Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, de minister van Financiën in de gelegenheid te stellen, aanstaande dinsdag om 15.00 uur de begroting voor het jaar 2007 aan de Kamer aan te bieden.

Voorts stel ik voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - het wetsvoorstel Regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg (30380);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Gezondheidswet in verband met de verlening van de bevoegdheid tot onderzoek, opneming en monsterneming, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene wet bestuursrecht, aan het Staatstoezicht op de Volksgezondheid (30632);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de zorgtoeslag in verband met de vereenvoudiging van de procedure ter vaststelling van de standaardpremie als grondslag voor de zorgtoeslag en als gevolg hiervan een wijziging van de Invoerings- en Aanpassingswet (30653);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met stroomlijning van de bepalingen inzake opzegging van de zorgverzekering bij wijziging van de grondslag van de premie (30668);

  • - het wetsvoorstel Regels betreffende pensioenen (Pensioenwet) (30413);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van belastingwetten ter realisering van de doelstelling uit de nota "Werken aan winst" (Wet werken aan winst) (30572);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 (30552).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Nog in 2003 is besloten, het vetorecht van de aandeelhouder gemeente Amsterdam bij statutenwijzigingen van Schiphol te handhaven. Maar nu blijkt dat minister Zalm overweegt, de rechtspositie van de aandeelhouders aan te tasten door een eventuele blocking vote van Amsterdam over de privatisering van Schiphol per Koninklijk Besluit te vernietigen. Dit is een ongebruikelijke zet van een minister die juist meer vertrouwen in de markt en dus de aandeelhouders wil hebben. Wellicht heeft de gewijzigde opstelling van de VVD-minister te maken met de gewijzigde standpuntbepaling van aandeelhouder Amsterdam over de privatisering.

Ik wil graag volgende week met minister Zalm een debat over deze kwestie.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. Deze zaak speelt al de hele zomer. Er zijn inderdaad veel geruchten. Wij zijn er absoluut niet van overtuigd dat men op de juiste lijn zit, maar om dat zeker te weten ontvangen wij eerst graag een brief van de heer Zalm, waarin hij helder uitlegt wat hij precies aan het doen is en wat hij van plan is. Naar aanleiding daarvan zouden wij kunnen besluiten tot een debat.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik herinner mij dat minister Zalm in eerdere debatten over de privatisering van Schiphol zei: u kunt mij hierover altijd naar de Kamer roepen. Ik denk dat dit moment nu is aangebroken. Wel steun ik het verzoek van de heer Samsom om een brief, waarover wij dan later kunnen debatteren.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Hoe je ook denkt over die minderheidsprivatisering, het democratisch recht van de gemeenten met voeten treden, wat nu een beetje lijkt te gebeuren, kan zeker niet de steun van D66 krijgen, dus ook ik vraag om een brief, gevolgd door een stevig debat.

De heer Haverkamp (CDA):

Voorzitter. Formeel zijn wij hier uitgedebatteerd. Het is nu een zaak tussen Amsterdam en het Rijk. Met de minister van Financiën is inderdaad de afspraak gemaakt dat als een overeenkomst wordt bereikt, deze hier wordt besproken. Wij hebben dus geen behoefte aan een debat, maar wij zullen ons niet verzetten tegen de brief die wordt gevraagd door de collega van de PvdA.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. In reactie op de vraag van de heer Samsom: ik heb gisteren tot twee keer toe in een debat aan minister Zalm gevraagd wat hij precies heeft bedoeld met de brief aan de gemeente Amsterdam. Hij wilde daar niet op ingaan. Hij heeft gezegd: als u dat wilt weten, roept u mij maar op een ander moment naar de Kamer. Ik vind het prima om eerst een brief te vragen, maar ik wil zeker ook met hem spreken, ook omdat hijzelf kennelijk al heeft aangegeven dat hij daar behoefte aan heeft.

De voorzitter:

Ik stel voor, de minister van Financiën te vragen een brief over het onderwerp aan de Kamer te sturen, waarna zal worden bezien of er al dan niet voldoende steun is om daarover een debat te houden. Verder stel ik voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Financiën.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Klaas de Vries.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Voorzitter. De vaste commissie voor Justitie heeft gisteren een overleg gehad met de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Ik zou het verslag van dat overleg graag op de agenda van de plenaire vergadering zien, uiteraard op een tijdstip dat de minister convenieert. Ik heb immers begrepen dat zij hier volgende week niet kan zijn.

De heer Visser (VVD):

Wij hadden gisteren twee overleggen met de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Over welke van de twee praten wij nu? Anders vragen wij misschien om het verslag van het andere overleg.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Voor zover ik weet, stonden er twee onderwerpen op de agenda. Ik kan natuurlijk moeilijk zeggen dat ik alleen over één onderdeel wil spreken, want misschien wil een collega over het andere spreken. Ik vraag dus om het op de agenda zetten van het verslag.

De voorzitter:

Dat is duidelijk en correct. Ik stel voor om aan het verzoek te voldoen en om het punt op een nader te bepalen moment in de komende weken toe te voegen aan de agenda.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Samsom.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. Vorige week hebben een aantal collega's en ik schriftelijke vragen gesteld over de kwestie van het gifschip in Ivoorkust, dat daar tot dood en verderf heeft geleid. Daarop kregen wij een heel feitenrelaas, een uitgebreid antwoord, dat voor mijn fractie aanleiding was om vervolgvragen te stellen. Tot mijn grote verbazing is het antwoord nu ineens dat de staatssecretaris in verband met een lopend strafrechtelijk onderzoek niets meer kan zeggen. Ik respecteer natuurlijk elk strafrechtelijk onderzoek, maar de discrepantie is opvallend. Bovendien kan ik een aantal vragen noemen die beantwoord kunnen worden zonder enig strafrechtelijk onderzoek in de weg te zitten. Via u vraag ik dus om een correcte en volledige beantwoording, met inachtneming van elk strafrechtelijk onderzoek. Volgens mij heeft onze Kamer nog steeds recht op een zo volledig mogelijke beantwoording. Die is op dit moment absoluut niet gegeven.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik steun dat verzoek. Ik heb de indruk dat het strafrechtelijk onderzoek als argument wordt gebruikt om niet alles op tafel te leggen. Wij zouden de staatssecretaris er ook nog op kunnen wijzen dat vertrouwelijke inzage van sommige documenten altijd nog een mogelijkheid is.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Je kunt je natuurlijk voorstellen dat sommige vragen geen belemmering zijn voor een strafrechtelijk onderzoek, maar het is wel mogelijk dat de antwoorden op die vragen wel belemmerend kunnen werken op dat strafrechtelijk onderzoek.

De heer Samsom (PvdA):

Dat is in theorie mogelijk, maar ik moet eerlijk zeggen dat de vorige serie vragen over hetzelfde onderwerp uitgebreid en feitelijk is beantwoord. Daarvoor dank ik de staatssecretaris via de voorzitter alsnog, maar die beantwoording gaf aanleiding tot vervolgvragen die ineens niet meer beantwoord worden. Een aantal vragen daarvan – als u daar zin in hebt, kunt u die met mij doornemen – kunnen beantwoord worden zonder het strafrechtelijk onderzoek in de weg te zitten. Deze gang van zaken is te makkelijk en daar moeten wij niet zomaar genoegen mee nemen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven