105de vergadering

Dinsdag 12 september 2006

14.00 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 140 leden, te weten:

Van Aartsen, Aasted Madsen-van Stiphout, Albayrak, Algra, Aptroot, Arib, Atsma, Azough, Van Baalen, Bakker, Balemans, Van Beek, Blok, Blom, Van Bochove, Boelhouwer, Van Bommel, Bos, Brinkel, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Çörüz, Crone, Van Dam, Depla, Dezentjé Hamming, Van Dijk, Van Dijken, Dijksma, Dijsselbloem, Dittrich, Douma, Dubbelboer, Duyvendak, Eerdmans, Van Egerschot, Eijsink, Eski, Ferrier, Van Fessem, Fierens, Van Gent, Gerkens, Griffith, De Haan, Van Haersma Buma, Halsema, Van der Ham, Hamer, Haverkamp, Heemskerk, Herben, Hermans, Hessels, Van Heteren, Van Hijum, Hofstra, Ten Hoopen, Huizinga-Heringa, Irrgang, Jager, Joldersma, Jonker, Jungbluth, Kalsbeek, Kant, Karimi, Knops, Koenders, Koopmans, Kortenhorst, Koşer Kaya, Krähe, De Krom, Kruijsen, Van der Laan, Lambrechts, Leerdam, Lenards, Van Lith, Marijnissen, Mastwijk, Meijer, Van Miltenburg, Mosterd, Nawijn, De Nerée tot Babberich, Nijs, Van Oerle-van der Horst, Omtzigt, Oplaat, Örgü, Ormel, Van Oudenallen, Özütok, De Pater-van der Meer, Rambocus, Roefs, Rouvoet, Rutte, Samsom, Van der Sande, Van Schijndel, Schippers, Schreijer-Pierik, Slob, Smeets, Smilde, Smits, Snijder-Hazelhoff, Spies, Van der Staaij, Sterk, Straub, Stuurman, Szabó, Timmer, Timmermans, Tjon-A-Ten, Varela, Veenendaal, Vendrik, Verburg, Verdaas, Vergeer, Verhagen, Vietsch, Visser, Van der Vlies, Jan de Vries, Klaas de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Waalkens, Wagner, Weisglas, Wilders, Willemse-van der Ploeg, Van Winsen en Wolfsen,

en de heer Donner, minister van Justitie, mevrouw Van der Hoeven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de heer Zalm, viceminister-president, minister van Financiën, mevrouw Dekker, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mevrouw Peijs, minister van Verkeer en Waterstaat, de heer Wijn, minister van Economische Zaken, de heer De Geus, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer Nicolaï, minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, mevrouw Van Gennip, staatssecretaris van Economische Zaken, en mevrouw Ross-van Dorp, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Tichelaar, wegens bezigheden elders;

Aasted Madsen-van Stiphout, wegens bezigheden elders, alleen voor de avondvergadering;

Noorman-den Uyl en Van Velzen, wegens ziekte;

Lazrak, wegens ziekte, de gehele week;

Van den Brink, wegens verblijf buitenslands.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ingekomen is de volgende brief van de heer Van As:

Leden

"Den Haag, 12 september 2006

Geachte heer Weisglas,

Hierbij deel ik u mede dat ik met ingang van heden besloten heb om mijn lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal neer te leggen.

De reden hiertoe houdt verband met het feit dat het mij onmogelijk is gemaakt om mijn werk als Kamerlid naar behoren uit te oefenen.

Mijn voornemen was om na 22 november aanstaande niet meer in de politiek terug te keren, vandaar dat ik mij bij de LPF niet had aangemeld als kandidaat voor de komende Tweede Kamerverkiezingen. Ook bij de Groep Nawijn had ik afgezien van een plaats op de kandidatenlijst.

Ik had mijzelf een waardiger afscheid van uw Kamer voor ogen gehouden, maar dit werd mij helaas niet gegund.Voorzitter

De periode vanaf 23 mei 2002 dat ik deel heb mogen uitmaken van uw Kamer, heb ik als zeer boeiend en leerzaam mogen ervaren.

Het ga u allen goed.

Met vriendelijke groet,

  • Gerard P. van As"

Zoals uit deze brief blijkt, is de heer Van As niet meer als Kamerlid in ons midden. Ik dank hem voor zijn goede wensen aan ons allen en aan de medewerkers van de Kamer. Namens de Kamer wens ik hem het allerbeste voor de toekomst.

Van dit ontslag is mededeling gedaan aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en aan de voorzitter van het Centraal Stembureau.

De overige ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven