Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Noorman-den Uyl.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Mijnheer de voorzitter. Ik wil u vragen om het verslag van het algemeen overleg over de schuldenproblematiek op de plenaire agenda te zetten, bij voorkeur op de agenda van volgende week.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en het VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil u vragen om de verslagen van twee algemeen overleggen met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, die vorige week hebben plaatsgevonden, op de plenaire agenda te zetten. Het eerste overleg ging over Kenia, het tweede overleg ging over de subsidiëring van het IMD.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en beide VAO's toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Vandaag zouden wij stemmen over de Geneesmiddelenwet en de Wet op de geneesmiddelenvoorziening. Ik wil graag een derde termijn houden voordat wij tot stemming overgaan.

De voorzitter:

Dan stel ik voor om de stemmingen uit te stellen en de derde termijn van het debat over de Geneesmiddelenwet en de Wet op de geneesmiddelenvoorziening op de agenda te plaatsen. In verband met het verblijf van de desbetreffende minister in het buitenland, kan dit debat niet eerder dan volgende week plaatsvinden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Samsom.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. Er raast een hongersnood door Afrika. Elf miljoen mensen worden in hun bestaan bedreigd. Weer wacht de internationale gemeenschap, waaronder Nederland, te lang en reageert zij te laat en te benepen. Van de benodigde 570 mln. dollar is nog geen 30% toegezegd. Waar wachten wij nog op? Tot weer duizenden mensen sterven van de honger? Tot de televisiecamera's dat allemaal registreren? Of grijpen wij dit keer eerder in?

De Kamer is tot nu toe nog maar heel summier geïnformeerd over de inzet van Nederland bij deze internationale ramp. De berichten die ons daarover wel bereiken, doen vermoeden dat wij geen haar beter zijn dan andere donoren. Ik wil van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking met spoed horen wat zij in nationaal en in internationaal verband precies wil gaan doen om de hongersnood te lenigen, zodat wij daarover, liefst nog deze week, met elkaar kunnen debatteren.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Ik ben het met de heer Samsom eens dat de nood erg hoog is. Daarover dienen wij ons grote zorgen te maken. Toch denk ik dat het wenselijk is dat wij, voordat wij hierover in debat gaan met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, via een brief zicht krijgen op de situatie van dit moment en op de nationale en internationale inzet.

De heer Szabó (VVD):

Wij hebben dit onderwerp vorige week tijdens een algemeen overleg over Kenia kort aangestipt. Toen bleek dat dit verhaal nog een extra dimensie heeft en dat is de onkunde en de onwil van de regering van Kenia om in internationaal verband mee te werken. Ook ik wil graag die brief ontvangen. Kan daarin ook aangegeven worden wat de regeringen in Afrika zelf doen om de hongersnood zo snel mogelijk te lenigen?

De voorzitter:

Een korte reactie van de heer Samsom en dan doe ik een voorstel.

De heer Samsom (PvdA):

Beide leden verzoeken in eerste instantie om een brief. Ik heb ook gezegd dat ik graag wil dat de Nederlandse regering in nationaal en internationaal verband zich met spoed inzet om hieraan iets te doen. In tegenstelling tot de VVD-fractie koppel ik niet twee politieke onderwerpen aan elkaar. Dit is een humanitaire ramp, dus het moet voor ons nu mogelijk zijn om in te grijpen. Wat mij betreft gebeurt dat deze week nog door het houden van een plenair debat.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Ik onderschrijf het verzoek van de heer Samsom om niet te mengen. Het gaat in dit geval om noodhulp.

De heer Szabó (VVD):

Het gaat er ook om wat de nationale regeringen, bijvoorbeeld van Kenia, doen om noodhulp bij de mensen te krijgen. Als wij dat onderwerp er niet bij halen, missen wij een onderdeel van de puzzel en dan heeft het voor ons weinig zin om verder over deze kwestie te spreken. Vandaar dat wij keurig vragen om ook dit belangrijke onderdeeltje van de puzzel in de brief te verwoorden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Haar zal duidelijk zijn wat de Kamer heeft gevraagd en het is aan haar om de desbetreffende brief aan de Kamer te schrijven vóór de regeling van werkzaamheden van morgen, zodat dan eventueel definitieve besluitvorming kan plaatsvinden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik verzoek om stilte in de zaal. In het parlement van India ging het allemaal veel gedisciplineerder!

Het woord is aan de heer Depla.

De heer Depla (PvdA):

Voorzitter. Ik trek de motie over de huurtoeslag in. De staatssecretaris heeft ons gisteren namelijk een brief gestuurd waarin overtuigend staat dat de Belastingdienst onze wensen niet voor 1 januari aanstaande kan uitvoeren. Hij zal vanaf 1 januari 2008 de armoedeval voor mensen met huurtoeslag verminderen.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Depla c.s. (27926, nr. 87) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

Het woord is aan de heer Wolfsen.

De heer Wolfsen (PvdA):

Voorzitter. Vanmorgen hebben wij een brief ontvangen over de stroomlijning van het hoger beroep. Het is voor ons nog niet mogelijk geweest om die te bestuderen. Ik verzoek de voorzitter daarom om de stemmingen in verband met de wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen en het wijzigen van de telastlegging (30320) naar volgende week te verplaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor om aan dat verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van der Laan.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Voorzitter. Ik verzoek u mede namens de fractieleden van de PvdA en de VVD om de stemming over de ngo-lijst (28764) een week uit te stellen, omdat er onduidelijkheid is over het amendement van de heer De Wit.

De voorzitter:

Ik stel voor om aan dat verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Wij gaan stemmen. Ik deel mee dat de heer Lazrak afwezig is bij de stemmingen.

Naar boven