Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. De invoering van de ov-chipkaart dreigt op een chaos uit te lopen. De betrouwbaarheid van de kaart is in het geding. Het vertrouwen van de burgers in de kaart slinkt met de dag. Wij hebben vanochtend een brief van staatssecretaris Huizinga over de problematiek gekregen. Die brief baart mijn fractie zeer veel zorgen, want de staatssecretaris lijkt daarin haar eigen onzichtbaarheid op dit onderwerp tot beleid te verheffen. Ik wil graag morgen of overmorgen een spoeddebat met de staatssecretaris voeren over deze problematiek.

De heer Roemer (SP):

Het is mijns inziens absoluut noodzakelijk om deze week een debat hierover te voeren, omdat deze materie breed in deze Kamer leeft en wij er ruimschoots over willen kunnen spreken. Ik verzoek de heer Duyvendak om een debat aan te vragen, nog deze week te houden.

De heer De Krom (VVD):

Mijn fractie ondersteunt het verzoek van de heer Duyvendak, maar ook de aanvulling van collega Roemer. Ik voeg hieraan toe dat mijn fractie graag zou zien dat voorafgaand aan het spoeddebat een hoorzitting wordt gehouden waarbij de meest betrokken partijen en deskundigen aan tafel zitten, opdat wij de feiten goed boven tafel krijgen voordat wij het debat met het kabinet aangaan. Ik geef de collega dit in overweging.

De voorzitter:

Daarover gaat de commissie, niet de collega.

De heer Madlener (PVV):

Ik sluit mij aan bij de opmerkingen van de woordvoerder van de VVD-fractie.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Ik meen dat het een belangrijk onderwerp is. Ik sluit mij aan bij de opmerking van de SP-fractie dat het een gewoon debat moet zijn. Ik kan mij voorstellen dat de problematiek breder is dan alleen de ov-chipkaart. Immers, de chip kent een veel bredere inzet. Ik vraag mij daarom af of het niet verstandig is om ook de staatssecretaris van Economische Zaken erbij te betrekken.

De heer Mastwijk (CDA):

Voorzitter. Een spoedig debat over dit onderwerp lijkt mij gewenst. Ik denk ook dat een hoorzitting goede diensten zou kunnen bewijzen. Alleen worstel ik met de vraag op welke wijze wij dat op een zorgvuldige manier kunnen vormgeven.

De heer Van der Ham (D66):

Ik steun het verzoek, ook dat van de SP-fractie, maar het lijkt mij overdreven dat er ook een andere staatssecretaris bij moet komen. Ik hoop dat de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat dit zelf kan dragen.

Mevrouw Roefs (PvdA):

De fractie van de Partij van de Arbeid is het eens met de opmerking van de fractie van D66. Voor de daadwerkelijke invulling is het mijns inziens goed om straks als commissie een procedurevergadering te houden.

De voorzitter:

Mijnheer Duyvendak, ik bespeur in de Kamer zelfs steun voor een gewoon debat en niet per se voor een spoeddebat.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Het lijkt mij geen enkel probleem om er een gewoon debat van te maken met bijvoorbeeld een spreektijd van vijf minuten per fractie. Misschien kunnen wij dat morgen of, beter nog, donderdag houden. Wij kunnen dan straks in een procedurevergadering bekijken hoe wij een korte hoorzitting kunnen organiseren die recht doet aan het uitgangspunt van geloofwaardigheid en voldoende informatieverschaffing. Het past volgens mij allemaal mooi in elkaar.

Hoe graag ik op zich ook met de staatssecretaris van EZ debatteer, deze ook bij dit onderwerp betrekken vind ik een wat doorzichtige poging van de fractie van de ChristenUnie om de verantwoordelijkheid te spreiden.

De voorzitter:

Nee, mijnheer Duyvendak, wij hebben allemaal goede voornemens voor dit jaar en een daarvan is dat wij ons allen onthouden van politiek bedrijven tijdens de regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor dat wij deze week een debat houden over de ov-chipkaart en dat daarbij een spreektijd geldt van vijf minuten per fractie. Aangezien de commissie over hoorzittingen gaat, beperk ik mij tot het debat.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Ik heb op 30 november 2007 en op 20 december 2007 vragen gesteld aan het kabinet. Daarop is nog geen antwoord gekomen. De ene set vragen gaat over de gebruiksvriendelijkheid van de ov-chipkaart voor visueel gehandicapten en de andere over een mogelijke tariefstijging van NS-vervoersbewijzen. De beantwoording van die vragen wordt langzamerhand dringend en ik verzoek daarom om een zeer spoedige beantwoording ervan.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Ons staatshoofd sprak in het afgelopen reces haar jaarlijkse kersttoespraak uit. Deze was zeer multicultureel getint, en dan druk ik mij nog voorzichtig uit. Als je je ogen sloot, was het net of je mevrouw Vogelaar hoorde spreken.

De voorzitter:

Dit is een regeling van werkzaamheden. Beperkt u zich zo veel mogelijk tot uw voorstel.

De heer Wilders (PVV):

Dat hebt u goed gezien, mevrouw de voorzitter. Ik zou graag in debat gaan met de minister-president, niet alleen over de wat linksige kersttoespraak en andere uitspraken van leden van het Koninklijk Huis, maar ook over de vraag of de Koningin en het staatshoofd in de toekomst nog wel deel moeten uitmaken van de regering. Uit berichten in de media heb ik opgemaakt dat ook de minister-president zelf dat debat graag met mij en anderen in de Kamer wil voeren. Ik hoop daarom dat de collega's mij in staat stellen om hierover een normaal, volwaardig debat – geen spoeddebat – met de regering te voeren.

De voorzitter:

Wenst een van de leden het woord te voeren over het voorstel van de heer Wilders? Ik constateer dat dat niet het geval is.

De heer Wilders (PVV):

Ik vind het teleurstellend dat niemand in de Kamer de PVV-fractie in staat stelt om dat debat te voeren. Ik heb hierover veel collega's in de media gehoord, maar nu blijken zij niet eens de moeite te nemen om voor de microfoon te zeggen waarom zij het er al dan niet mee eens zijn. Ik vind dat jammer. Ik zal op een andere manier proberen om met de minister-president het debat aan te gaan. Ik vind het jammer dat dat hier niet kan.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Ik rappelleer graag op het punt van twee series schriftelijke vragen. Op 21 december 2007 heb ik vragen gesteld over de boete van OPTA voor het installeren van DollarRevenue-software. Op 29 november 2007 heb ik vragen gesteld over de gestolen gegevens van Tel Sell. Ondanks het feit dat die organisatie failliet is, zou ik graag een antwoord op die vragen horen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Vorig jaar heb ik op 21 december vragen gesteld aan de minister van Defensie over de zaak-Erik O., met name over uitlatingen van medewerkers van Defensie. Ik heb alle begrip voor het feit dat er nog een onderzoek loopt, maar ik vind dat de vragen toch beantwoord kunnen worden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Voorzitter. Staatssecretaris Van Bijsterveldt heeft een brief toegezegd over de invoering van gratis schoolboeken. Er dreigt een chaos te ontstaan; er is in elk geval sprake van grote problemen. Om die reden zet ik graag wat spoed achter het ontvangen van de brief. Die zou deze week verschijnen. Ik benadruk dat die brief deze week naar de Kamer moet worden gestuurd. De Kamer moet die uiterlijk vrijdag ontvangen. Vervolgens moet daarover zo snel mogelijk een debat worden gevoerd.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven