Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over zwerfjongeren, te weten:

- de motie-Agema over een rechterlijke machtiging om zwerfkinderen onder te brengen in jeugdzorginstellingen (31323, nr. 3);

- de motie-Uitslag/Timmer over het ontwikkelen van een eenduidige definitie voor zwerfjongeren (31323, nr. 4);

- de motie-Leijten over zeggenschap van gemeenten over de behandeling van zwerfjongeren (31323, nr. 5).

(Zie vergadering van 4 juni 2008.)

De voorzitter:

De motie-Uitslag/Timmer (31323, nr. 4) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door gemeenten en instanties verschillende definities van het begrip "zwerfjongeren" worden gehanteerd met verschillende leeftijdsgrenzen en dat dit de eenduidigheid van beleid en ketensamenwerking niet ten goede komt;

constaterende dat binnen de Wet op de jeugdzorg een leeftijdsgrens wordt gehanteerd van 18 of 23 jaar, dat de definitie van zwerfjongeren tot 25 jaar geldt en dat sommige zwerfjongeren hierdoor buiten het beleid dreigen te vallen;

overwegende dat zwerfjongeren moeilijk in beeld komen bij verschillende instanties en een bijzondere positie innemen tussen het beleid en de financiering van jeugdzorg en maatschappelijke opvang;

voorts overwegende dat ketensamenwerking en een warme overdracht tussen instellingen bevorderd worden door het hanteren van een eenduidige definitie;

verzoekt de regering, in samenspraak met de VNG en betrokken organisaties vóór het einde van het jaar een eenduidige definitie van zwerfjongeren te ontwikkelen en te hanteren, waarbij de leeftijdsgrens niet tot problemen en afschuifgedrag leidt bij de verantwoordelijke instanties,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 6 (31323).

In stemming komt de motie-Agema (31323, nr. 3).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Uitslag/Timmer (31323, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Leijten (31323, nr. 5).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de VVD, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven