Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 105, pagina 6419-6420 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 105, pagina 6419-6420 |
Vragen van het lid Özütok aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over het feit dat de Rijksgebouwendienst niets gedaan heeft aan de vervanging van goedkope pvc-kabels (die bij brand dodelijke rook produceren) in de bajesboot in Rotterdam.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Voorzitter. Mijn fractie is geschokt over het bericht in het Algemeen Dagblad van 9 september jongstleden onder de titel "Zorgen over pvc in bajesboten". Goedkope gevaarlijke kabels moeten direct worden vervangen. In zeker twee detentieboten zijn goedkope pvc-kabels gebruikt die bij brand voor dikke rook kunnen zorgen in gangen die als vluchtroutes worden gebruikt. In juli jongstleden hebben het ministerie van Justitie en het ministerie van VROM de conceptstukken van de Onderzoeksraad voor veiligheid onder ogen gekregen. Hierin staat dat de Rijksgebouwendienst eind vorig jaar al is gewaarschuwd voor het gebruik van pvc-kabels. Deze kwestie roept serieuze vragen op.
Naar aanleiding van de Schipholbrand is in november 2005 geïnventariseerd hoe het staat met brandveiligheidsvoorzieningen in inrichtingen. Dit heeft geleid tot versnelde sluiting van PI De Kruisberg in Doetinchem. In zijn brief van 8 december 2005 was minister Donner glashelder. Daarin schreef hij dat de Rijksgebouwendienst de eerstverantwoordelijke is om de brandveiligheid van de gebouwen te waarborgen. Neemt de Rijksgebouwendienst deze verantwoordelijkheid tot nu toe wel serieus? In juli kreeg de Kamer te horen dat de minister van VROM gebruikers van bepaalde containerwoningen het advies gaf, extra aandacht te besteden aan naleving van de brandveiligheidseisen. Nu is er weer een bericht over gevaarlijke pvc-kabels in een detentieboot.
Kan de minister van VROM een overzicht geven van alle genomen maatregelen die voortvloeien uit de conceptstukken van de Onderzoeksraad voor veiligheid over de brandveiligheid in inrichtingen? Belangrijker nog, welke maatregelen zijn er niet genomen die de onderzoeksraad wel heeft aanbevolen? Klopt het dat er al in 2005 is gewaarschuwd? Wanneer hoorde de minister voor het eerst over de risico's van de gebruikte pvc-kabels? Waarom is daar geen actie op ondernomen? Is de minister bereid om de pvc-kabels in de detentieboten ogenblikkelijk te laten vervangen?
Minister Dekker:
Voorzitter. Allereerst een excuus aan u, aan de leden, maar ook aan de kijkers, zoals u al zei, voor mijn te laat arriveren. Ik ga graag in op de vragen die mevrouw Özütok heeft gesteld. Ik heb kennisgenomen van het artikel in het Algemeen Dagblad van zaterdag jongstleden, want ik neem aan dat de vragen naar aanleiding daarvan zijn gesteld.
Allereerst moet ik zeggen dat ik het uitermate spijtig vind dat in de kop van het Algemeen Dagblad het beeld naar voren wordt gebracht dat de overheid niets van rampen heeft geleerd en dat rookvrije kabels duurder zijn en niet verplicht, dus dat de overheid gaat voor goedkoop.
In de detentieboten is niet gebruikgemaakt van goedkope kabels. Alle bekabeling in de detentieboten valt in de categorie moeilijk brandbaar. Met deze bekabeling voldoet de overheid aan de wetgeving, de eisen die voortvloeien uit het Bouwbesluit 2003 en de daarin genoemde NEN-norm 1010. Omdat daarmee is voldaan aan de eisen van de gemeenten, zijn op grond daarvan vergunningen verleend. Ik stel dit met de nodige nadruk, omdat uit het voorafgaande mag blijken dat er geen sprake is van levensgevaarlijke situaties, zoals in het artikel wordt gesuggereerd. Ik neem dan ook afstand van die term.
Ik teken hierbij aan dat dit type moeilijk brandbare bekabeling in vrijwel alle gevangenissen en in tal van andere praktijksituaties is toegepast. De overheid is nog een stap verdergegaan. In de huidige detentieboten zijn of worden zogenaamde sprinklerinstallaties aangebracht. Deze installaties zorgen ervoor dat er bij een brand geen rookontwikkeling ontstaat bij de kabels, die uit zichzelf al moeilijk brandbaar zijn.
Het beeld in de media dat de overheid voor goedkoop zou gaan, blijkt in de praktijk dus anders te zijn. Verder kan giftige rookontwikkeling ook door andere materialen worden veroorzaakt. Het is niet raadzaam om hierbij op één aspect in te zoomen zonder dit in een breder perspectief van het gebruikte materiaal te plaatsen.
Is hiermee de kous af? Bepaald niet. In de afgelopen jaren is bij de detentieboten uitgegaan van de gangbare praktijk. Er was ook geen aanleiding voor ongerustheid en geen reden om de NEN-norm aan te passen. Maar daarnaast zijn er nog ontwikkelingen in de markt. Enkele marktpartijen hebben onder aanvoering van Uneto-VNI, de brancheorganisatie voor installateurs, een Nederlandse technische aanpak gemaakt, de NTA 8012, die een checklist bevat voor brandveilige bekabeling. Ook al doet de berichtgeving soms anders vermoeden, dat is geen wet- of regelgeving, maar een private afspraak tussen marktpartijen. Het is een goede zaak dat er zo'n checklist wordt gemaakt. Een afspraak zoals de NTA biedt een handvat om een hoger kwaliteitsniveau te realiseren, als de opdrachtgever hierom vraagt. Op grond van de huidige voorschriften kan dit echter niet worden verplicht.
Uiteraard sta ik ook open voor innovatie. Het thema brandveiligheid staat hoog op de agenda van de Rijksgebouwendienst. Deze is bezig om de mogelijkheden te verkennen om moeilijk brandbare, halogeenvrije bekabeling standaard toe te passen, zowel bij nieuw te realiseren als bij ingrijpend te renoveren rijkshuisvesting. Bovendien lijkt het mij goed om te overleggen met de installatiebranche met verdere verkenning van de mogelijkheden als uitgangspunt.
Dit is mijn antwoord op de vragen van mevrouw Özütok in eerste termijn. Zij heeft overigens naar aanleiding van het rapport van de onderzoeksraad ook vragen gesteld. Ik herinner haar aan de afspraak dat alle zaken die op dat rapport betrekking hebben aan de orde kunnen komen zodra het vastgestelde rapport is gearriveerd en het kabinetsstandpunt kenbaar is gemaakt.
Mevrouw Özütok (GroenLinks):
Ik verzoek de minister om de stukken van de onderzoeksraad over de Schipholbrand bij deze kwestie te betrekken. Ik heb namelijk begrepen dat er sprake is geweest van een waarschuwing. De minister antwoordt dat de bekabeling tot de moeilijk brandbare materialen behoort. Uit haar antwoord maak ik echter niet op dat het rookvrije kabels betreft. Gezien de ervaringen lijkt het mij inderdaad nuttig om nogmaals aandacht te besteden aan de normeringen. Op welke termijn zal de minister dat doen?
Minister Dekker heeft gesproken over innovatie. Ik heb echter niet de indruk dat zij haast wil maken met de intentie om te weten te komen of de huidige regelgeving voldoet. Zij moet beseffen dat wij verantwoordelijk zijn voor het behoud van de levens van de mensen die op de detentieboten zijn ondergebracht.
Minister Dekker:
Uiteraard heeft mevrouw Özütok gelijk als zij zegt dat wij verantwoordelijk zijn voor de levens van die personen. Wij zijn met name verantwoordelijk voor de brandveiligheid.
Ik heb opgemerkt dat het moeilijk brandbare bekabeling betreft. Bovendien vindt compensatie van de rookontwikkeling plaats door middel van sprinklerinstallaties die bij een bepaalde temperatuursontwikkeling onmiddellijk af gaan. Er zijn vier typen te onderscheiden. Er wordt onderzocht of halogeenvrije bekabeling een optie kan zijn.
De heer Nawijn (Groep Nawijn):
Enige tijd geleden heb ik de minister van Justitie naar aanleiding van de Schipholbrand gevraagd of er naar zijn oordeel redenen zijn om alle strafinrichtingen te controleren op handhaving van de voorschriften. Hij heeft bevestigend geantwoord. Is dat inmiddels gebeurd?
Minister Dekker:
In de unitbouw en in alle andere penitentiaire inrichtingen wordt op dit moment een brandveiligheidsscan gedaan. Zodra ik wat dat betreft een totaalbeeld heb, zal ik de Kamer daarover informeren. Indien mogelijk, zal ik een en ander betrekken bij de antwoorden naar aanleiding van het rapport van de onderzoeksraad.
Mevrouw Van Heteren (PvdA):
Ook wij zien met spanning uit naar het definitieve rapport over de Schipholbrand. Veel eerder is gevraagd om doorlichting van instellingen waar mensen niet zelfstandig uit kunnen ontsnappen. Ik doel onder andere op gevangenissen en dit soort tijdelijke bajesboten. Minister Dekker heeft zojuist gezegd dat het onderzoek naar de brandveiligheid van dergelijke instellingen op dit moment wordt gedaan. Zij heeft ook gezegd dat er een aantal innovaties mogelijk is op het punt van de leiding. Wordt dat in die scan meegenomen? Wij wachten, zoals ik al zei, al enige tijd met spanning op die doorlichting, die al enige tijd geleden is toegezegd.
Minister Dekker:
Ik herhaal dat wij bezig zijn met een brandveiligheidsscan. Die wordt eerst gedaan in de unitbouw. Ik heb natuurlijk niet voor niets die handreiking voor een aantal inrichtingen gedaan. Zodra ik het totaalbeeld heb, zal ik de Kamer daarover informeren.
De voorzitter:
Aan de orde zijn de vragen van de heer Van Hijum aan de minister van Verkeer en Waterstaat. Ook de minister van Verkeer en Waterstaat is echter te laat. Er zijn vandaag verkeersopstoppingen in Den Haag. Dat is echter niet voor het eerst. Gelukkig is de staatssecretaris van Economische Zaken wel aanwezig. Wij gaan verder met de vragen van mevrouw Van Oudenallen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20052006-6419-6420.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.