Vragen van het lid Van Gent aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de effecten van de bezuinigingen op de gastouderopvang.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Al maanden is er onrust in het land over de kinderopvang. Wij hebben daarvoor ook een actie gestart. Ik zou mij vandaag echter willen concentreren op de gastouderopvang, want daarvoor bestaat alle aanleiding. Wij hebben zojuist actie gevoerd op het Plein. Daarbij werd een aantal smartlappen gezongen, wat ik mij heel goed kan voorstellen want het is natuurlijk te triest voor woorden wat er rond de gastouderopvang gebeurt.

De staatssecretaris zegt dat het allemaal wel meevalt, dat er uitgegaan wordt van verkeerde vooronderstellingen, dat er een beetje gegoocheld wordt met cijfers, dat de keuzevrijheid zeker op peil blijft en dat het misbruik aangepakt moet worden. Dat laatste ben ik zeker met haar eens, maar het zal niet het geld opleveren dat zij ervan verwacht.

Staatssecretaris, u bent de staatssecretaris van kinderopvang. U hebt de belangrijke taak om de combinatie van arbeid en zorg op een goede manier te regelen. Wat u nu doet, is ouders in de stress jagen. Zij weten al maandenlang niet waar zij aan toe zijn. Waar u mee bezig bent, lijkt mij dan ook niet goed. Honderdduizend ouders maken gebruik van de gastouderopvang. En honderdduizend ouders zijn op dit moment dan ook zeker over de toekomst van de gastouderopvang. Als je 400 mln. wilt bezuinigen op de gastouderopvang en je daaraan nu datzelfde bedrag uitgeeft, is de rekensom snel gemaakt. De staatssecretaris kan die rekensom net zo goed maken als ik. Het zijn dramatische cijfers voor de gastouderopvang. In het plan van de staatssecretaris wordt uitgegaan van € 2,50 per uur voor veel van de gastouders. Wij gaan daarmee terug naar vroeger. Geëmancipeerde vrouwen vroegen zich toen af of het werkelijk op die manier geregeld moest worden: vrouwen die voor een koopje elkaars kinderen opvangen. Ik mag toch aannemen dat de staatssecretaris als eigentijdse vrouw – zo wil ik haar nog steeds zien – dat niet voor haar verantwoording wil nemen.

Ik kom op het beruchte Vyvoj-onderzoek waarin staat dat 50% van de vrouwen minder zal gaan werken of zal stoppen. De staatssecretaris zegt dat dat onderzoeksrapport meteen in de prullenbak gegooid kan worden. Zij trekt de uitkomsten in twijfel, zonder dat zij daarvoor enig bewijs levert. Zij lijkt te denken dat aanval de beste verdediging is. Waarmee is de staatssecretaris bezig? Kan zij voor mij bewijzen dat dat onderzoek niet deugt, of is het een spelletje blufpoker? Voor het laatste is de zaak echt te serieus. Ik vraag de staatssecretaris of zij bereid is om een tegenonderzoek te laten doen.

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Van Gent voor het stellen van de vragen. Ik denk dat het goed is dat ik door het parlement in de gelegenheid ben gesteld om in te gaan op datgene wat er door het platform Gastouderopvang naar voren is gebracht. Ik begrijp heel goed dat er bij veel ouders onrust is. Dat heeft natuurlijk ook te maken met veel onterechte beweringen die over de gastouderopvang zijn en worden gedaan. Het kabinet heeft al eerder een aantal voorstellen aan de Kamer voorgelegd om de kinderopvang te hervormen. De doelstelling daarvan is dat die opvang voor iedereen toegankelijk en betaalbaar is. In het bijzonder willen wij aandacht besteden aan de gastouderopvang. De Kamer weet dat wij daarbij twee opties voor ogen hebben. Het betreft in de eerste plaats een vorm van een oppassubsidie van € 2,50 per uur voor met name familieleden. In de tweede plaats kunnen professionele gastouders die ook in kwaliteit willen investeren, verder gaan met een hoger uurnormbedrag. Het uurnormbedrag van € 4 is dus wel degelijk een serieuze optie die in het genoemde onderzoek niet als zodanig is meegenomen. Veel professionals in de gastouderopvang zullen dus, in tegenstelling tot wat er in de media wordt gezegd, niet geconfronteerd worden met de uurnorm van € 2,50.

Mevrouw Van Gent spreekt over een bezuiniging van 400 mln. en over een uitgave van 400 mln. aan gastouderopvang. Dat is niet correct. De Kamer weet dat er bij voorjaarsnota 1,6 mld. extra is uitgetrokken om de groei van de kinderopvang de komende jaren te bekostigen. Daarvoor heeft het kabinet gekozen omdat het de combinatie van arbeid en zorg belangrijk vindt. Vanzelfsprekend is dit bedrag ook bedoeld om de spectaculaire groei in de gastouderopvang te kunnen opvangen. Het kabinet geeft dus veel meer dan die 400 mln. aan deze vorm van opvang uit. Om het in de toekomst een vorm van opvang te laten zijn die draagvlak heeft in de samenleving, is van belang dat oneigenlijk gebruik wordt tegengegaan. Deze vorm van opvang is daarvoor immers gevoelig. De Kamer weet dat als geen ander. Zij heeft mij daarop immers herhaaldelijk gewezen.

Wij zijn in overleg met de sector en het platform dat momenteel actie voert. Het lijkt mij namelijk belangrijk dat wij ook naar hun suggesties luisteren. De maatregelen zullen per 1 januari 2010 in werking treden. De Kamer heeft bij de voorjaarsnota de berekeningen van het CPB ontvangen. Daaruit blijkt dat de effecten op de arbeidsparticipatie marginaal waren. Volgende week zal de Kamer bij de MEV opnieuw cijfers van het CPB ontvangen. Het betreft een doorrekening van dit pakket. Dan kan de Kamer zien dat arbeidsparticipatie voor het kabinet voorop staat.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Mij resten toch nog een paar vragen. Staatssecretaris, u onderbouwt uw stelling dat dit onderzoek niet klopt niet. Het tarief van € 4 per uur gaat alleen gelden voor zogenaamde thuiscrèches met minimaal vijf kinderen. Voor het gros van de gastouderopvang op dit moment geldt dat niet. Dergelijke opvang is, ook voor bijvoorbeeld het platteland waar geen andere keuze is, van heel groot belang. Dat klopt dus in mijn ogen niet.

U sprak over een CPB-doorrekening. Ik wil dat u gemotiveerd en gefundeerd – ik zeg dat uit een soort oprechte nieuwsgierigheid – aangeeft waarom dat Vyvoj-rapport niet zou kloppen. U sprak over doorrekeningen uit het voorjaar, maar daar waren de effecten van deze bezuinigingen niet in meegenomen. Uw stelling lijkt mij dus blufpoker waar wij niets mee opschieten en al die gastouders zeker niet. Ik wil u dus echt vragen om een gemotiveerde brief aan de Kamer te zenden waarin wordt aangegeven waarom het Vyvoj-onderzoek niet klopt. U zoekt nu de media op en u zoekt nu ook weer de aanval, gebaseerd op nattevingerwerk. Dat betreur ik echt.

Staatssecretaris Dijksma:

Als het gaat om een staaltje blufpoker, kunt u er ook wat van, mevrouw Van Gent. Nu even de feiten. Het eerste feit is dat het hele pakket aan maatregelen, inclusief de ingreep in de gastouderopvang, in het voorjaar is doorgerekend door het CPB. Die doorrekening zat toen bij uw stukken, dus dat kunt u nazoeken. Als service van de zaak, krijgt u volgende week een nieuwe doorrekening met de meest actuele stand van zaken.

U zegt dat die € 4 voor de thuiscrèche alleen geldt voor thuiscrèches met minimaal vijf kinderen. Mijn vraag aan u is waar u dat eigenlijk op baseert. Op dit moment ben ik namelijk met de branche in gesprek om te onderzoeken op welke wijze wij die professionele gastouderopvang in de toekomst vorm kunnen geven. De vraag is wat redelijk is en wat mag worden gevraagd bij de gestelde uurprijs. Dat overleg is volop gaande. Ik ken daar nog geen uitkomst van. Zodra ik die heb, bent u de eerste die het hoort.

Mevrouw Langkamp (SP):

Ik vraag mij af hoeveel mensen dit antwoord van u nog kunnen volgen. Er is grote onduidelijkheid en grote onrust. Mensen, ouders en gastouders, weten absoluut niet waar zij aan toe zijn. U spreekt over een oppassubsidie van € 2,50 of een vergoeding van € 4 voor professionele gastouderopvang. Wat gebeurt er nu met die kleinschalige gastouderopvang, met de mensen die nu zeggen: als dat de toekomst is, stop ik ermee? Waar laat u die kinderen? Wanneer geeft u nu eens duidelijkheid?

Staatssecretaris Dijksma:

Dat ga ik zo snel mogelijk doen. Ik ben het met u eens dat ouders recht hebben op die duidelijkheid. Om die duidelijkheid te kunnen verschaffen, is het echter ook van groot belang dat wij overleg voeren met de ondernemers, onder andere die in de gastouderopvang zelf. Ik wil met hen overleg voeren. Ik vind het goed dat zij zelf ook aangeven dat zij op zich wel zien dat hervormingen in de gastouderopvang nodig zijn en dat zij met eigen initiatieven komen. De Kamer krijgt dit najaar een wetsvoorstel.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Ik wil ook dat de misstanden in de gastouderopvang aangepakt worden. Wat ik nu zie is dat niet de problemen worden aangepakt, maar dat de lasten voor de ouders omhoog gaan. Dat dwingt tot foute keuzes. Ik wil dat de staatssecretaris nogmaals naar haar plannen kijkt en met de brancheorganisaties in overleg treedt en dat zij niet ineens de uurtarieven omlaag schroeft.

Staatssecretaris Dijksma:

Dat overleg met de branche is, zoals gezegd, volop gaande. Dat vindt plaats met iedereen in de branche, dus niet alleen met de ondernemers in de kinderopvang, maar ook met vertegenwoordigers van de ouderorganisaties. Waar het gaat om de discussie over de uurnormprijs, moet ik u erop wijzen dat wij die al uitgebreid hebben gevoerd in de Kamer.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Dat is de crux en daarom vallen al die vrouwen af.

De voorzitter:

Mevrouw Koşer Kaya, u weet dat u geen tweede gelegenheid hebt. Ik geef het woord aan mevrouw Dezentjé Hamming.

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

In de eerste plaats ben ik bang dat de staatssecretaris toch de keuzevrijheid van de ouders beperkt door iets aan die tarieven te doen. Nog veel belangrijker vind ik echter de vraag wat het verlagen van die tarieven, onder andere in de gastouderopvang, betekent voor de enorme wachtlijsten die er zijn. Ik wil graag een heel helder antwoord op de vraag hoe de plannen een verbetering kunnen brengen in de wachtlijsten. In sommige Vinex-wijken bedragen die vier jaar en twee jaar is gebruikelijk. Het is natuurlijk te gek voor woorden dat je bij wijze van spreken als man of vrouw op je zestiende alvast een kind moet aanmelden voor het geval er ooit een kind komt.

Staatssecretaris Dijksma:

De Kamer krijgt elk halfjaar ook van ons een monitor hoe het zit met de wachtlijsten, met name bij de buitenschoolse opvang. Dat is een belangrijk punt. U weet ook dat wij een aantal acties extra hebben ingezet om heel snel te zorgen dat er meer capaciteit is, dus meer locaties. Op dit moment ben ik ook met de branche bezig om ervoor te zorgen dat wij de mensen die in de kinderopvangsector werken extra scholen, waardoor er meer mogelijkheden komen voor mensen om in de kinderopvangsector te werken. Bij de maatregelen die wij doorvoeren, kijken wij natuurlijk ook naar het effect op wachtlijsten. Je kunt verwachten dat dat voor een deel ook een verloop heeft van de ene vorm van opvang naar de andere. Daar moet natuurlijk ook rekening mee gehouden worden. Vandaar ook dat wij de maatregel niet eerder dan per 2010 laten ingaan. Dan heeft de sector ook tijd om zich daarop voor te bereiden.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ik vind het een beetje gek om naar de staatssecretaris te luisteren. Zij heeft waarschijnlijk niet gezien hoeveel mensen er daarnet bij ons voor de deur stonden. De fractie van GroenLinks heeft 80.000 handtekeningen verzameld van mensen die bang zijn voor de toekomst en voor wat er allemaal gaat veranderen als de staatssecretaris de bezuinigingen doorzet. Iedereen die het niet met haar eens is, maakt zij verdacht alsof hij fraudeert en ongelijk heeft. De staatssecretaris is nog in overleg met de sector, maar heeft de bezuiniging al aangekondigd, dus hoe serieus is dat overleg?

Staatssecretaris Dijksma:

Dat overleg is serieus, want anders moet je er gewoon niet aan beginnen. Een van de dingen die ik zo meteen ga doen, is het gesprek aangaan met de mensen die u net op het Plein gesproken heeft. Dus wij zijn voortdurend met elkaar in gesprek. Als er goede suggesties zijn, nemen wij die vanzelfsprekend over. Het is dus niet zo dat kritiek van mensen moet leiden tot verdachtmakingen, maar het is wel mijn taak om het tegen te spreken als er dingen worden gezegd die niet waar zijn. Ik zou geen knip voor mijn neus waard zijn als ik dat niet deed.

Mevrouw Sterk (CDA):

Een van de zaken die u terecht wilt aanpakken, ook met de nieuwe voorstellen, is misbruik. Onlangs zijn er in Radar op televisie organisaties geweest waarvan duidelijk was dat zij misbruik maakten van de regeling. Wat heeft u op dit moment ondernomen tegen deze organisaties?

Staatssecretaris Dijksma:

Ik heb eind december jongstleden al met GGD Nederland overleg gevoerd en wij hebben ook extra middelen beschikbaar gesteld om de controle te verstevigen, met name op de gastouderbureaus. U zegt terecht dat daar een heel belangrijk probleem zit. Wij hebben daar heel weinig grip op. Dat is een van de redenen dat wij in onze maatregelen de positie van die gastouderbureaus in het bijzonder ter discussie hebben gesteld. Dat is echt iets anders dan de positie van gastouders. Gastouderbureaus bemiddelen. Daar zijn heel goede bij, maar helaas zijn er ook cowboys op de markt. Dat betekent dat wij daar echt iets aan moeten doen.

Naar boven