Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 18 oktober 2006 over het operationeel programma van het Europees Structuurfonds.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter. Ik wil een motie indienen over de vormgeving van het ESF-programma 2007-2011, omdat mijn fractie heeft geconstateerd dat gemeenten in het nieuwe programma te weinig invloed hebben, niet zelfstandig aanvragen kunnen indienen en ook niet meer in de gelegenheid zijn om zelf te bepalen wie als cofinancier moet optreden. De heer Algra zal mede namens mij een motie voorstellen over het indienen van aanvragen door gemeenten. Mijn motie gaat over de rol van de aanvrager bij de besteding zoals neergelegd in de voorstellen voor de besteding van de middelen en de cofinanciering. Deze motie luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,Bussemaker

overwegende dat gemeenten de afgelopen jaren veel kennis en ervaring hebben opgedaan met ESF-aanvragen;

overwegende dat bij de besteding van ESF-middelen maatwerk moet worden geleverd;

verzoekt de regering, in het nieuwe ESF-programma de aanvrager in de gelegenheid te stellen, voorstellen te doen voor de besteding van de middelen en degene die als cofinancier optreedt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bussemaker en Algra. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 92(26642).

De heer Algra (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft in het algemeen overleg nadrukkelijk aan de orde gesteld dat zij het vreemd vindt dat de oorspronkelijke aanvragers, zijnde de gemeenten, in het nieuwe operationele programma niet meer aan bod zouden komen als aanvrager van ESF-middelen. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de afgelopen jaren gemeenten zelf door eigen aanvragen een beroep konden doen op ESF-middelen;

overwegende dat gemeenten daardoor kennis en ervaring hebben opgebouwd met ESF-aanvragen;

overwegende dat bij de aanvraag van ESF-middelen bureaucratie moet worden voorkomen;

verzoekt de regering, in het nieuwe ESF-programma gemeenten rechtstreeks in de gelegenheid te stellen ESF-middelen aan te vragen en te voorkomen dat alle aanvragen verplicht via een extra loket bij het CWI moeten worden ingediend,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Algra en Bussemaker. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 93(26642).

Staatssecretaris Van Hoof:

Voorzitter. In de overweging van beide moties wordt gesproken over de kennis en ervaring die gemeenten hebben opgebouwd met het ESF. Dat is niet onjuist, maar die ervaring betreft wel de oude periode. In deze periode dienden de gemeenten inderdaad zelf aanvragen in, maar wel op een andere manier en met een andere cofinanciering dan in de nieuwe periode. De moties hebben betrekking op mensen die een zetje in de rug nodig hebben. Deze mensen zitten vaak niet eens in de bestanden van de gemeenten. In het jargon spreken wij dan over een rugzakje. Gemeenten hebben met deze groep mensen geen ervaring. De overweging van beide moties is op deze punten dus niet juist.

In de motie-Algra staat dat bureaucratie moet worden voorkomen. Zijn motie is echter contraproductief in vergelijking met het plan van het kabinet. Het centraal indienen en afhandelen van de aanvragen brengt mijns inziens namelijk minder bureaucratie met zich dan het indienen van aanvragen via 460 gemeenten. Verder is het niet zozeer van belang dat gemeenten de aanvragen indienen, maar dat zij de ruimte krijgen om in alle vrijheid mensen aan te dragen, die in aanmerking komen voor dit ESF-instrument, c.q. het rugzakje. Wij hebben voor het CWI gekozen, omdat dat minder administratieve rompslomp met zich brengt.

Daarbij komt dat de doelgroep bestaat uit potentiële werknemers die met behulp van een rugzakje bij een werkgever ondergebracht moeten worden. En dat moet je natuurlijk laten doen door mensen die daarvan verstand hebben en die dicht bij de werkgevers staan. Als je verder vanwege de administratieve gevolgen wilt voorkomen dat allerlei partijen met potentiële kandidaten gaan leuren, doe je er goed aan om het, zoals het kabinet voorstelt, te centraliseren langs één lijn, te weten het CWI. Ik denk dat dit ook de wens van de CDA-fractie is. Gemeenten staan dus niet buiten spel en het voorstel van het kabinet heeft daarom alleen maar voordelen.

De motie van mevrouw Bussemaker kan ik niet helemaal begrijpen. Ik denk echter dat ik de motie zo moet interpreteren dat zij het hele operationele programma op zijn kop wil zetten, zowel voor wat betreft de aanvragen als de bestemmingen. In de motie staat namelijk dat de middelen – dat zijn de door het kabinet geformuleerde doelstellingen – en de cofinanciering overgelaten moeten worden aan de aanvrager. Het is echter duidelijk wie de cofinanciering van de rugzakjes verzorgt, dat zijn de werkgevers die iemand met zo'n rugzakje in dienst nemen.

De motie van mevrouw Bussemaker haalt het hele operationele programma onderuit en dat betekent dat wij niet kunnen starten en dat nu al zou vast staan dat er volgend jaar sprake is van onderuitputting. Als de motie wordt aangenomen, moet namelijk een heel nieuw operationeel programma worden opgesteld. Het zal duidelijk zijn dat ik aanneming van deze motie met de grootst mogelijk nadruk ontraad.

Aanneming van de motie van de heer Algra ontraad ik ook. Ik heb met argumenten aangegeven waarom deze motie niet op kan tegen het voorstel van het kabinet. Dat voorstel is kwalitatief beter en efficiënter.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Naar mijn mening liggen de moties in elkaars verlengde. Als gemeenten aanvragen kunnen doen, dan moeten zij ook kunnen nadenken over de manier waarop het geld het beste kan worden ingezet en wie het beste als cofinancier kan optreden. Aan groepen die de arbeidsmarkt op moeten, kan zo op de beste manier, met inachtneming van maatwerk, die kans worden geboden.

Staatssecretaris Van Hoof:

Als u tegen mij zegt dat de keuze ten aanzien van het ESF-geld moet worden overgelaten aan de gemeenten, dan wijs ik u op de wijze waarop het operationeel programma in elkaar zit. De doelgroepen en geldstromen zijn gecompartimenteerd in dat programma. Uw motie haalt dat allemaal onderuit waardoor het plan naar de knoppen gaat. De uitvoering en het gebruik ervan worden op maandagstand gezet, met alle nadelen van dien. U wilt een structuurdiscussie voeren terwijl ik mensen zo snel mogelijk aan de slag wil helpen. U houdt dat op deze manier tegen.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Dit is echt onzin. Wij willen mensen snel, maar ook goed aan de slag helpen. Ik kom aan u tegemoet door te zeggen dat het met name gaat om de groep die onder de eerste doelstelling van het operationeel programma valt.

Staatssecretaris Van Hoof:

Als u dat wilt, dan kunt u dat het beste overlaten aan de deskundigen die daar dagelijks mee bezig zijn, namelijk de mensen van het CWI.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, over de ingediende moties aanstaande dinsdag te stemmen.

Aldus wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven