66ste vergadering

Dinsdag 4 april 2006

14.00 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 139 leden, te weten:

Van Aartsen, Aasted Madsen-van Stiphout, Algra, Aptroot, Arib, Van As, Atsma, Azough, Bakker, Balemans, Van Beek, Blok, Blom, Van Bochove, Boelhouwer, Bos, Van den Brink, Brinkel, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Çörüz, Crone, Depla, Dezentjé Hamming, Van Dijk, Van Dijken, Dijksma, Dijsselbloem, Dittrich, Douma, Dubbelboer, Duivesteijn, Duyvendak, Eerdmans, Van Egerschot, Eijsink, Eski, Ferrier, Van Fessem, Fierens, Van Gent, De Haan, Van Haersma Buma, Halsema, Van der Ham, Hamer, Haverkamp, Heemskerk, Herben, Hermans, Hessels, Van Heteren, Van Hijum, Hirsi Ali, Hofstra, Ten Hoopen, Huizinga-Heringa, Irrgang, Jager, Joldersma, Jungbluth, Kalsbeek, Kant, Karimi, Knops, Koenders, Koomen, Koopmans, Kortenhorst, Koşer Kaya, Kraneveldt, De Krom, Kruijsen, Van der Laan, Lambrechts, Lazrak, Lenards, Van Lith, Luchtenveld, Marijnissen, Mastwijk, Meijer, Van Miltenburg, Mosterd, De Nerée tot Babberich, Nijs, Noorman-den Uyl, Van Oerle-van der Horst, Omtzigt, Oplaat, Örgü, Ormel, De Pater-van der Meer, Rambocus, Roefs, Rouvoet, Samsom, Van der Sande, Van Schijndel, Schippers, Schreijer-Pierik, Slob, Smeets, Smilde, Smits, Snijder-Hazelhoff, Spies, Van der Staaij, Sterk, Straub, Stuurman, Szabó, Tichelaar, Timmer, Timmermans, Tjon-A-Ten, Varela, Veenendaal, Van Velzen, Vendrik, Verbeet, Verburg, Verdaas, Vergeer, Verhagen, Visser, Van der Vlies, Vos, Bibi de Vries, Jan de Vries, Klaas de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Waalkens, Weekers, Weisglas, Van Winsen, De Wit en Wolfsen,

en de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, de heer Donner, minister van Justitie, mevrouw Dekker, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mevrouw Peijs, minister van Verkeer en Waterstaat, de heer Brinkhorst, vice-minister-president, minister van Economische Zaken, de heer Hoogervorst, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de heer Van der Knaap, staatssecretaris van Defensie, en mevrouw Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Albayrak, Leerdam, Vietsch en Jonker, wegens bezigheden elders;

Nawijn, wegens verblijf in het buitenland, ook morgen;

Van Bommel, wegens ziekte.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ik verzoek de leden en onze gasten op de publieke tribune te gaan staan.

Geachte medeleden. Het is een goede gewoonte om oud-fractievoorzitters hier te herdenken. Als het iemand betreft die door velen van ons nog van nabij is gekend, is dat extra wrang en droevig.

Ria Beckers overleed bijna twee weken geleden in haar eigen vertrouwde omgeving in Wadenoyen. Zij was nog maar 67 jaar. Zij was nog lang niet klaar met het uitvoeren van wat zij als een opdracht zag: de strijd voor een betere wereld. Of dat nu ging om natuur en milieu in eigen land of de ontwikkeling van het haar zo geliefde Bhutan. Ons land en onze wereld konden op Ria Beckers rekenen.

Ria Beckers nam in de Haagse politieke wereld een bijzondere plaats in. Niet alleen omdat zij de eerste vrouwelijke lijsttrekker was of de eerste vrouwelijke fractievoorzitter; een functie die ze bijna zestien jaar vervulde, eerst voor de PPR, later voor GroenLinks. Maar ook omdat bij haar radicale opvattingen samen gingen met een diep religieus gevoel. Dit maakte dat zij niet slechts weerklank in de Kamer vond bij haar politieke medestanders. Ook in de confessionele hoek wist zij vaak een gevoelige snaar te raken. Radicaal, gedreven, vaak heel serieus, maar ook goedlachs en vrolijk. Dat was Ria Beckers.

Radicaal wilde ze zijn. Een vrouw die was opgegroeid in de jaren zestig en zeventig, toen de verbeelding aan de macht was. Ria Beckers was hiervan een exponent. Radicaal, of, zoals zij dat zelf kort na haar verkiezing tot lijstrekker van de PPR in 1977 omschreef "onder radicaal versta ik nog steeds, dat wat verband houdt met het Latijnse woord 'radix' dat 'wortel' betekent. Dat betekent dat de PPR tot de kern van de problemen wil gaan". Dat was wat Ria Beckers motiveerde. Tot de kern gaan. Er geen doekjes om winden. Zeggen waar het op staat en handelen naar wat je vindt. Misschien was dat soms ook wel eens haar valkuil. Zij liet zich er nooit toe verleidenVoorzitter standpunten in te nemen alleen omdat die het electoraal misschien wel goed zouden doen. Zij kon oprecht verontwaardigd zijn als zij meende dat een politieke opponent haar niet voldoende serieus nam. Dan ging het niet om haar als persoon, maar om de opvattingen waar zij voor stond. Daar viel de spot niet mee te drijven. Er moest aandacht zijn voor mensen die in de verdrukking zaten, voor maatschappelijke problemen, voor de natuur, voor vrede. Dat kón ze gewoonweg niet over haar kant laten gaan.

In 1989 was Ria Beckers opnieuw de eerste; de eerste fractievoorzitter van GroenLinks. De nieuwe combinatie bracht niet de doorbraak waar zij zo op hoopte. Haar vurig verlangen naar een links kabinet kwam met zes zetels voor GroenLinks niet dichterbij. Haar grote verdienste was, zoals Femke Halsema gisteren schreef, dat GroenLinks onder haar leiding transformeerde van een fusiepartij tot een roodgroene familie, pardon een roodgroene formatie. Misschien is mijn verspreking eigenlijk wel juist.

Ria Beckers nam het leven niet licht. Zeker haar parlementaire leven niet. Daar moest nijver en serieus worden gewerkt. Soms vroegen omstanders zich wel eens af: hoe houdt ze dat allemaal vol? Een druk leven als fractievoorzitter van een partij die altijd oppositie voerde. Daarnaast een druk leven als moeder van een gezin met man en drie kinderen. En dan ook nog een boerenbedrijf willen runnen. Dat houd je alleen maar vol als je zeer gedreven bent.

Haar zwaarste weken, zo heeft Ria wel eens gezegd, beleefde zij begin 1991 tijdens de vele debatten over de Golfoorlog. Ik kan mij uit persoonlijke ervaringen nog goed herinneren dat de zeeën toen heel hoog gingen. Ria en ik hebben toen als woordvoerders soms hard tegenover elkaar gestaan. Het politieke werd toen voor haar heel persoonlijk. Zelf zei zij hierover in de Haagse Post: "Niet dat ik onvriendelijk was hoor, maar deze kwestie ging toch iets te diep om vervolgens buiten de Kamer in alle jovialiteit met elkaar om te gaan." Zij had er geen enkele moeite mee dat zij het zwaar te verduren kreeg in die debatten. Dat hoorde er bij. Wat haar stak was, zoals zij dat zelf zei, dat waar de wapens spreken, de politiek er kennelijk het zwijgen toe moest doen. Althans zo ervaarde zij dat als lid van de oppositie. Wat haar hierbij ook pijn deed, was dat zij in dit soort debatten steevast als pacifist werd weggezet. In een interview met het Vrije Volk in februari 1991 benadrukte zij dit nog eens: "de beslissing om tegen de Golfoorlog te zijn, is niet gebaseerd op een pacifistische levensovertuiging. Ik meen wel dat een oorlog nu en in deze mate de problemen niet oplost, maar vergroot." Dat zij daarin tamelijk alleen stond, deed haar wel verdriet, maar het deerde haar niet. Zij stond voor haar overtuiging. Droeg die, zoals altijd, met verve uit.

In 1993, een jaar voor de verkiezingen, nam zij afscheid van de politiek. Zij wilde een minder jachtig bestaan. Meer tijd voor man en kinderen en voor de boerderij in Wadenoyen. Korte tijd later combineerde zij dat toch weer met vele maatschappelijke functies. Milieu en landbouw bleven haar belangrijkste aandachtspunten. Voorzitter van Natuur en Milieu, lid van de raad van commissarissen van de Triodosbank, actief voor de streekproducten en ook lid van de commissie die onderzoek deed naar de gevolgen van de vuurwerkramp in Enschede. Het zijn een paar voorbeelden van haar voortdurende betrokkenheid bij de samenleving na haar Kamerlidmaatschap.

Afgelopen woensdag namen wij afscheid van Ria Beckers in een zeer bijzondere dienst in de Domkerk in Utrecht. Vele politieke stromingen en maatschappelijke organisaties waarvoor zij altijd op de bres heeft gestaan waren er vertegenwoordigd. Onze collega Marijke Vos citeerde Ria Beckers daar als volgt: "Grote en noodzakelijke veranderingen hebben tientallen jaren nodig voordat ze zich voltrekken, en dan gebeurt het vaak op een moment dat je er helemaal geen geloof meer in hebt en er niet meer op rekent." De val van de Berlijnse muur en de afschaffing van de apartheid in Zuid-Afrika waren voor Ria inspirerende voorbeelden.

Dat Ria Beckers al zo vroegtijdig afscheid van haar naasten heeft moeten nemen, stemt erg verdrietig. Zij geloofde in een leven na dit leven. Ik hoop dat die overtuiging voor haar man Karel, haar kinderen Mirjam, Marja en Stefan en hun partners en haar zo geliefde kleinkinderen, die hier ook aanwezig zijn, een bron van troost mag zijn.

Minister Brinkhorst:

Ik zal graag namens het kabinet iemand herdenken die mij zeer dierbaar was. Ria was een gedreven politica. Zij was in de meest letterlijke zin een getuigenispolitica. Zij geloofde in wat zij zei en zij handelde daarnaar. Ik heb haar mogen meemaken in de periode 1977-1982. Wij voerden gezamenlijk oppositie. Wij hadden soms verschillende posities en verschillende uitgangspunten. Maar door de wijze waarop zij optrad voor de belangrijke thema's waarin zij geloofde – vrede en veiligheid, mensenrechten, sociale zaken en milieubescherming – kreeg zij altijd veel respect.

Ik heb ook het voorrecht gehad haar te zien in de periode dat zij de Kamer had verlaten. Zij was in die tijd als voorzitter van de Stichting Natuur en Milieu zeer betrokken bij de problematiek van de biologische landbouw. Ik heb haar als minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij mogen installeren als voorzitter van een adviesgroep biologische landbouw. Dat was in een latere fase van haar leven, maar ook toen was zij concreet en rechtstreeks. Zij was altijd erg betrokken bij degenen die naar nieuwe ontwikkelingen streefden. Zij was bekend om haar gedegen voorbereiding van de debatten.

Paul Rosenmöller zei niet zo lang geleden dat zij altijd met een blocnote op haar knieën aantekeningen maakte. Dat heeft zij waarschijnlijk uit de tijd dat zij klassieke talen studeerde in Utrecht. Haar eindscriptie ging over de vrouw in de Griekse tragedie. Mogelijk is dat ook een link naar haar latere politieke loopbaan. Zij was lerares klassieke talen voordat zij in de politiek ging. Zij wist een grote kennis van de klassieken te paren aan de wens om tot vernieuwing te komen. Ik wil haar graag in dankbaarheid herdenken.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

Ik nodig Karel Beckers en de familieleden uit om naar het ledenrestaurant te gaan. Daar kunnen de leden hen kort spreken of condoleren.

De vergadering wordt van 14.15 uur tot 14.25 uur geschorst.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven