Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de hongersnood in Oost-Afrika, te weten:

- de motie-Samsom/van Bommel over het per direct beschikbaar stellen van 30 mln. ter bestrijding van de hongersnood in Afrika (29237, nr. 34);

- de motie-Ferrier c.s. over onderzoek naar een structurele aanpak ter voorkoming van terugkerende noodsituaties in Afrika (29237, nr. 35).

(Zie vergadering van 30 maart 2006.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Voorzitter. De hongersnood in oostelijk en zuidelijk Afrika is rampzalig. De tot nu toe toegezegde bijdragen zijn nog onvoldoende om de nood te lenigen. In het debat dat wij afgelopen donderdag met de minister gevoerd hebben, heeft zij duidelijk gemaakt dat de tot nu toe toegezegde bijdrage een tussenstand vormt en dus nog niet de eindstand is. Wij willen de balans opmaken als er meer duidelijkheid is over de totaal benodigde hulp en de Nederlandse bijdrage. Wij rekenen erop dat de minister met een royale totale bijdrage over de brug zal komen. Mocht dat niet zo zijn, dan zullen wij haar alsnog aansporen om dat wel te doen, desnoods met een motie. De motie die nu voorligt, de motie op stuk nr. 34, komt voor ons te vroeg en daarom zullen wij haar niet steunen.

In stemming komt de motie-Samsom/Van Bommel (29237, nr. 34).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Ferrier c.s. (29237, nr. 35).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven