Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | nr. 101, pagina 7157-7160 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | nr. 101, pagina 7157-7160 |
Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 3 juni 2008 over verpleeghuiszorg.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Ik dien vier moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat verdere certificeringsprocessen geen meerwaarde bieden om inzicht te geven in de kwaliteit van zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen;
constaterende dat certificatie leidt tot een te hoge bureaucratische belasting en te hoge werkdruk voor de uitvoerende zorgverleners in de verpleeg- en verzorgingshuizen;
van mening dat certificering ook leidt tot te hoge kosten voor de organisatie;
verzoekt de regering, met voorstellen te komen hoe de certificatieprocessen te stoppen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Leijten en Kant. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 158(31200 XVI).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er onduidelijkheid is over de kwaliteit en kwantiteit van deskundigheidsbevordering van verzorgend en verplegend personeel in de verpleeghuizen;
van mening dat zowel bijscholing als coaching, Leijtentraining en intercollegiale toetsing van personeel een vanzelfsprekend onderdeel moeten zijn van kwaliteitsbeleid binnen de instellingen;
verzoekt de regering, de mogelijkheden te onderzoeken om de bij- en nascholing te verbeteren en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Leijten en Kant. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 159(31200 XVI).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er in de nabije toekomst 400.000 extra mensen nodig zijn in de zorg;
constaterende dat de instroom van nieuw zorgpersoneel achterblijft en gestimuleerd moet worden;
van mening dat praktische werk- en leeropleidingen een grote bijdrage kunnen leveren aan het verhogen van de instroom van zowel jonge mensen als herintreders en zij-instromers;
verzoekt de regering, de mogelijkheden te onderzoeken om tot een leerwerkopleiding te komen, die het vergroten van het personeelsbestand stimuleert en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Leijten en Kant. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 160(31200 XVI).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de kwaliteit van zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen niet in heel Nederland voor alle inwoners van deze huizen voldoende is;
constaterende dat verbeteringen te langzaam gaan;
van mening dat de zorg in alle verpleeg- en verzorgingshuizen van goede kwaliteit moet zijn;
verzoekt de regering, met een plan van aanpak te komen met als doel dat binnen deze kabinetsperiode de zorg aan alle bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen op een hoogwaardig niveau is gebracht,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Leijten en Kant. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 161(31200 XVI).
Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter. Ik dien drie moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg doorgaans aangekondigd komt en instellingen zo op het bezoek kunnen inspelen;
overwegende dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg daardoor geen volledig beeld krijgt van het functioneren en de kwaliteit van een zorginstelling;
constaterende dat bewoners van verpleeghuizen en hun familie en vrienden nogal eens een andere mening dan de inspectie zijn toegedaan over de organisatorische aspecten van het verpleeghuis;
van mening dat rapporten gebaseerd op aangekondigde bezoeken onbruikbaar zijn;
verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat de inspectie voortaan controles alleen nog onaangekondigd uitvoert;
verzoekt de regering tevens, te bewerkstelligen dat de inspectie gaat werken met inspecteurs die zich als "mystery guest" onaangekondigd en anoniem onder de mensen in instellingen begeven,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Agema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 162(31200 XVI).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er een ernstig tekort is aan gediplomeerd personeel in verpleeghuizen;
overwegende dat de kwaliteit van de zorg niet te garanderen is zonder voldoende gediplomeerd personeel;
verzoekt de regering, met een noodplan te komen om het ernstige tekort aan gediplomeerde verpleegkundigen op te lossen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Agema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 163(31200 XVI).
De AgemaKamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat het nationale hitteplan ondermaats en onuitvoerbaar is;
constaterende dat de zomerhitte weer voor de deur staat en dat in 2006 ongeveer duizend mensen onnodig door de hitte stierven;
verzoekt de regering, ervoor zorg te dragen dat alle zorginstellingen worden uitgerust met een adequaat aircosysteem en deze apparatuur desnoods weg te halen uit gevangenissen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Agema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 164(31200 XVI).
Staatssecretaris Bussemaker:
Voorzitter. De eerste motie van mevrouw Leijten gaat over de certificatieprocessen. Ik acht deze overbodig. Ik heb in de debatten al aangegeven dat ik geen extra certificering wil. Ik vind dat wij moeten werken met de normen voor verantwoorde zorg. Dat wil ik met de zorgkantoren bespreken, als het gaat om de concessieverlening. In algemene zin vind ik dat zorgkantoren terughoudend moeten zijn met het vragen van informatie aan instellingen. Zij moeten niet steeds opnieuw om een gegevensuitdraai vragen met betrekking tot bijvoorbeeld de zorgzwaartepakketten. Wij doen dit dus al, en eigenlijk meer dan dat.
De tweede motie van mevrouw Leijten gaat over om- en bijscholing en acht ik ook overbodig. Wij doen al van alles op dat terrein. In november heeft de Kamer de brief over de arbeidsmarkt van ons gekregen en daarover hebben wij uitgebreid met elkaar gesproken. Er is naar aanleiding daarvan een Kamerbrede motie ingediend, waarin ook nog wordt gevraagd om verdere afspraken met de sociale partners. Onderwijs zal daarin zeker een rol spelen. Wij hebben gewezen op het stagefonds dat wij in het leven hebben geroepen. Overigens ben ik wel met mevrouw Leijten van mening dat er ook in de zorg nog veel te verbeteren valt aan de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Dat is een van de punten die de minister en ik al uitgebreid hebben besproken met het zorginnovatieplatform. Ook dat moet zich richten op het creatief nadenken over de nieuwe aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Kortom, wij doen dit al. Wat de intercollegiale toetsing betreft, ben ik het met mevrouw Leijten eens dat het van groot belang is dat met name de verzorgenden en verpleegkundigen in de langdurige zorg meer tijd krijgen om te reflecteren op hun werk. Daar hebben wij ook een heel interessant traject voor lopen, in het kader van Sneller Beter. Ik ben toevallig afgelopen vrijdag zelf bij een bijeenkomst in Rotterdam geweest waar precies die intercollegiale toetsing aan de orde kwam en ook de reflectie op het werk. U wordt dus op uw wenken bediend.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Wij hebben bij de rondetafelgesprekken allemaal gehoord hoe hoog de werkdruk is in verzorgings- en verpleegtehuizen. Wij weten allemaal hoe hoog de werkdruk is daar en wij weten ook allemaal hoe nijpend dat is voor de nascholing. Ik vind het net iets te marginaal om dat heel gemakkelijk af te doen door te zeggen: wij zorgen voor een aansluiting van roc's op de arbeidsmarkt, wij zorgen dat wij genoeg mensen binnenhalen en wij doen af en toe eens een dag intercollegiale toetsing. Wij vragen de staatssecretaris om de mogelijkheden ter verbetering van de bij- en nascholing te onderzoeken, en dan gaat het echt over het personeel in die huizen. Die mensen geven aan: wij hebben geen tijd!
Staatssecretaris Bussemaker:
Ik hoor dat verhaal ook weleens, maar ik wijs erop dat dit een verantwoordelijkheid is van de instellingen. Ik ben graag bereid om ze daarop aan te spreken. Dat doe ik al, maar ik ben graag bereid om dat nog een keer te doen. Ik heb ook vorige week gezegd dat ik de aanbieders daarbij ga betrekken, zodat zij hun medewerkers sturen naar die dagen die juist bedoeld zijn voor onderwijs. Ik zie het knelpunt, maar wat u vraagt, doen wij al en zelfs meer.
Dat geldt ook voor het verzoek gedaan in de motie-Leijten over een leer-/werkopleiding. Daar heb ik al het een en ander over gezegd door te verwijzen naar de stageplaatsen, door te verwijzen naar de discussies die wij met het Zorginnovatieplatform voeren, juist om te komen tot meer afstemming tussen leren en werken, werken en leren, werken tijdens de opleiding en bijleren tijdens het werk.
De laatste motie-Leijten betreft een plan van aanpak om de kwaliteit van verpleeg- en verzorgingshuizen op een hoogwaardig niveau te brengen. Volgens mij hebben wij het daar uitgebreid over gehad. Dat is een doelstelling van de hele Kamer, het is een doelstelling van het kabinet en er wordt keihard aan gewerkt samen met de koepels, samen met de IGZ en samen met alle betrokkenen. Dat zou ook betekenen dat wij daar vooral individuele aanbieders op aan moeten spreken. Het blijft een vraag waarom de een die kwaliteit wel kan bieden en de ander niet. Ik ontraad dus de aanneming van die motie, omdat er op dat gebied al het nodige gebeurt.
Dan kom ik op de moties van mevrouw Agema. Zij wil dat de inspectie gaat werken met inspecteurs die zich als mystery guest onaangekondigd en anoniem onder de mensen in instellingen begeven. Ik ontraad de aanneming van deze motie. Wij hebben al heel nadrukkelijk aangegeven dat de inspectie aangekondigd, maar ook onaangekondigd op bezoek komt. Zeker waar wij signalen hebben dat het nuttig is om onaangekondigd op bezoek te komen, gebruikt de IGZ die mogelijkheid. Feitelijk voegt deze optie daar weinig of niets aan toe. Ik kan mij voorstellen dat je met zo'n mystery guest in de onderwereld misschien gegevens boven tafel krijgt, maar het lijkt mij niet de weg om op die manier bij verpleeg- en verzorgingshuizen te gaan werken.
Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter. Ik ben een beetje geschrokken van de reactie van de staatssecretaris. In eerste instantie is mystery guest zijn een fatsoenlijke baan, die je niet met de onderwereld moet gaan vergelijken. Het gaat om de kwaliteit in de verzorgingshuizen. Die laat nog wel eens te wensen over. Op het moment dat je een bezoek aankondigt, krijg je niet te zien wat je wilt zien. Hetzelfde geldt voor onaangekondigde bezoeken. Het gaat erom dat iemand zich anoniem onder de mensen begeeft. Dat is nog geen onderdeel van het palet van de staatssecretaris en daarom vraag ik haar om daar wel naar te kijken.
Staatssecretaris Bussemaker:
Dat ben ik echt niet met u eens. Als je onaangekondigd komt, weet niemand dat je komt en krijg je alles te zien. Je zult je alleen wel als inspecteur moeten aankondigen, want anders krijg je met allerlei privacygevoeligheden te maken. De deuren zullen wel open moeten gaan als iemand van de inspectie zich onaangekondigd aandient. De minister en ik hebben al gezegd dat wij er ook zeer veel waarde aan hechten dat dit inderdaad gebeurt. Als het daarom gaat, dan ben ik het met u eens. Instellingen mogen zich niet verschuilen achter het feit dat ze weten dat de inspectie langskomt en opeens even alles aanvegen en mooier maken dan het misschien in de dagelijkse praktijk is. De inspectie moet de dagelijkse praktijk kunnen controleren. Ik ben ervan overtuigd dat zij dat ook met de huidige middelen goed kan.
Mevrouw Agema (PVV):
Het gaat er toch om dat ik iets anders voorstel dan de staatssecretaris uitvoert. De mystery guest, dus de inspecteur die onaangekondigd komt, stelt zich bij binnenkomst in een instelling nog steeds voor als de inspecteur. Het gaat erom dat hij dat niet kenbaar maakt. Dat is iets totaal anders dan de mogelijkheden die de staatssecretaris tot nu toe biedt.
Staatssecretaris Bussemaker:
Wat mevrouw Agema wil, kan niet, dus ik ontraad de aanneming van deze motie.
Mevrouw Agema heeft ook een motie ingediend met het verzoek om een noodplan op te stellen om het ernstige tekort aan gediplomeerde verpleegkundigen op te lossen. Ik verwijs naar aanleiding hiervan naar alle debatten die wij met elkaar over de arbeidsmarkt hebben gevoerd, de 5000 à 6000 mensen die erbij komen in de verpleeghuizen, de motie-Schippers die tijdens het debat over de arbeidsmarkt is ingediend en de discussie die wij met elkaar tijdens het algemeen overleg hebben gevoerd. Daarbij betrek ik ook de beroepsgroepen. Bovendien heb ik volgende week een gesprek met de organisatie van verpleegkundigen en verzorgenden om samen met hen na te gaan hoe wij het aantal verpleegkundigen kunnen vergroten.
Als laatste heeft mevrouw Agema een motie ingediend met het verzoek om alle zorginstellingen uit te rusten met een adequaat airconditioningsysteem en om die apparatuur desnoods weg te halen uit gevangenissen. Dit lijkt mij een buitengewoon bureaucratische, ondoelmatige en dure onderneming, dus laten wij er met zijn allen vooral voor zorgen dat zorginstellingen zijn voorbereid op hitte. Ik zeg overigens niet alleen zorginstellingen, want de grootste problemen doen zich bij mensen thuis voor. Zij zijn niet goed voorbereid op grote hitte. Het is de verantwoordelijkheid van zorginstellingen, maar wij ondersteunen en faciliteren die. Bij nieuwbouw moet er natuurlijk zo adequaat mogelijk van apparatuur gebruik gemaakt worden. Dit lijkt mij in ieder geval niet de weg die wij met elkaar moeten willen gaan.
Mevrouw Agema (PVV):
Ik heb natuurlijk de woorden "desnoods uit gevangenissen weghalen" gebruikt, want er is een groot verschil tussen hoe wij met gevangenissen omgaan en met mensen in verpleeghuizen in dit land. Daar gaat het mij niet om. Het gaat mij erom dat het hitteplan van de staatssecretaris kant noch wal raakt. Mensen zouden vaker gedoucht moeten worden, zouden meer slokjes water moeten krijgen, maar uiteindelijk komt het erop neer dat heel veel zorginstellingen geen adequaat airconditioningsysteem hebben. Het gaat mij erom dat de staatssecretaris daarvoor zorgt. Wij weten dat mensen in verpleeghuizen op dit moment al veel te weinig worden gedoucht en dat je mensen die moeite hebben met slikken, geen twee liter water op een dag kunt toedienen. Het gaat er dus om dat er daarnaast adequate airconditioningsystemen zijn. Dit komt niet tot uitdrukking in het hitteplan van de staatssecretaris. Aangezien ik dat een groot gemis vind, heb ik die motie ingediend.
Staatssecretaris Bussemaker:
Ik ga uit van maatwerk waarbij rekening wordt gehouden met wat mensen in zorginstellingen nodig hebben. Er zijn bijvoorbeeld mensen die helemaal niet goed tegen een airconditioningsysteem kunnen. Ook dat moet in overweging worden genomen. Het hangt er ook vanaf of je nieuwbouw of oudbouw hebt, maar natuurlijk wordt er bij nieuwbouw rekening gehouden met dit soort faciliteiten, maar wel op zo'n manier dat wij vooral de kwaliteit van leven in deze instellingen vergroten. Dat is in mijn ogen het essentiële verschil met de gevangenissen.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik stel voor, de ingediende moties aanstaande dinsdag in stemming te brengen.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Ik heb het gevoel dat de woordvoerders voor het volgende VAO aanwezig zijn, dus ik wil zo snel mogelijk doorgaan met het VAO over de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20072008-7157-7160.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.