Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het debat over de uitzending van troepen naar Afghanistan, te weten :

- de motie-Karimi c.s. over artikel 100 van de Grondwet (27925, nr. 162).

(Zie vergadering van 8 maart 2005.)

De voorzitter:

De motie-Karimi c.s. (27925, nr. 162) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat conform artikel 100 van de Grondwet betrokkenheid van de Staten-Generaal geboden is als de krijgsmacht wordt ingezet ter handhaving van de internationale rechtsorde;

van mening dat artikel 100 van de Grondwet in de praktijk de Staten-Generaal een instemmingsrecht geeft;

spreekt uit dat de Kamer alle militaire uitzendingen behandelt conform de procedures zoals omschreven in artikel 100 van de Grondwet,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Karimi, Koenders, Herben, Van Bommel en Bakker.

Zij krijgt nr. 163 (27925).

Deze gewijzigde motie is inmiddels rondgedeeld. Ik neem aan dat wij hierover nu kunnen stemmen.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de gewijzigde motie-Karimi c.s. (27925, nr. 163).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Wilders, D66 en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven