Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.

Vragen van het lid Depla aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de minister van Economische Zaken over de uitspraak van minister Brinkhorst dat eurocommissaris Kroes gelijk heeft dat Nederlandse woningcorporaties ten onrechte huizen verhuren aan hogere inkomens.

De heer Depla (PvdA):

Voorzitter. In de Volkskrantweblog van minister Brinkhorst lezen wij dat hij net als de Europese ambtenaren vindt dat woningcorporaties geen huizen mogen verhuren aan mensen die te veel verdienen. Corporaties mogen alleen woningen verhuren aan sociaal achtergestelden. De rest van de woningen moet worden verkocht. Minister Brinkhorst lijkt dus, in navolging van een aantal Brusselse ambtenaren, van de Nederlandse volkshuisvesting armenzorg te willen maken. Hij ziet de voorsteden van Parijs blijkbaar als lichtend voorbeeld voor Nederland, en parlementariërs die dit een slecht idee vinden, verwijt hij navelstaren. Diezelfde parlementariërs hebben met de minister van Volkshuisvesting een week eerder afgesproken dat onze interpretatie is dat de Nederlandse overheid bevoegd is om vast te stellen wat de publieke en wat de commerciële taken zijn van woningcorporaties, en dat Europa marginaal mag toetsen. Tegen die achtergrond stel ik de volgende vragen.

Denkt minister Brinkhorst dat zijn boodschap behulpzaam is bij de inspanningen die minister Dekker moet gaan leveren om dit bij Europa voor elkaar te krijgen?

Vindt minister Brinkhorst dat bij de marginale toetsing door Europa alleen moet worden bezien wat eerlijke mededinging is bij de bepaling van wat publiek of commercieel is, of vindt hij dat Europa meer is dan alleen het Europa van een vrije markt?

Waar moeten in de ogen van minister Brinkhorst de mensen gaan wonen die volgens hem te veel verdienen?

Wat denkt minister Brinkhorst dat er terechtkomt van gemengde wijken als wij doen wat hij graag zou willen?

Vindt minister Dekker het behulpzaam voor haar activiteiten in Europa om steun te krijgen voor onze eigen aanpak dat haar collega minister Brinkhorst dit soort uitlatingen doet?

Deelt minister Dekker mijn opvatting dat dit soort opmerkingen van haar collega weer de onrust onder huurders doet toenemen, die net dachten dat de kou uit de lucht was?

Minister Brinkhorst:

Mijnheer de voorzitter. De heer Depla verbaast mij wel vaker. De uitspraken die hij citeert, heb ik nooit gedaan. Wat is de bron van deze uitspraken?

De heer Depla (PvdA):

In zijn Volkskrantweblog zegt de minister dat corporaties geen woning moeten verhuren aan mensen die te veel verdienen.

Minister Brinkhorst:

Ik weet niet welk citaat de heer Depla heeft. Er is geen sprake van...

De voorzitter:

Laat de heer Depla het citaat even voorlezen op basis waarvan hij de vragen stelt, anders krijgen wij alleen dit soort schimmenspellen op basis van verkeerde informatie.

De heer Depla (PvdA):

Ik citeer: "Minister Brinkhorst van Economische Zaken neemt het op voor de Europese commissaris Kroes van Mededinging. Die vindt dat de Nederlandse woningbouwcorporaties ten onrechte huizen verhuren aan hogere inkomens. 'Zij sprak daarmee bepaald niet voor haar beurt"', aldus de D66-bewindsman in zijn Volkskrantweblog. Een eind verderop staat: "'Kroes zou zich niet moeten bemoeien met de Nederlandse volkshuisvesting', luidde de reactie. Volgens Brinkhorst bewijst deze felle reactie eens temeer de in Nederland heersende euroscepsis en het navelstaren."

Minister Brinkhorst:

De authentieke weergave van wat ik heb gezegd, heeft niet in de Volkskrant gestaan, maar in de weblog van zondag 18 september, waar ik verslag doe van mijn activiteiten op die zondag. Ik citeer: "Vanavond was ik bij een diner van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Er was een interessante discussie met commissarissen en oud-commissarissen over de rol van de Bank Nederlandse Gemeenten tegenover woningbouwcorporaties. Als financier van de corporaties zou de BNG eisen kunnen stellen aan de rol van corporaties in de private markt. Nog geen eensgezindheid hierover. Er was daarentegen wel eensgezindheid over de brief van EU-commissaris Kroes. Zei sprak daarmee bepaald niet voor haar beurt. De felle reacties in Nederland op haar brief bewijzen eens temeer de in ons land heersende euroscepsis en het navelstaren."

Ik heb dus niets gezegd over de huur. Het gaat dus uitsluitend om de vraag of mevrouw Kroes voor haar beurt sprak. Welnu, de feiten zijn deze: de Commissie heeft dit onderzoek uitgevoerd op uitdrukkelijk verzoek van toenmalig staatssecretaris Remkes van VROM. De Europese Commissie heeft niets anders gedaan dan gehoor te geven aan dit verzoek en heeft zich daarbij beperkt tot staatssteun en commerciële activiteiten, conform de bevoegdheden die haar volgens het Verdrag toekomen.

Wat mij betreft is dus van ongewenste inmenging in het geheel geen sprake. Het was een reactie op een verzoek van de Nederlandse regering. Ik meen dus dat ik mijn collega behulpzaam ben geweest. Zij zal zelf zeggen of dat ook zo was.

Natuurlijk is Europa meer dan een vrije markt. Uitgerekend de heer Depla moet weten dat ik sta voor een sterke overheid in een sterke markt. Daarbij horen alle mogelijke aspecten, inclusief de belangrijke activiteiten van de woningcorporaties. Much adoo about nothing.

Minister Dekker:

Voorzitter. Minister Brinkhorst heeft voldoende geciteerd wat hij feitelijk heeft geschreven op zijn weblog. Ik was daarover absoluut niet ongerust, want ik ken hem heel goed. Ik weet dus heel goed wat de minister bedoelt. Ik heb op 15 september jongstleden in het algemeen overleg met de vaste Kamercommissie uitvoerig betoogd tegen de onrust die is ontstaan. Hierover ging de tweede vraag van de heer Depla. Ik heb toen aangegeven dat men bij die onrust heel goed moet kijken naar het volgende uitgangspunt. De Nederlandse regering gaat zelf over haar volkshuisvestelijke taak wat de woningcorporaties betreft. Ik ben met de Kamer bezig daaraan invulling te geven. In oktober kan men een brief verwachten over de kerntaken van de corporaties.

Er spelen twee zaken. Ten eerste gaat het over wat de hoofd- en kerntaken van de corporaties zijn. Daarbij stellen wij natuurlijk vast dat de corporaties een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van de wijken en bij de bouw van sociale woningen en van woningen voor andere groepen. Wij komen daar nog over te spreken, zoals ik al aankondigde. En voorzover het gaat om commerciële activiteiten van corporaties, komen de mededingingsregels eraan te pas. Dan moet er een level playing field gecreëerd worden in verband met de activiteiten van commerciële partijen. Dat element raakt uiteraard mevrouw Kroes, het moet EU-proof zijn. En het thema staatssteun en de hoofdtaken van corporaties definiëren wij eerst zelf; vervolgens bespreken wij het met Brussel. Zo er al aanleiding was tot ongerustheid, denk ik dat ik die nu toch geheel heb weggenomen.

De heer Depla (PvdA):

Om met het goede nieuws te beginnen, het is geruststellend dat het duidelijk is geworden dat wat wij drie weken geleden in de Kamer hebben besproken, niet doorkruist wordt door de uitspraak van de heer Brinkhorst op zijn weblog. Wel vind ik dat hij nu iets te makkelijk zegt dat het nooit in zijn hoofd is opgekomen om een opvatting te geven over de zaken die Brussel toetst, en de taak van de Nederlandse overheid. Vindt hij dat het een taak van de Nederlandse overheid is om vast te stellen wat de publieke taken van woningbouwcorporaties zijn, en dat Europa alleen marginaal mag toetsen waar publieke taken eindigen en waar commerciële taken beginnen? En is hij het ermee eens dat er bij die toets niet alleen op mededingingsaspecten, maar bijvoorbeeld ook op de leefbaarheid in de steden gelet moet worden? Als hij hierover uitsluitsel geeft, kan er geen misverstand meer ontstaan door zijn mooie weblog.

Minister Brinkhorst:

Voorzitter, ik ben zeer vereerd met de grote aandacht die aan een regel uit mijn weblog wordt besteed.

De heer Depla (PvdA):

U bent wel de minister die uiteindelijk voor dit soort zaken verantwoordelijk is.

Minister Brinkhorst:

Wie mijn geschiedenis kent, weet dat ik het begrip leefbaarheid buitengewoon belangrijk vind. De Nederlandse regering bepaalt wat een dienst van algemeen belang is, het Europese recht geeft aan wat een dienst van algemeen economisch belang is.

De heer Depla (PvdA):

Wij hebben het nu ook over een dienst van algemeen economisch belang, de corporaties. Vindt u dat de nationale overheid daarbij bevoegd is, of Europa?

Minister Brinkhorst:

Nederland is Europa. Verder bepaalt de Europese wetgeving wat een dienst van algemeen economisch belang is, en de Nederlandse regering maakt uit wat een dienst van algemeen belang is.

De heer Depla (PvdA):

Wij hebben in de Kamer afgesproken dat de formulering van de publieke taken van de corporaties een nationale aangelegenheid is. Uit uw eigen stukken blijkt dat een woningbouwcorporatie een dienst van algemeen economisch belang is, maar nu zegt u ineens dat het natuurlijk een nationale verantwoordelijkheid is, maar dat het een zaak van Europa is om te bepalen wanneer het gaat om een dienst van algemeen economisch belang. Daarmee ben ik dan toch weer minder gerustgesteld.

Minister Brinkhorst:

Voorzitter, de heer Depla zaait wel vaker verwarring. Ik stel vast dat de Nederlandse regering bepaalt wat een dienst van algemeen belang is en dat het Europese recht bepaalt wat een dienst van algemeen economisch belang is. Daarmee sluit ik aan bij het beleid van het kabinet en ik denk dat niemand hierover een andere opvatting kan huldigen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter, minister Brinkhorst zegt dat hij minister Dekker behulpzaam wilde zijn. Wel, ik denk dat eigenlijk niemand daarop zat te wachten, want bij doorvragen blijkt hij toch niet genoeg van volkshuisvesting te weten. Vond hij dat minister Dekker die hulp nodig had? En kan minister Dekker aangeven hoeveel ministers van Volkshuisvesting dit kabinet telt?

Minister Brinkhorst:

Mijn antwoord had niets met volkshuisvesting te maken...

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dat dacht ik al!

Minister Brinkhorst:

Het had alleen te maken met de vraag of mevrouw Kroes voor haar beurt sprak. Minister Dekker heeft een identiek antwoord gegeven, het was een reactie op een uitspraak van haar voorganger, staatssecretaris Remkes. Ik heb alleen gezegd dat het mij voor de hand liggend leek dat mevrouw Kroes niet voor haar beurt sprak. Stel je voor dat de Commissaris geen uitsluitsel had gegeven naar aanleiding van de brief; dan zou de heer Depla er schande van gesproken hebben dat de Europese Commissie niet reageert op verzoeken van de Nederlandse regering.

Minister Dekker:

Voorzitter, het voor de hand liggende antwoord aan mevrouw Van Gent is dat ik de enige minister van Volkshuisvesting ben.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dan heeft u nog wel wat zendingswerk te verrichten bij uw collega Brinkhorst...

Minister Dekker:

Het aardige van dit verhaal is dat het ontzettend belangrijk is dat in het kabinet en het kabinetsbeleid zo breed wordt gesproken over volkshuisvesting. Het is een zaak van belang, zodat er ook breed over gesproken wordt. Het meeleven van de heer Brinkhorst op zijn weblog kan ik alleen maar zien als belangrijke vragen stellen in Europees kader. Als het over mededinging gaat, is het natuurlijk een zaak van de minister van EZ. Hier staat echter de minister van Volkshuisvesting. Wees daarvan overtuigd!

De heer Depla (PvdA):

Minister Brinkhorst stelde mij nog een vraag.

De voorzitter:

De heer Brinkhorst wordt in een volgende periode misschien weer Kamerlid, maar in dit vragenuur stelt hij niet de vragen.

Naar boven