. Dus ik dacht: ik vraag het maar even.

Minister Van der Hoeven:

Ik zal het zeggen: ik ontraad de motie, mevrouw de voorzitter. De argumenten zijn bekend.

De motie van de heer Vendrik op stuk nr. 81 gaat over vrijstromende getijstroom. Er wordt in verzocht om een subsidie beschikbaar te stellen ter waarde van een tarief van € 0,35 per kWh met een looptijd van vijftien jaar voor ten minste de eerste 2,5 MW vrijstromende getijstroom en de Kamer daarover op zo kort mogelijke termijn te informeren. Ook dat gaat niet. De heer Vendrik kan het wel willen, maar ik heb toegezegd tijdens het algemeen overleg dat ik bereid ben om te kijken naar een innovatiesubsidie voor deze projecten. Ik vind namelijk dat het goede projecten zijn. Het zijn goede ideeën. Om die reden heb ik dat toegezegd. Deze categorie past daar momenteel het beste bij. De SDE-gelden kunnen worden beschouwd als een exploitatiesubsidie. Die zijn bestemd voor het stimuleren van duurzame energieopties die heel dichtbij, kosteneffectief, in de markt gezet kunnen worden. Dat is met deze technologie nog niet het geval. Als de indiener de komende jaren de getijdenenergie vrij wil opnemen met een potentie tot 100 MW, kost dat circa 750 mln. Daaraan zijn wij op dit moment nog niet toe. Dat neemt niet weg dat ik het een zeer interessante ontwikkeling vind. Ik ben dan ook zonder meer bereid om de mogelijkheden van een innovatiesubsidie voor deze projecten nader te bezien. Omdat deze motie anders is geformuleerd, ontraad ik de Kamer om die aan te nemen.

Ik kom op de motie-Vendrik c.s. op stuk nr. 82 over de SDE-regeling voor Zon-PV klein. De indieners verzoeken de regering, de SDE-regeling Zon-PV klein in twee delen open te stellen, namelijk in januari 2010 en in juni 2010. Verder verzoeken zij om de SDE-regeling voor Zon-PV groot per januari 2010 open te stellen. Je moet het aanvragers niet aandoen dat zij hun aanvraag twee keer moeten indienen als zij bij de eerste openstelling worden uitgeloot. Dat brengt dus extra werk met zich mee. Ik verwacht overigens dat SenterNovem door deze minder frequente openstelling binnen dertien weken een beschikking kan afgeven. Aanvragers weten dan of zij al dan niet in aanmerking komen. Om deze redenen ontraad ik de Kamer, deze motie aan te nemen.

Ik kom op de motie-Samsom c.s. op stuk nr. 83 over biogashubs. De indieners verzoeken de regering drie dingen. In de eerste plaats verzoeken zij ons om de SDE-regeling voor 2011 geschikt te maken voor die biogashubs. Ja, dat wil ik nagaan. In de tweede plaats verzoeken de indieners de regering om de voorbereiding daarvan zo snel mogelijk ter hand te nemen en de Kamer daarover voor 1 april 2010 te informeren. Daartoe ben ik ook bereid. In de derde plaats verzoeken zij de regering, erin te voorzien dat initiatiefnemers voortgang kunnen maken met de voorbereidingsactiviteiten, zo nodig door aan een deel van de daarbij te nemen risico's financieel bij te dragen voor een maximum van 2 mln. Als dekking wordt aangedragen het geld voor de innovatieagenda Energie. Dat kan niet. In mijn brief staat dat groene gashubs pas gesubsidieerd kunnen worden als de hub, alle vergisters en tussengelegen buisleiding als één productie-installatie worden aangemerkt. Een andere optie is niet mogelijk, dus ik kan dat echt niet binnen de AMvB doen. Ik begrijp dat het wenselijk is om ze beter te faciliteren dan nu mogelijk is, bijvoorbeeld door een geleidelijke opbouw van een netwerk of door het subsidiëren van ruw gas. Het derde deel van deze motie moet ik ontraden. De eerste twee onderdelen zal ik uitvoeren, als de motie wordt aangenomen. Voor het derde gedeelte geldt dat niet. Als deze motie niet gewijzigd wordt, moet ik de Kamer ontraden om de motie in zijn geheel aan te nemen. Ik kan haar immers niet ontraden om een deel daarvan aan te nemen.

Ik kom op de motie-Jansen/Vendrik op stuk nr. 84 waarin de regering wordt verzocht om in afwachting van de uitkomsten van het onderzoek van Algemene Rekenkamer het besluit over een eventuele extra subsidie voor het Windpark Noordoostpolder op te schorten. Wij hebben hierover tijdens het algemeen overleg uitgebreid gesproken. Ook spraken wij over de reden van het eenmalig geven van een subsidie. Dat heeft te maken met het innovatieve karakter van het park. Dat brengt onzekerheden met zich mee. Nog nergens zijn molens van 7,5 MW op het land op deze schaal gerealiseerd. Er zullen dus echt allerlei innovatieve concepten moeten worden ontwikkeld. Dat geldt ook voor de molens buitendijks. Het is dus helemaal nieuw om op een dergelijke locatie een dermate grootschalig project te bouwen. Kortom, er is wereldwijd wel veel ervaring opgedaan met molens op het land, maar voor opschortprojecten zijn veel technieken en methodes nog niet uitontwikkeld. Dit project is bovendien speciaal, want het betreft ondiep water. Dat betekent ook dat toekomstige parken kunnen profiteren van de kennis en de ervaring die wordt opgedaan. Ik vind dat ik hiermee voldoende heb beargumenteerd waarom wij deze keuze maken. Ik ontraad de Kamer dan ook om deze motie aan te nemen.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik heb een vraag over de reactie van de minister op de motie van de heer Samsom over biogashubs op stuk nr. 83. De minister heeft in haar advies gezegd over deze motie dat zij geen bezwaar heeft tegen de eerste twee overwegingen. Over de laatste overweging zei zij echter: die ga ik niet uitvoeren als de motie wordt aangenomen.

Minister Van der Hoeven:

Heb ik dat zo gezegd?

De heer Zijlstra (VVD):

Ja, daarom moest ik het even laten zakken. Heeft de minister het inderdaad bedoeld zoals ze het heeft gezegd? Dat is namelijk van politiek belang voor het stemadvies en voor de uitwerking als de Kamer voor of tegen een motie stemt.

Minister Van der Hoeven:

De Kamer heeft uiteraard het volste recht om voor of tegen de motie te stemmen. Zij vraagt echter van mij een stemadvies. Op dit moment zitten er twee elementen in deze motie die ik graag wil uitvoeren. Dat heb ik de Kamer toegezegd. Ook als de motie wordt verworpen, wil ik die elementen graag uitvoeren, omdat ze tegemoetkomen aan een brede wens die tijdens het algemeen overleg in de Kamer bleek te leven. Tegen het derde punt zoals dat nu in de motie is geformuleerd, heb ik bezwaren. De Kamer gaat uiteraard over het aannemen of niet aannemen van moties. Als ik een motie die is aangenomen, niet kan uitvoeren, zal ik daar een argumentatie bij moeten leveren.

De voorzitter:

Ik heb de minister in haar eerste beantwoording duidelijk horen zeggen dat een deel van de motie op haar instemming kan rekenen, maar het derde deel niet. Als de motie niet wordt gewijzigd, moet de minister het aannemen van de motie ontraden. De Kamer kan daar haar voordeel mee doen.

Minister Van der Hoeven:

Daaraan voeg ik toe dat ik, als moties worden aangenomen, zal bezien of ik ze kan uitvoeren. Als dat niet het geval is, hoort de Kamer dat van mij.

De voorzitter:

Uiteraard. Als moties worden aangenomen, worden ze uitgevoerd als dat enigszins kan.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zal aanstaande dinsdag worden gestemd.

Naar boven