Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | nr. 59, pagina 3810-3813 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | nr. 59, pagina 3810-3813 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor om vanmiddag te stemmen over de aangehouden motie-Van Haersma Buma over de aanpak van zware criminaliteit (29800-VI, nr. 43).
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Duivesteijn tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.
Het woord is aan mevrouw Bussemaker.
Mevrouw Bussemaker (PvdA):
Voorzitter. Vanochtend hebben wij na lang wachten het wetsvoorstel voor de nieuwe arbeidsongeschiktheidswet ontvangen. Het is een dik pak papier waar veel over te zeggen valt, maar dat zal ik nu niet doen. Ik heb het alleen over de kwestie van de uitvoering van de Wet gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid, de WGA, en meer in bijzonder over de hybride uitvoering en de problemen met de verzekeraars. Zij lieten afgelopen donderdag weten, geen brood te zien in de voorstellen van het kabinet ter compensatie van de rentehobbel. Het Verbond wil alleen akkoord gaan met een opslag van 80%, terwijl het kabinet 50% heeft geboden. Nu is de heer Kist gevraagd, te adviseren over de opslag en daarom zitten deze stukken nu niet bij het wetsvoorstel. Wij willen daar niet langer op wachten en daarom vraag ik om een spoeddebat met de minister over de consequenties van een hybride structuur voor met name de WAO-premies. Tegenover de verhoging van de premies staat een daling van de instroom met meer dan 50%. Een verlaging van de premie voor de WAO zou dan ook logisch zijn. Over die discrepantie wil ik graag eind deze week, begin volgende week een spoeddebat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Mevrouw Bibi de Vries (VVD):
Voorzitter. Dit verzoek acht ik onnodig. De Kamer heeft het wetsvoorstel vandaag ontvangen en het kan op een zeer ordentelijke wijze behandeld worden door het parlement, inclusief hoorzittingen en dergelijke. Wij moeten er trouwens nog een procedurevergadering over houden. De VVD-fractie ziet niet de toegevoegde waarde van eerst nog een hoofdlijnendebat en vervolgens de hele riedel er achteraan.
De voorzitter:
U spreekt over een hoofdlijnendebat, maar er werd om een spoeddebat gevraagd.
Mevrouw Bibi de Vries (VVD):
Excuus, ik gebruikte het verkeerde woord. Volgens mij voegt een spoeddebat niets toe aan de parlementaire behandeling.
Mevrouw Verburg (CDA):
Voorzitter. Het wetsvoorstel betreft een nieuwe wet op de arbeidsgeschiktheid en iedereen is gebaat bij zorgvuldigheid op dit punt. Het spoedeisende karakter hiervan ontgaat de CDA-fractie ten enen male, gelet op de keuze van het kabinet om de heer Kist te vragen om advies uit te brengen over de hoogte van de opslag en het wegnemen van de rentehobbel. Daar kunnen wij nog niets over zeggen. Ik stel voor dat wij tijdens de procedurevergadering een zorgvuldige behandeling van het gehele arbeidsgeschiktheidsverhaal met elkaar afspreken.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voorzitter. De fractie van GroenLinks wil dit debat wel. Wij wachten al maanden op het besluit van het kabinet inzake de nieuwe WAO. Ondertussen gebeurt er van alles. De kwestie waar mevrouw Bussemaker naar verwijst, is het laatste incident in een lange reeks. Het wordt nu echt tijd dat de Kamer zich in het debat mengt en helderheid krijgt van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Kortom, ik steun het verzoek van mevrouw Bussemaker van harte.
De heer De Wit (SP):
Voorzitter. Mijn fractie steunt dit verzoek ook. Voor ons is vooral de door mevrouw Bussemaker opgeworpen vraag van belang of de hoogte van premies gehandhaafd moet worden, gelet op de dalende instroom. De Kamer kan de minister tijdens het spoeddebat duidelijk maken dat dit anders moet.
De heer Rouvoet (ChristenUnie):
Voorzitter. Het heeft mijn voorkeur dat de normale wetgevingsprocedures worden gevolgd. Een spoeddebat over een pas ingediend wetsvoorstel ligt niet voor de hand. Ik kan mij voorstellen dat wij op redelijk korte termijn een hoofdlijnendebat voeren waarbij onder andere dit punt met prioriteit wordt behandeld. Daarna kan de reguliere procedure afgewikkeld worden.
De heer Dittrich (D66):
Voorzitter. Ik kan mij voorstellen dat wij vanmiddag in de procedurevergadering allerlei varianten bespreken. Ik begrijp de behoefte om hierover met de minister te spreken, maar het organiseren van een hoorzitting, waarop bijvoorbeeld verzekeraars worden uitgenodigd, ligt meer voor de hand. Op die wijze vergaren wij eerst informatie uit het veld, terwijl het wetgevingsproces doorgaat. Ik heb op dit moment dus geen behoefte aan een spoeddebat.
Mevrouw Bussemaker (PvdA):
Voorzitter. Ik wil het niet over de nieuwe wet hebben, want die moet zorgvuldig behandeld worden. Daarover kan in de procedurevergadering worden gesproken. Ik heb het nu over de verhoging van de premies tegenover de dalende instroom. Daarover krijgen wij nog bericht van de minister. Ik wil daarover graag een spoeddebat. Dat kan volgende week. Tegen de heer Rouvoet zeg ik dat dit eventueel onderdeel kan zijn van een hoofdlijnendebat, maar het onderwerp kan niet wachten tot de reguliere behandeling van het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Vanmiddag is er een vergadering waarop gesproken wordt over de te volgen procedure voor de behandeling van het wetsvoorstel. Het staat eenieder vrij om voor te stellen, een hoofdlijnendebat te houden. Indien dat zo is, hoeft het spoeddebat niet gehouden te worden. Als dat niet zo is, is dat voor mevrouw Bussemaker wellicht aanleiding om terug te komen op haar verzoek. Ik stel voor om de procedurevergadering van vanmiddag af te wachten.
Mevrouw Bibi de Vries (VVD):
Voorzitter. Ik ben enigszins verbaasd over uw voorstel. Een hoofdlijnendebat gaat over het wetsvoorstel. Het spoeddebat wordt aangevraagd over de dalende instroom. Er worden twee zaken in elkaar gevlochten.
De voorzitter:
U maakt het uzelf wel een beetje lastig.
Mevrouw Bibi de Vries (VVD):
Nee, wat mevrouw Bussemaker zegt, klopt niet.
De voorzitter:
Maar wij praten nu over mijn voorstel.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Volgens mij staat de procedure voor het wetsvoorstel dat juist is ingediend niet op de agenda van de procedurevergadering. Daar moeten wij niet op wachten, want dat wordt op zijn vroegst pas volgende week.
De voorzitter:
U traineert nu een beetje. Een commissie kan op ieder moment alles op de procedurevergadering zetten. Sorry, mijnheer Vendrik, zo werken wij niet.
Kan de Kamer akkoord gaan met mijn voorstel?
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw De Vries.
Mevrouw Bibi de Vries (VVD):
Voorzitter. Namens de commissie voor de Rijksuitgaven vraag ik u om ruimte te maken op de plenaire agenda voor een afrondend debat over de VBTB-evaluatie, het IBO-rapport over controle en de brief van de minister van Financiën van 10 maart jongstleden.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan het verzoek van de commissie te voldoen en om het debat wellicht al de komende week op de agenda te plaatsen. In een andere regeling van werkzaamheden zal ik een voorstel voor de spreektijden doen. Ik wil daarover overleggen.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw De Pater-van der Meer.
Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):
Voorzitter. Vorig week hebben wij al gesproken over een mogelijk spoeddebat met de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie over haar uitspraken over openbaarmaking van dossiers. Zij heeft de Kamer hierover een brief gestuurd. De vaste commissie voor Justitie heeft een procedurevergadering gehad en zij is van mening dat een spoeddebat gewenst is.
De voorzitter:
Vorige week hebben wij al de eerste ronde van deze procedure gehad, waarna in de commissie is gesproken over een spoeddebat over de mogelijke openbaarmaking van dossiers van asielzoekers. Onder voorbehoud is daarmee morgenochtend rekening gehouden op het schema. Het voorbehoud is nu opgeheven.
Ik stel voor, dit debat te houden met spreektijden van 3 minuten.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Karimi, die twee verschillende verzoeken heeft.
Mevrouw Karimi (GroenLinks):
Voorzitter. Ik vraag om twee algemene overleggen die vorige week zijn gevoerd, op de plenaire agenda te zetten. Het ene gaat over de uitzending naar Afghanistan, waarover vorige week donderdag een debat is gevoerd. Wat mij betreft is daar haast bij, omdat het moment van uitzending bij ons niet bekend is. Het tweede algemeen overleg ging over het wapenexportbeleid.
De voorzitter:
Ik stel voor om het eerste verslag van een algemeen overleg, over de uitzending naar Afghanistan, op de agenda van deze week te zetten. Ik kan het nog niet precies zeggen, maar wij proberen donderdagochtend, omdat de minister dan hier is voor andere onderwerpen. Ik kan mij voorstellen dat dit donderdagmiddag tot een stemming leidt. Dat lijkt mij logisch, gezien het onbekende moment van de uitzending. De leden weten dan nu dat er mogelijk donderdag na de lunchpauze een stemming is over het verslag van het algemeen overleg.
Ik stel voor om het andere AO, over het wapenexportbeleid, op de agenda van volgende week te plaatsen.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Duyvendak, die ook verzoeken heeft over twee verschillende onderwerpen.
De heer Duyvendak (GroenLinks):
Voorzitter. Wij hebben afgelopen donderdag mede namens de fractie van de Partij van de Arbeid een verzoek gedaan aan de minister-president om de Kamer te informeren over de voortgang van wat wij het Lange Voorhout-overleg noemen, over mogelijke aanpassing van het regeerakkoord en over het mogelijk alsnog legaliseren van 26.000 asielzoekers. De Kamer heeft als reactie daarop afgelopen vrijdag een nietszeggende brief ontvangen van de minister-president. Je zou kunnen zeggen: hoe korter de brief, hoe groter de problemen, maar zeker weten doen wij dat niet.
Vanwege de inhoud van deze brief verzoek ik de minister-president om alsnog serieus in te gaan op ons verzoek en opheldering te geven over de kwestie van de 26.000 asielzoekers die door D66 is geagendeerd. Deze mensen verkeren nu in onzekerheid, omdat zij de afloop niet kennen. Verder verzoek ik hem om de Kamer informatie te geven over de besprekingen en eventuele aanpassingen van het regeerakkoord, opdat de Kamer daarna de mogelijkheid heeft om daarover in debat te treden met de minister-president.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister-president.
Daartoe wordt besloten.
De heer Duyvendak (GroenLinks):
Voorzitter. Ik verzoek u om de stemmingen over de nota Ruimte uit te stellen. De reden daarvoor is dat een groot aantal moties na afloop van het laatste overleg met de Kamer zijn gewijzigd, soms zelfs tot vier maal toe, tot een kwartier geleden. Ik hoor graag een reactie van het kabinet op die gewijzigde moties, vooral wat betreft het natuurbeleid, de ecologische hoofdstructuur en de relatie tussen de inhoud van de moties en wat is afgesproken in het regeerakkoord.
De heer Geluk (VVD):
Voorzitter. De nota Ruimte is aangeboden op 24 april vorig jaar. Als de eindstemmingen hebben plaatsgevonden, is de Kamer bijna een jaar met deze nota bezig geweest. Ik vind dat buitengewoon lang. Wij hebben een uitvoerig debat met de minister gehad, niet in een, niet in twee, maar in drie termijnen. Daarom lijkt het mij zinnig om zo snel mogelijk met deze stemmingen door te gaan. Wat mij betreft zou dat ook vanmiddag kunnen, want zoveel inhoudelijke wijzigingen hebben er niet plaatsgevonden.
Mevrouw Van Velzen (SP):
Het is waarschijnlijk bekend dat ik heb verzocht om aanvullende informatie over een van de moties.
De voorzitter:
Ja, dat zijn schriftelijke vragen van gisteren.
Mevrouw Van Velzen (SP):
Aangezien die informatie door omstandigheden nog niet binnen is, kan ik mij aansluiten bij het verzoek om de stemmingen over de nota Ruimte met een week uit te stellen.
De voorzitter:
Kortheidshalve stel ik voor om aan het verzoek van de heer Duyvendak te voldoen. Hij vraagt extra informatie van het kabinet over gewijzigde moties. Mevrouw Van Velzen heeft gisteren schriftelijke vragen gesteld over een van de moties, met een termijn van vandaag, maar zij zijn nog niet beantwoord. Ik stel voor om de stemmingen uit te stellen met een week, maar dan ook niet langer dan een week. Verder stel ik voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, om ervoor te zorgen dat wij de gevraagde informatie tijdig hebben.
De heer Geluk (VVD):
Daar kan ik mee instemmen. Is het mogelijk om met het oog op alle wijzigingen die misschien nog komen – er zijn tenslotte 70 moties ingediend – de termijn op uiterlijk donderdagavond 18.00 uur te stellen? Kunnen wij afspreken dat dan het doek valt?
De voorzitter:
Akkoord. Ook dit wordt doorgeleid naar het kabinet.
Kan de heer Duyvendak zich vinden in de conclusie die wij nu getrokken hebben?
De heer Duyvendak (GroenLinks):
In principe wel, maar ik kan niet uitsluiten dat ik mij naar aanleiding van het antwoord van de regering genoodzaakt zie om alsnog een motie in te dienen, dan wel om een korte heropening te vragen.
De voorzitter:
We doen het stap voor stap. Voor vandaag besluiten wij, zoals wij het nu afgesproken hebben. Dat wil zeggen: uitstel van de stemmingen tot volgende week, het verzoek aan het kabinet, in het bijzonder de minister van VROM, door middel van toezending van het stenogram en de termijn van 18.00 uur donderdagavond, zoals genoemd door de heer Geluk.
Het woord is aan de heer Çörüz.
De heer Çörüz (CDA):
Voorzitter. Ik verzoek u namens mijn collega's Van Baalen en Van der Laan om het algemeen overleg van afgelopen woensdag 9 maart over mensenrechten op de plenaire agenda te plaatsen.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en om dit punt toe te voegen aan de agenda van volgende week.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Kant.
Mevrouw Kant (SP):
Om de stemming dadelijk niet te onderbreken, meld ik nog even dat ik mijn motie over het verplicht invoeren van meldcodes (29815, nr. 8) intrek, omdat de staatssecretaris daarover per brief een toezegging heeft gedaan.
De voorzitter:
Aangezien de motie-Kant (29815, nr. 8) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van de stemmingen meer uit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20042005-3810-3813.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.