Vragen van het lid Wilders aan de minister van Buitenlandse Zaken over het voorgenomen bezoek van de Palestijnse premier Haniyeh aan Nederland.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Vrijdag verscheen het bericht dat de Palestijnse terroristenleider, Hamaspremier Haniyeh, naar Nederland wil komen. Een Palestijns platform heeft hem uitgenodigd om op 5 mei in Rotterdam een Palestijnse conferentie bij te wonen en Bevrijdingsdag te vieren. Dit is een perverse provocatie van de ergste soort: in Nederland Bevrijdingsdag vieren met een premier van een terroristische partij. Het is te gek voor woorden. Het is zelfs te ziek voor woorden.

Zoals iedereen weet is Hamas een verderfelijke terroristische organisatie die de vernietiging van Israël nastreeft en niet voor niets op de Europese lijst van terroristische organisaties staat. Dat deze terroristen deel uitmaken van de Palestijnse regering doet daaraan helemaal niets af. De mogelijke komst van een terroristische Hamaspremier naar Nederland is natuurlijk volstrekt onaanvaardbaar. Terroristen mogen nooit en te nimmer een visum krijgen om voet op Nederlandse bodem te zetten.

De minister van Buitenlandse Zaken heeft in de media gelukkig al verklaard dat hij geen visum zal verstrekken aan deze persoon. Ik vraag hem om hier in de Kamer klip en klaar te herhalen en te bevestigen dat er geen visum zal worden verstrekt aan Haniyeh. Niet als premier. Niet als privé persoon. In geen enkel geval. Nooit en te nimmer.

Kan de minister van Buitenlandse Zaken voorkomen dat Haniyeh met een Schengenvisum uit bijvoorbeeld Noorwegen, dat de boycot van Hamas heeft opgeheven, of Frankrijk toch ons land binnenkomt? Kan de minister beloven dat de man, als hij om een of andere reden toch naar Nederland zou komen, onmiddellijk door de Nederlandse autoriteiten in de boeien zal worden geslagen en achter de tralies zal worden gezet?

Ik vraag het kabinet ten slotte of het de Palestijnse conferentie op 5 mei in Rotterdam wil verbieden. De organisatoren hebben, als wij de media mogen geloven, banden met de terroristische Hamas. Ik vraag het kabinet of deze berichten kloppen. Een van de organisatoren is een Palestijn uit Vlaardingen genaamd Ibrahim Albaz, die in het verleden zelfs is gearresteerd voor het smokkelen van explosieven op de luchthaven van Parijs in Frankrijk.

Het is pas echt Bevrijdingsdag als wij zijn verlost van Hamas.

Minister Verhagen:

Voorzitter. Ik dank de heer Wilders voor de aan mij gestelde vragen. Ik begrijp met velen dat de afgelopen dagen ophef is ontstaan over een mogelijk bezoek van de Palestijnse premier Haniyeh aan Nederland.

Ik sta eerst stil bij de feiten. In een aan mij gerichte brief kondigde het zogenaamd Palestijns Platform voor Mensenrechten en Solidariteit aan om op 5 mei een bijeenkomst te willen organiseren over Palestijnse vluchtelingen. Men wilde daarvoor de Palestijnse premier Haniyeh uitnodigen. De organisatie verzocht mij daarom akkoord te gaan met de verstrekking van een visum aan hem, zodat hij de bijeenkomst zou kunnen bijwonen. Zodra mij dit bekend werd, heb ik aangegeven geen voorstander te zijn van de komst van de Palestijnse premier naar Nederland. Ik vond en vind namelijk dat de leider van een terroristische organisatie als Hamas, verantwoordelijk voor zo veel menselijk leed, geen platform in Nederland moet worden geboden om zijn denkbeelden naar voren te brengen zo lang hij zelf en zijn organisatie niet afzien van geweld en de staat Israël weigeren te erkennen.

Daarbij komt dat ik meen dat de verlening van een visum niet zal bijdragen aan de goede betrekkingen met alle partijen in het Midden-Oosten. Bezoeken of visumregelingen moeten daaraan niet afdoen. Overigens is tot op heden geen visumverzoek van premier Haniyeh ontvangen op het kantoor van de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah. Zoals gezegd, vind ik dat premier Haniyeh geen toegang tot Nederland zou moeten krijgen, maar ik kan als minister, verantwoordelijk voor visumverlening niet zomaar losjes uit de heup schieten. Ik wilde dus ook zeker weten dat de door mij gewenste weigering van een visum niet op juridische bezwaren zou stuiten. Dat is niet het geval. Daarom zal hem een visum worden geweigerd als hij daartoe een verzoek indient.

De reden heb ik u gegeven. Deze hangt samen met de aard van Hamas, waarvan de heer Haniyeh een leider is, en met de goede betrekkingen die Nederland met alle landen in de regio wil bevorderen. De internationale gemeenschap heeft drie eisen aan Hamas gesteld. Zoals wij de afgelopen weken ook al enkele malen hebben besproken in deze Kamer, heeft noch Hamas, noch de Palestijnse regering als geheel in voldoende mate deze voorwaarden omarmd. Het gaat daarbij om de erkenning van Israël, de afzwering van geweld en de aanvaarding van bestaande overeenkomsten en verplichtingen. Dat geldt dus ook voor premier Haniyeh. In de brief die ik ontving van de organisatie, wordt verwezen naar de herdenking van zestig jaar catastrofe. Dan kom ik uit op 1947. Dat is van deze organisatie dus ook niet een blijk van erkenning van de grenzen van 1967.

De EU-beleidslijn die ik van harte onderschrijf inzake contacten met de regering en met individuele ministers is duidelijk. Zij komt erop neer dat er geen contacten zullen zijn met de Palestijnse regering als geheel of met de individuele minister die de kwartetvoorwaarden niet omarmen. Natuurlijk kunnen voorstanders van een bezoek als dit zeggen dat een bezoek aan Nederland geen contact met de Nederlandse regering impliceert, maar dat neemt niet weg dat zo'n bezoek in de internationale media het beeld zou geven dat Nederland aan de heer Haniyeh en Hamas wel een podium wil geven en wel met hen wil samenwerken. Dat beeld wil ik voorkomen. Daarom dus geen visum, niet voor een seminar, noch voor een privébezoek of voor wat dan ook zo lang Hamas een terroristische organisatie is en de kwartetbeginselen niet onderschrijft.

Wellicht ten overvloede merk ik op dat natuurlijk ook geen visa zullen worden verstrekt aan andere Hamasvertegenwoordigers die Nederland willen bezoeken. Ik heb de EU- en Schengenpartners van onze positie op de hoogte gesteld, zodat premier Haniyeh ook niet op een eventueel door een ander land te verstrekken Schengenvisum Nederland zal kunnen binnenreizen. Ik heb daarbij ook in de notitie aan de andere leden van de EU duidelijk gemaakt dat het in lijn was en is met het eerdere besluit van de Europese Unie dat de beslissingen over visa overeen horen te stemmen met de lijn ten aanzien van contacten met leden van de regering. Derhalve heb ik verwezen naar de eerdere stellingname, die er eerder al toe heeft geleid dat ook Hamasparlementariërs de toegang werd geweigerd, bijvoorbeeld in België. Daarbij heb ik aangegeven dat wij ervan uitgaan dat de andere EU-lidstaten het niet alleen met ons eens zijn maar ook op eenzelfde wijze zullen optreden.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Ik ben ontzettend tevreden met de klip en klare antwoorden van de minister van Buitenlandse Zaken. Hij zegt zonder daar doekjes om te winden dat hij geen visum verstrekt aan de leider van een terroristische organisatie, een terroristenpremier in normaal Nederlands. Dat is prima, want wij moeten geen terroristenpremier op Nederlandse bodem hebben. Ik ben de minister dankbaar dat hij dat nog eens in de Kamer aangeeft.

Ik ben blij dat de minister de moeite heeft genomen om in ieder geval de Schengenpartners hiervan op de hoogte te stellen. Dat zijn ook niet-Europese partners. Met name Noorwegen heeft een andere lijn voor contacten met Hamas. Is de minister er zeker van dat die landen geen visum zullen verstrekken dat toegang geeft tot ons grondgebied?

Ten slotte heb ik nog gevraagd of de minister van zins is om te bekijken of het mogelijk is die conferentie op 5 mei te verbieden. Zo'n conferentie op Bevrijdingsdag is abject. Als dat niet zijn terrein is, wil hij dat dan in ieder geval met zijn collega's bespreken? Ik vraag dat vooral, omdat uit openbare bronnen als de media blijkt dat zij mede georganiseerd wordt door mensen met een terroristisch verleden die eerder daarvoor zijn gearresteerd en veroordeeld.

Minister Verhagen:

Noorwegen is geen lid van de Europese Unie, maar ik heb de lijn, zoals ik die net heb verduidelijkt, doorgegeven aan de Unie- en Schengenlidstaten. Gelet op de gebruiken kan ik er dus van uitgaan dat zij geen visum verstrekken dat voor het hele Schengengebied geldt, dus inclusief Nederland. Integendeel, indien die landen daar toch voor kiezen, al is dat niet in lijn met wat wij eerder hebben afgesproken, kan dat nooit inhouden dat deze persoon op dat visum toegang tot Nederland krijgt.

De heer Wilders heeft gevraagd of een conferentie in Nederland mag plaatsvinden. Die vraag dient te worden beoordeeld door de burgemeester en de minister ter zake op grond van de criteria voor de openbare orde. Ik speel die vraag liever door aan de desbetreffende minister. De burgemeester van de stad Rotterdam heeft alles in de hand om te bezien of een conferentie zou kunnen leiden tot een verstoring van de openbare orde. Het is aan hem om dat te beoordelen.

De heer Van Baalen (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie is blij met deze beslissing van de regering. Ik heb nog een verhelderende vraag. Bij monde van de coalitiegenoot van de heer Verhagen, de Partij van de Arbeid, is gesteld: je hebt de privépersoon Haniyeh en je hebt de premier Haniyeh. De privépersoon mocht thuisblijven en de premier mocht komen. Dat onderscheid erkent mijn fractie niet, want beide persoonlijkheden zijn lid van Hamas. Hoe kijkt de minister naar dat onderscheid?

Minister Verhagen:

Ik vind het, diplomatiek uitgedrukt, een interessante gedachte om onderscheid te maken tussen een privépersoon en een premier. Ik ben het met de heer Van Baalen eens dat het niet erg gemakkelijk is om de privépersoon te scheiden van de premier. Ik kan mij levendige discussies in de Kamer herinneren over een minister, die dacht dat hij als privépersoon had gesproken en niet als minister. Dat werd hier ook niet direct geapprecieerd. Het Palestijns Platform voor Mensenrechten en Solidariteit heeft Ismail Haniyeh niet als privépersoon, maar als premier van de Palestijnse regering uitgenodigd. Blijkbaar heeft het platform een sterke voorkeur voor juist die verschijningsvorm van Haniyeh. Als je al een onderscheid kunt maken tussen de privépersoon en de premier – waar ik dus niet in geloof – dan zou dit voor een besluit over visumverlening nog niets uitmaken. Als premier geeft hij leiding aan een regering die de Kwartetvoorwaarden onvoldoende omarmt. In Europees verband hebben wij afgesproken dat wij met die regering geen contacten zullen hebben. Als privépersoon is hij lid van de Hamas, een organisatie die voorkomt op de Europese lijst van terroristische organisaties, die verantwoordelijk is voor vele onschuldige burgerslachtoffers en die niet voldoet aan de eisen van de internationale gemeenschap.

In verschillende media las ik dat de uitnodigende instantie mijn besluit omschreef als beschamend. Ik herken mij daar niet in. Overigens zou een ander besluit suggereren dat de leden van de Palestijnse gemeenschap in Nederland of wie dan ook het recht heeft om leden van een terroristische organisatie te kunnen ontmoeten in Nederland. Voor alle duidelijkheid, het is geen recht van welke groepering in Nederland dan ook om een lid van een terroristische organisatie uit het land van herkomst te ontmoeten.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Onze fractie is blij met het heldere antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken dat terroristen buiten de deur worden gehouden, ook al hullen zij zich in het kleed van een premier. Dit geldt elke dag, maar zeker op Bevrijdingsdag.

Nu hebben wij in deze Kamer verleden jaar in september een debat gehad over het verlenen van een visum aan een Pakistaanse moslimleider. Er is toen een motie aangenomen waarin gevraagd werd, na te gaan of het juridische kader in dit verband wel helemaal toereikend is, en de criteria voor visumverlening zo nodig aan te scherpen. Wat is de stand van zaken bij de uitvoering van deze motie?

Bij dit voorval blijkt weer dat er in bepaalde kringen steeds vaker een vergelijking wordt gemaakt tussen de handelwijze van Israël en het naziregime. Is de minister het met mij eens dat dit een zeer stuitende vergelijking is, die gelet op de intenties en de praktijk van de nazi's op het gebied van massavernietiging kant noch wal raakt, en dat zo'n benadering juist een gevaarlijke voedingsbodem voor antisemitisme oplevert?

Minister Verhagen:

Gelet op het toenemende antisemitisme in Europa ben ik het met u eens dat zo'n vergelijking stuitend is.

Wat de uitvoering van de motie-Van der Staaij over verscherping van de grenscontroles betreft, de Kamer heeft op 7 december jongstleden van de minister van Justitie een voortgangsrapportage over het plan van aanpak voor grenscontroles gekregen. Daarin is ook ingegaan op de bevindingen in het rapport van de Algemene Rekenkamer over dit plan van aanpak. De rapportage bevat ook een uitvoerige opsomming van de maatregelen die genomen worden en die genomen kunnen worden. Het staat de Kamer uiteraard vrij om zelf te beoordelen of hiermee de motie voldoende wordt uitgevoerd. Ik zou een aantal maatregelen kunnen noemen, maar ik denk dat wij dit beter kunnen bewaren tot een eventueel debat met de minister van Justitie.

De heer Pechtold (D66):

Het is een ingewikkeld probleem, dat voor de minister hopelijk ook een ingewikkelde afweging heeft opgeleverd, maar onze fractie begrijpt zijn besluit. Wij moeten alleen wel voorkomen dat hierdoor het beeld zou ontstaan dat wij alle Palestijnen als terroristen zien. Nederland heeft er alle baat bij dat er in het vredesproces een stap verder wordt gezet, en als er conferenties worden georganiseerd waarbij wij er ook maar enigszins aan zouden kunnen bijdragen om ook de Palestijnse zaak nog eens van een andere kant te bekijken, dan moeten wij dat zeker doen.

De minister heeft aangegeven dat hij deze lijn aan zijn Europese collega's en aan zijn collega's in Schengenverband heeft doorgegeven. Mag ik hieruit opmaken dat er bij de Europese top, waarbij wel gesproken is over het praten met vertegenwoordigers van de Palestijnse regering die geen lid zijn van Hamas, geen afspraken zijn gemaakt over de aanpak van dit probleem? Zou de minister kunnen zeggen hoe men in andere landen reageert op vergelijkbare aanvragen? Het lijkt mij niet goed als er telkens op incidenten moet worden gereageerd.

En ten slotte vraag ik de minister, nog eens heel duidelijk het scenario aan te geven voor als zo'n visum wél verleend zou zijn. Ik hoop niet dat dan het wel heel plastisch verwoorde scenario van de heer Wilders werkelijkheid zal worden. Hoe gaat de minister zich hiertegen indekken?

Minister Verhagen:

Ik ben het ermee eens dat wij niet alle Palestijnen over één kam moeten scheren. Ik heb in tegenstelling tot de heer Wilders ook niet gesproken van een terroristische premier, want dan zou ik alle Palestijnen gelijkschakelen met terroristen. Nee, ik heb gesproken van een Palestijnse premier die de beginselen van het Kwartet niet omarmt, die lid is van een terroristische organisatie. Er is ook een besluit van de Europese Unie dat er geen contacten met Hamas worden onderhouden en ik wil de premier ook geen platform in Nederland bieden om uiting te geven aan standpunten die wij niet onderschrijven. Dat laat onverlet mijn eerdere standpunt. Ik herinner aan wat ik heb gezegd toen wij hier spraken over het EU-besluit, namelijk dat wij de kans kunnen krijgen om te spreken met gematigde Palestijnen, Palestijnen die wel de staat Israël erkennen en die geweld afzweren. Dan moeten wij daarmee wel contact onderhouden. Op die manier kunnen wij het vredesproces een impuls geven. Dat impliceert dat ik het met u eens ben en ik ben blij dat ik de gelegenheid heb gekregen om dat te herhalen.

Naar aanleiding van het besluit van 2006 om geen contact te hebben met de Palestijnse regering – dat werd genomen voorafgaande aan de totstandkoming van de Mekkaovereenkomst – is in de Europese Unie overeengekomen een visabeleid te voeren in lijn met de regeling voor de contacten met vertegenwoordigers van de Palestijnse Autoriteit. Dat beleid geldt nog steeds. Derhalve heb ik met mijn informatie aan de EU en de Schengenpartners daarnaar verwezen en gesteld dat overeenkomstig het voorgaande ook door onze partners geen visa verstrekt zou moeten worden. In ieder geval is duidelijk kenbaar gemaakt dat door ons een visum zou worden geweigerd en dat derhalve ook geen visum gegeven zou mogen worden voor het Nederlandse grondgebied.

Mevrouw Van Gennip (CDA):

Voorzitter. Ook de CDA-fractie is blij dat de minister proactief aangeeft geen visum te zullen verlenen aan de Palestijnse premier. Het is ook goed dat hij aangeeft dat er geen onderscheid te maken is tussen de premier in functie en de premier als privépersoon. Wij steunen dat beleid want deze premier is en blijft lid en leider van Hamas en Hamas staat op de lijst van terroristische organisaties.

Ik ben blij dat de minister zei dat als wij het vredesproces in het Midden-Oosten willen ondersteunen, wij hard moeten optreden tegen de extreme elementen en tegelijkertijd de gematigde krachten moeten ondersteunen en een draagvlak geven. Kan hij nog een keer bevestigen dat inderdaad met de gematigde krachten wel degelijk een goede dialoog te beginnen is?

De datum van 5 mei is overigens zeer ongelukkig gekozen. Heeft de minister van de organisatie die de premier wilde uitnodigen het signaal gekregen dat de premier van plan was om op die uitnodiging in te gaan? Dat kan een andere kleuring aan de zaak geven? Is bekend hoe de Palestijnse regering over de zaak denkt?

Kan de minister de zekerheid geven dat als andere topleden van Hamas naar de conferentie willen komen, ook zij geen visum krijgen?

Minister Verhagen:

Voorzitter. Ik dank de geachte afgevaardigde Van Gennip voor haar vragen. In mijn reactie op de vragen van de heer Wilders heb ik aangegeven dat wat mij betreft ook aan andere leden van Hamas geen visa worden verstrekt.

De organisatie van de conferentie heeft met de brief die zij mij stuurde gezegd dat de Palestijnse premier de uitnodiging wilde aanvaarden. Er is echter door de Palestijnse premier geen visum aangevraagd bij de Nederlandse ambassade, niet bij de vertegenwoordiging in Ramallah en niet bij een ambassade in een ander land.

Over mogelijke contacten met de Palestijnse regering hebben wij hier een uitvoerig debat gehad. Ik meen dat op basis van aanvaarde moties, onder andere van collega Van Baalen en mevrouw Van Gennip, die contacten beperkt zullen zijn. Er zal aangeven worden op welke wijze de personen waarmee wij contact zullen hebben de gestelde voorwaarden omarmen. Daarbij gaat het om het afzweren van geweld, het erkennen van de staat Israël en het respecteren van de eerder aangegane overeenkomsten. Juist met het stellen van die voorwaarden meen ik dat wij een positieve bijdrage kunnen leveren aan het welslagen van het vredesproces in het Midden-Oosten. Daar heeft uiteindelijk iedereen het meeste behoefte aan: dat op een vreedzame wijze de veiligheid van de staat Israël wordt erkend en een levensbare Palestijnse staat wordt gerealiseerd met inachtneming van de grenzen van 1967. Daaraan zullen wij moeten werken. Wij denken dat de contacten met die gematigde leden ertoe kunnen bijdragen dat de druk op organisaties zoals Hamas, die geweld niet afzweren, kan worden opgevoerd.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Ik hoor minister Verhagen harde woorden spreken over organisaties zoals Hamas, omdat zij de staat Israël niet erkennen en het geweld niet afzweren. Dat is ook een groot probleem. Ik wil er alleen op wijzen dat premier Haniyeh, die nu niet naar Nederland mag komen, de leider is van een land dat dit jaar veertig jaar bezetting herdenkt. Is de minister bereid, om enige schijn te voorkomen dat Nederland dubbele standaarden hanteert, wanneer het moment van die herdenking volgende maand is gekomen in dezelfde harde bewoordingen een dergelijke bezetting te veroordelen?

Nederland heeft nu aan EU-collega's laten weten hoe het met deze mogelijke visumaanvraag zal omgaan. Mag ik uit de antwoorden van de minister aan collega Pechtold opmaken dat nog de theoretische mogelijkheid bestaat dat EU-collega's het daar niet mee eens zijn en er mogelijk anders mee omgaan en dat Nederland de afspraken die in EU-verband behoren te worden gemaakt over bewegingsvrijheid in en uit Europa overschrijdt?

Minister Verhagen:

Wat de laatste vraag betreft, absoluut niet om de doodeenvoudige reden dat Oostenrijk eerder een visum heeft geweigerd voor een Palestijnse minister die lid is van Hamas, om de doodeenvoudige reden dat België eerder visa heeft geweigerd voor parlementariërs die lid zijn van Hamas en aangezien er eerder op dit punt zeer duidelijke afspraken zijn gemaakt binnen de Europese Unie.

Ik kom bij het punt van de bezetting. Het is overduidelijk, zoals wij ook in het regeerakkoord hebben vermeld, dat wij streven naar een levensvatbare Palestijnse staat en veilige grenzen voor Israël. Derhalve hebben ook wij op dit punt meerdere malen in klip en klare bewoordingen duidelijk gemaakt dat wij het niet eens zijn met het nederzettingenbeleid en dat wij vinden dat er een levensvatbare Palestijnse staat moet komen op basis van de grenzen van 1967.

De heer Van Dam (PvdA):

Ik heb twee vragen aan de minister. Laat ik eerst zeggen dat ook mijn fractie vindt dat zo'n bijeenkomst op 5 mei niet verstandig en ook enigszins provocerend is en dat wij geen enkel enthousiasme hebben voor de aard van die bijeenkomst. Maar het bijzondere is dat de minister deze zaak helemaal niet op zijn merites heeft beoordeeld. De minister vond het nodig, nog zonder dat er sprake was van een visumaanvraag, om direct een standpunt in te nemen hoe hij zou reageren op een visumaanvraag. Waarom vond de minister het eigenlijk nodig om op voorhand deze zaak op de spits te drijven?

Ik vind ook de uitkomst, de opstelling van de minister, niet verstandig. Hij weet dat mijn fractie vindt dat je, als je het vredesproces een kans wilt geven, de democratisch gekozen regering van de Palestijnen als serieuze gesprekspartner zult moeten erkennen. Met een lijn die zegt "hoewel u democratisch gekozen bent, hoewel u vertegenwoordiger bent van uw bevolking, wij wensen niet met u te spreken en u mag dus ook niet hierheen komen" laat je niet zien dat de Palestijnse regering een serieuze gesprekspartner is.

Als ik de minister goed heb beluisterd, zegt hij niet zoals de heer Wilders dat er nooit en te nimmer sprake kan zijn van een visum. Hij zegt dat de afspraak is dat het visumbeleid in lijn moet zijn met het EU-beleid tot het aangaan van contacten met de Palestijnse regering. Is de conclusie juist dat, als de EU haar beleidslijn ten aanzien van de Palestijnse regering verandert en besluit dat het wel verstandig is om contacten aan te gaan met de hele Palestijnse regering, dan dus ook de lijn van deze minister ten aanzien van eventuele bezoeken van leden van die regering verandert?

Minister Verhagen:

De Kamer was overduidelijk in het debat naar aanleiding van het Gymnichoverleg. Ook dat is democratie. De heer Van Dam kan het niet eens zijn met de meerderheid in de Kamer, maar de meerderheid van de Kamer heeft heel duidelijk uitgesproken dat de contacten zich dienen te beperken tot contacten met diegenen van de Palestijnse regering die geweld afzworen, de staat Israël erkenden en eerdere overeenkomsten van Palestijnen met Israël zouden onderschrijven. Dat betekent ook dat op dat punt het standpunt van de Tweede Kamer ook voor mij richtinggevend is in de opstelling ten aanzien van de EU. Dat mandaat heeft de Kamer mij gegeven, naar aanleiding van de discussie die wij hebben gevoerd. Zelfs als Unielidstaten van mening zijn dat contacten moeten worden aangegaan met leden van Hamas, dan nog ben ik van mening dat het Nederlandse visumbeleid recht moet doen aan dat wat wij in de Kamer hebben gewisseld. Mijn inzet zal er dus op gericht zijn dat er alleen een visum wordt gegeven aan diegenen die de kwartetbeginselen omarmen. Met andere woorden: ik weet dat de heer Van Dam op dit punt een andere opvatting heeft dan de regering, maar de meerderheid van de Kamer heeft hier heel duidelijk gesteld dat zij de lijn, zoals ik die heb vertegenwoordigd bij het Gymnichoverleg, onderschrijft.

Als antwoord op de eerste vraag nog het volgende. Ik denk niet dat ik iets op de spits heb gedreven. De organisatie die mij heeft gevraagd positief te reageren op het verstrekken van een visum, heeft er zelf voor gekozen om ook de publiciteit te zoeken om aan te geven dat zij die aanvraag bij mij heeft ingediend. Derhalve vond ik, gelet op de discussie die is ontstaan door het actief zoeken van de publiciteit door het Palestijns platform voor mensenrechten en solidariteit, het goed om aan te geven hoe ik daarin sta.

Naar boven