Vragen van het lid Van Oudenallen aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over een actie van milieuactivisten op het CDA-congres.

Mevrouw Van Oudenallen (Groep Van Oudenallen):

Voorzitter. Wij hebben allemaal gezien of gelezen dat er dit weekend een heel raar voorval plaatsvond bij een congres van een van de politieke partijen. Een aantal milieuactivisten is daar in de zaal naar beneden gekomen. Je zou je wild schrikken! Het gaat hier om een maatschappelijke organisatie die haar maatschappelijke verantwoordelijkheid dient te nemen. In een tijd waarin sprake is van terrorismedreiging laat deze organisatie een actie zien die ik onverantwoordelijk noem. Zo'n actie kan tot gevolg hebben dat wij verscherpte veiligheidsmaatregelen en steeds meer kosten krijgen. Straks moeten politici in een glazen kooi en kunnen wij met niemand meer communiceren. Als het glas niet beslagen is, zijn wij dan nog te zien voor de burgers.

Van de minister wil ik weten hoe dit heeft kunnen gebeuren. Er waren daar ministers, een minister-president, een fractievoorzitter en een lijsttrekker aanwezig, allemaal mensen die beveiligd worden. Hoe heeft dit in godsnaam kunnen gebeuren? Wat vindt de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ervan dat een maatschappelijke organisatie meent dat zij in Nederland slechts aandacht kan krijgen als zij overal dwars doorheen gaat? Keurt hij dit net zo af als ik dit afkeur? Wat is de lering die wij hier met zijn allen uit kunnen trekken?

Minister Remkes:

Voorzitter. Ik wil hier geen misverstand over laten bestaan. Als mevrouw Van Oudenallen mij vraagt wat ik ervan vind, dan zeg ik dat ik het maatschappelijk volstrekt onverantwoord gedrag vind. Het kan op geen enkele manier worden goedgekeurd. De context waarin mevrouw Van Oudenallen het plaatst, is juist. Zeker in deze tijd zou dit soort acties, die wellicht ludiek bedoeld zijn, maar het niet zijn, door maatschappelijke groeperingen achterwege gelaten moeten worden.

Ik kom op de verantwoordelijkheidsvraag. Er zijn in feite drie partijen bij betrokken: de politie, de organisator en de DKDB. Bij dit soort evenementen is de organisator verantwoordelijk voor de veiligheid. Er zal bijvoorbeeld toegangscontrole moeten plaatsvinden. Vaak wordt dat gedaan door een particulier beveiligingsbureau dat wordt ingehuurd of door de beveiligingsdienst van het betreffende pand.

Het lokale gezag is bevoegd als de externe beveiliging aan de orde is en de DKDB is verantwoordelijk voor de persoonsbeveiliging. Laatstgenoemde dienst valt onder de primaire verantwoordelijkheid van de minister van Justitie en die is niet verantwoordelijk voor niet op de persoon gerichte verstoringen tijdens evenementen. In die situatie behoort die dienst zich juist te richten op de veiligheid van de bedreigde personen.

In het congresgebouw werden op dat moment meerdere congressen gehouden. Beveiligingsmaatregelen worden altijd genomen op basis van risico en dreiging. Het is overigens onmogelijk om alle risico's volledig uit te sluiten, tenzij er exorbitante maatregelen worden genomen. Op het CDA-congres was er geen sprake van een dreiging. Wij moeten overigens enig risico nemen als wij niet van plan zijn om dergelijke congressen in bunkers te houden.

Misschien had de interne beveiliging kunnen voorkomen dat die actievoerders de zaal binnen kwamen. Ik hecht er wel aan om expliciet te zeggen dat de minister-president en de fractievoorzitter van het CDA niet zijn bedreigd. Hun veiligheid is niet in het geding geweest. Wij zijn naar aanleiding van dit voorval wel bereid om campagneleiders nog eens te adviseren over de interne beveiliging. Op korte termijn zal ik dat signaal aan de partijvoorzitters afgeven. Als zij op dat punt behoefte hebben aan advies, kunnen zij in de toekomst terecht bij de NCTb en het betreffende beveiligingsonderdeel.

Mevrouw Van Oudenallen (Groep Van Oudenallen):

Het verheugt mij dat ook de minister dat gedrag afkeurt. Krijgt die organisatie geld voor projecten? Zo ja, moet er niet eerst een stevig gesprek met haar plaatsvinden? Is dit niet een slecht voorbeeld? Mensen kunnen immers op slechte ideeën worden gebracht. Ik hoop dat alle mensen die aan de campagnes meedoen, veilig zijn en de verkiezingen halen.

Minister Remkes:

De betreffende organisatie krijgt van het ministerie van BZK in ieder geval geen subsidie. Ik weet niet of andere ministeries haar subsidie toekennen, maar ik ben bereid om dat na te gaan. Als dat het geval is, zal ik de suggestie doen om eerst een stevig gesprek te voeren. Het gebruiken van overheidsgeld voor dit soort doelen past namelijk ook niet in mijn denkpatroon.

De voorzitter:

De Kamer krijgt dus nog antwoord op de vraag of andere departementen subsidies voor projecten aan die organisatie verstrekken.

Mevrouw Kalsbeek (PvdA):

Ik heb begrepen dat de actievoerders door een achterdeur het gebouw binnen zijn gekomen. De minister gaf dat impliciet toe. De minister onderscheidt de verschillen in verantwoordelijkheid scherp. Als het zo gemakkelijk is om een gebouw binnen te dringen waar een manifestatie zoals deze plaatsvindt, vraag ik mij af wat de beveiliging van mensen daarop af kan dingen. Is het zinnig om beveiligingsmensen neer te zetten als de achterdeur open staat? Is dat een goede manier van beveiligen?

Minister Remkes:

Ik heb zo-even impliciet gezegd dat die achterdeur gewoon dicht had moeten zijn. Dat is ook precies de reden waarom ik heb gezegd bereid te zijn om de politieke partijen in hun eigen verantwoordelijkheid met deskundige bijstand terzijde te staan.

Mevrouw Kalsbeek (PvdA):

Mijn vraag gaat een stapje verder. Moet de van overheidswege verstrekte beveiliging zich niet uitstrekken tot een toetsing of aan de randvoorwaarden is voldaan? Anders is het dweilen met de kraan open.

Minister Remkes:

In dit geval gebeurt dat door het aanbieden van bijstand.

De heer Dittrich (D66):

Ik vind de reactie van Maxime Verhagen op de televisie aansprekender dan het zwaar getoonzette verhaal van de minister. Moeten wij niet wat onverstoorbaarder reageren op een ludieke actie van een maatschappelijke organisatie die voor een milieukwestie de aandacht wil vragen? Wij moeten niet zo ingewikkeld doen. Wij moeten een beetje de ruimte geven aan maatschappelijke organisaties die in onze democratie soms op een ludieke manier een punt willen maken. Vindt de minister niet dat Verhagen chiquer reageerde door te zeggen dat wij het niet zo zwaar moeten maken?

Minister Remkes:

Ik heb de reactie van de fractievoorzitter van het CDA niet gezien. Ik kan mij overigens voorstellen dat hij op een wat meer laconieke manier reageerde. Ik ben echter nog niet vergeten dat er een periode is geweest dat wij ook taarten gooien als ludiek af hebben gedaan. Daarvan zijn wij inmiddels teruggekomen. Ik vind het een taak van de overheid, zeker in de door mevrouw Van Oudenallen aangegeven context, om te wijzen op de verantwoordelijkheid van maatschappelijke organisaties.

De heer Dittrich (D66):

Bij het gooien van een taart wordt fysieke inbreuk gemaakt op iemand. In dit geval hangt iemand aan een kabel om een milieupunt aan de orde te stellen.

De heer Irrgang (SP):

Aanstaande zaterdag houdt de SP haar congres in Amsterdam. Ik vraag de minister om, als Greenpeace van plan mocht zijn om die met een ludieke actie te verstoren, dat geen consequenties te laten hebben voor een eventuele subsidie. Dat zou een volstrekt overdreven reactie zijn.

Minister Remkes:

Ik neem deze opmerking voor kennisgeving aan.

De voorzitter:

Wij zijn met dit antwoord gekomen aan het einde van deze vragenronde.

Ik heb reeds gezegd dat er problemen waren ontstaan met het verdere verloop van het vragenuur omdat de minister van Justitie uitgenodigd was voor een debat in de Eerste Kamer. Dankzij de welwillende en als altijd constructieve medewerking van de Voorzitter van de Eerste Kamer is de minister nu echter onderweg. Wij moeten even op hem wachten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven