Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten (Belastingplan 2005) (29767);

het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige fiscale maatregelen 2005) (29758)

,

- van:

- de motie-Vendrik over de Energietransitie (29767, nr. 47);

- de motie-Vendrik/Kant over biobrandstoffen (29767, nr. 48);

- de motie-Crone over fiscale ouderenheffingskortingen (29767, nr. 49);

- de motie-Crone c.s. over biobrandstoffen (29767, nr. 50);

- de motie-Bakker c.s. over heffings- en invorderingsrente (29767, nr. 51);

- de motie-Van As over belastingverhoging voor ondernemers in de inkomstenbelasting (29767, nr. 52);

- de motie-Van As over het gebruik kunnen blijven maken van het spaarloon (29767, nr. 53);

- de motie-Van As over het tarief voor de eindheffing van het spaarloon (29767, nr. 54);

- de motie-Van As over het grijs kenteken (29767, nr. 55);

- de motie-Dezentjé Hamming c.s. over het prestatiecontract voor het Centrum voor Proces- en Productontwikkeling (29767, nr. 57).

De algemene beraadslaging wordt heropend.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Ik heb zelf inhoudelijk niet zoveel meer te melden. Daar hebben wij twee keer 13 uur de gelegenheid voor gehad. Heet hangijzer blijft de eventuele overgangsregeling voor particulieren die een auto met een grijs kenteken hebben. De CDA-fractie heeft om uitstel gevraagd voor beraad. Laten wij dit positief benaderen. Blijkbaar is er gedurende die twee keer 13 uur debat iets losgemaakt. De argumenten, de acties en de vele e-mails van betrokkenen hebben het CDA kennelijk aan het denken gezet. Ik kan mij niet voorstellen waarom er anders uitstel voor overleg nodig was. Het enige wat ik nu kan doen, is de hoop uitspreken dat dit tot iets heeft geleid. Ik vraag de coalitiefracties en met name de fractie van het CDA tot welke nieuwe inzichten het overleg heeft geleid, zodat wij tijdens de stemmingen niet worden verrast door een ander standpunt dan tijdens het debat werd ingenomen.

Mevrouw Van Vroonhoven (CDA):

Voorzitter. Ik heb geen behoefte aan een eigen termijn, maar ik ben mevrouw Kant wel een antwoord schuldig. Wij hebben uitstel van de stemmingen gehad voor intern overleg. Wij hebben alle voors en tegens nog eens naast elkaar gezet. Wij houden echter onze bezwaren tegen de dekking van het amendement op stuk nr. 16. Wij zijn het er niet mee eens dat die kosten over iedereen worden verdeeld. Wij blijven uiteindelijk bij het standpunt dat wij al enkele maanden hebben.

Mevrouw Kant (SP):

Wat een enorme teleurstelling, vooral wat betreft uw argument. Blijkbaar hebben de gedachtewisseling tijdens het debat en de argumenten van betrokkenen u wel aan het denken gezet. U vond vermoedelijk ook dat de voorgestelde regeling iets onredelijks heeft, want anders hadden wij gelijk kunnen stemmen. Nu staat de dekking van het voorstel van de oppositiepartijen u niet aan. Dan vraag ik het CDA om alsjeblieft zelf een voorstel voor deze mensen te doen. Ik vraag het CDA om deze mensen niet te laten zitten.

(Applaus van de publieke tribune)

De voorzitter:

De aanwezigen op de publieke tribune weten inmiddels hoe de regels zijn. Zij hebben gemerkt dat ik in een goede bui ben, want anders waren zij allang van de tribune verwijderd.

Ik sluit niet uit dat ook anderen vragen aan het CDA stellen. Het lijkt mij ordelijker om eerst de andere woordvoerders in derde termijn het woord te geven, waarna mevrouw Van Vroonhoven tot slot kan reageren.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Wij hebben ruim 20 uur over het belastingplan gediscussieerd waarvan de afschaffing van het grijs kenteken voor particulieren onderdeel is. Als er dan nog uitstel van de stemming nodig is voor fractieberaad, verdient dat enige uitleg. In die 20 uur heb ik niet van het CDA gehoord dat overwogen werd om onder bepaalde condities een overgangsregeling mogelijk te maken. Ik vraag mevrouw Van Vroonhoven om dit toe te lichten uit respect voor al degenen die deze maatregel treft, maar ook als uiting van collegialiteit aan ons allen. Mevrouw Van Vroonhoven, geeft u een nadere duiding van overwegingen die in de CDA-fractie hebben geleefd.

In aansluiting op wat mevrouw Kant tegen u heeft gezegd naar aanleiding van uw antwoord van zojuist, begrijp ik dat er bij de CDA-fractie sympathie leeft voor de overgangsregeling zoals voorgesteld in de motie-Van der Vlies, maar dat er problemen zijn op het punt van de dekking. Dit probleem moet opgelost kunnen worden. Daarnaast ligt er een alternatief van de heer Rouvoet; een andere overgangsregeling met een andere dekking. Voorzitter. Ik vraag mevrouw Van Vroonhoven of zij op dit moment in het debat de openheid van geest wil hebben om gezamenlijk naar een alternatieve dekking te zoeken.

Afrondend, vraag ik de heer Bakker van D66 en mevrouw Dezentjé Hamming van de VVD of hun positie nog is veranderd. Er was vanmiddag grote commotie. Het was onhelder wat er aan de hand was in coalitieland. Misschien kunnen zij hier in de volle zaal, en niet in een achterkamer, uitleggen wat er aan de hand is en wat hun positie op dit moment is, zodat wij weten waarom zij stemmen zoals zij stemmen.

De voorzitter:

Ik zal de sprekerslijst langslopen om na te gaan wie nog het woord willen voeren, maar ik zal degenen aan wie vooral de vragen worden gesteld op het laatst het woord geven, want dat lijkt mij het meest efficiënt.

De heer Van der Vlies (SGP):

Mijnheer de voorzitter. Ik was natuurlijk aangenaam verrast toen de heer Verhagen uitstel van de stemmingen vroeg, daarbij refererend aan mijn amendement op stuk nr. 16, dat in het debat uitvoerig aan de orde is geweest. De staatssecretaris erkende dat het effect van de dekking gering inwerkt op wat de belastingplichtigen na het jaar 2005 zullen ervaren, want de effecten slaan pas neer in het jaar 2006. Mevrouw Van Vroonhoven heeft zojuist gezegd dat dit onderwerp van bezinning was in haar fractie, maar dat zij bij de dekking kanttekeningen plaatst. Mag ik dat zo begrijpen dat een overgangsregeling eigenlijk ook in de perceptie van de CDA-fractie nuttig kan zijn, maar dat wij nog een goede dekking moeten vinden? Ik ben daarvoor beschikbaar. Ik wil daar hard aan werken. Ik verneem daarover graag de mening van mevrouw Van Vroonhoven. In het verlengde daarvan vind ik de vraag van collega Vendrik aan mevrouw Dezentjé en de heer Bakker zinvol.

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter. Er is niet veel tijd of nieuw papier nodig om te proberen, er uit te komen. Ik begrijp best dat dit voor iedereen een lastig dossier is. Niemand vindt het leuk om voor het grijze kenteken een overgangsregeling zoals voorgesteld door de heer Van der Vlies, te moeten treffen die wordt betaald door iedereen. Een heffingskorting van EURO 5 zou dan ook bijvoorbeeld door mensen met een bijstandsuitkering moeten worden betaald. Het ene goede doel strijdt dan met het andere. Ik wil wel een oplossing zoeken, want het argument van het CDA kan, met alle respect, niet twijfel zijn over de deugdelijkheid van de dekking. Zelfs de staatssecretaris heeft expliciet gezegd: de heer Van der Vlies volgt de politiek niet, maar de dekking is heel deugdelijk. Zij klopt helemaal. Kennelijk zit dit dus vast op de politieke keuze. Ik begrijp dat ook.

Ik stel voor om een overgangsregeling te treffen à la Van der Vlies of Rouvoet, wat omgerekend EURO 5 kost in de heffingskorting. Wij vinden het niet leuk dat daarmee ook mensen met een laag inkomen worden getroffen. Wij kunnen de heffingskorting op EURO 10 stellen. Wij geven daarmee mensen met kinderen die het moeilijk hebben, dus tot en met modaal, EURO 100 extra kinderkorting. Dan doen wij dus EURO 10 af van de stijging van de heffingskorting en dan treffen wij een regeling voor de mensen met een grijs kenteken. Zij hoeven dan voorlopig niet de MRB te betalen. Maar dat betalen dan niet de mensen met een bijstandsuitkering. Zij betalen wel die EURO 5, maar zij krijgen EURO 100 terug in het kader van de kinderkorting.

Voorzitter. Volgens mij kan dat technisch heel eenvoudig. Dan hoeven de leden alleen maar te stemmen voor het amendement-Van der Vlies en het amendement-Crone. Als je die bij elkaar optelt, komt dit er ongeveer uit. Wij hoeven dus geen nieuw debat aan te gaan. Ik wil de fracties van het CDA, D66 en de VVD vragen of dit nu niet een oplossing is. Men stemt voor twee amendementen die er samen toe leiden dat er in een zekere solidariteit geld wordt opgebracht. Iedereen betaalt via de heffingskorting evenveel. Het grootste deel gaat terug naar gezinnen met kinderen. Het is EURO 109 voor mensen met twee kinderen en het is twee keer zoveel voor mensen met drie of meer kinderen. Verder hebben wij tijdelijk een overgangsregeling voor het grijze kenteken. Dat gaat dan immers conform het voorstel van de heer Rouvoet of dat van de heer Van der Vlies. Dan hebben wij met het voorbijgaan aan politieke verschillen en het voorbijgaan aan prestige – dat is immers altijd moeilijk in deze zaal, vaak moeilijker dan de inhoud – gewoon iets waar wij ook geen heropeningen voor nodig hebben. In dat geval kunnen wij gewoon stemmen volgens de huidige stemmingslijst en weet iedereen over een uur waar hij aan toe is.

De heer Van As (LPF):

Voorzitter. Vanochtend heb ik tegen deze staatssecretaris, die ik zeer hoog heb zitten en met wie wij best een fiks debat kunnen aangaan, gezegd dat dit kabinet de normen en waarden hoog in het vaandel heeft staan. Als je praat over een belastingmaatregel en je praat over behoorlijk bestuur, dan moet je uit dat oogpunt normaal en fatsoenlijk met je burgers omgaan. Als je dan regelingen gaat wijzigen, moet je dat ook op een fatsoenlijke manier doen. Wij hebben voorstellen gedaan om te komen tot een overgangsmaatregel. Wij hebben daartoe een motie ingediend. Er liggen ook amendementen van de heren Van der Vlies en Rouvoet. Er zijn dus drie alternatieven, drie mogelijkheden. Wij hebben een adequate dekking aangegeven. Wij willen de vennootschapsbelasting iets minder omlaag brengen dan is gepland. Dan praat je echt over minimale bedragen. Dan zou het hele probleem op te lossen zijn.

Ik roep in herinnering dat tijdens de algemene politieke beschouwingen uit het oogpunt van duaal bestuur via de motie-Verhagen c.s. even een bedrag van 1 mld werd omgebogen, waarvoor niet eens een dekking werd aangegeven. Het kabinet werd maar even verzocht om die dekking te vinden. Wat let ons dan om nu met z'n allen de rijen te sluiten en ook uit oogpunt van duaal bestuur – dus het parlement versus het kabinet – met een maatregel te komen waarmee recht wordt gedaan aan de mensen die dat grijze kenteken hebben en die ook echt in de problemen zijn geraakt? Dan is het alleszins te billijken om het voorstel of de dekking die ik heb aangegeven in dezen te handhaven. Dan zouden wij hier vanuit de Kamer gewoon de zaak kunnen corrigeren. Het zou de staatssecretaris sieren als hij een van onze voorstellen zou overnemen. Hij kan daarbij kiezen uit drie voorstellen. Daarmee zou de zaak op een fatsoenlijke wijze worden opgelost.

Voorzitter. Ik doe een dringend beroep op de coalitiepartijen om ten aanzien van dit punt solidair te zijn met de andere partijen uit de Kamer en te komen tot een acceptabele oplossing voor eenieder.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Het onderwerp grijze kentekens is nu een beetje het thema van de gewekte verwachtingen aan het worden. Dat was het al vanwege de gerechtvaardigde verwachtingen waar het gaat om een overgangsregeling. Daar is vanmiddag een dimensie aan toegevoegd door de motivering van de kant van de heer Verhagen voor het uitstel van de stemmingen, namelijk dat er openheid was bij de CDA-fractie om te kijken of er mogelijkheden waren om iets te doen rondom een overgangsregeling. Hij koppelde dat aan het amendement van collega Van der Vlies. Ik heb daaruit afgeleid dat er bij de CDA-fractie openheid bestaat om na te gaan of er ruimte is voor een overgangsregeling. Dat zijn opnieuw gewekte verwachtingen. Ik vind dat goed omdat wij hier als wetgever zeer zorgvuldig hebben te handelen.

Voorzitter. Ik hoop dat u mij toestaat om mevrouw Van Vroonhoven rechtstreeks aan te spreken. Zij gaf zojuist aan dat het CDA nog eens goed heeft gekeken naar de mogelijkheid van een overgangsregeling, maar dat de dekking toch wel op bezwaren stuit. Ik kan mij er iets bij voorstellen. Er zijn de afgelopen dagen allerlei voorstellen gedaan met verschillende dekkingen. Bij aanvaarding van het amendement dat ik heb ingediend, zal niemand die in de particuliere sfeer gebruik maakt van een auto met grijs kenteken, hinder ondervinden van de afschaffing van dit kenteken totdat ook het laatste grijze kenteken op naam is overgedragen, de zogenaamde sterfhuisconstructie. Het verschil tussen mijn amendement en dat van de heer Van der Vlies is, dat zijn amendement een overgangsregeling inhoudt, zodat mijn amendement verder strekt en dus ook meer kost. Ik begrijp dat argument. Evenals een aantal collega's, vind ik dat de zuivere weg, maar het amendement is inderdaad ingrijpender. Ik zeg tegen mevrouw Van Vroonhoven dat ik bereid ben om het uitgangspunt van de sterfhuisconstructie, zoals het onsympathieke woord luidt, te vervangen door een overgangsregeling à la het amendement van collega Van der Vlies, dus voor vier jaar, met behoud van de dekking die ik in mijn andere amendement heb aangegeven. Dat heeft een aantal voordelen. In de eerste plaats ligt het op hetzelfde terrein: differentiatie van de BPM naar CO2-uitstoot, een wens die ook bij het kabinet leeft, zij het dat het kabinet het een halfjaar later wil doen. De staatssecretaris heeft rustige woorden gesproken over de dekking. Het verschil tussen de staatssecretaris en mij zat erin dat het kabinet het te zijner tijd budgettair neutraal wil doen, terwijl ik het verschil nodig heb om die rechtvaardige en billijke overgangsregeling mogelijk te maken.

Ik denk dat de Kamer met de verschillende opties die er liggen buitengewoon tegemoetkomend is in een poging een meerderheid te organiseren voor al die mensen in het land bij wie de verwachting is gewekt dat de CDA-fractie bereid is een stap te zetten. Als ik de bereidheid uitspreek het amendement-Rouvoet en het amendement-Van der Vlies in elkaar te schuiven – en voor mij is het dan lood om schroot wie daar de ondertekenaar van wordt – komen wij, dunkt mij tegemoet aan de bezwaren die door mevrouw Van Vroonhoven zijn genoemd. Immers, in dat nieuwe amendement worden de dekking die ik heb aangegeven en de overgangsregeling die de heer Van der Vlies heeft voorgesteld bijeen gebracht. Ik dring er met grote klem bij mevrouw Van Vroonhoven op aan, deze weg niet af te sluiten, maar in haar fractie serieus te beproeven om langs die weg tegemoet te komen aan al die mensen die anders acuut in de problemen worden gebracht.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Voorzitter. Mij is de vraag gesteld wat het standpunt van de VVD-fractie is over de overgangsregeling. De VVD-fractie heeft voortdurend de lijn gevolgd van de motie-Verhagen, waarin het onbedoelde gebruik is weggenomen en de overgangsregeling voorziet in het in werking treden op 1 juli 2005. Dat standpunt is onveranderd.

Mevrouw Kant (SP):

Uw standpunt is continu duidelijk geweest. U hebt geen enkele neiging gehad om begrip te hebben voor de mensen die hierdoor worden getroffen.

Mijn vraag aan u is of de VVD-fractie vindt dat de fracties van de andere coalitiepartijen (D66 en CDA) volledig vrij zijn in wat zij hierover beslissen. Of hebt u er bezwaar tegen als men een voorstel tot een overgangsregeling steunt?

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Het lijkt mij dat alle fracties daarin hun eigen verantwoordelijkheid hebben en hun eigen afwegingen dienen te maken.

Mevrouw Kant (SP):

Dat lijkt mij ook, maar wat gewoon lijkt, is helaas vaak niet wat hier gebeurt.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

U vraagt aan mij wat ik daarvan vind en daarop antwoord ik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Wat zou de VVD-fractie ervan vinden als de CDA-fractie toch gevoelig blijkt voor een overgangsregeling, eventueel voorzien van een alternatieve dekking, zoals de heer Rouvoet net naar voren heeft gebracht?

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Ik zeg nogmaals, dat het een afweging is die de fractie zelf moet maken. Die afweging heb ik te respecteren.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dus, volledige politieke ruimte voor de CDA-fractie om hier in volle vrijheid over na te denken, zonder negatieve gevoelens bij de VVD-fractie. Dat is een goed signaal.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Ik zeg u net dat het CDA net als wij hier een eigen verantwoordelijkheid heeft.

De heer Van As (LPF):

Ik kan uw standpunt niet rijmen met al die bombarie die uw fractievoorzitter ten toon heeft gespreid over dit punt bij de algemene politieke beschouwingen. Toen was er veel geluid en weinig beeld, maar nu haakt u af.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Ik weet niet wat u bedoelt met afhaken. De PvdA heeft tot een paar keer toe geprobeerd, het grijze kenteken af te schaffen. Wij hebben echter het grijze kenteken weten te behouden.

De heer Van As (LPF):

Mijn vraag richtte zich op de overgangsregeling voor het grijze kenteken. De motie-Verhagen stelt natuurlijk niets voor. Dat is een lege dop.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Daar denken de ondernemers anders over.

De heer Van der Vlies (SGP):

De fracties bepalen uiteraard zelf hun stemgedrag. Hierover zijn geen afspraken gemaakt?

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Ik zeg u net dat iedere fractie haar eigen verantwoordelijkheid heeft en dus haar eigen stemgedrag bepaalt.

De heer Van der Vlies (SGP):

Dat begrijp ik. Elke zichzelf respecterende fractie zal dat zo doen. Ik heb echter nog geen antwoord gekregen op mijn vragen of daarover afspraken zijn gemaakt.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Daar is mij niets van bekend. Elke fractie maakt haar afweging.

De heer Van der Vlies (SGP):

Zonder dat er afspraken zijn gemaakt tussen fracties?

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Zonder dat er afspraken zijn gemaakt tussen fracties.

De heer Crone (PvdA):

Een fractie kan ook in volstrekt eigen verantwoordelijkheid besluiten om toch maar niet uit de coalitie te stappen omdat anderen dat vragen. Ook dan heb je het zelf beslist. Maar ik begrijp nu dat er alle ruimte is voor het CDA om mijn compromisvoorstel te steunen. Kan de VVD-fractie dat ook? Dan is het gekissebis over en zijn wij gewoon klaar!

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Ik kan uw compromisvoorstel niet steunen omdat ik het niet te rechtvaardigen vind dat een heffingskorting van maar liefst EURO 10 nodig is om de overgangsregeling te financieren.

De heer Crone (PvdA):

En de kinderkorting te verhogen!

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Daarin wordt al voor een groot gedeelte voorzien in dit belastingplan. Dat vindt mijn fractie voldoende. Wilt u uw vraag over de coalitie nog even herhalen?

De heer Crone (PvdA):

U zegt dat elke fractie haar eigen verantwoordelijkheid heeft bij de stemmingen. Dat klopt, maar soms vraagt de ene coalitiepartij – in dit geval de VVD – aan de andere – het CDA – om ergens tegen te stemmen. Dat hebt u dus niet gedaan? Er is nu even sprake van een volstrekt dualisme?

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

Wij hebben niets gevraagd. Dat is niet aan de orde.

De heer Crone (PvdA):

Dat is heel fijn.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Ik heb niet zoveel meer te melden. Afgelopen maandag en ook gisteravond ben ik er volstrekt duidelijk over geweest dat ik een overgangsregeling niet nodig vind. Jarenlang hebben miljoenen mensen – ook mensen met lage inkomens en ouders met grote gezinnen – gewoon geel gereden en belasting betaald. Daarnaast zijn er mensen die het – onder andere om financiële redenen – in de grijze sfeer hebben gezocht. Een grote meerderheid van de Kamer wilde daar vanaf, ook de PvdA, zo'n twee maanden geleden zelfs nog zonder overgangsregeling. Het lijkt mij niet dat wij alle Nederlanders moeten belasten ten behoeve van mensen die jarenlang een voordeel hebben genoten dat wij nooit hebben bedoeld. Mijn fractie zal dus niet voor het amendement-Van der Vlies of voor de andere amendementen op dit punt stemmen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Kunt u de lezing van mevrouw Dezentjé Hamming bevestigen, dus zijn hierover ook vanuit uw optiek geen afspraken binnen de coalitie gemaakt? Is elke coalitiefractie dus vrij om een zelfstandige positie in te nemen, zonder repercussies in de onderlinge coalitieverhoudingen?

De heer Bakker (D66):

Volgens mij heeft het CDA vanmiddag een afweging gemaakt. Die afweging was authentiek en viel zo uit dat het CDA geen overgangsregeling wil. Dat heeft niets te maken met politieke druk van hetzij de VVD, hetzij D66, hetzij ons samen.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Voorzitter. Ik denk dat niemand op zo'n zinderende finale had gerekend, zeker niet na de gemoedelijke toon van afgelopen maandag.

Ik kan kort zijn over de grijze kentekens. Ik heb de particuliere grijskentekenhouders op het Malieveld tegenover me gehad. Ik weet dus heel goed wat op deze mensen afkomt, ook vanwege de vele e-mails. Ik zei toen op het Malieveld dat we zouden kijken naar de mogelijkheid van een overgangsregeling, maar ook dat er hoe dan ook budgettaire problemen zouden ontstaan.

Inmiddels voorzien een aantal amendementen in een overgangsregeling. Bij het wetgevingsoverleg hebben wij die allemaal bestudeerd. Een bleef ervan, ook na het sympathiserende stemadvies van de staatssecretaris, boven tafel: het amendement-Van der Vlies, dat de grijskentekenregeling voor particulieren wil afbouwen in vier jaar, maar daarvoor moet elke Nederlander EURO 5 opzij leggen. Met deze boodschap ben ik vanmiddag naar mijn fractie teruggegaan, daar is alles besproken en heroverwogen. Ook hebben we gesproken over de resolutie die door ons partijcongres is aangenomen. Met dit alles in ons achterhoofd, en het besef van de noodzaak van het maken van afwegingen en het stellen van prioriteiten, hebben wij gemeend dat wij de heffingskorting voor iedereen van EURO 5 niet kunnen verkopen, zeker niet aan de mensen in het land die het al zo moeilijk hebben. Ik ben hierover zeer open geweest en ik denk dat mijn verklaring ook helder is.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter, een heldere vraag als reactie op dit heldere betoog. Een overgangsregeling kan nuttig zijn als wij daarvoor een goede dekking vinden. Houdt de CDA-fractie zich beschikbaar om te zoeken naar een wel aanvaardbare dekking? Daarvoor zijn zelfs al enkele suggesties gedaan, bijvoorbeeld in het amendement van collega Rouvoet.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Uiteraard zijn wij bereid om met u en iedereen te zoeken naar een deugdelijke dekking voor zo'n overgangsregime. Daarbij zeg ik u wel dat dit een heel lastige operatie zal zijn, want overal om ons heen is er weinig budget. Het is schrapen, schrapen, schrapen dit jaar; dat merken wij allemaal bij de begrotingsbehandelingen. Daarbij komt dat we kampen met inkomensplaatjes, ons sterk willen maken voor de sociaal zwakkeren, de chronisch zieken en gehandicapten hebben wij allemaal de revue laten passeren. En als we dan prioriteiten moeten stellen, dan kiezen wij ervoor om die bij de laatsten te leggen en niet bij de overgangsregeling voor het particuliere grijskentekenhouders.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Ik heb mevrouw Van Vroonhoven een heel concrete en vergaande handreiking gedaan. Zij zegt nu dat zij alle sympathie heeft voor een overgangsregeling maar dat er te weinig budget is en dat wij al zoveel hebben moeten schrapen. Ik heb het voorstel gedaan aan de microfoon om de overgangsregeling met elkaar te regelen voor die tienduizenden mensen en daarbij de dekking te zoeken in de differentiatie van de BPM. De staatssecretaris reageerde daarop inhoudelijk tamelijk mild. Op die manier hoeft niet buiten het terrein van mobiliteit en dergelijke gezocht te worden. Bovendien wil het kabinet dit ook, maar een half jaar later dan in mijn amendement wordt voorgesteld. Als mevrouw Van Vroonhoven het budget het probleem vindt en de dekking niet rond kan krijgen, dan moet zij mij uitleggen waarom mijn voorstel voor haar niet acceptabel is. Zij wekt anders de indruk dat zij eigenlijk helemaal niet wil en dat kan ik niet geloven.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Ik hoop dat ik met mijn betoog uitdrukkelijk kenbaar heb gemaakt dat het geen kwestie is van willen maar van niet kunnen in dit tijdsbeslag. Het amendement van de heer Rouvoet heeft twee grote nadelen. Het eerste nadeel is de sterfhuisconstructie; in lengte der jaren zit de overheid daarmee vast aan een overgangsregime. Mijn fractie wil dat echt niet echt. Het tweede nadeel is de differentiatie van de BPM. Ook daaraan zitten haken en ogen, zeker op dit moment. Het spijt mij maar ik zie op dit punt geen ruimte.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik beluister uit het betoog van mevrouw Van Vroonhoven dat zij sympathie heeft voor de overgangsregeling van de heer Van der Vlies. Het punt zit voor de CDA-fractie bij de dekking. Dat herken ik als geen ander want ik vind die dekking ook lastig, om dezelfde redenen als mevrouw Van Vroonhoven. Ik heb wat de dekking betreft dan ook wat meer sympathie voor de oplossing van de heer Rouvoet, maar er zijn nog andere opties denkbaar. Als de heer Van der Vlies zijn amendementen ontdoet van dekking, kunnen wij gezamenlijk met de CDA-fractie die overgangsregeling mogelijk maken. Wij kunnen de tijd nemen – ik kijk nu ook naar de voorzitter – om een apart amendement op te stellen waarin met de partijen die daaraan willen deelnemen gekeken wordt naar de realisering van die dekking. Is dat voor mevrouw Van Vroonhoven op dit moment een begaanbare weg?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Voordat er allemaal variaties aan de interruptiemicrofoon worden voorgesteld, wil ik één punt helder stellen. Hoe je het ook wendt of keert, het gaat om een bedrag van ongeveer 200 mln euro. De CDA-fractie vindt dat de prioriteiten daarbij niet gelegd moeten worden bij de particuliere grijskentekenhouders maar bij de mensen die niet veel koopkracht hebben. Bepaalde groepen vragen wat dat betreft echt onze aandacht in deze tijd.

Mevrouw Kant (SP):

Laten wij teruggaan naar de reden dat er haast wordt gemaakt met het afschaffen van het grijs kenteken voor particulieren en dat er geen overgangsregeling mogelijk is. Die reden is gelegen in het in snel tempo verlagen van de winstbelasting van bedrijven. Daar worden geen andere mensen door getroffen. De winstbelasting van bedrijven wordt met spoed verlaagd en daarom vindt u dat deze mensen de regeling niet langzaam mogen afbouwen. Daar gaat het in essentie om. Zegt u dus niet dat er geen alternatief is, want u kunt ook zeggen: wij doen het wat langzamer zodat de mensen langzamer kunnen wennen aan de afschaffing van het grijs kenteken. De CDA-fractie wil dat echter niet. Er zijn vandaag zoveel opties aan de orde geweest en voorstellen gedaan voor een andere dekking, maar die steunt u niet. Het steekt mij nog het meeste dat u zelf met geen enkel alternatief of idee komt terwijl er natuurlijk van alles te verzinnen is voor een dekking. Ik kan alleen maar de conclusie trekken – en geeft u die gewoon toe – dat het CDA geen oplossing wil vinden voor deze mensen.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Die conclusie trekt u. Dat u en ik van mening verschillen, is zo klaar als een klontje.

De heer Van As (LPF):

Ik vraag mevrouw Van Vroonhoven wat het probleem is om in het kader van de overgangsregeling, twee tot drie jaar, de zaak af te bouwen en de Vpb wat minder te verlagen dan de staatssecretaris voorstelt. Dan is het probleem opgelost. Hoe kijkt u daar tegenaan?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Met alle respect, ik geloof niet dat wij het hele debat opnieuw moeten voeren. Wij hebben deze argumenten al uitgebreid aan de orde gehad.

De heer Van As (LPF):

Ik heb u niet eerder over dit voorstel gehoord.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

U weet ook donders goed dat de verlaging van de vennootschapsbelasting voor de CDA-fractie op dit moment heel belangrijk is. Het geld moet in Nederland ook worden verdiend.

De heer Crone (PvdA):

Het voordeel van het amendement van de heer Van der Vlies is dat er wordt afgebouwd. Het nadeel is, dat het begint met een korting van EURO 5 per gezin. Dat lag ook ons zwaar op de maag. In het tweede jaar is het echter nog maar EURO 3, het jaar daarop EURO 2 en daarna loopt het naar nul. U kunt het probleem groot maken, maar ook klein. Ik voeg dit bij mijn suggestie, om het te koppelen aan de kinderkorting, die dan omhoog gaat. Dan is er voor gezinnen met kinderen, met lage inkomens, sprake van een enorme win-winsituatie. Dan stap ik over mijn bezwaren heen. Laten wij dan samen over het bezwaar heenstappen tegen de korting van EURO 5 gedurende het eerste jaar. Het eerste jaar is"Van der Vlies" te duur, maar daarna niet meer. Structureel gaat iedereen erop vooruit. Het is misschien ook goed om de begrotingstechniek erbij te nemen. Ik vraag de staatssecretaris om te bevestigen wat ik nu zeg. "Van der Vlies" is het eerste jaar duur, maar daarna wordt het goedkoper en goedkoper. Dan kost het de bijstandsgezinnen op een gegeven moment nog maar EURO 2. Maar zij krijgen dan wel de kinderkorting.

De voorzitter:

U interrumpeert mevrouw Van Vroonhoven met een vraag, niet met een heel betoog!

De heer Crone (PvdA):

Ik wil graag de technische bevestiging van de staatssecretaris, maar het politieke antwoord van mevrouw Van Vroonhoven.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

U stelt eigenlijk voor om nog meer overhoop te halen dan nu al door de heer Van der Vlies wordt voorgesteld. Als het voorstel van de heer Van der Vlies voor ons al een stapje te ver is, geldt dat ook voor het voorstel van de heer Crone.

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter, ik wil hier de heer Van Mierlo citeren...

De voorzitter:

Neen, dat had u in uw eigen termijn moeten doen. Ik wil het hierbij laten.

Het woord is aan de staatssecretaris voor een korte reactie, want er is niet veel aan hem gevraagd.

Staatssecretaris Wijn:

Voorzitter. Dat is inderdaad zo. Ik vind het een heel normale gang van zaken dat op een dag als vandaag fracties de rust vinden om intern beraad te hebben over een dergelijk complex belastingpakket, waarvan diverse mensen de gevolgen ondervinden, en dat zij alles op zich laten inwerken. Daar hoeven wij niet zenuwachtig van te worden. Ik heb de aanneming van alle amendementen over dit onderwerp ontraden. Ik zie thans geen aanleiding om van dat advies af te wijken. Ik heb zojuist in het debat geen nieuwe argumenten gehoord en ik denk dat niemand die heeft gehoord. Ik constateer dat een fractie er even een uurtje langer over heeft nagedacht. Dat lijkt mij uitstekend en ik vind het heel normaal. Ik heb hieraan op dit moment niets toe te voegen.

De heer Crone (PvdA):

Ik heb gevraagd om de bevestiging door de staatssecretaris dat het voorstel van de heer Van der Vlies heel snel weinig meer kost. De heffingskorting gaat dan gewoon weer omhoog.

Staatssecretaris Wijn:

Daarin hebt u gelijk. Stel dat je straks op de weg rijdt en dat je de volle mep voor je auto betaalt. Naast je rijdt er een auto waarvoor iemand niet de volle mep betaalt, terwijl je er zelf een stukje belasting voor hebt moeten inleveren. Je weet ook dat het een persoon is die al jaren, mogelijk onbedoeld, gebruik heeft gemaakt van een regeling die nooit voor hem was bedoeld. Ik kan mij voorstellen dat dit lastig is uit te leggen aan degenen die wel de volle mep betalen. Het is prima dat er even over nagedacht is, maar het oordeel van het kabinet over de amendementen is heel duidelijk: het kabinet ontraadt de aanneming ervan. Over een aantal elementen van die amendementen heb ik gewoon netjes aangegeven hoe ik het zie. Het eindoordeel was: ontrading van de aanneming, en daar loop ik niet voor weg.

De voorzitter:

Daarmee zijn wij bijna gekomen aan het einde van de derde termijn. Mevrouw Van Vroonhoven heeft mij verzocht om in de, verlengde, derde termijn nog een motie te mogen indienen.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Voorzitter. Ik wil graag deze gelegenheid aangrijpen om een motie in te dienen.

De voorzitter:

Tegen de leden bij de interruptiemicrofoons zeg ik: u kunt rustig gaan zitten terwijl de motie wordt ingediend, want interrupties hebben wij wel gehad!

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

De Kamer weet nog niet eens waarover het gaat!

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de huidige regeling voor gemengde kosten een vormgeving kent, waarbij verschillen bestaan tussen IB- en Vpb-ondernemingen;

constaterende dat er in het bedrijfsleven behoefte bestaat aan een meer evenwichtige regeling voor gemengde kosten;

verzoekt de regering, binnen drie maanden te komen met een voorstel voor een regeling voor gemengde kosten die evenwichtig uitpakt voor zowel het midden- en klein- als voor het grootbedrijf en dit voorstel van terugwerkende kracht te voorzien tot 1 januari 2005,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Vroonhoven-Kok, Crone en Van As. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 59(29767).

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter. Ik heb een punt van orde. De heropening is niet voor dit onderwerp aangevraagd. Wij hebben dit debat al gehad.

De voorzitter:

Een heropening over een onderwerp gaat natuurlijk altijd over het gehele onderwerp.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Ik heb eveneens een punt van orde. De eerste opmerking van mevrouw Van Vroonhoven in deze heropening was dat de CDA-fractie geen behoefte had aan een heropening. Dat betrof het punt van het grijze kenteken, waar nota bene de heer Verhagen op aangedrongen had om daar nog eens over te kunnen nadenken. Daar had mevrouw Van Vroonhoven aanvankelijk geen behoefte aan. Het komt een beetje merkwaardig over dat nu de heropening toch loopt, daar gauw gebruik van wordt gemaakt om alsnog een motie over een ander onderwerp in te dienen, hoe sympathiek ook.

De voorzitter:

Wil de staatssecretaris kort reageren op de motie?

Staatssecretaris Wijn:

Voorzitter. Dat wil ik graag. Ik betoog nu al de hele dag dat ik dit belastingplan evenwichtig vind en dat ik van mening ben dat het eerlijk en fair verdeeld is over het grootbedrijf en over het midden- en kleinbedrijf. Sterker nog, het midden- en kleinbedrijf krijgt meer voordelen uit dit pakket dan het grootbedrijf. Dat betekent dat ik ook vind dat de hele gemengde kostenregeling evenwichtig is. Wij hebben daar een aantal jaren geleden de administratieve lastendruk ontzettend verlaagd. De motie van mevrouw Van Vroonhoven gaat er naar toe werken dat wij straks weer een circus krijgen van allerlei bonnetjes, waarbij het ene in de stapel "privé" moet en het andere niet. Ik vind dit belastingplan evenwichtig. Ik heb mevrouw Van Vroonhoven dat ook horen zeggen in haar termijn. Ik weet dat er diverse prikkels komen van allerlei organisaties die van alles en nog wat vinden, maar ik kan niet anders dan ik de hele dag al heb gedaan, namelijk verdedigen dat dit belastingpakket evenwichtig is, zowel voor het MKB als voor het grootbedrijf, zowel vóór de motie-Verhagen als ná de motie-Verhagen. Dat betekent dat ik de aanneming van deze motie moet ontraden.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven