Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Duyvendak aan de minister van Verkeer en Waterstaat over de wenselijkheid van een terugkomdag voor jonge automobilisten.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Afgelopen weekend zijn wij opgeschrikt door berichten over een afschuwelijk verkeersongeluk in de Groningse gemeente Zuidbroek. Daarbij kwamen drie tieners om het leven en raakten twee andere jongeren zwaargewond. Dit ongeluk wijst ons nog eens op de naar verhouding veel grotere risico's die jonge automobilisten lopen. Natuurlijk zijn risico's in het verkeer nooit uit te sluiten en natuurlijk zijn ongelukken niet helemaal uit te bannen, maar wij hebben wel de dure plicht om de kans op ongelukken zoveel mogelijk te beperken. Vooral beginnende automobilisten in de leeftijdsgroep van 18 tot en met 24 jaar nemen extreem veel risico's want door deze groep wordt, vergeleken met het gemiddelde, vier keer zo vaak een ernstig ongeluk veroorzaakt. Voor de mannen van deze groep geldt zelfs zes keer zo vaak. Door die ongelukken komen jaarlijks 200 mensen om, 25% van het totaalaantal doden in het verkeer.

De verkeersveiligheid gaat minister Peijs echt aan het hart. De minister heeft op dit terrein ook een aantal maatregelen genomen, zoals het invoeren van het beginnersrijbewijs voor jongeren en het verlagen van het maximaal toegestane alcoholpromillage voor deze groep. Die maatregelen liggen in de sfeer van sanctie en straf en mijn fractie heeft dat altijd gesteund. Mijn fractie denkt echter ook dat dit niet genoeg is. Beginnende automobilisten mogen niet zomaar worden losgelaten op het verkeer. Er moet meer worden gedaan dan nu het geval is aan training en preventie om het aantal ongelukken dat veroorzaakt wordt door deze leeftijdsgroep te verminderen.

Ik leg daarom twee maatregelen voor aan de minister. Ten eerste de invoering van een reguliere terugkomdag voor iedereen die net een rijbewijs heeft gehaald: na een halfjaar of een jaar een dag terugkomen om kennis op te frissen, te praten over risico's in het verkeer en informatie te geven over wat je moet doen als het even mis gaat en je in de berm terechtkomt. Die reguliere terugkomdag kan op vrijwillige basis worden bezocht. In het verlengde van de maatregel van het beginnersrijbewijs, waarbij jonge automobilisten strafpunten krijgen voor een overtreding – bij drie keer wordt het rijbewijs ingetrokken – pleit ik voor het verplicht bijwonen van de terugkomdag bij een dergelijke fout. Ik denk daarbij aan roekeloos rijden, te hard rijden en rijden met alcohol op en dergelijke. Als iemand in de fout gaat, dan vormt hij blijkbaar een risico op de weg. Mijn fractie pleit ervoor om die groep verplicht, lik op stuk, een dergelijke cursus te laten volgen.

Minister Peijs:

Voorzitter. De aanleiding voor de vragen van vandaag is een heel droevige. Ik praat graag met de Kamer over verkeersveiligheid, maar het is gevaarlijk om dit te doen in de context van het ongeluk van afgelopen weekend. Wij weten namelijk nog helemaal niet wat de oorzaak hiervan was. De negentienjarige bestuurder heeft het overleefd. Als blijkt dat het niet zijn schuld was en er bijvoorbeeld een technisch mankement was, leggen wij onterecht een zware last op zijn schouders. Dit wilde ik vooraf zeggen, om de ellende in het noorden niet nog groter te maken dan die al is. De vragen van de heer Duyvendak zal ik dan ook in het algemeen beantwoorden en niet in de context van het ongeluk in Zuidbroek.

Een beginnende bestuurder heeft in de benadering van de verkeersveiligheid een speciale plaats en krijgt speciale aandacht. Eigenlijk is het verkeerd om bij deze groep te spreken van een "rijbewijs". Als je een rijexamen hebt gedaan, kun je een beetje sturen, kun je achteruitparkeren en misschien kun je ook goed op een helling staan zonder naar beneden te sukkelen. Verder weet je echter nog van niks. Na je examen moet je eigenlijk een "vergunning om aan het verkeer deel te nemen" krijgen. Het Engelse "license" geeft veel beter weer wat de maatschappij bedoelt met wat wij hier "rijbewijs" noemen: het is geen rijbewijs maar een rijvergunning. Als je je misdraagt en blijkt dat je die vergunning niet waard bent, dan wordt die ingetrokken.

Ik kom bij het voorstel van de heer Duyvendak, die hier vandaag overigens zelf laat zien dat het niet alleen op de weg gevaarlijk is en dat wij ook thuis goed moeten uitkijken wat er gebeurt. Wij doen al heel veel met beginnende bestuurders. Zo wordt na drie overtredingen het rijbewijs ingenomen. Dit gaat zelfs gelden voor brommerrijders; ook voor hen wordt een puntenrijbewijs ingevoerd. Indien je te veel punten hebt voor een brommerrijbewijs, zul je ook geen autorijbewijs meer kunnen krijgen. Dat komt goed aan bij de jeugd. De SWOV-cijfers die vanmorgen in de krant stonden, zijn overigens gebaseerd op het jaar 2002. In de tussentijd hebben de genomen maatregelen effect gehad. Het aantal doden in de leeftijdscategorie 18-24 is gedaald van 200 in 2002 tot 125 in 2005. Daarmee zijn wij natuurlijk nog niet tevreden, maar wij zijn op de goede weg. Het lijkt erop dat onze jonge rijbewijsbezitters naast hormonen ook beschikken over verstand.

Ik wil het voorstel van de heer Duyvendak graag onderzoeken. In de regio wordt op dit moment ervaring opgedaan met een terugkomdag voor jonge rijbewijsbezitters; dit geldt ook voor het buitenland. Daaruit blijkt dat zo'n dag niet op zichzelf kan staan maar moet worden ingebed in een aantal andere maatregelen. Daarom wil ik op basis van de regionale pilots en de internationale ervaringen onderzoeken welke andere maatregelen nodig zijn om er een samenhangend pakket van te maken. In de jaarlijkse verkeersveiligheidsbrief van komend najaar zal ik de Kamer vervolgens mijn bevindingen meedelen. Als daartoe aanleiding is, zal ik maatregelen aankondigen. Ik hoop dat wij op die manier op een verantwoorde manier kunnen inspelen op de problematiek en kunnen bezien of een dergelijk instrument effect heeft dan wel andere maatregelen nodig zijn.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik ben het hartgrondig met de minister eens dat een beginnende automobilist er nog niet is als hij zijn rijbewijs krijgt, maar dat het dan pas begint. Daar kunnen wij beginnende automobilisten niet genoeg op wijzen.

Ik heb de suggestie gedaan om iedereen die net een rijbewijs heeft na een halfjaar of een jaar uit te nodigen voor een terugkomdag waarop een aantal dingen specifieker kan worden getraind. Ik ben blij dat de minister dat wil onderzoeken. Ik denk namelijk dat er niet alleen harde sancties, zoals het intrekken van het beginnersrijbewijs, mogelijk moeten zijn. De beginnende automobilist moet ook de mogelijkheid worden gegeven om te trainen en hij moet ondersteuning kunnen krijgen. Ook de rijlessen houden immers op nadat iemand zijn rijbewijs heeft gekregen. Het zou goed zijn om een praktijk te beginnen waarin die lessen op een bepaalde manier doorlopen. Ik ben blij dat de minster dat wil onderzoeken. Ik hoop dat wij daar in het najaar verder over kunnen discussiëren.

De minister heeft op één suggestie van mij nog niet gereageerd. Ik stelde voor om beginnende automobilisten die één keer een fout hebben gemaakt die strafpunten oplevert op het beginnersrijbewijs, bijvoorbeeld hard rijden, roekeloos rijden of rijden onder invloed, en dus een extra risico vormen, te verplichten om direct na de overtreding zo'n cursus te volgen. Zij kunnen dan leren wat de risico's zijn van bepaald gedrag en ook wat zij moeten doen als zij bijvoorbeeld de macht over het stuur dreigen te verliezen of als zij in de berm verzeild raken. Ik hoop dat de minister ook deze suggestie wil onderzoeken.

Minister Peijs:

In de nieuwe rijopleiding die vanaf eind 2007 zal worden gegeven, wordt al veel meer ingezet op risicoperceptie en dat soort zaken. Dat is heel gunstig. Ik wil deze suggestie graag ook betrekken in het onderzoek. Voor ervaren bestuurders kennen wij ook iets dergelijks. Iemand die met alcohol op achter het stuur is aangehouden, krijgt een cursus. Ik wil kijken naar de haalbaarheid van dit voorstel. Ik zal hierop terugkomen in de verkeersveiligheidsbrief.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Kan de minister nog zaken doen in het kader van preventie? Ik ben afgelopen zaterdag bij de BobNight aanwezig geweest die was georganiseerd door Team Alert. Op het terrein van voorlichting aan jongeren en verkeerseducatie op scholen valt ook nog wel wat te winnen.

Minister Peijs:

Dat doen wij natuurlijk uitgebreid. Ik ben een sterke voorstander van het geven van heel veel verkeerslessen op school. Jongeren moeten erop worden gewezen dat zij een verantwoordelijkheid hebben, ook als zij te voet, op de fiets of op een brommer deelnemen aan het verkeer. Ouders moeten daar thuis ook aandacht aan besteden, ik wil die verantwoordelijkheid niet alleen bij de scholen leggen. Ik vind verkeerseducatie van buitengewoon groot belang. Deze heeft ook een preventieve werking. In de vernieuwde rijopleiding zit heel veel preventie. Er wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan risicoanalyse, risicoperceptie en inzicht in het verkeer.

De heer Hermans (LPF):

Wij hebben de laatste jaren al flink wat aanpassingen doorgevoerd voor jongeren, bijvoorbeeld op het terrein van alcohol, het puntenrijbewijs en de moduleopbouw van de rijopleiding. Zijn wij nu niet, mede naar aanleiding van één ongeval, beleid aan het stapelen? Moeten wij niet eerst de al genomen maatregelen evalueren om te bezien of de ingezette weg goed is en onderzoeken wat de gevolgen van een voorgestelde maatregel zijn? Laten wij het doen zoals het hoort. Wij moeten datgene doen wat het meest effectief is.

Minister Peijs:

Ik dacht dat ik dat net al had gezegd. Ik ben aan het onderzoeken hoe de voorgestelde maatregel uitwerkt, in het buitenland en in de regio waar er op dit ogenblik ervaring mee wordt opgedaan. Ik wil graag bezien hoe dat uitwerkt. Wij weten op basis van ervaringen uit het buitenland wel al dat alleen het organiseren van een terugkomdag, zonder een pakket er omheen, weinig zin heeft. Als wij zo'n dag zouden willen organiseren, gaan wij onderzoeken hoe dat het beste kan. Dit zal meegenomen worden in de verkeersveiligheidsbrief die in het najaar naar de Kamer zal worden gezonden.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Voorzitter. De minister heeft gezegd dat er al een pilot is met terugkomdagen voor automobilisten die pas hun rijbewijs hebben. Die pilot is op haar verzoek gestart in 2004. Dat had alles te maken met de ambitie om het aantal slachtoffers terug te brengen.

Binnenkort zijn er in dit huis een aantal debatten over rijbewijzen. Ik noem het puntenrijbewijs en het bromfietsrijbewijs. Wellicht wil de minister in dit verband de resultaten van in ieder geval de pilot in Gelderland alvast aan de Kamer toesturen. De Kamer kan dan namelijk bij de overwegingen de vraag betrekken of er meer preventieve dan wel restrictieve maatregelen mogelijk zijn. Wij zijn immers allemaal het meest gebaat bij de preventieve maatregelen.

Minister Peijs:

Dat wil ik graag doen, zo gauw die gegevens er zijn. Het lijkt mij geen enkel probleem om die gegevens dan naar de Kamer te sturen.

Naar boven