Vragen van het lid Leijten aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de klassenzorg terug is.

De voorzitter:

Gezien de tijd stel ik voor dat mevrouw Leijten haar vragen nog stelt, maar dat er vanuit de Kamer geen vervolgvragen meer worden gesteld.

Mevrouw Van Miltenburg heeft een opmerking?

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Voorzitter. Ik heb een punt van orde. Dit is de tweede of zelfs de derde keer achter elkaar dat een punt van volksgezondheid als nummer vier geagendeerd staat in het vragenuur en dat de Kamer geen mogelijkheid krijgt om aanvullende vragen te stellen. Ik snap dat u daar nu niets aan kunt doen, maar ik wil wel graag dat u daar met uw collega-voorzitters en liefst ook met de echte Kamervoorzitter over spreekt, want ik vind dit geen goede gang van zaken.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Ik sluit ook niet uit dat wij een debat zullen aanvragen wanneer de beantwoording onvoldoende is.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. De uitholling van de ouderenzorg is compleet, want de klassenzorg is weer terug. Verzorg- en verpleeghuizen vragen geld voor heel normale dingen. Naast de verzorging van het lijf is er weinig geld over. Nu wordt er dus extra geld gevraagd voor een keer lekker eten, voor een toetje, voor fruit, voor een keer extra douchen als dat nodig is of voor naar buiten gaan met stralend weer. Zelfs wordt er geld gevraagd voor toiletpapier. Het is allemaal mogelijk. De dikte van de portemonnee gaat dus bepalen hoe de zorg eruit ziet. Geen geld, pech gehad. Dit is tweedeling en de SP wil hiervan af. Deze ouderen hebben na de oorlog ons land opgebouwd en welvarend gemaakt. Zij hebben hard gewerkt voor goed onderwijs en goede zorg. Deze ouderen mogen nu gaan bijbetalen voor de douche.

Wat nu zorg is en wat luxe, is een discussie die deze staatssecretaris al tijden uit de weg gaat. Dus ik vraag het haar maar gewoon. Vindt de staatssecretaris een keer extra douchen als dat nodig is luxe? Vindt zij naar buiten gaan wanneer het mooi weer is luxe? De SP-fractie vindt van niet. Deze zaken horen bij het leven. De zorg voor ouderen en gehandicapten moet meer zijn dan bed, brood en een beetje bad. Wat gaat deze staatssecretaris doen om dit doorberekenen van zorgkosten te stoppen? Of vindt zij het wel prima dat er klassenzorg ontstaat?

Staatssecretaris Bussemaker:

Voorzitter. Misschien is het goed om allereerst te memoreren dat de zogenaamde pluspakketten waar mevrouw Leijten het over heeft, niet nieuw zijn. Pakketten om iets extra's te doen, zijn er al lang in de zorg. Ze zijn er al zo'n 12 à 15 jaar. Soms gelden zij voor alle bewoners. Dan zou je kunnen zeggen dat iedereen een bijdrage levert om iets extra's te kunnen doen, bijvoorbeeld een paar keer per jaar een uitje, of 's avonds wijn kunnen drinken bij het eten. Soms kan het ook gaan om een extra service op maat voor individuele bewoners, bijvoorbeeld als mensen naar de schoonheidsspecialiste of naar de kapper willen of als zij de administratie willen laten doen. Dat is individueel. Ik heb daar geen bezwaar tegen. Ik zou dat ook geen tweedeling of klassenzorg willen noemen. Ik zou er bezwaar tegen hebben als er een tweedeling kwam in de zorg die mensen krijgen, maar als je iets extra's wilt, als je iets wilt wat past bij je individuele behoeften, is daar niets mis mee.

Mevrouw Leijten vraagt wat dan de zorg is en wat luxe is. Daarop kan ik haar antwoorden dat de basiszorg altijd moet worden geleverd, door elke instelling, en dat dat moet volgens de daarvoor geldende normen voor verantwoorde zorg. Die gelden overal. Daar komt bovenop dat met individuele bewoners een individueel zorgplan kan worden gemaakt. Daarin kunnen zij uitspreken wat zij belangrijk vinden. Voor de een is dat misschien wandelen, voor de ander snoezelen. Wandelen hoort ook bij de zorg. Als iemand in zijn zorgplan zegt te hechten aan buiten zijn en graag extra te willen wandelen, maar het niet zo belangrijk te vinden om te snoezelen, kan dat worden vastgelegd in het zorgplan. Stel dat deze persoon later zegt toch ook graag te willen snoezelen, is er niets op tegen als dat in een pluspakket wordt vastgelegd. Zo kan dat ook voor tal van andere onderdelen.

Hetzelfde geldt voor wassen. Ook dat hoort bij de zorg, maar als je op dit vlak iets extra's wilt, kan dat ook onderdeel zijn van een pluspakket. De zorg die mensen nodig hebben, is ook daar afhankelijk van hun individuele situatie. Voor de een zal dat twee keer per dag zijn, voor de ander hoeft het nog niet één keer per dag te zijn.

Kortom, ik ben tegen tweedeling in de zorg en tegen klassenzorg. De zorg moet voor iedereen hetzelfde zijn, maar als wij willen dat er meer diversiteit komt, dat ook meer van het gewone leven in de zorg binnenkomt in verpleeg- en verzorgingshuizen en in de gehandicaptenzorg, is er niets op tegen om daar een extra pakket voor te maken, zolang dat maar niet ten koste gaat van de basiszorg. Ik zal ook nauwlettend in de gaten houden hoe zich dat ontwikkelt. Ik heb daarover overleg met ActiZ en met de NPCF, de cliëntenorganisatie die overigens zeker niet op voorhand tegen deze pakketten is en die daarin ook een aantal voordelen ziet. Wij zullen blijven monitoren om zeker te weten dat het om iets extra's gaat en dat het niet ten koste gaat van de basiszorg.

Mevrouw Leijten (SP):

Is basiszorg twee keer douchen per week, één keer douchen per week of één keer douchen per maand? Wanneer moet er bijbetaald worden? Dezelfde organisaties waarmee de staatssecretaris rond de tafel zit, zeggen allemaal dat dit een hellend vlak is, dat hier klassenzorg ontstaat en dat er wel degelijk sprake is van afhankelijkheid van de dikte van de portemonnee van mensen die ouderenzorg nodig hebben. Het was nu juist de verdienste dat de ouderenzorg niet de tweedeling kende die nu weer ontstaat. Iedereen weet dat er al schaarste was, want na jaren van bezuinigingen was fruit bij de maaltijd vaak al iets wat extra moest worden betaald. Ik zou graag willen dat de staatssecretaris kiest wat zorg is, want een individuele vraag waarvan zij uitgaat speelt mensen tegen elkaar uit. Degene die kan betalen en die kan kiezen krijgt nog zorg, terwijl degene die dat niet kan die niet meer krijgt. Ik wil daarvoor niet verantwoordelijk zijn.

Staatssecretaris Bussemaker:

Voorzitter. Mevrouw Leijten draait een bekende plaat over uitholling en bezuiniging. Misschien mag ik haar erop wijzen dat wij voor zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen extra middelen hebben uitgetrokken, zo'n 250 mln. in 2008. Ook voor deze jaren staat dat geld in de boeken. Er komt dus extra geld bij. Ondertussen houden wij meer rekening met de individuele zorgzwaarte. Daarom voeren wij zorgzwaartepakketten in, waardoor mensen met een zware zorgbehoefte ook extra geld krijgen. Er is dus geen sprake van uitholling. Er is evenmin sprake van een tweedeling. Ik heb al gezegd dat ik dit nauwlettend in de gaten houd. Dit is overigens een ontwikkeling waarvan de partijen die bij mij aan tafel zitten allerminst zeggen dat zij het ermee oneens zijn. Ik constateer dat patiënten- en cliëntenorganisaties de waarde hiervan inzien zolang het boven de echte zorgbehoefte uitgaat. Dat laatste is absoluut cruciaal.

De basisnorm voor wassen is dat mensen in zorginstellingen schoon moeten zijn. Afhankelijk van iemands beperkingen kan dit betekenen dat hij of zijn twee keer per dag moet worden gewassen. Voor iemand anders kan met een keer per dag worden volstaan. Misschien zijn er anderen die heel graag elke dag in bad willen. Er is niets op tegen als dat onderdeel kan uitmaken van een pluspakket. Er zou wat op tegen zijn als de zorg zou worden verdeeld en als mensen die meer zouden kunnen betalen betere en andere zorg zouden kunnen krijgen dan degenen die het niet kunnen. Dat is een van de belangrijke uitgangspunten van ons stelsel: solidariteit. Dat betekent geen tweedeling en geen klassenzorg.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoorden. Wij zijn aan het einde van het mondelinge vragenuur.

Ik deel aan de Kamer mede dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Madlener, Jonker, Blanksma-van den Heuvel, Aasted-Madsen-van Stiphout;

Verbeet, alleen voor de middagvergadering, in verband met de medaille-uitreiking aan de militairen die hebben deelgenomen aan de missie in Afghanistan;

Linhard en Bouchibti, de gehele week.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven