Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij hoofdlijnendebat over de structuurvisie Zuiderzeelijn, te weten:

- de motie-Van Hijum c.s. over nadere verkenning van de hst-variant (27658, nr. 28);

- de motie-Duyvendak c.s. over besluitvorming over de nieuwe verbinding tussen de A6 en de A9 (27658, nr. 29);

- de motie-Duyvendak/Gerkens over onderzoek naar alternatieven van een versoberde hst en opgewaardeerde Hanzelijn (27658, nr. 30).

(Zie vergadering van 1 juni 2006.)

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Duyvendak stel ik voor, zijn motie (27658, nr. 30) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Wij hebben grote twijfels bij de Zuiderzeelijn; die hebben wij ook geuit tijdens het debat. Er ligt nu een motie-Van Hijum c.s. voor, waarin om nog weer een onderzoek wordt gevraagd. Aangezien de minister dit al diverse keren heeft toegezegd, vinden wij het iets te veel van het goede om ook nog eens vóór deze motie te stemmen. Derhalve stemmen wij tegen de motie.

In stemming komt de motie-Van Hijum c.s. (27658, nr. 28).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SGP en de Groep Nawijn voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Duyvendak c.s. (27658, nr. 29).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en D66 voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven