Vragen van het lid Pechtold aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht "Duizenden kiezers mogen niet stemmen".

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. De verwarring is compleet. Nadat de staatssecretaris eerst de stembustijden met een uur wilde inkorten, bleek dat 700.000 Nederlanders in het buitenland om te kunnen stemmen een uitdaging aan moesten waar zelfs de paarse en de blauwe krokodil voor op de vlucht zouden slaan, met als resultaat dat slechts 18.000 Nederlanders zijn geregistreerd. Dat is 2,6% van alle potentiële stemmen in het buitenland. Ik heb deze gegevens vanmorgen gekregen van de gemeente Den Haag. Van die 18.000 geregistreerden blijkt ook nog eens 20% foutieve formulieren te hebben gekregen en voor een deel lijkt dat onherstelbaar. De grootste tegenvaller dreigt echter voor 150.000 mensen die dreigen terecht te komen in het experiment van de staatssecretaris om identificatie verplicht te stellen in een aantal gemeenten.

De opkomst voor de Europese parlementsverkiezingen staat traditiegetrouw al onder druk, maar dit kabinet kiest er ook nog eens voor om met ondoordachte experimenten verwarring te stichten en om stembureaus met een onmogelijke opdracht op te zadelen. Daarom stel ik de volgende vragen.

Klopt het dat de staatssecretaris ondanks zware kritiek van de Kiesraad de combinatie "identificatieplicht" en "stemmen" selectief, want niet voor alle gemeenten, toch heeft doorgedrukt? Kan zij bevestigen dat maar 18.000 Nederlanders in het buitenland zich hebben geregistreerd? Is zij bereid om samen met de minister van Buitenlandse Zaken een evaluatie hiervan naar de Kamer te sturen? Hoe kan de staatssecretaris met dit voorstel komen, terwijl het kabinet de wettelijke evaluatie van de uitgebreide identificatieplicht al ruim een jaar voor zich uitschuift? Waarom heeft zij dit experiment voor 352 gemeenten ingesteld en niet voor alle gemeenten? Hierdoor had de communicatie uniformer en krachtiger gekund. Wat heeft de staatssecretaris gedaan om de nieuwe regels breed bekend te maken? Wanneer heeft zij dat gedaan? Is zij bereid om de leden van de stembureaus te instrueren om al het mogelijke te doen, desnoods met volmachten ter plekke, om mensen van hun stemrecht gebruik te kunnen laten maken? Is zij bereid om de komende dagen er nog al het mogelijke aan te doen om de nieuwe regels onder de aandacht te brengen, zodat zo veel mogelijk mensen van hun belangrijkste democratische recht gebruik kunnen maken? Is er donderdag een klachten- of adviesnummer, desnoods dat van haar eigen ministerie, dat van half acht 's morgens tot negen uur 's avonds bereikbaar is?

Tot slot vraag ik de staatssecretaris om de Kamer hartelijk te bedanken voor deze extra zendtijd die de mogelijkheid biedt om mensen er nog eens op te wijzen dat zij, als zij gaan stemmen, legitimatie mee moeten nemen in 352 gemeenten.

De voorzitter:

Dank u wel. U stelt overigens wel twee extra vragen. De vragen over identificatie waren toegelaten; die hebt u ook gesteld. Er zijn ook schriftelijke vragen gesteld over de registratie. Mag ik de staatssecretaris uitnodigen om ook die voor donderdag te beantwoorden?

De heer Pechtold (D66):

Het liefst nu, want ieder moment waarop we mensen nog kunnen informeren over de gang van zaken van donderdag, is meegenomen.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Voorzitter. De schriftelijke vragen worden vanmiddag nog beantwoord. Ik heb er alles aan gedaan om dat op tijd te doen, zo vlak na Pinksteren.

Natuurlijk wil ik de heer Pechtold altijd bedanken voor de extra zendtijd. Hij maakt daarvan ook altijd driftig gebruik. Het gaat hier echter om een serieuze zaak, namelijk het democratische recht. De heer Pechtold heeft daarvan zelf al kennis kunnen nemen.

De heer Pechtold (D66):

In november.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Bij het experiment Stemmen in een willekeurig stemlokaal wordt nu inderdaad het identificatiebewijs verplicht ingevoerd. De reden daarvoor is dat uit evaluaties van eerdere experimenten, die de heer Pechtold ongetwijfeld kent, is gebleken dat dit gewenst is in het kader van de fraudebestrijding. Zowel de commissie-Korthals Altes als de Kiesraad heeft aanbevolen om de identificatieplicht in te voeren en de Kamer heeft daarmee ingestemd in een debat over het rapport van de commissie-Korthals Altes. De heer Pechtold doet nu net alsof hij niet wist dat er in Nederland een aantal mensen zonder ID-bewijs zijn. Hij leest elke dag in de krant dat die mensen er zijn. Sommigen hebben uit principe geen ID-bewijs en anderen hebben een verlopen ID-bewijs, ondanks het feit dat er 15 miljoen paspoorten in omloop zijn. Die mensen hebben een alternatief; dat heb ik al gezegd en dat blijf ik zeggen. Dat alternatief is het volmachtstemmen.

Wat was het bezwaar van de Kiesraad? Die is niet mordicus tegen; het is echt verkeerd dat de heer Pechtold dat zegt. De Kiesraad is voor de identificatieplicht en heeft daar ook advies over uitgebracht. Het bezwaar was de juridische grondslag. Die heb ik gevonden in de Experimentenwet Kiezen op Afstand. De Kiesraad zag nog een paar praktische knelpunten. Op dat punt heb ik een ontwerp-AMvB gemaakt voor aanpassing van het Tijdelijke Experimentenbesluit Kiezen op Afstand. Die heb ik voorgehangen bij de Tweede Kamer en daarover is geen enkele opmerking gemaakt. U kunt zich voorstellen dat ik enigszins verbaasd ben over de vragen van de heer Pechtold, en over de toon die hij gebruikt. Ik heb het ontwerpbesluit aan de Raad van State aangeboden. Die vond dat er een goede, deugdelijke juridische grondslag is gekozen. We hebben zelfs, naar aanleiding van navraag die ik heb laten doen in een aantal gemeenten, de toelichting nog enigszins aangepast. Dat is de stand van zaken. De Kamer heeft zich dus kunnen uitspreken over het besluit dat is voorgehangen.

Er zijn overigens geen 18.000 geregistreerde kiezers in het buitenland, maar 38.000. Er mag namelijk voor het eerst ook op de Antillen en op Aruba worden gestemd. Daar hebben zich zo'n 20.000 mensen geregistreerd; net zoveel als elders in het buitenland. Op de Antillen en op Aruba zijn briefstembureaus ingericht. Men kan dus volledig van zijn democratische recht gebruikmaken.

Wat heb ik zelf gedaan om de stembureaus te informeren? Ik heb een uitgebreide documentatiemap gemaakt, ook omdat er voor het eerst handmatig, met een rood potlood wordt gestemd. In de map wordt ook aandacht besteed aan de ID-plicht. Ik ben zelf bij een voorlichtingsbijeenkomst voor stembureauleden geweest. Ook in de instructie wordt aan de ID-plicht aandacht besteed. Bovendien besteden we er in al onze voorlichting aandacht aan. Ook een aantal gemeenten besteedt er aandacht aan. Ten slotte kan iedereen zich met klachten melden bij het Informatiepunt Verkiezingen van de Kiesraad en het ministerie van BZK. Alle stembureaus en gemeenten beschikken over het nummer. Dat staat ook op onze website www.uheefthetvoorhetzeggen.nl. Wij doen er alles aan om het onderwerp goed onder de aandacht van de kiezers te brengen, omdat ik het van groot belang vind dat iedereen van zijn democratische recht gebruikmaakt.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Pechtold. Ik vraag hem om de vragen die vanmiddag worden beantwoord, buiten beschouwing te laten.

De heer Pechtold (D66):

De staatssecretaris antwoordt procedureel en zij bagatelliseert. Natuurlijk zijn er mensen die uit principe geen identificatiekaart hebben. Ik denk echter aan de ouderen in verzorgingshuizen en seniorenhuizen, die misschien een verlopen kaart hebben en er beneden – waar vaak het stembureau gevestigd is – pas achterkomen dat ze niet kunnen stemmen. Daar gaat de staatssecretaris niet op in. De staatssecretaris spreekt van het buitenland. Ik mag de staatssecretaris voor Koninkrijkszaken toch wel zeggen dat Aruba en de Antillen niet het buitenland zijn. Die 38.000 klopt dus precies: 20.000 in het Koninkrijk en 18.000 van de 700.000 in de rest van het buitenland. Ik heb hier de mailtjes van mensen die zich hadden aangemeld en vervolgens in een administratieve rompslomp terechtkwamen. Daarvan kan 20% niet stemmen.

In de brief die de staatssecretaris naar de Kamer heeft gestuurd, heeft zij aangekondigd: "In de opkomstbevorderende campagne voor de Europese verkiezingen zal de identificatieplicht een prominente rol krijgen." Ik heb dat nergens gezien. Als de staatssecretaris doelt op dat ene regeltje onderaan de oproepkaart, kan zij mij dan garanderen dat deze brief van de burgemeester van Den Haag bij alle 352 gemeenten eronder zit? Of moeten wij het doen met dit ene regeltje? Ik als kiezer ga echt niet de hele kaart lezen. Ik weet naar welke basisschool ik moet. Er had in grote letters op moeten staan: neem uw paspoort mee. Dat is niet gebeurd.

De staatssecretaris antwoordt dus procedureel. Zij bagatelliseert de problemen, vooral voor ouderen die waarschijnlijk een verlopen identiteitskaart hebben wanneer zij niet meer jaarlijks naar het buitenland gaan. Ik krijg hierop graag een antwoord.

Ik heb ook geen antwoord gekregen op mijn vraag of de staatssecretaris bereid is, al het mogelijke te doen om de stembureaus zo te instrueren dat mensen de mogelijkheid krijgen om alsnog met volmachten te stemmen. Het zal een gedoe worden, maar ik vind dat de staatssecretaris voor dit principiële recht van mensen, namelijk deelnemen aan de democratie, alles moet doen.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Op de laatste vraag is het antwoord ja. Ik ben ook bij de stembureauleden geweest om dit aan te geven. Ons materiaal is daarop ook gericht. Wij hebben ook uitgelegd dat mensen dan bij volmacht kunnen stemmen op het bureau. Ik bagatelliseer het geenszins. Ik heb er in alle uitingen aandacht aan besteed. Met de stempas hoeft u trouwens ook niet per se op die basisschool te stemmen, mijnheer Pechtold. Daarom is die juist ingevoerd. U kunt dat doen bij alle bureaus in uw gemeente. Daarom bestaat de identificatieplicht. Daartoe is ook geadviseerd door de Kiesraad en de commissie-Korthals Altes. Wij doen er ook van alles aan. In de spotjes op de televisie over het stemmen wordt altijd aandacht aan de identificatieplicht besteed. Het gebeurt op radio en tv. Wij hebben geadverteerd in alle kranten, in alle media. Wij doen het de laatste dagen nog in alle gratis kranten. In alle landelijke kranten wordt geadverteerd. Ik heb met alle gemeenten contact opgenomen. Rotterdam heeft overal grote posters en borden neergezet, alleen over de identificatieplicht. Wij besteden er echt onophoudelijk aandacht aan, juist omdat het nieuw is.

Ik laat het ook evalueren omdat het nieuw is. Ik laat ook alle stembureaus turven of er mensen komen zonder identiteitskaart en hoeveel, opdat wij kunnen evalueren en kunnen nagaan wat voor mensen dat zijn. Het zijn overigens niet alleen ouderen. Ik heb navraag gedaan in drie gemeenten. Ik heb de Raad van State daarop nog gewezen. Het gaat om 140.000 tot 150.000 mensen, gespreid over alle generaties. Er zijn heel veel acties geweest – ik deed dat ook in een vorig leven – om ouderen in bejaarden- en verzorgingshuizen te helpen aan een geldig identiteitsbewijs, omdat zij zich bij banken en in het kader van de zorgverzekering moeten identificeren. Er zijn dus acties voor geweest. Het zijn dus ook niet alleen ouderen, het is gespreid over alle generaties. In de bejaarden- en verzorgingshuizen wordt er nog extra aandacht aan besteed en wordt mensen op de volmacht gewezen. Het gebeurt dus heel prominent.

Wat de kiezers in het buitenland betreft, daar zitten voor een deel ook de vragen. Natuurlijk weet ik hoe het in het Koninkrijk zit. Wij hebben gekozen voor de methode die wij ook in het buitenland gebruiken, omdat dat de enige mogelijkheid was om ook die mensen te laten stemmen. Bij deze verkiezingen zijn er meer kiezers uit het buitenland geregistreerd dan in 2004.

De heer Van Raak (SP):

Wij zijn een democratie en geen bureaucratie. In een democratie moet iedereen kunnen stemmen. Dat moet het uitgangspunt zijn, ook als wij gaan experimenteren. Wij hebben het voor een aantal mensen makkelijker gemaakt om te gaan stemmen, voor u en voor mij, als wij straks aan het werk gaan of de kinderen ophalen of boodschappen doen.

De voorzitter:

En nu uw vraag.

De heer Van Raak (SP):

Voor een aantal mensen dat geen identiteitskaart heeft, is het echter heel moeilijk geworden. Soms hebben mensen die niet omdat zij er gewoon niet aan denken. Dat zijn vooral oudere mensen die niet meer naar het buitenland gaan, die slecht ter been zijn en misschien minder vaak buiten komen. Het is niet altijd onwil, maar zij hebben er gewoon geen. Daar is deze staatssecretaris medeverantwoordelijk voor. Waarom hebben wij dit experiment gedaan, als de staatssecretaris weet dat dan 150.000 mensen niet kunnen stemmen? Daarvoor moeten nu op het allerlaatste moment allerlei dingen worden bedacht, en er moet dan op het allerlaatste moment nog een machtiging komen. Veel ouderen zullen daar niet meer aan toekomen en daar geen zin in hebben. Hoe gaat de staatssecretaris dat regelen? Wat blijft er over van de veiligheid? Daar was de identificatieplicht toch voor bedoeld? Waar blijft de bestrijding van fraude als wij via een achterdeur via machtigingen kunnen gaan stemmen? Heeft de staatssecretaris wel goed nagedacht?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik heb daar heel goed over nagedacht, net als u toen u mij daarover sprak. Dat is echt niet op het laatste moment gebeurd. Ik heb er juist navraag naar laten doen, zodat ik weet om hoeveel mensen het bij deze verkiezingen gaat. Ik evalueer dit punt, zodat wij daarvan kunnen leren voor een volgende keer. Er wordt ook geturfd: alle stembureaus in Nederland houden bij hoeveel mensen zich melden zonder ID-kaart. En er wordt zoals gezegd geëvalueerd.

De heer Van Raak (SP):

Te laat!

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Nee, want dan weten wij in ieder geval hoe het zit. Wij moeten ons realiseren dat het om een aantal mensen gaat, maar dat zijn niet alleen ouderen, het zijn ook jongeren. Er is enorm geïnvesteerd in het voorzien van ouderen van ID-kaarten. Het is belangrijk dat dat goed is gebeurd. Wij willen allemaal het systeem van de stempas uitbreiden, en daar hoort de ID-plicht bij.

De heer Van der Ham (D66):

Wij zitten twee dagen voor de verkiezingen, dus u kunt al wel een beetje aan het evalueren slaan. Het lijkt mij logisch dat u zegt: terugkijkend hadden wij wel een beetje eerder kunnen beginnen met het geven van deze informatie. Dat wilt u toch wel toegeven? D66 heeft eerder aandacht gevraagd voor stemmingen voor de troepen in Uruzgan. Minister Van Middelkoop heeft toegezegd dat dat heel eenvoudig zou worden. Hoe staat het daarmee?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik ben het echt niet met u eens. Wij zijn heel vroegtijdig begonnen met informatieverstrekking, waarover met alle gemeenten is gecommuniceerd.

Het Experimentenbesluit is al op 3 november 2008 bij deze Kamer voorgehangen. Dat hebben wij niet voor niets gedaan. De Kamer had kunnen bedenken dat dat een risico met zich kon brengen. Toen zijn er geen opmerkingen gemaakt. Wij hebben daar zelf serieus naar gekeken, ook omdat het nieuw is. Dit is inderdaad behulpzaam, want ook nu komt het weer in het nieuws, zodat wij mensen er opnieuw op kunnen wijzen dat zij een ID-kaart bij zich moeten hebben.

Ik moet het antwoord op de vraag over Uruzgan schuldig blijven. Ik zal dat nog een keer laten vragen aan collega Van Middelkoop.

De heer Van der Ham (D66):

Ik verzoek u in ieder geval daarover vanmiddag duidelijkheid te geven. Dat loopt namelijk al lange tijd.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik zal dat meenemen in de antwoorden op de schriftelijke vragen.

De voorzitter:

Die zien wij vanmiddag tegemoet.

De heer Brinkman (PVV):

Ik krijg heel erg veel berichten over kiezers die de kiezerspas niet krijgen, doordat TNT ze niet levert. Hebt u die informatie ook?

U hebt gelijk dat wij hierover al hebben gedebatteerd en dat daarover al is gestemd. Wat dat betreft hadden wij inderdaad al het een en ander kunnen weten. Ik moet wel zeggen dat ik de voorlichting minimaal vind. Waarom laat u dat over aan de lokale overheden? U had kunnen weten dat dit een heel groot probleem zou zijn.

De Antillianen mogen nu inderdaad stemmen voor het EP. Gefeliciteerd daarmee. Maar waarom mogen Antillianen die wonen in Nederland niet gewoon ook stemmen voor de Eilandsraad op Curaçao of Sint Maarten, voor die corrupte bende daar? Ik snap even niet waarom het een wel mag en het ander niet.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik ben blij dat de heer Brinkman zegt dat wij over dit onderwerp al een aantal keren hebben gesproken, en dat hij erkent dat dit punt niet door de Kamer eerder is opgebracht. Ik denk ook dat het goed is dat de heer Brinkman dat zo zegt. Wij doen wel veel voorlichting zelf. We laten het helemaal niet over aan de gemeente. Sommige gemeenten doen het inderdaad met een aanbiedingsbrief bij de stempassen die bezorgd worden. We doen zelf aan reclame op radio en tv. We hebben al geadverteerd in de landelijke dagbladen. We doen dat deze week, naar ik meen, nog drie keer in alle kranten om juist aan die identificatieplicht aandacht te besteden. Wij laten het dus helemaal niet aan de gemeenten over. Wat betreft het punt van de Antillianen lijkt het me beter als we daar met elkaar in een AO verder over spreken.

Er is geen enkele klacht bij het Bureau verkiezingen binnengekomen over passen die door de TNT niet bezorgd zouden zijn. Deze klachten zijn mij niet bekend.

De heer Heemelaar (GroenLinks):

Voorzitter. We vinden het heel ernstig dat er zo veel mensen dreigen niet te stemmen, terwijl ze willen stemmen. Dat is echt een groot probleem. We erkennen ook dat er uitgebreid overleg over is gevoerd, maar de vraag op dit moment is toch hoe verstandig het is om dit experiment nu door te laten gaan als je al van tevoren weet dat dit grote risico's heeft. Met andere woorden: is het – dit is een vraag aan de Kamer en aan de staatssecretaris – te overwegen om die identificatieplicht alsnog terug te draaien?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Het antwoord is nee, voorzitter.

De heer Schinkelshoek (CDA):

Voorzitter. Is de staatssecretaris bereid om stembureaus te vragen om soepel en vooral ook wijs om te gaan met de identificatieplicht? Ik heb het dan met name over kiezers die uitdrukkelijk bekend zijn bij alle leden van het stembureau. Ik pleit voor een soort hardheidsclausule. Zou de staatssecretaris, als het voor morgen niet kan, dit in elk geval uitdrukkelijk mee willen nemen bij de evaluatie?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

We zullen dit bij de evaluatie meenemen. De stembureaus moeten de regels hanteren die er zijn. De wettelijke regel is dat er een identificatieplicht geldt; dus de stembureauleden kunnen daar niet anders mee omgaan dan zij volgens die regel moeten doen. Ik heb daar met verschillende stembureauleden ook over gesproken, vandaar dat we die evaluatie ook doen. Zij zullen wel – en dat is wat wij hebben afgesproken – erop wijzen dat die volmachtmogelijkheid bestaat. Dit kunnen zij dan desnoods op het stembureau zelf ook oplossen, door een andere kiezer die daar aanwezig is, te vragen bij volmacht te stemmen. Men hoeft dan niet per se terug. Dat is wat we hebben afgesproken met elkaar.

De heer Kalma (PvdA):

Voorzitter. Stemmen in een willekeurig stemlokaal binnen een gemeente is een vooruitgang. Daar hoort een identificatieplicht bij. Dat heeft de Kiesraad ook nadrukkelijk gezegd. Daar is overeenstemming over. Maar het is een overgangssituatie. Er is sprake van een experiment. Ik vraag de staatssecretaris niet om het experiment af te blazen, helemaal niet, maar is er voor de stembureaus niet enige ruimte voor een zekere coulance, zodat het doel en niet het instrument voor 100% vooropstaat? Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan een bewoonster van een verzorgingshuis die dan wel over een giropas beschikt, maar niet over een van de drie voorgeschreven instrumenten. Is daarbij enige coulance mogelijk?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Het antwoord is hetzelfde als dat in de richting van de heer Schinkelshoek. Ik zal daar natuurlijk naar kijken bij de evaluatie, maar de stembureauleden moeten de wettelijke regels in acht nemen. Dat betekent dat zij als enige mogelijkheid de mensen kunnen wijzen op de optie om iemand te volmachten. Stembureauleden zijn zich er heel wel van bewust dat dit een mogelijkheid is. We hebben dat ook in ons informatiemateriaal onder de aandacht gebracht. Overigens is het zo dat we alle stembureauleden uitgebreid geïnformeerd hebben, juist omdat dit nieuw is. Er zijn zelfs ook werkmappen gemaakt en een brochure, want het gaat niet alleen om Nederlandse paspoorten. Alle paspoorten van alle EU-landen moeten op het stembureau worden herkend en daarvan moet de geldigheid worden vastgesteld. Het betreft dus alle mensen die potentieel mogen stemmen in Nederland. Hier is uitgebreid informatiemateriaal over gemaakt.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. Ik denk dat ik het met de staatssecretaris eens ben dat iedere kiezer van zijn stemrecht gebruik moet kunnen maken. Ik ben ook blij dat de staatssecretaris de schriftelijke vragen die gesteld zijn voor morgen zal beantwoorden. Maar de staatssecretaris geeft ook als alternatief aan dat mensen gebruik kunnen maken van een volmacht als zij hun identificatiebewijs niet bij zich hebben. Bij mij is onduidelijkheid ontstaan, omdat in de stukken staat dat als mensen over willen gaan tot een volmacht, zij een legitimatiebewijs bij de volmacht moeten voegen. Misschien kan de staatssecretaris daar iets meer duidelijkheid over geven.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Dat was een van de adviezen van de commissie-Korthals Altes, maar dat hebben wij nog niet ingevoerd, dus dat is op dit moment niet het geval. Ik heb nu zelf geen stempas bij me, maar de heer Pechtold had er wel een bij zich. Daarop staat aangegeven dat iedere kiezer zich met die stempas met twee onderhandse volmachten op het stembureau kan melden en geen identiteitsbewijs van degene die de volmacht heeft gegeven bij zich hoeft te hebben. Daarom is dit ook een goede oplossing voor de vragen die door de heer Schinkelshoek en de heer Kalma zijn gesteld.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook de SGP-fractie vraagt zich af of de identificatieplicht zoals deze nu is vormgegeven, niet te rigide is. Ik ben het met de staatssecretaris eens dat dit een goed voorwerp is voor de evaluatie. Nu zijn we allemaal gebonden aan de regels die we met elkaar hebben vastgesteld. Dat is ook democratie.

De staatssecretaris heeft in een aantal gemeenten onderzoek laten verrichten naar hoeveel mensen geen ID-kaart hebben. Volgens mij heeft de commotie over de resultaten van dat onderzoek nu juist ook tot deze vragenronde geleid. Mijn vraag is wat de achtergrond is van die peiling bij die gemeenten in deze fase. Of gaat het om informatie die al veel eerder beschikbaar was, maar die nu naar voren is gekomen?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Het gaat om informatie die al veel eerder beschikbaar was. Ik heb het nog even opgezocht. Ik heb hierover op 11 december 2008 geschreven aan de Raad van State, toen we dat ontwerp hebben voorgehangen. Als gewone krantenlezer weet de heer Van der Staaij ook dat er mensen op straat blijken rond te lopen zonder geldig ID-bewijs, als zij zich desgevraagd moeten legitimeren. Hij knikt, dus hij weet dat ook. Ik heb in een heel vroege voorfase al bedacht dat ik zelf wilde weten hoe dit zat in het land, zonder dat deze vraag bij de Kamer was opgekomen. Bij drie gemeenten, van verschillende grootte, in verschillende delen van het land, heb ik daarnaar laten kijken. Toen is gebleken dat het gaat om één komma zoveel procent, verspreid over het land. Het gaat dan om 140.000 tot 150.000 kiezers in het hele land, gespreid over alle leeftijdscategorieën. Ik heb dat al heel lang geleden aangezwengeld, toen geen van de Kamerleden op deze vraag was gekomen, ook niet de heer Pechtold. Ik heb dat ook in de toelichting opgeschreven. Daarom is de toelichting wat aangepast.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Ik kan de opmerking van de heer Brinkman onderschrijven, want ook ik heb geen stempas gekregen, evenals een aantal mensen uit mijn omgeving, over het hele land verspreid. Ik zou daar nog maar even naar kijken, als ik de staatssecretaris was.

In 352 gemeenten is er wel sprake van een identificatieplicht en in 89 niet. Eerlijk gezegd vind ik dat belachelijk. We hebben een identificatieplicht in Nederland en die geldt nu ook gewoon. Mijn vraag is of de staatssecretaris er voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen voor kan zorgen dat de identificatieplicht voor 100% wordt ingevoerd.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Dat is inderdaad de bedoeling.

Naar boven