Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | nr. 91, pagina 7144-7149 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | nr. 91, pagina 7144-7149 |
Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 3 juni 2009 over energieonderwerpen (SDE).
De heer Samsom (PvdA):
Voorzitter. De minister en een aantal fracties in deze Kamer persisteren beide in hun opvattingen. Dan is een motie de gebruikelijke uitweg. Deze motie dien ik hierbij in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de plafonds in de SDE-regeling voor 2009 leiden tot een substantiële onderuitputting bij de categorie "wind op land", terwijl de categorieën "zon-PV" en "biomassa" juist sterk overtekend zijn;
overwegende dat zelfs in het uiterste scenario voor 360 MW windenergie op land wordt aangevraagd, terwijl 830 MW beschikbaar is;
verzoekt de regering om het subsidieplafond voor zon-PV met 72 mln. te verhogen en dit bedrag evenredig Samsomte verdelen over de kleine (0,6-15 kW) en grote (15-100 kWp) systemen;
verzoekt de regering om het subsidieplafond voor biomassa met 182 mln. te verhogen en dit bedrag evenredig te verdelen over Biomassa elektriciteit en Biomassa gas;
verzoekt de regering, ter dekking van deze verhogingen het plafond voor windenergie op land te verlagen met 254 mln.;
verzoekt de regering, deze wijzigingen zo snel mogelijk, maar in ieder geval voor 1 juli 2009, door te voeren, zodat voorkomen wordt dat onnodig afwijzingen op subsidieaanvragen worden verstuurd op basis van de oude plafonds,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Samsom en Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 56(31239).
De heer Zijlstra (VVD):
Voorzitter. Tijdens het debat werd duidelijk dat er een groot subsidiebedrag nodig zal zijn om het programma Schoon en Zuinig in de toekomst nog te laten draaien, een bedrag op langere termijn tussen 21 mld. en 31 mld. De rekening wordt dus bij toekomstige kabinetten neergelegd. De VVD-fractie dient daarom de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat voor dezelfde hoeveelheid windenergie op land de subsidiekosten in één jaar tijd met bijna 1 mld. zijn gestegen;
constaterende dat de SDE-regeling op de langere termijn extra investeringen van 21 mld. tot 31 mld. vergen die nog niet gedekt zijn;
constaterende dat de rekening voor het realiseren van het programma Schoon en Zuinig dus vooral bij toekomstige kabinetten wordt neergelegd;
verzoekt de regering, de rekening van het programma Schoon en Zuinig niet door te schuiven naar de toekomst en daarom de Stimuleringsregeling Duurzame Energie stop te zetten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Zijlstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 57(31239).
De heer Jansen (SP):
Voorzitter. De minister van Economische Zaken zei een halfuur geleden: "Ik heb wettelijk geen poot om op te staan om de verkoop van het productie- en leveringsbedrijf Essent, met inbegrip van de kerncentrale Borssele, tegen te houden." Die poot heeft de minister wel degelijk en dat weet zij ook wel, want dat heeft zij al eerder toegegeven. Alleen vond zij dat een paardenmiddel. Ik moet toegeven, dat is het ook, maar als alle andere middelen zijn uitgeput – en dat zijn zij naar de inschatting van de SP-fractie – moet je desnoods paardenmiddelen durven inzetten. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat na de ommezwaai van provinciale staten van Noord-Brabant vaststaat dat een ruime meerderheid van de aandeelhouders van Essent zal besluiten, haar aandelen te verkopen aan RWE;
overwegende dat RWE een ongesplitst bedrijf is en ook niet van plan is om in de nabije toekomst zijn netwerken af te stoten;
overwegende dat het economische eigendom van het 50% Essentaandeel in de kerncentrale Borssele in de verkoop aan RWE is inbegrepen, terwijl in de statuten is verankerd dat de kerncentrale eigendom dient te zijn van een overheid, welk standpunt recent nog bevestigd is door de minister van Economische Zaken;
van mening dat de verkoop van Essent aan RWE op ten minste deze twee punten strijdig is met het algemeen belang;
verzoekt de regering, verkoopbesluiten van lagere overheden te vernietigen, zolang niet voldaan wordt aan bovengenoemde twee voorwaarden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Jansen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 58(31239).
De heer Graus (PVV):
Voorzitter. Ik dien twee korte moties in.
De Kamer,
gehoord de Grausberaadslaging,
verzoekt de regering, te stoppen met kostenverslindende onderzoeken naar de wenselijkheid van vangnetten en gedifferentieerde subsidiebedragen;
verzoekt de regering voorts, de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE) af te schaffen en het vrijgekomen geld te gebruiken ten behoeve van lastenverlichting voor onze burgers,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 59(31239).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, de betaalbaarheid en leveringszekerheid van energie als primaire levensbehoefte te borgen, evenals afhankelijkheid van het buitenland te voorkomen, door een meerderheidsbelang te behouden in onze energiebedrijven,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 60(31239).
Mevrouw Spies (CDA):
Mijnheer Graus, ik heb u vanmorgen gemist. Wij hebben zojuist de tweede termijn van het algemeen overleg hierover gehad.
De heer Graus (PVV):
Dat klopt. Niet iedereen heeft tientallen zetels in deze Kamer. Wij zijn nu nog te groot voor servet en te klein voor tafellaken, maar wij komen eraan en dan zal ik ook bij ieder AO kunnen zijn. Ik heb wel de inbreng in eerste termijn gedaan, dus ik mag hier deelnemen en ik mag moties indienen. Ik heb dit VAO al aangekondigd in de eerste termijn, omdat ik weet dat ik eigenlijk niet op steun van deze Kamer kan rekenen en ook niet op steun van de minister, maar ik blijf toch netjes volhouden voor onze burgers en bedrijven.
Mevrouw Spies (CDA):
Voorzitter, ik vind echt dat wij als Kamer moeten nadenken over de manier waarop wij hiermee omgaan. Collega's die niet bij debatten aanwezig kunnen zijn, om wat voor reden dan ook, wel hier tijdens een VAO moties laten indienen, het wordt allemaal wel een beetje ingewikkeld op deze manier. Wij krijgen ook niet de gelegenheid om dit soort discussies verder uit te diepen. Wij hebben een uitgebreide tweede termijn gehad. Op deze manier werkt het gewoon niet.
De heer Graus (PVV):
Ik heb vandaag een driedubbele agenda gehad. Er is een spoeddebat tussendoor gekomen. Ik ben alleen woordvoerder op twee portefeuilles. Ik kan gewoon niet bij ieder AO zijn en ook niet bij iedere tweede termijn. Ik heb in de eerste termijn deelgenomen. Die is toen helaas niet afgemaakt. Ik was daar wel voorstander van, u heeft toen mede besloten om die vergadering uit te stellen. Ik kon niet bij die tweede termijn zijn, dus u heeft het mij moeilijk gemaakt om daarbij aanwezig te zijn. Ik vond het niet erg om hier toen tot 23.00 uur te blijven, u blijkbaar wel. Daar ben ik nu de dupe van.
De voorzitter:
Nee, u bent helemaal niet de dupe, want u heeft uw motie ingediend, dus u moet het nu niet zwaarder maken dan het is. Wij moeten hierover een keer spreken in de Commissie voor de Werkwijze.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Voorzitter. Als het gaat om de kerncentrale Borssele merk ik op dat de motie-Van Gent die in deze Kamer is aangenomen wat mij betreft nog steeds recht overeind staat. De minister houdt de vinger aan de pols als het gaat om het juridisch en economisch eigendom in handen van de overheid. Ik hik ook wat aan tegen de motie van de heer Jansen, want ik voel er weinig voor dat zijn motie straks wordt verworpen, waardoor de aangenomen motie-Van Gent zwakker wordt. Daarover twijfel ik.
Wat de SDE-regeling en de motie van de heer Samsom betreft, wij willen gewoon dat het geld dat er is zo effectief en zo efficiënt mogelijk, met de grootste opbrengst, wordt gebruikt. Wat de heer Samsom nu wil, kost meer en levert minder op, zoals de minister heel kort samenvatte. Zij komt in oktober nog met nadere informatie waarin ook alternatieven, aangedragen door de GroenLinks-fractie worden meegenomen, zodat je het geld zo effectief en zo efficiënt mogelijk kunt besteden. Daarom hebben wij ook wel moeite met de motie.
Tot slot kom ik bij Econcern, dat helaas op omvallen staat, waarover wij ons grote zorgen maken. Daarover dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat ook de minister van VROM in februari al heeft aangegeven dat Econcern te vergelijken is met "systeembanken";
overwegende dat Econcern, als vlaggenschip van de duurzame tak van de Nederlandse economie, op de rand van een faillissement staat;
verzoekt zowel de minister van EZ als de minister van VROM, er samen alles aan te doen wat in hun macht ligt om in het geval van faillissement van Econcern een doorstart van alle activiteiten van Econcern mogelijk te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het Van Gentlid Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 61(31239).
De heer Jansen (SP):
U sprak wat twijfel over mijn motie uit. U zei dat die wellicht de eerder aangenomen motie over Borssele doorkruist. Ik wijs u erop dat dit de laatste kans is om hierover überhaupt nog een harde uitspraak te doen. De minister heeft er een toelichting op gegeven hoe zij uw motie uitvoert. Dat betekent gewoon dat de verkoop doorgaat. U heeft simpelweg de keuze tussen nu nog proberen te redden wat er te redden valt en u neerleggen bij de verkoop.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Dat is helemaal niet waar. Ik leg mij nergens bij neer. De minister heeft daarnet zelf gezegd dat het nog niet af is en dat zij wil dat er een nette oplossing komt. De motie-Van Gent staat nog recht overeind. U heeft wellicht op zichzelf een punt, maar uw motie gaat het waarschijnlijk niet halen, of heeft u dat al gecheckt? Wij moeten onze positie – en ook wat de minister in handen heeft – in en buiten de Kamer niet gaan verzwakken. Dat zou ik gewoon jammer vinden.
De heer Jansen (SP):
U zou gelijk hebben als de minister vanochtend had toegezegd dat het besluit wordt teruggedraaid, maar dat heeft zij niet toegezegd. Met andere woorden, u staat straks gewoon voor een voldongen feit en u kunt geen kant meer op met uw motie.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Dat zullen wij nog wel eens zien, want de minister heeft ook gezegd dat zij de juridische uitspraken afwacht. Bovendien is zij nog in onderhandeling, naar ik begrijp. Wij hebben gelukkig nog een aantal weken te gaan tot het zomerreces, maar mocht het besluit daarna vallen, als het mij niet bevalt, zal ik niet schromen om de Kamer hierover terug te roepen, zodat wij de messen hierover dan nog eens flink kunnen slijpen.
Mevrouw Spies (CDA):
Ik heb een vraag over uw motie. Kunt u iets concreter maken waaraan u denkt als u het kabinet vraagt om al het mogelijke te doen om een doorstart mogelijk te maken? Wat maakt deze motie anders dan de moties waarover wij afgelopen dinsdag hebben gestemd, die zijn ingediend bij het verantwoordingsdebat? Zegt ondernemerschap ook nog iets? Uit alle signalen die wij hebben gekregen, lijkt daar toch bij Econcern wel het een en ander te zijn misgegaan.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Dat zal zo zijn, maar afgelopen zaterdag hebben wij een interessant artikel kunnen lezen in de Volkskrant. Daarnaar heb ik net ook verwezen in mijn tweede termijn bij het algemeen overleg. In mijn bijdrage heb ik ook verwezen naar mijn motie en naar de relatie met de bankwereld. U zult het met mij eens zijn dat daar miljarden in zijn gepompt en dat de banken ook wel de nodige fouten hebben gemaakt. Nobody is perfect, zou ik zeggen. Dat geldt ook voor Econcern, maar de minister gaf zojuist in het algemeen overleg aan dat zij het wel belangrijk vindt om bedrijfsonderdelen in stand te houden, aangezien daar toch een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan Econcern als het gaat om duurzame ontwikkeling. Dat is mijn punt. Bij de banken is dit ook gebeurd. Ik zou zeggen: laat de zaak niet omvallen. Minister van Economische Zaken en minister van VROM, ga in overleg, verzin een list om de belangrijke activiteiten van Econcern, wellicht in een nog betere vorm, door te kunnen laten gaan. Dat is mijn verzoek in deze motie.
Mevrouw Spies (CDA):
Ik wil zo graag antwoord op mijn vragen.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Dat antwoord heb ik u net gegeven.
Mevrouw Spies (CDA):
Nee, dat hebt u niet gegeven. Ik heb u gevraagd waar u concreet aan denkt. De minister heeft al aangegeven dat er 1 mld. aan subsidiegelden in de richting van Econcern gaat. Waar denkt u aan? Mijn tweede vraag was waarin deze motie afwijkt van de twee moties waarover wij dinsdag hebben gestemd, die door mevrouw Thieme tijdens het verantwoordingsdebat zijn ingediend.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Dat heb ik u net uitgelegd, want ik heb nu de relatie gelegd met de bankwereld en met de uitspraken die ook minister Cramer daarover heeft gedaan in de Volkskrant. Dat lijkt mij een nieuw element, want vorige week bij het verantwoordingsdebat was de krant van afgelopen zaterdag nog niet verschenen.
Mevrouw Spies (CDA):
Afgelopen dinsdag wel, dus toen had u dit kunnen betrekken bij uw stemgedrag.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Dat had u ook kunnen doen, maar ik probeer u in alle redelijkheid uit te leggen wat mij tot die overweging heeft gebracht. Dit lijkt mij een nieuw punt. Waar u zich volgens mij druk om zou moeten maken – ik hoop ook dat dat gebeurt – is dat wij alles op alles zetten om de belangrijke activiteiten van Econcern, die voor duurzame ontwikkeling wel degelijk een goede bijdrage leveren, niet te laten omvallen maar te laten doorstarten.
Minister Van der Hoeven:
Voorzitter. In de motie van de heer Samsom wordt gevraagd om met name de subsidieplafonds voor zon-PV en biomassa op te hogen en het plafond voor de categorie wind op land te verlagen met 454 mln. Wij hebben hierover zojuist uitgebreid gesproken. Ik heb beloofd om de Kamer een brief te sturen waarin ik zal laten weten of het mogelijk is om de aanvragen tot eind oktober aan te houden. Wij kunnen dan bezien wat de stand van zaken is. Het huidige budget kan gewoon worden toegekend aan de bedrijven die hiervoor in aanmerking komen. Daaraan houd ik mij. In de motie wordt in feite opgeroepen om afspraken die in de Kamer uitgebreid zijn besproken en waartoe de Kamer nog niet zo lang geleden heeft besloten, tijdens de rit te veranderen. Tijdens de rit wil de heer Samsom bakens verzetten en criteria veranderen. Dat vind ik ongeloofwaardig. Als je iets met elkaar afspreekt, zeker als regering en Kamer dat samen doen, moeten mensen daarvan op aan kunnen. Door deze motie wordt het gestand doen van deze afspraken onder druk gezet. De toezegging over de brief die ik tijdens het algemeen overleg heb gedaan, staat echter. Ik ontraad het aannemen van de motie.
De heer Samsom (PvdA):
Ik wil deze brief van de minister graag betrekken bij onze overwegingen over het eventueel aanhouden of intrekken van de motie of bij het stemmen over de motie. Daarom vraag ik de minister om toe te zeggen dat deze brief voor de stemmingen van aanstaande dinsdag bij ons belandt.
Minister Van der Hoeven:
Ik zal dat proberen. Overigens kan de beoordelingstermijn van 13 weken met 13 weken worden verlengd. Dus de noodzaak om dit allemaal halsoverkop te doen is er gewoon niet. Ik zal mijn best doen om aan dit verzoek van de heer Samsom te voldoen, want beloofd is beloofd.
De toezegging die ik aan mevrouw Van Gent heb gedaan, was niet helemaal correct. De brief over zonne-energie, biomassa en de vragen van de heer Samsom komt zo snel mogelijk. Dat betekent dat ik nu duidelijk zal maken wat voor oktober mogelijk is. De alternatieven waarover mevrouw Van Gent het heeft, spelen pas in 2010, niet in 2009. Die betrek ik in ieder geval bij de regeling voor 2010.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Dat is precies wat ik bedoelde.
Minister Van der Hoeven:
Dan is het goed en zijn wij het daarover helemaal met elkaar eens.
In reactie op de motie van de heer Zijlstra zeg ik: mijnheer Zijlstra, ik weet dat u dit niets vindt, maar ik geef u op een briefje dat als de VVD weer in de regering zit, VVD-bewindslieden ervoor zullen zorgen dat zaken niet alleen voor de desbetreffende regeringsperiode in orde worden gemaakt, maar dat plannen voor langer worden doorgetrokken. Zo hoort dat ook. Het aannemen van de motie van de heer Zijlstra ontraad ik, omdat in die motie de feiten worden ontkend en de motie uitgaat van een ontkenning van de keuzes die in ieder geval door het huidige kabinet worden gemaakt.
De heer Zijlstra (VVD):
De minister gaat volledig voorbij aan het feit dat de kosten blijven stijgen. Voor dezelfde hoeveelheid windenergie wordt binnen een jaar 1 mld. extra betaald. Als dit bij de Betuwelijn zou gebeuren, zou dit huis op zijn kop staan. Als VVD-bewindslieden dit type plannen voor de toekomst maken, zorgen zij in ieder geval voor een fatsoenlijke dekking.
Minister Van der Hoeven:
Het debat daarover hebben wij eerder met elkaar gevoerd, mijnheer Zijlstra. Ik heb toen gesteld dat de genoemde 1 mld. de uitkomst is van een optelsom van de kosten in een x-aantal jaren. Wat u ons hierover voorspiegelt, klopt gewoon niet. Dat op de langere termijn de extra investeringen nog niet zijn gedekt, klopt wel, maar daarvoor zijn nu juist volgende kabinetten. Ik ga ervan uit dat die voortbouwen op de ingezette lijn.
Ik kom op de motie van de heer Jansen. Ik weet dat hij vindt dat ik het besluit tot verkoop van Essent aan RWE moet vernietigen, maar ik ben het daarover absoluut niet met hem eens. Ik kan alleen een besluit schorsen als er sprake is van onzorgvuldig handelen. Het besluit van provinciale staten van Noord-Brabant gaat over de splitsing. Er is zorgvuldig gesplitst. Daarna is het aan de aandeelhouders om te besluiten wat zij met de aandelen willen doen. Verder heb ik geschetst hoe ik in het debat sta over de EPZ en dus over de kerncentrale. Hierover loopt nog steeds een rechtszaak. Daarop kan ik niet vooruitlopen. Ik heb ook gezegd dat iedereen die in Nederland opereert, zich aan de wet moet houden, dus ook aan de Kernenergiewet waarin de veiligheid wordt geregeld. Het is bekend dat in de statuten staat dat de aandelen middellijk dan wel rechtstreeks in de handen van de overheid moeten zijn en dat daarvoor verschillende modaliteiten zijn. Dat is uitgebreid in de Kamer besproken. Deze motie vraagt precies hetzelfde als wat ik eerder heb ontraden en heb afgewezen. Dat doe ik nu dus weer.
De voorzitter:
Eén vraag voor de heer Jansen.
De heer Jansen (SP):
Geen vraag maar een correctie. De minister zegt dat zij alleen maar een besluit kan schorsen of vernietigen, zoals ik heb gevraagd, als er sprake is van onzorgvuldige besluitvorming. Nee, de wettelijke titel is strijdigheid met algemeen belang. Dat geef ik dan ook in mijn motie aan: er is strijdigheid met het algemeen belang op tenminste twee punten.
Minister Van der Hoeven:
Dat is de opvatting van de heer Jansen. Ik deel die opvatting niet. Zeker niet op de manier waarop die hier is verwoord. Ik blijf dan ook bij mijn advies en ontraad deze motie.
De vierde motie is ingediend door de heer Graus. Ook hij wil de SDE-regeling afschaffen. Ik heb eerder aangegeven dat ik niet van plan ben dat te doen, dus deze motie ontraad ik ook. De volgende motie van de heer Graus betreft een verzoek om een meerderheidsbelang te behouden in onze energiebedrijven. Ik heb geen belang in de energiebedrijven. De staat heeft geen belang in de energiebedrijven. Dat zijn de andere overheden: de provincies en de gemeenten hebben een aandeel in de energiebedrijven. Zij zijn eigenaar en het is dan ook aan de gemeenten en de provincies om te bepalen wat zij met hun eigendom doen. Ik ontraad daarom deze motie.
De heer Graus (PVV):
Ik heb in mijn laatste motie de minister gevraagd om ervoor te zorgen dat het meerderheidsbelang bij de overheden blijft. Dat hoeft wat mij betreft niet de regering te zijn, ik zal dat wijzigen. In ieder geval moet de minister er top-down voor zorgen dat de meerderheidsbelangen in overheidshanden blijven. Ik zal de tekst op dat punt wijzigen. Met betrekking tot mijn eerste motie veronderstel ik dat de minister van Economische Zaken het met mij eens is dat er flink moet worden gesleuteld aan de koopkracht. Is zij met mij van mening dat de 1,66 mld. naar de burger moet en niet naar duurzame energie?
Minister Van der Hoeven:
Ik ben dat helemaal niet met de heer Graus eens. Dit kabinet heeft afspraken gemaakt rondom duurzame energie. Er zijn doelstellingen afgesproken die in 2020 bereikt moeten zijn. Dat is door de Kamer bevestigd en dat doen wij dus gewoon. Op het moment dat wij de SDE-regeling veranderen en op een andere wijze financieren, wordt wel degelijk gekeken naar de financiële consequenties voor onze burgers. Maar zover zijn wij nog niet. Ik blijf deze motie ontraden. Ook de tweede motie van de heer Graus blijf ik ontraden. Wij hebben middels de Wet onafhankelijk netbeheer geregeld dat de netwerken in overheidshanden blijven. Die mogen nooit worden verkocht. Dat is noodzakelijk omdat op die manier iedereen verzekerd kan zijn dat hij kan kiezen voor welke stroomaanbieder dan ook. Dat hebben wij gedaan, dat is van belang, deze motie ziet toe op iets anders en die ontraad ik.
De laatste motie is ingediend door mevrouw Van Gent. Het is eigenlijk heel simpel. Moties van een soortgelijke strekking zijn eerder ingediend en gisteren verworpen. Ik heb in het algemeen overleg aangegeven dat het om een bedrijf gaat. Het is een bedrijf dat weliswaar van belang is voor het halen van onze doelstelling, maar wij zijn niet afhankelijk van één bedrijf. Wij moeten ons dan ook niet van één bedrijf afhankelijk maken. Het is een onderneming waarin een aantal zaken niet op orde was en niet op orde is. Er zijn twee bewindvoerders aangewezen om orde op zaken te stellen. Het is een bedrijf met meer dan 250 dochters die door heel Europa deelnemen. Ik heb aangegeven dat de subsidietoezeggingen voor gerealiseerde kilowatturen overeind blijven. Zoals het nu gebeurt, is dat wat onze inzet betreft prima. Ik denk dat wij daar goed mee bezig zijn. Het kan niet zo zijn dat, wanneer een bedrijf op omvallen staat, er meteen wordt geroepen dat de Staat het eigenlijk zou moeten kopen. Dat is de suggestie die er onderligt.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Ik suggereer helemaal niets, laten wij daarover geen misverstand krijgen. Ik heb deze motie ingediend aangezien er in de krant van zaterdag nieuwe informatie stond. Dat betreft de relatie die minister Cramer legt met de systeembanken. Ik neem aan dat de minister het met mij eens is dat ook bij de banken niet alles perfect heeft gewerkt, maar in het algemeen belang is de investering wel gedaan. Voor Econcern zou je dezelfde soort redenering kunnen ophangen. Dat was minister Cramer met mij eens.
Minister Van der Hoeven:
U zou gelijk hebben als sprake was van nieuwe informatie, maar als u het artikel goed leest, weet u net zo goed als ik dat het een compilatie betreft van eerdere uitspraken. Minister Cramer heeft er inmiddels ook al iets anders op gereageerd.
De vergelijking met de banken gaat absoluut niet op. De banken vormen de financiële ruggengraat van onze economie. Wat betreft duurzame bedrijven hebben wij een aantal bedrijven nodig. Dit is er eentje van. Het is een mooi bedrijf geweest. Dat ben ik met mevrouw Van Gent eens, maar het is slechts een van de bedrijven. De vergelijking met de banken gaat van geen kant op. Ik ontraad deze motie.
De beraadslaging wordt gesloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20082009-7144-7149.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.