Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de uitspraken over de sharia, te weten:

- de motie-Wilders over het opzeggen van het vertrouwen in de minister van Justitie (30697, nr. 1);

- de motie-Van Haersma Buma c.s. over het verbieden van groeperingen die de democratische rechtsorde omver willen werpen (30697, nr. 2);

- de motie-Van Miltenburg over een analyse van groeperingen die de democratische rechtsorde omver willen werpen (30697, nr. 3);

- de motie-Van Schijndel c.s. over het actiever gebruikmaken van bevoegdheden neergelegd in artikel 2:20 van het Burgerlijk Wetboek (30697, nr. 4).

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Namens mijn fractie wil ik een stemverklaring afleggen over de motie van collega Van Haersma Buma, aangezien ik daarover in het debat nog geen uitsluitsel kon geven. Wij bleven namelijk steken in de interpretatie van het dictum. In het debat was de motie die uiteindelijk is ingediend, aanvankelijk aangekondigd als de uitvoering van de CDA-notitie van indertijd, waarbij wij zo onze bedenkingen hadden. Gaandeweg het debat spitste de heer Van Haersma Buma het toe op de invoering van de sharia, en op de pedopartij. Op zichzelf is dat prima, maar het dictum van de uiteindelijke motie is heel algemeen: het gaat niet alleen over politieke partijen die zich richten op het terzijde schuiven van de democratische rechtsorde, maar het ziet ook op doelstellingen die te maken hebben met het legaliseren van strafbare feiten. De heer Van Haersma Buma kon of wilde in mijn richting niet aangeven, wat daar wel en wat daar niet onder valt. Als de motie aan de regering vroeg om te komen met voorstellen op dat punt, zouden wij in dat debat de precieze interpretatie en de consequenties kunnen bespreken, om te bezien of wij onze steun kunnen geven. Maar de motie spreekt, zoals ik met de minister heb vastgesteld, slechts het oordeel van de Kamer uit. Nu het over grondrechten gaat, moet dat wel heel nauwkeurig zijn. Omdat ik, ook na doorvragen over de precieze strekking van het dictum, geen verheldering kon krijgen, zal mijn fractie deze motie niet steunen. De combinatie van de moties van de collega's Van Schijndel, die ik heb meegetekend, en mevrouw Van Miltenburg, die om een onderzoek vraagt, levert hetzelfde op en is wel nauwkeuriger in de juridische formuleringen.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Het debat was een theoretische exercitie. Je ziet dat er nu een aantal moties ligt met een hoog symbolisch gehalte. Ik heb het daarbij vooral over de motie waarover wij een beetje hebben getwijfeld, namelijk die van mevrouw Van Miltenburg. Daarin wordt om een grondige analyse van onze democratische rechtsorde gevraagd, om te zien of deze voldoende is beschermd tegen groeperingen die deze willen omver werpen. Tijdens het debat hebben wij doorgevraagd op die motie, maar echt duidelijke aanwijzingen dat een clear and present danger bestaat, kon niemand noemen. De sharia wordt niet gewenst door het overgrote deel van de moslimgemeenschap, en er is eigenlijk niets anders te vinden dat zou kunnen duiden op een groep die de rechtsorde omver wil gooien.

D66 hecht aan een vrije en vrijzinnige samenleving, maar als wij op voorhand al zonder dat daarvoor echt aanleiding bestaat, aan grondrechten willen tornen, is dat wat ons betreft een verkeerde route. Daarom zullen wij niet voor deze symbolische motie stemmen.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. De kern van dit debat is het vertrouwen dat wij hebben en durven uitstralen in onze democratische rechtsstaat. Dat vertrouwen was vandaag niet bij alle fracties aanwezig, maar bij ons wel. Democratie is niet voor bange mensen, zijn gevleugelde woorden die ik herhaal. Wij geloven in het gezonde verstand van Nederland, wij hebben vertrouwen in het oordeel van de kiezer. Wanneer radicale partijen met radicale opvattingen hier hun intrede doen, zullen wij als eerste en tot het laatst toe vechten voor verdraagzaamheid, en die radicale onverdraagzame opvattingen bestrijden. Vanuit dat vertrouwen in onze democratie en onze rechtsstaat zullen wij tegen alle vier de moties stemmen.

De voorzitter:

Dan gaan wij thans over tot de stemmingen.

De heer Van Schijndel (Groep Van Schijndel):

Voorzitter. Ik had eerder bij u aangekondigd dat ik overwoog om mijn motie op stuk nr. 4 aan te houden, mede omdat de regering er geen oordeel over heeft kunnen uitspreken. Ik heb besloten de motie niet aan te houden en deze toch in stemming te brengen. Ik heb geconstateerd dat er voldoende steun voor bestaat, namelijk van de fracties van de LPF, de ChristenUnie, de VVD en het CDA.

De voorzitter:

Als ik u goed begrijp, zegt u nu dat er met de motie niets gebeurt en dat deze dus op de stemmingslijst blijft staan.

De heer Van Schijndel (Groep Van Schijndel):

Ja. Er kan inderdaad over gestemd worden.

De voorzitter:

Dat was al het geval. Ik zie dat de minister nog iets wil zeggen.

Minister Donner:

Voorzitter. Ik heb wel mijn oordeel erover gegeven, namelijk dat de motie overbodig is omdat zij al uitgevoerd wordt, en wel op basis van een eerdere motie van de heer Wilders.

De voorzitter:

Dat was ook mijn opvatting. Vandaar dat ik geen interrupties meer toestond om aan de minister het oordeel te vragen.

In stemming komt de motie-Wilders (30697, nr. 1).

De voorzitter:

Ik constateer dat de Groep Wilders voor deze motie heeft gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Haersma Buma c.s. (30697, nr. 2).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de SGP, de LPF, de Groep Wilders, de Groep Van Schijndel en de Groep Van Oudenallen voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Miltenburg (30697, nr. 3).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de LPF, de Groep Wilders, de Groep Van Schijndel en de Groep Van Oudenallen voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Schijndel c.s. (30697, nr. 4).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de LPF en de Groep Van Schijndel voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

De vergadering wordt van 15.25 uur tot 15.35 uur geschorst.

Naar boven