Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de fractie van het CDA stel ik voor, de stemmingen van heden te laten plaatsvinden aan het einde van de middagvergadering en niet, zoals gepland, bij de aanvang ervan.

Mevrouw Langkamp (SP):

Wat is de reden daarvan?

De heer Van Haersma Buma (CDA):

De reden daarvan is dat wij nog een fractievergadering hebben.

De voorzitter:

Dat wordt altijd toegestaan, ook aan u.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Ten eerste heb ik een rappel aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor onbeantwoorde schriftelijke vragen over de groeiende macht van schoolbesturen. Die vragen zijn ingezonden op 22 april jongstleden.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ten tweede verzoek ik om een interpellatiedebat met de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over de berichten van vanochtend dat een oud-voorzitter van het college van bestuur van het roc in Friesland thans tonnen verdient met advieswerk. Het gaat om onderwijsgeld. Terwijl op hetzelfde roc 5 mln. moet worden bezuinigd, heeft deze man tegelijkertijd zulke hoge inkomsten. Vandaar mijn verzoek om meer inlichtingen.

De voorzitter:

Als er steun is voor dit verzoek, moet ik een plekje zoeken op de agenda van volgende week. Ik kan echter niets beloven.

De heer Bosma (PVV):

Recht op informatie is een belangrijk recht van de Kamer. Ik steun dus graag het verzoek van de heer Jasper van Dijk.

De heer Cramer (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie steunt het verzoek niet. Het lijkt mij verstandig dat de regering eerst een brief hierover schrijft.

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Ik sluit mij daarbij aan, temeer omdat de medezeggenschapsraad, als ik het geval zo bestudeer, daarmee akkoord is gegaan. Ik vraag mij dus af wat de rol van Den Haag verder is in deze kwestie, anders dan er iets van vinden.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Het lijkt mij een goed idee dat wij voor dinsdag 12.00 uur een brief van de regering krijgen over deze kwestie. Als de inhoud daarvan mij niet bevalt, dan steun ik graag het verzoek om een debat.

De heer Depla (PvdA):

Ik sluit mij aan bij mevrouw Van Gent.

De heer Biskop (CDA):

De CDA-fractie sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Dezentjé Hamming.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik ben blij met de steun die er in principe is voor mijn interpellatieverzoek. Een brief is uitstekend. Wel houd ik vast aan mijn verzoek. Het interpellatiedebat kan volgende week plaatsvinden. Het gaat om de grote maatschappelijke onrust die hierdoor wordt veroorzaakt en om het gebrek aan toezicht binnen de instellingen, waar mevrouw Dezentjé Hamming naar verwees.

De voorzitter:

Ik ga mijn best doen om dit op de agenda te plaatsen, maar zoals ik al zei: ik kan u niets beloven. Ik heb namelijk een heel volle agenda volgende week.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

De heer Jasper Van Dijk (SP):

Namens mevrouw Van Velzen doe ik een rappel aan de staatssecretaris van Justitie voor haar onbeantwoorde vragen over het arbeidsloon van gedetineerden. Mevrouw Van Velzen verzoekt om die vragen voor morgen 15.00 uur te beantwoorden.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Polderman.

De heer Polderman (SP):

Voorzitter. Gisteren waren wij hier ook en toen is er een spoeddebat aangevraagd over het landbouwbeleid. Dat verzoek kreeg ruime steun van de Kamer. Er was echter wat onduidelijkheid over de vraag welke minister wij daarvoor zouden uitnodigen. Ik heb toen gevraagd of minister Bos daarbij aanwezig zou zijn. Dat is echter niet als zodanig besloten. Inmiddels heb ik begrepen dat veel partijen dat verzoek steunen. Misschien krijgen wij daar nu helderheid over.

De heer Graus (PVV):

Wij steunen het voorstel.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Er is ook steun van de VVD-fractie voor dit voorstel.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat geldt ook voor de fractie van de Partij voor de Dieren.

De heer Waalkens (PvdA):

Dat geldt niet voor de fractie van de Partij van de Arbeid. Het kabinet spreekt met één mond. Wij spreken dus met de vertegenwoordiger van het kabinet.

De heer Cramer (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie heeft voldoende aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De heer Atsma (CDA):

Minister Bos heeft zich ongelukkig uitgedrukt, dus wat in de kranten heeft gestaan, zal ook niet kloppen. Wat ons betreft, hoeft hij er niet bij te zijn, aangezien het kabinet met één mond spreekt.

Voorzitter. Ik wil nog wel via u een vraag aan de collega's stellen. Wij hebben begrepen dat een van de collega's overweegt, ook nog een motie in te dienen naar aanleiding van het spoeddebat van vannacht. Dat lijkt mij buitengewoon onhandig. Ik wil graag van u weten hoe u daarover oordeelt. Want als er vannacht ook nog gestemd moet worden ...

De voorzitter:

Dat is een ander onderwerp.

De heer Atsma (CDA):

Ja, maar dat heeft hier wel betrekking op.

De voorzitter:

Dat weet ik wel, maar wij doen het stuk voor stuk. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Dan wordt het voor het kabinet ook duidelijk hoe de verhoudingen liggen.

Over het verzoek van de heer Atsma merk ik op dat ik het allemaal ook erg laat vind. Moties kunnen natuurlijk altijd worden ingediend, in elk debat. De vraag is of daar direct na afloop van het debat nog over gestemd moet worden. Mij dunkt dat daarover gewoon volgende week dinsdag gestemd kan worden.

De heer Atsma (CDA):

De CDA-fractie is het daar volstrekt mee eens.

De voorzitter:

Nou, dan bof ik weer.

De heer Atsma (CDA):

Ik vraag mij overigens af of wij dit debat vannacht nog moeten voeren. Er zijn mensen die morgenochtend graag in de eigen woonplaats gaan stemmen. Zij kunnen niet meer thuis komen. Dat zouden de collega's misschien nog in overweging kunnen nemen.

De voorzitter:

Dat moet u dan met elkaar doen. Ik begrijp dat er veel steun was voor dit debat, ook om het voor de verkiezingen te houden. Ik ga hierover dus niet een nieuw besluit nemen, als u mij dat niet kwalijk neemt.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Mijn fractie overweegt om vanavond te stemmen over wat er behandeld wordt. Ik snap de druk van collega's, maar morgen is ook een vrije dag ingeboekt, al hebben wij 's avonds natuurlijk bezigheden. Over landbouw wil mijn fractiegenoot evenwel mogelijk nog vanavond stemmen.

De voorzitter:

Kunt u mij, en iedereen hier, uitleggen wat de urgentie is om nog vanavond te stemmen?

De heer Pechtold (D66):

Het gaat over het landbouwbeleid en dat heeft alles te maken met Europa. U weet ook dat van elke euro € 0,40 naar landbouw gaat.

De voorzitter:

Mijnheer Pechtold, toe ...

De heer Pechtold (D66):

U vroeg om uitleg.

De voorzitter:

Nee, nee.

De heer Pechtold (D66):

Ik sta in de verkiezingsmode.

De voorzitter:

Ik vrees dat dat aan mij verspild is.

De heer Pechtold (D66):

Ik dacht dat ik voor een zaaltje stond.

De voorzitter:

Het is ook een zaal, de mooiste zaal in het hele land. Dat heeft u goed gezien.

De heer Pechtold (D66):

Het gaat over landbouw en daar zou de kiezer best de verschillende standpunten over mogen weten.

De voorzitter:

Maar de kranten zijn dan al gedrukt.

De heer Pechtold (D66):

Dat zei zojuist een CDA-woordvoerder ook. Ik weet niet of er overleg is geweest om mij hiervan te overtuigen.

De voorzitter:

Nee, maar twee zielen ...

De heer Atsma (CDA):

Wij spreken nooit met elkaar.

De voorzitter:

Nooit.

De heer Pechtold (D66):

Nu geloof ik het helemaal niet meer. Ik zal hierover met mijn fractiegenoot overleggen en ik kom daar, als u het goed vindt, op terug. Wij overwegen het op dit moment en ik houd het open. Mag ik het zo formuleren?

De voorzitter:

Ik vind dat geweldig. Laat ons tijdig weten wat uw fractieberaad heeft opgeleverd.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Minister Klink werkt aan het onzalige plan om de eigen bijdragen in de zorg te verhogen. Mijn fractie is daar mordicus tegen, evenals die van de SP. Wij lazen in de krant dat de PvdA daar ook op tegen is. Ik zou daarom graag met spoed een spoeddebat willen houden om dat onzalige plan van tafel te krijgen alvorens minister Klink het afrondt.

Mevrouw Smilde (CDA):

Voorzitter. Wij hebben vanochtend een brief gekregen van de minister waarin hij op dit punt ingaat en schrijft dat wij zeer binnenkort kabinetsplannen kunnen verwachten, waarin onder andere dit punt geregeld wordt. Het lijkt mij dus weinig zinvol om een spoeddebat te houden. Wij steunen dat verzoek dan ook absoluut niet.

De heer Zijlstra (VVD):

Als een spoeddebat met spoed wordt aangevraagd, dan is er kennelijk van alles aan de hand. Toch heeft de VVD-fractie daar geen behoefte aan omdat zij het totaalpakket van de minister afwacht. Of dat punt erin staat, beoordeelt mijn fractie op dat moment. Geen discussie over aparte punten op dit moment.

De heer Van der Veen (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben ook geen behoefte aan een spoeddebat. Wij wachten het verhaal van de minister af.

De heer Van Gerven (SP):

De SP-fractie is voorstander van het spoeddebat. Er is veel onduidelijkheid. Hoe eerder die uit de lucht is, hoe beter. Wij houden dat spoeddebat graag zo snel mogelijk.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Is het niet mogelijk om het kabinet te vragen om snel te reageren op hetgeen uitgelekt is? Vervolgens kunnen wij bepalen wat wij verder doen.

De voorzitter:

Ik dacht dat er al een brief lag, maar misschien ben ik abuis.

Mevrouw Smilde (CDA):

Er ligt inderdaad een brief waarin de minister stelt dat hij op dit moment nog niets kan zeggen omdat het punt onderdeel uitmaakt van het totaalpakket waar het kabinet op dit moment over spreekt. Ik zou niet weten waarover wij moeten debatteren.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Het gaat mij om een reactie op dat uitgelekte bericht. Vervolgens kunnen wij beoordelen hoe wij verder moeten handelen.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Er ligt inderdaad al een brief. De PvdA heeft in de kranten luid en duidelijk gezegd het niet te willen en daar zou ik graag een strik omheen willen doen. Ik wil dus graag een spoeddebat. Ik heb daarvoor de vereiste meerderheid van 30 leden.

De voorzitter:

U hebt voldoende steun, maar u zult begrijpen dat ik deze week echt geen tijd heb. Ik ga dus zoeken naar een moment in de agenda, maar er is een aantal wachtenden voor u.

Het woord is aan de heer Aptroot.

De heer Aptroot (VVD):

Wij willen graag een spoeddebat over de groene geldklopperij van dit kabinet, dat de automobilist weer met bijna 200 mln. per jaar extra gaat uitpersen als een citroen. Het bericht stond in De Telegraaf. Wij hebben inmiddels een brief gekregen. Dit gaat in tegen de toezeggingen en de beloftes van het kabinet.

De heer Koopmans (CDA):

Wij zijn ook sterk voorstander van een debat, maar het lijkt mij verstandig dat het kabinet eerst een brief stuurt met een reactie op het rapport. Misschien kunnen wij overwegen om dat te koppelen aan het debat dat ongetwijfeld zal plaatsvinden over de fiscale vergroeningsbrief. Dat kunnen wij doen in de regeling van werkzaamheden nadat wij een brief van het kabinet hebben ontvangen. Het is echter heel goed om hierover met het kabinet te spreken.

De heer Cramer (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie heeft geen behoefte aan dit spoeddebat. Een brief met een nadere toelichting en de debatten die er nog aan zitten te komen, onder andere over Anders Betalen voor Mobiliteit, bieden voldoende ruimte om het aan de orde te stellen.

Mevrouw Agema (PVV):

Wij steunen het verzoek van de heer Aptroot.

De heer Roemer (SP):

De SP-fractie ook.

De voorzitter:

Mijnheer Aptroot, u hebt steun voor een spoeddebat. Ik weet echt niet wanneer ik het moet organiseren, maar ik ga mijn uiterste best doen.

De heer Aptroot (VVD):

Ik begrijp uw agendaproblemen. Tegen de heer Koopmans en de heer Cramer zeg ik: de brief is vandaag binnengekomen en het is nog erger dan in De Telegraaf staat.

De heer Koopmans (CDA):

Ik wil van het kabinet graag een brief hebben met een reactie op het rapport van de ANWB en BOVAG/RAI. Dat is van groot belang voor een ordentelijk debat met het kabinet op dit punt.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Langkamp; woensdag rappeldag.

Mevrouw Langkamp (SP):

Zo is het maar net, voorzitter. Ik wil de minister voor Jeugd en Gezin er nog maar eens aan herinneren dat ik nog steeds zit te wachten op antwoorden op vragen die ik heb gesteld. Voor een eerste serie heb ik al twee keer eerder aandacht gevraagd, maar de antwoorden zijn nog steeds niet binnen. Als die niet snel komen, moet ik de vragen misschien aanmelden voor het mondelinge vragenuur. Het gaat om vragen over een vonnis waarin bepaald is dat de Wet op de jeugdzorg strijdig is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden.

De tweede serie vragen gaat over het rapport "State of the world's mothers" van Save the Children.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Kraneveldt.

Mevrouw Kraneveldt-van der Veen (PvdA):

Mijn collega mevrouw Wolbert en ik hebben op 16 april 2009 vragen gesteld over de inzet van persoonsgebonden budgetten in het onderwijs. Wij hebben daarop nog geen antwoorden ontvangen. Daarom vraag ik u, het kabinet te verzoeken om ons voor eind volgende week de antwoorden te doen toekomen, zodat wij die kunnen betrekken bij het algemeen overleg over passend onderwijs aan het eind deze maand.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Ik heb ook een rappel. Het betreft vragen van mij en twee collega's aan de minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van Justitie. Die vragen hebben wij elf weken geleden gesteld en er mag nu wel met spoed antwoord komen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is wederom aan de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter! Mijn tweede verzoek is, het verslag van het algemeen overleg over het CBR, dat vandaag is gehouden, op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen.

De voorzitter:

Wij zullen het VAO toevoegen aan de agenda van – hopelijk – volgende week.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter! Ook ik wil een vraag in herinnering roepen die al heel lang ligt. Het gaat over de voorlichting over het HPV-vaccin. De minister van VWS zou op 1 mei antwoorden, zo had hij in een uitstelbericht beloofd. Wij zijn al weer ver over die termijn heen, dus graag aanmanen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Gisteren hebben wij tijdens het vragenuurtje met de staatssecretaris gesproken over de mogelijkheid om te stemmen in het buitenland, en dan toegespitst op Kamp Holland in Uruzgan. Het verbaast mij dat, terwijl de minister van Defensie heel duidelijk in een AO had toegezegd dat hij alles in het werk zou stellen om daar een stembureau in te richten, de gegevens die ik nu ontvang – ze komen nog steeds binnen – aantonen dat daar nog niet eens een poging toe is gedaan. Als reden wordt gegeven dat het juridisch moeilijk is. Er is niets extra's gedaan om de bijna 2000 mannen en vrouwen die wij daar hebben zitten, de mogelijkheid te geven om te stemmen.

Ik zou een spoeddebat moeten aanvragen, maar ik wil van de minister zelf op zeer korte termijn meer informatie hebben, voordat ik een debat überhaupt aan kan gaan. Ik zou heel graag van de minister willen weten waarom hij zegt dat er juridische obstakels waren. De VS heeft voor de presidentsverkiezingen gewoon hele stembureaus overgevlogen. Ten tweede zou ik van de minister willen weten wat hij concreet heeft gedaan om ervoor te zorgen dat men zich in Uruzgan kon registreren. Bij 20% van de andere stemmers in het buitenland is bij de gemeente Den Haag iets misgegaan. Communicatie vanuit Uruzgan is voor de mensen zelf heel moeilijk, dus dat had de minister moeten verzorgen als werkgever. Wat heeft hij gedaan toen hij de juridische bezwaren van de Kiesraad hoorde? Heeft hij geprobeerd, Kamp Holland de status van een consulaat te geven of zo? De boten voor de kust van Somalië zijn immers ook Nederlands grondgebied. Daar geldt dan ook Nederlands recht. Ik zou willen weten hoeveel militairen zich vanuit Uruzgan daadwerkelijk hebben geregistreerd. Ik denk namelijk dat dit een goede graadmeter is voor wat de minister heeft gedaan. Tot slot vond ik het zeer ongepast dat Defensie vanochtend in De Telegraaf een vergelijking maakte met Ibiza. Als je mensen uitstuurt naar gevechtshandelingen, dan is dat niet te vergelijken met vakantiegangers op Ibiza die daar ook niet kunnen stemmen.

Voorzitter. Ik wil voor 17.00 uur op al deze punten een heldere brief van de minister hebben. Anders wil ik daarover debatteren.

De voorzitter:

Eigenlijk is het aanvragen van een brief een punt voor een commissie, maar ik snap uw probleem. U vraagt dus op dit moment een brief aan, met het oog op mogelijk een debat later.

De heer Schinkelshoek (CDA):

Voorzitter. Ik verbaas mij niet snel, maar nu dreig ik toch even van verbazing om te vallen. Vanmorgen hebben wij een debat gehad over de Kieswet. De heer Pechtold stond op de sprekerslijst voor tien minuten, maar hij is niet komen opdagen. Nu staat hij hier wel met groot vertoon het aanvragen van een spoeddebat aan te kondigen, alsof er ik weet niet wat aan de hand was. Dit lijkt mij niet de ordentelijke weg.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Nee, wij doen een rondje en dan krijgt u weer het woord.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Dit is vrij persoonlijk. De heer Schinkelshoek weet heel goed dat het debat van vanochtend niets te maken had met Uruzgan. Het ging over de systematiek. En ja, een fractie met drie zetels moet kiezen. Ik heb de hele ochtend in een AO over de kwaliteit van het basisonderwijs gezeten.

De voorzitter:

Dit gaan wij niet verder uitdiepen.

De heer Pechtold (D66):

Het ging niet over Uruzgan. Daar heeft de Kamer het vanochtend niet over gehad.

De voorzitter:

Mijnheer Schinkelshoek, steunt u het voorstel om een brief te vragen met het oog op een debat? Wij gaan verder niet de diepte in.

De heer Schinkelshoek (CDA):

Voorzitter. Het spijt mij werkelijk, maar de heer Pechtold had dit punt vanmorgen heel goed bij de staatssecretaris aan de orde kunnen stellen. Daar zijn die debatten voor. Het gemak waarmee hij nu een spoeddebat aankondigt, vind ik een verslonzing van onze regels.

De heer Pechtold (D66):

Zeg nu gewoon dat je het niet steunt!

De voorzitter:

U probeert mij te helpen, dat voel ik, maar het helpt niet.

De heer Schinkelshoek (CDA):

Voorzitter. Ik ga over mijn eigen antwoorden. Ik steun het verzoek van de heer Pechtold om aan de minister van Defensie een brief te vragen over de stand van zaken. Daarbij wil ik graag de brief van de staatssecretaris van BZK betrekken waarin wordt aangegeven op welke wijze in het verleden mensen op militaire missies de mogelijkheid hebben gehad om te stemmen. Dan kunnen wij het in perspectief zien.

Mevrouw Griffith (VVD):

Steun voor het verzoek van de heer Pechtold om voor 17.00 uur een brief te hebben met een toelichting op de vragen die hij heeft gesteld en op de aanvullende vragen van de heer Schinkelshoek.

De heer Van Raak (SP):

Steun. De minister van Defensie heeft blijkbaar iets toegezegd wat hij niet heeft waargemaakt. Daar moet hij verantwoording over afleggen. Al gaan wij vandaag op onze kop staan, dan zal er nog geen stembus naar Uruzgan gaan. Laat hem ons dus eerst informeren, liefst vandaag nog, met een mooie dikke brief en dan zien wij verder.

De voorzitter:

Dunne brieven kunnen ook mooi zijn.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Wij steunen het verzoek om een brief en het zou mooi zijn als daarin ook oplossingen staan.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Na ommekomst van de brief kunnen wij elkaar altijd nog weer treffen.

Ik zie dat de heer Van Haersma Buma nog een opmerking wil maken.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Nu blijft een beetje in het luchtledige hangen wanneer wij weten of er vannacht gestemd gaat worden. Kan dat in ieder geval voor de stemmingen van 18.15 uur bekend worden gemaakt?

De voorzitter:

Mijnheer Pechtold, voordat u naar het fractieberaad vertrekt: kunt u ons voor 18.00 uur laten weten of er vannacht gestemd gaat worden of niet?

De heer Pechtold (D66):

Dit vriendelijke verzoek zal ik zeker in de fractie verdedigen. Met een stem extra heb ik daar een meerderheid.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan horen wij dat tijdig. Het blijft een beetje hangen, maar wij houden hoop.

Naar boven