Aan de orde is het debat naar aanleiding van het schriftelijk overleg over het Leer-werktraject in het contractvervoer in de taxibranche (25910, nr. 61).

De heer Mastwijk (CDA):

Voorzitter. Wij werken in Nederland alweer enige tijd met een chauffeurspas, die ooit was bedoeld om de problemen met de straattaxi, met name in de grote steden, aan te pakken. De minister doet er alles aan om daarvan werk te maken. Daarvoor verdient zij van de CDA-fractie een compliment.

Ik haast mij overigens ook te zeggen dat niet alles in de taxibranche even slecht is. Er zijn nog steeds heel veel goede bedrijven, waar men door goede chauffeurs keurig van A naar B wordt vervoerd.

De pas geldt ook voor het contractvervoer. Daarmee doen zich problemen voor. KNV-taxi heeft die aangekaart. Wij hebben er veel mails en telefoontjes over gehad. In het reces heb ik tijdens een stage bij een aantal ondernemers dezelfde problemen te horen gekregen. De ondernemers zijn niet in staat tijdig personeel te werven die de contracten kunnen rijden. De opleiding voor het examen duurt te lang. Voorts blijkt dat de drempel voor mensen om dit traject te doorlopen, erg hoog is. Dat is jammer, want het gaat heel vaak om banen van 12, 14 of 16 uur. Het betreft dus vooral mensen, van wie ook mijn fractie vindt dat je hun zo veel mogelijk moet "verleiden" om aan het werk te gaan. Ik heb het dan over vutters, huisvrouwen en mensen met een WAO-uitkering die deels zijn goedgekeurd. De druk op deze mensen is echter erg hoog, omdat de procedure krap is en zij moeten slagen. Er is dus geen sprake van een reservoir waar bedrijven die een contract moeten gaan rijden, willen uit kunnen putten als zij op zoek zijn naar chauffeurs.

De CDA-fractie ziet de oplossing in een leer-werktraject. Dat betekent dat een aankomend chauffeur die uiteraard in het bezit is van een rijbewijs, een verklaring omtrent het gedrag en een geneeskundige verklaring – daarover mag geen misverstand bestaan – mag rijden als hij zijn opleiding achter de rug heeft en het examen is aangevraagd. Ik dien daarover een motie in. In de motie wordt niet gesproken over de lengte van het leer-werktraject, want ik ga ervan uit dat de minister dit in goed overleg met de branche oplost. Ik ga er wel van uit dat wij hier over drie maanden niet opnieuw hoeven te spreken over een regeling.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het voor de kwaliteit van het zogenaamde contractvervoer in de taxibranche van groot belang is dat bedrijven tijdig kunnen beschikken over voldoende en goed gemotiveerde en gekwalificeerde chauffeurs en chauffeuses;

overwegende dat de procedure die leidt tot het verkrijgen van de chauffeurspas te lang is waardoor ondernemers niet tijdig chauffeurs kunnen inzetten die beschikken over de pas, en waardoor ook het uitvoeren van het vervoerscontract gevaar loopt;

verzoekt de regering, in overleg met KNV-taxi zo spoedig mogelijk een leer-werktraject in het leven te roepen gedurende welk traject aspirant-chauffeurs die al in het bezit zijn van rijbewijs, geneeskundige verklaring en Verklaring omtrent het gedrag, in afwachting van het behalen van de chauffeurspas in het contractvervoer kunnen worden ingezet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mastwijk, Gerkens, Dijksma, Hofstra en Slob.

Zij krijgt nr. 62(25910).

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter. Ik dien geen motie in, maar ik vind het wel belangrijk om hier uit te leggen waarom mijn fractie steun geeft aan de motie van de heer Mastwijk. Wij hebben vanaf het begin duidelijk gemaakt dat wij de chauffeurspas ongelooflijk belangrijk vinden voor de kwaliteit in de taxibranche. Wij hebben daar meteen bij gezegd dat wij niet willen dat vooral de mensen in het contractvervoer de dupe worden van de strenge regels die nu terecht worden gesteld. Daarover verschillen wij helaas een klein beetje van mening met de minister. In de praktijk blijkt dat er wel degelijk problemen ontstaan in het contractvervoer door de termijnen die nu worden gesteld, vanwege de examens. Sommige bedrijven hebben problemen met het vinden van chauffeurs. Ik kan mij niet voorstellen dat dit de bedoeling van de minister is. Daar komt bij dat de sector zelf een heel werkbaar voorstel over het leer-werktraject heeft neergelegd. Laten wij eerlijk zijn: in tal van sectoren in Nederland, bijvoorbeeld in de medische wereld en in het onderwijs, wordt al met leer-werktrajecten gewerkt. Mensen zijn dan eigenlijk al gekwalificeerd om aan de slag te gaan, maar ze hebben het papiertje nog niet. De vraag is nu hoe soepel de minister wil zijn. Er doet zich echt een probleem op de werkvloer voor. Is de minister bereid om dat te helpen oplossen door zo'n leer-werktraject een kans te geven? Als dat het geval is, kunnen wij voorkomen dat straks nodeloos nog meer problemen ontstaan in het contractvervoer. Ik hoop van harte dat de minister kan leven met de zojuist ingediende motie, want die is volgens mij heel redelijk. Dan kunnen wij heel snel aan de slag met de invoering van het leer-werktraject.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Mijn voorgangers zeiden het al: het blijft een beetje hommeles rondom de invoering van de taxipassen. De brief van de minister over de verkorte procedure van de chauffeurspas die ik zojuist heb ontvangen, heb ik met blijdschap gelezen. Ik dank de minister ervoor dat er een versnelling is ingezet. Tevens dank ik de minister voor de mogelijkheid om met een tijdelijke taxipas te rijden, wij kregen namelijk veel signalen dat dit een probleem was.

Het blijft echter wel theorie. De theorie is dat er acht weken zitten tussen het begin van de opleiding en het mogen rijden. Wij krijgen signalen dat deze theorie in de praktijk niet wordt gehaald. Mijn vraag is dan ook: worden die acht weken in de praktijk wel gehaald? Is er altijd voldoende ruimte bij het CBR om op korte termijn examen te doen? Komt het voor dat die examenplekken massaal en collectief worden opgekocht? Er zijn nog veel hobbels en obstakels. Wij zullen het proces nauwgezet volgen. Kan de minister toezeggen dat zij zal controleren of die acht weken worden gehaald?

Het is van belang dat er tussentijds een leer- en werktraject is. Veel argumenten zijn al genoemd, maar één argument heb ik gemist, namelijk dat onder hen die besluiten een taxipas te gaan halen, veel mensen zijn die op dit moment niet aan het werk zijn, om wat voor reden dan ook. Het is een gemiste kans als deze niet-werkenden nog eens wekenlang thuis moeten zitten. Voordat zij het gehele traject hebben doorlopen, moeten zij toch nog acht weken thuiszitten, terwijl zij eigenlijk aan het werk hadden gekund. Vandaar dat wij de motie van de heer Mastwijk hebben gesteund. Ik hoop dat de minister op dit punt toezeggingen kan doen.

Minister Peijs:

Voorzitter. Ik ben samen met de Kamer aan een traject begonnen om de situatie in de taxibranche te verbeteren. Ik meen dat wij een eind zijn gekomen met de straattaxi en het contractvervoer.

Wij hebben nog een verschil van mening over hoe de mensen in het contractvervoer moeten instromen. Wij hadden het idee dat mensen aan het werk kunnen zo gauw zij hun examen hebben gehaald en hun chauffeurspas hebben gekregen. Wij hebben een oplossing gevonden. Een kleine groep mensen gaat dit aan, zij krijgen een voorlopige chauffeurspas. Die pas kunnen wij allerlei echtheidskenmerken meegeven, opdat daarover geen problemen ontstaan. Wij hebben dit in gang gezet, omdat wij wilden dat er ook in het contractvervoer kwaliteit wordt geleverd. Wij weten dat de Inspectie Verkeer en Waterstaat in het contractvervoer nog steeds grote fouten aantreft bij het vervoer van gehandicapten. Als die mensen groenten moesten vervoeren, zou ik zeggen: gaat u gang met het leer-werktraject, en als er iets gebeurt, heeft u alleen maar uzelf.

Langzamerhand wil ik van deze discussie af, want het heeft lang genoeg geduurd. Ik denk dat de sector ook een keer zekerheid nodig heeft. De periode van de procedure is teruggebracht van dertien naar acht weken. Van die acht weken zijn er vier nodig voor een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG); daaraan wil ik vasthouden en ik hoop dat de Kamer mij daarin volgt. Voor een VOG is vier weken nodig; als er iets aan hand is, duurt het vijf weken. Dus als het langer dan vier weken duurt, weet men dat er iets aan de hand is. Alles bij elkaar wordt er een versnelling in aangebracht van dertien, via acht, naar vier weken.

Ik stel dit traject nu voor, opdat de sector eindelijk zekerheid krijgt. Wij gaan met de sector om de tafel zitten, want het Besluit personenvervoer 2000 moet worden gewijzigd. Er staat immers nu in dat iemand met een taxi kan gaan rijden en contractvervoer kan verzorgen als hij zijn chauffeursexamen heeft gehaald. Voordat ik dit besluit verander, wil ik om misverstanden te voorkomen even met de branche om de tafel gaan zitten om te bepalen wat wij nu precies gaan regelen voor welke groep. Wij moeten dan ook afspreken hoe lang het zal duren en ik ga ervan uit dat er niemand contractvervoer kan gaan verzorgen zonder een verklaring van goed gedrag. Als de Kamer hiermee kan instemmen, ga ik dit traject volgen. Ik zal ook met de branche overleggen over de voorwaarden en dan zal ik het resultaat over anderhalve maand of iets later aan de Kamer voorleggen, om het vervolgens allemaal zo gauw mogelijk in gang te zetten.

De heer Mastwijk (CDA):

Er was natuurlijk wel enig verschil in kwaliteit tussen de slechtere delen van het vervoer met straattaxi's en het contractvervoer. Er zal in het contractvervoer ongetwijfeld ook wel eens iets gebeuren waarop beter gelet zou moeten worden, maar ik wil in ieder geval even wijzen op dit verschil. En ten slotte wil ik dat er geen misverstand over bestaat dat niemand zonder rijbewijs, zonder een geneeskundige verklaring en zonder een verklaring omtrent het gedrag voor contractvervoer kan zorgen. Als ik ervan mag uitgaan dat de minister mijn motie overneemt en de Kamer hierover binnenkort zal rapporteren, ben ik bereid om de motie in te trekken en ik zie dat de andere indieners hiermee kunnen instemmen.

Minister Peijs:

Ik neem de motie inderdaad over en ik zal de Kamer binnen anderhalve maand of binnen twee maanden informeren.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Mastwijk c.s. (25910, nr. 62) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven