Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Wij gaan er snel doorheen. Het vragenuurtje duurde dit keer anderhalf uur en de agenda van vandaag is erg lang. Geen lange beschouwingen en de vragen kort formuleren!

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Ik wil graag het verslag van het algemeen overleg over de pakketmaatregelen op de plenaire agenda, het liefst deze week nog.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en te proberen het op de agenda van deze week te plaatsen, maar wellicht moet het op een later moment.

Mevrouw Arib (PvdA):

Normaal zou ik daar geen enkele moeite mee hebben, maar het gaat om de pakketmaatregelen. Als een Kamermeerderheid zich uitspreekt voor een wijziging, moet die zo snel mogelijk worden geëffectueerd.

De voorzitter:

Ik doe mijn uiterste best.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Haersma Buma.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Ik wil u vragen het verslag van het algemeen overleg over de veiligheid op Schiphol van vorige week aan de plenaire agenda toe te voegen, zodat een motie kan worden ingediend.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen, zo mogelijk deze week maar wellicht op een later tijdstip.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Aptroot.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. Ik heb twee verzoeken. Ik verzoek de stemmingen over Opta uit te stellen. Wij hebben vandaag een brief van de minister gekregen, overmorgen hebben wij een algemeen overleg waarin wij die brief nader zouden kunnen bespreken. Mijn tweede verzoek is om het verslag van het algemeen overleg over het instrumentarium van Economische Zaken op de agenda te plaatsen; liefst niet deze week, het kan ook na het reces.

De voorzitter:

Wat het eerste verzoek betreft, stel ik voor de stemmingen uit te stellen. Als ik mij niet vergis, is één motie overgebleven. Ik stel dan ook voor deze motie van de stemmingslijst van vandaag af te voeren.

Wat het tweede verzoek betreft, stel ik voor het verslag van het algemeen overleg op de agenda te zetten van de eerstvolgende vergaderweek na deze week.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kalsbeek.

Mevrouw Kalsbeek (PvdA):

Voorzitter. Ik vraag u om uitstel van de stemmingen over het initiatiefwetsvoorstel-Luchtenveld en om, op termijn, een heropening van het debat hierover, omdat een aantal amendementen beter moet worden voorbereid en besproken dan tot nu toe mogelijk was.

De voorzitter:

Ik stel voor om niet meer deze week over dit wetsvoorstel te stemmen, maar in de eerstvolgende vergaderweek na deze week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Schreijer-Pierik.

Mevrouw Schreijer-Pierik (CDA):

Voorzitter. Ik wil u vragen de stemmingen over de Flora- en faunawet uit te stellen tot donderdag omdat de brief van LNV en Justitie nog niet binnen is.

De voorzitter:

Volgens de huidige agenda hebben wij geen stemmingen op donderdag. Tot nu toe vond ik het verantwoord om de stemmingen die deze week "tot stand komen" in de eerstvolgende week na deze vergaderweek te doen. Als u expliciet verzoekt om donderdag te stemmen, leg ik dit aan de Kamer voor.

Mevrouw Schreijer-Pierik (CDA):

Ja, ik doe een expliciet verzoek om aanstaande donderdag hierover te stemmen.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter. Eigenlijk was ik heel verheugd over uw unieke voorstel om niet vlak voor een kort reces te stemmen. Ik houd daar graag aan vast. De stemmingen kunnen toch direct na het herfstreces plaatsvinden?

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Mijn voorstel is hetzelfde.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik sluit mij daarbij aan.

De voorzitter:

Laten wij het praktisch houden. Het zou mij niet verbazen als in de loop van deze dagen, met een aantal VAO's, de behoefte ontstaat om donderdag na de middagpauze ook over andere zaken te stemmen. Ik vraag u om voorlopig rekening te houden met stemmingen op donderdag na de middagpauze. Het is nog niet definitief. Wij bekijken nog wat voor stemmingswensen deze week aan de orde komen.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik heb de minister van Defensie gevraagd om opheldering van het lot van Nederlandse dienstplichtigen die in de jaren zestig zijn blootgesteld aan nucleaire experimenten en daar ernstige gezondheidsklachten van hebben ondervonden. Die vragen zijn inmiddels al meer dan zes weken oud. Ik wil nu snel opheldering.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen door middel van toezending van het stenogram van dit gedeelte van de vergadering aan het kabinet, in het bijzonder aan de staatssecretaris van Defensie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Ik wil de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzoeken om het overzicht van de premieafhankelijke bijdragen voor de Zorgverzekeringswet, dat is toegezegd in het AO en in het VAO, vóór vanavond naar de Kamer te zenden, zodat wij dit kunnen gebruiken in de vragenronde van donderdag. Zo kan er ook geen licht bestaan tussen hetgeen dat ministerie schrijft en hetgeen de staatssecretaris van Financiën naar voren brengt in zijn brief. Wellicht zal die brief moeten worden medeondertekend door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen. De duidelijkste manier lijkt me om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering naar het kabinet door te geleiden, in het bijzonder naar de ministers van VWS en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en naar de staatssecretaris van Financiën.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter. Op 20 september verzocht ik de regering, de geheime rapporten over het onderzoek naar de zaak-Khan uit 1980, waarvan toegezegd was dat zij naar de Kamer gestuurd zouden worden, zo snel mogelijk aan de Kamer te doen toekomen. Op 27 september kregen wij een brief van de minister van Buitenlandse Zaken. Daarin stond dat er nog een paar dagen nodig was voor de afstemming met de collega's. Dat is nu weer twee weken geleden en uit informatie die ik via een binnenlijn heb gekregen, blijkt mij dat de ministeries van BZ en EZ geen probleem hebben met het doorsturen van de rapporten, terwijl de ministeries van BZK en Justitie dat wel hebben.

Kunnen deze rapporten morgen naar de Kamer gestuurd worden? Deze zaak loopt nu al sinds januari. Als ik de rapporten niet kan krijgen, overweeg ik om morgen een debat aan te vragen naar aanleiding van deze brief van de minister van BZ.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de ministers van Buitenlandse Zaken, van Economische Zaken, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hofstra.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter. Ervan uitgaande dat wij heden toch zullen stemmen over de moties ingediend bij algemene financiële beschouwingen, wil ik het verzoek doen om de motie-Blok c.s. (30300, nr. 42) niet heden in stemming te brengen, maar bij de eerstvolgende gelegenheid. Het motief daarvoor is dat wij nog een kleine wijziging van deze motie overwegen.

De voorzitter:

Ik stel voor, overeenkomstig dit voorstel te besluiten. Het is op dit moment nog niet duidelijk wanneer de eerstvolgende stemming zal plaatsvinden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Vorige week heb ik in het debat met de minister van Verkeer en Waterstaat over het rapport van ProRail verzocht om voor dinsdag het onderzoek uit 2000 en alle andere relevante rapporten naar de Kamer te sturen. Ik heb nog niets ontvangen. Ik wil de minister vragen om dat voor morgenochtend 12.00 uur alsnog te doen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Verkeer en Waterstaat.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Smits.

Mevrouw Smits (PvdA):

Voorzitter. Vanmiddag is er een VAO over topinkomens geagendeerd. De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft daar niet langer behoefte aan.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven