Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over natuur- en milieueducatie, te weten:

- de motie-Van Velzen/Jacobi over een langjarige financiering voor natuur- en milieueducatie (20487, nr. 23);

- de motie Van Velzen/Polderman over de invulling van natuur- en milieueducatie (20487, nr. 24);

- de motie-Van Velzen/Polderman over ontdek- en speelruimte voor kinderen (20487, nr. 25);

- de motie-Van Velzen/Polderman over de mogelijkheid voor basisscholen om een schooltuin te ontwikkelen en onderhouden (20487, nr. 26);

- de motie-Ouwehand over aanvulling van de nota Natuur- en Milieueducatie met definities (20487, nr. 27);

- de motie-Ouwehand over nadere welzijnsregelgeving voor kinderboerderijen (20487, nr. 28);

- de motie-Biskop c.s. over verwerking van de resultaten van de Benelux-Werkconferenties in de uitvoeringsprogramma's (20487, nr. 29);

- de motie-Cramer c.s. over de rijksmiddelen bestemd voor natuur- en milieueducatie (20487, nr. 30).

(Zie vergadering van 5 juni 2008.)

De voorzitter:

De motie-Van Velzen/Polderman (20487, nr. 24) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat natuur- en milieueducatie (NME) een wezenlijke bijdrage levert aan het creëren van draagvlak voor natuur-, milieu- en duurzaamheidsbeleid;

overwegende dat natuur- en milieueducatieve activiteiten voor iedereen beschikbaar moeten kunnen zijn;

overwegende dat het onderwijswerkveld weliswaar in abstracte formulering, in kerndoelen en eindtermen, ruimte biedt aan NME maar dat dit geen garantie biedt voor structurele organisatie en verankering;

overwegende dat de gemeentelijke financiering voor NME de voornaamste basis is van financiering;

verzoekt de regering om in overleg met VNG aan te geven hoe gemeenten invulling kunnen geven aan natuur- en milieueducatie zodanig dat materialen, middelen en activiteiten structureel en voor iedereen beschikbaar zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 31 (20487).

Ik stel vast dat wij hierover nu kunnen stemmen.

Aangezien de motie-Van Velzen/Polderman (20487, nr. 26) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar motie (20487, nr. 27) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Van Velzen/Jacobi (20487, nr. 23).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Velzen/Polderman (20487, nr. 31).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, de ChristenUnie en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Velzen/Polderman (20487, nr. 25).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdD, de VVD en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Ouwehand (20487, nr. 28).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Biskop c.s. (20487, nr. 29).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Cramer c.s. (20487, nr. 30).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven