Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de begrotingsbehandeling Justitie (29800 VI), te weten:

- de motie-Wolfsen/Van der Laan over contacttijd, vroegtijdige screening en nazorg (29800 VI, nr. 42);

- de motie-Eerdmans c.s. over een landelijke wapeninleveractie (29800 VI, nr. 44);

- de motie-Griffith over ernstig crimineel gedrag (29800 VI, nr. 45);

- de motie-Griffith over schade door crimineel gedrag (29800 VI, nr. 46);

- de motie-Visser over een wettelijk bindend sponsorship voor immigranten (29800 VI, nr. 47);

- de motie-De Wit over de versobering van het gevangenisregime en de invoering van meermanscellen (29800 VI, nr. 49);

- de motie-Van der Laan c.s. over het plaatsen van meerdere jongeren op één gevangeniscel (29800 VI, nr. 50);

- de motie-Van der Laan over justitiële interventies (29800 VI, nr. 51);

- de motie-Van der Laan c.s. over gelijke bescherming tegen belediging of krenking (29800 VI, nr. 52);

- de motie-Van der Laan over kenniswerkers in Nederland (29800 VI, nr. 53);

- de motie-Vos over de justitiële jeugdzorg (29800 VI, nr. 55);

- de motie-Vos over first offenders en psychisch gestoorde ex-gedetineerden (29800 VI, nr. 56);

- de motie-Vos/De Wit over de werkwijze van de IND (29800 VI, nr. 57);

- de motie-Vos/Klaas de Vries over de RVA-uitkering (29800 VI, nr. 58);

- de gewijzigde motie-Huizinga-Heringa over illegale prostituees (29800 VI, nr. 64);

- de motie-Huizinga-Heringa over vreemdelingen met arbeidsmarktkwalificaties (29800 VI, nr. 62);

- de motie-Van der Staaij over vrijwillige reïntegratieprojecten (29800 VI, nr. 63).

(Zie vergadering van 17 november 2004.)

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van der Laan stel ik voor, haar motie (29800-VI, nr. 51) van de agenda af te voeren.

Op verzoek van mevrouw Griffith stel ik voor, haar motie (29800-VI, nr. 45) van de agenda af te voeren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Eerdmans (LPF):

Voorzitter. Ik wil een stemverklaring afleggen over de motie-Griffith op stuk nr. 46. De LPF-fractie is een groot voorstander van het laten betalen door criminelen van schadevergoeding aan slachtoffers, maar is ertegen dat criminelen eerder worden vrijgelaten omdat zij die schade hebben betaald. Dat is een soort beloning voor het betalen van schade. Wij vinden dat standaard schade moet worden vergoed aan slachtoffers. Het was weer even heel moeilijk in onze fractie, wikken en wegen wat wij met deze motie zouden doen. Wij hebben grote moeite met het eerder vrijlaten van criminelen, maar wij hebben nog grotere moeite met het niet laten betalen van schadevergoeding aan slachtoffers door criminelen. Wij zullen dan ook voor deze motie stemmen.

De heer Bos (PvdA):

Voorzitter. Ik wil graag een stemverklaring afleggen over de motie-Van der Laan/Eerdmans op stuk nr. 52. De vrijheid van meningsuiting omvat ook het recht op religiekritiek. Er is geen reden om in het Wetboek van Strafrecht godslastering anders te behandelen dan andere vormen van smaad, kwetsen of beledigen. Zo stonden en staan wij ten principale in de discussie over de vrijheid van meningsuiting en de strafbaarheid van godslastering. Die discussie hoort echter over veel meer te gaan dan datgene waartoe zij nu verengd is, te weten het wel of niet handhaven van een wetsartikel dat zegge en schrijve drie keer is gebruikt in een eeuw tijd en dat dan ook nauwelijks relevant is voor de vraag hoe de vrijheid van meningsuiting in Nederland is geregeld. Niemand maakte zich daar zorgen over totdat minister Donner er een aantal buitengewoon onverstandige dingen over zei. Het debat hoort wel te gaan over de vraag of en zo ja, hoe wij grenzen stellen aan de vrijheid van meningsuiting door een beroep te doen op wijsheid, beschaving of fatsoen en wanneer wij onze toevlucht nemen tot het strafrecht als laatste redmiddel. Dat is een goed debat waard, maar dat is hier ten enenmale niet gevoerd. Dat is allereerst de minister van Justitie te verwijten, die onnodig een discussie opende...

De voorzitter:

Een stemverklaring is een stemverklaring. De minister van Justitie heeft niet meer het recht om te reageren. Er moeten in een stemverklaring dan ook geen opmerkingen worden gemaakt in de richting van leden of bewindslieden.

De heer Bos (PvdA):

Ik wijs erop dat de minister van Justitie zijn kennelijke voornemen om te streven naar een verscherping van het beleid inzake vervolging en bestraffing van godslastering heeft ingetrokken. Hij is bereid geweest om de kwestie van het handhaven van de wetsartikelen inzake godslastering te betrekken bij een bredere discussie over de wijze waarop wij moeten omgaan met diverse grondrechten, inclusief het recht op vrije meningsuiting. Daarmee is de motie van mevrouw Van der Laan wat ons betreft overbodig en onnodig. Deze nu toch in stemming brengen levert een situatie op met louter verliezers. Hierbij zullen ofwel gelovigen ofwel critici van misstanden die onder het mom van religie begaan worden, zich terecht of onterecht door de politiek niet serieus genomen voelen. Het liefst wilden wij dat dit debat daarom niet nu op deze manier zou worden afgerond. Die optie staat niet meer voor ons open, nu het voorstel door mevrouw Van der Laan toch in stemming wordt gebracht. Ik concludeer daarom het volgende.

Het echte debat over grondrechten, inclusief de vrijheid van meningsuiting en de vraag naar de grenzen van die vrijheid van meningsuiting, moet nog steeds plaatsvinden op een beter moment met meer tijd, meer zorgvuldigheid en meer aandacht dan bij een vragenuurtje of tweede termijn van een Justitiebegroting mogelijk is. Dat debat zullen wij graag en goed voeren, niet belast door Kameruitspraken die gezien de reeds gememoreerde toezeggingen van de minister, onnodig en voorbarig zijn. Met het oog op deze overwegingen zal de PvdA tegen de motie van mevrouw Van der Laan stemmen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. In het kader van de Justitiebegroting leg ik een stemverklaring af over de motie op stuk nr. 55 van mevrouw Vos over een plan van aanpak Minder regels jeugdzorg. Het doel is zeer sympathiek. Wij zijn zeer voor minder regels en daarom hebben wij nog even getwijfeld. De regering is stellig geweest in de uitspraak dat het kernpunt van haar beleid is om minder regels in de jeugdzorg te hebben en dat het mede een van de doelen is van de operatie Jong. Daarom vinden wij deze motie toch overbodig en zullen wij ertegen stemmen.

De tweede stemverklaring gaat over de motie op stuk nr. 52 van mevrouw Van der Laan. De uitspraken van de minister van Justitie over haat zaaien, belediging en godslastering vormden onderdeel van een betoog over de aanpak van terrorisme. Zij vielen binnen de marge van de brief daarover die eerder aan de Kamer was gestuurd. Uit hun oorspronkelijk verband gerukt raakten de uitspraken bij sommigen een open zenuw. Er ontstond een ongelukkige en ontijdige discussie. Maar waarom nu die motie? Wanneer deze wordt aangenomen, zullen op hun beurt velen, joden, christenen en moslims, zich door de volksvertegenwoordiging onbegrepen en in de steek gelaten voelen.

De CDA-fractie heeft begrip voor de reacties op de uitspraken van de minister. De indieners op hun beurt zouden begrip moeten hebben voor het feit dat voor velen in de samenleving de artikelen 147 en 147a nog steeds van grote waarde zijn. Wat u niet wil dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Het CDA zal tegen de motie stemmen.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. De fractie van de SP heeft de afgelopen dagen bij herhaling duidelijk gemaakt wat ons standpunt is over artikel 147 inzake smalende godslastering. Mijn fractie is van mening dat dit artikel geschrapt kan worden. Echter, wij vinden dat het debat daarover op een onhandige manier is gestart. Bovendien vinden wij dat het debat op een onjuist moment plaatsvindt en dus ook de stemming. Het land is nog steeds in verwarring naar aanleiding van de gebeurtenissen op 2 november jongstleden. Wij vinden dat er een verkeerd signaal van uitgaat indien wij op dit moment over deze motie van mevrouw Van der Laan zouden stemmen. Onze voorkeur heeft het veeleer om het debat daarover te voeren op het moment dat wij in de volle breedte en in alle rust het debat over artikel 7 (vrijheid van meningsuiting) en artikel 9 (vrijheid van godsdienst) gaan voeren. Mijn fractie zal daarom tegen de motie van mevrouw Van der Laan stemmen.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn stemverklaring gaat ook over de motie op stuk nr. 52 van mevrouw Van der Laan. Alle mensen in Nederland mogen en moeten zich in dezelfde mate beschermd weten tegen belediging en haat op grond van huidskleur, sekse, seksualiteit, overtuiging en religie. Het voorstel van minister Donner om het artikel over godslastering aan te scherpen en zo een bijzondere positie voor religieuzen te scheppen, beschouwen wij als in strijd met het voor ons belangrijke gelijkheidsbeginsel. Wij verwerpen dit voorstel. GroenLinks beoordeelt belediging op grond van huidskleur of seksualiteit als even kwetsend. Nu premier Balkenende het debat over godslastering een "bedrijfsongevalletje" heeft genoemd, beschouwen wij het voorstel van minister Donner als van de baan.

Het artikel over godslastering is een dode letter in de wet en kan wat GroenLinks betreft verdwijnen. Dit hebben wij vorige week in het debat verdedigd en daarbij hebben wij ook steun gegeven aan de motie-Van der Laan. Onze steun betrof echter niet de partijpolitieke prestigekwestie die daarna is ontstaan. Nu het schrappen van een ruim vijftig jaar oud en niet gebruikt artikeltje door sommigen wordt verdedigd als de lakmoesproef van politieke correctheid, wordt het gedram.

Wij zijn niet geïnteresseerd in symboolpolitiek, maar in het behalen van politieke meerderheden in een zorgvuldige parlementaire procedure. Door uitstel van de stemmingen had die politieke meerderheid kunnen ontstaan. Wij hebben daarop aangedrongen bij de indienster. Helaas hebben onze argumenten onvoldoende gewicht in de schaal gelegd. Symbolische stemming nu heeft wat onze fractie betreft een contraproductief effect. Dit toch doorzetten beschouwen wij als onverstandig. Wij stemmen tegen de motie.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Voorzitter. Ik heb een stemverklaring over de motie op stuk nr. 46 van mevrouw Griffith. Toen wij deze bespraken, hoorden wij van minister Donner dat bepaalde onderdelen van de motie op praktische bezwaren stuiten. Wij begrijpen dat, want wij willen ook niet dat cellen straks vol zitten met mensen die nog geen betalingsregeling met hun slachtoffer hebben getroffen, terwijl andere misdadigers misschien vrij rondlopen. Maar de strekking van de motie spreekt ons buitengewoon aan, vooral de aandacht voor het slachtoffer die eruit spreekt. Wij zien de motie dan ook als een oproep aan de minister om er veel meer werk van te maken om slachtoffers de mogelijkheid te geven om de geleden schade werkelijk vergoed te krijgen. Wij zullen daarom voor de motie stemmen.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Een stemverklaring is niet de gelegenheid om alle argumenten tegen de motie op stuk nr. 52 te herhalen die mijn fractie in en buiten de Kamer in stelling heeft gebracht. Wij hebben deze motie een overspannen reactie genoemd. De fractie van de ChristenUnie heeft duidelijke opvattingen over de zelfstandige betekenis en de meerwaarde van artikel 147 en 147a Strafrecht, naast strafrechtelijke artikelen over discriminatie, belediging, smaad en laster. Vanzelfsprekend is mijn fractie bereid om hierover in debat te gaan met hen die deze meerwaarde niet of nog niet zien.

Deze motie is evident een reactie op uitlatingen van leden van het kabinet. Wie die uitlatingen onverstandig noemt in het licht van de situatie in onze samenleving, moet niet zelf een discussie willen forceren die niet bijdraagt aan depolarisatie, maar eerder aan verdere verscherping in de samenleving. Het doorzetten van de motie is volgens mijn fractie dan ook zacht gezegd onverstandig. Zowel de inhoud als de timing vormt voldoende reden voor mijn fractie om met volle overtuiging tegen deze motie te stemmen.

In stemming komt de motie-Wolfsen/Van der Laan (29800-VI, nr. 42).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Eerdmans c.s. (29800-VI, nr. 44).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Griffith (29800-VI, nr. 46).

De voorzitter:

Ik constateer dat Voorzitterde aanwezige leden van de fractie van GroenLinks tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-De Wit (29800-VI, nr. 49).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak en D66 voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Laan c.s. (29800-VI, nr. 50).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Laan c.s. (29800-VI, nr. 52, herdruk).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de Groep Wilders, de Groep Lazrak, de VVD, met uitzondering van het lid Weisglas, en de LPF, met uitzondering van het lid Van den Brink, voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Laan (29800-VI, nr. 53).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66 en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Vos (29800-VI, nr. 55).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66 en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Vos (29800-VI, nr. 56).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak en D66 voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Vos/De Wit (29800-VI, nr. 57).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66, de ChristenUnie en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen. Deze uitslag houdt in dat waarschijnlijk 75 leden voor en 75 leden tegen deze motie hebben gestemd. De uitslag is onduidelijk; wij gaan hoofdelijk stemmen.

Vóór stemmen de leden: Crone, Van Dam, Depla, Van Dijken, Dijksma, Dijsselbloem, Dittrich, Douma, Dubbelboer, Duivesteijn, Duyvendak, Eerdmans, Eijsink, Fierens, Van Gent, Gerkens, Halsema, Van der Ham, Hamer, Heemskerk, Van Heemst, Herben, Hermans, Van Heteren, Huizinga-Heringa, Kalsbeek, Kant, Karimi, Koenders, Koser-Kaya, Kraneveldt, Kruijsen, Van der Laan, Lambrechts, Lazrak, Leerdam, Nawijn, Noorman-den Uyl, Roefs, Rouvoet, Samsom, Slob, Smeets, Smits, Straub, Stuurman, Tichelaar, Timmer, Tjon-A-Ten, Tonkens, Van Velzen, Verdaas, Vergeer, Vos, Klaas de Vries, De Wit, Wolfsen, Adelmund, Albayrak, Arib, Van As, Azough, Bakker, Blom, Boelhouwer, Van Bommel, Bos, Van den Brink en Bussemaker.

Tegen stemmen de leden: Dezentjé Hamming, Van Dijk, Van Egerschot, Eski, Ferrier, Van Fessem, Geluk, Griffith, De Haan, Van Haersma Buma, Haverkamp, Hessels, Van Hijum, Hofstra, Ten Hoopen, Jager, Joldersma, Jonker, Koomen, Koopmans, Kortenhorst, De Krom, Van Lith, Luchtenveld, Mastwijk, Van Miltenburg, Mosterd, De Nerée tot Babberich, Omtzigt, Oplaat, Örgü, Ormel, De Pater-van der Meer, Rambocus, Rijpstra, Schippers, Schreijer-Pierik, Smilde, Snijder-Hazelhoff, Spies, Van der Staaij, Sterk, Szabó, Veenendaal, Verburg, Verhagen, Vietsch, Visser, Van der Vlies, Bibi de Vries, Jan de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Weekers, Weisglas, Wilders, Van Winsen, Van Aartsen, Aasted Madsen-van Stiphout, Algra, Aptroot, Atsma, Van Baalen, Balemans, Van Beek, Blok, Van Bochove, Brinkel, Bruls, Buijs, Van de Camp, Cornielje en Çörüz.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met 72 tegen 69 stemmen is verworpen.

Men heeft mij erop gewezen dat de motie zou zijn aangenomen, indien wij zouden hebben gestemd uitgaande van de veronderstelling dat alle leden van de fracties aanwezig zijn. Ik heb mij dus vergist en bied daarvoor mijn verontschuldigingen aan. Nu hebben wij hoofdelijk gestemd en dat is een reële stemming. Ik kan tot mijn spijt niet anders concluderen dan dat de motie is verworpen. Zo kan het soms gaan in het leven.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Ik vind het bijzonder spijtig dat het zo is gelopen. Ik vraag dan ook om een heropening en dan wil ik de motie opnieuw indienen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dat lijkt mij een goed plan. Dan vragen wij om een hoofdelijke stemming.

De voorzitter:

Nee, er is gestemd over de motie. Het is niet anders.

In stemming komt de motie-Vos/Klaas de Vries (29800-VI, nr. 58).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Huizinga-Heringa c.s. (29800-VI, nr. 64).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Huizinga-Heringa (29800-VI, nr. 62).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Staaij (29800-VI, nr. 63).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Naar boven