Noot 1 (zie blz. 5200)

Interpellatievragen van het lid Van Baalen (VVD) aan de minister van Buitenlandse Zaken inzake het Europees Grondwettelijk Verdrag.

1

Is het juist dat de kernpunten van Nederland in de intergouvernementele conferentie over het Europees Grondwettelijk Verdrag kunnen worden samengevat als: (I) handhaving van het nationale veto bij de vaststelling van de Financiële Perspectieven van de Europese Unie, dan wel harde afspraken over een structurele nettobegrenzing van de Nederlandse bijdrage aan de financiën van de Unie; (II) de versterking van de rol van de Europese Commissie en van de positie van het Europese Hof van Justitie bij de naleving van het Stabiliteitspact?

2

U heeft beide kernpunten van de Nederlandse regering zowel in de media als in de Kamer als hard omschreven en aangegeven dat u zonder beide punten niet thuis kunt komen. Betekent dit dat u niet met een Grondwettelijk Verdrag zult instemmen indien beide punten niet gerealiseerd worden?

3

Bent u zich ervan bewust dat de Kamer, naast beide genoemde financiële punten, tevens aan een nieuw Grondwettelijk Verdrag de eis stelt dat elke lidstaat over één stemhebbend lid in de Europese Commissie beschikt? Op welke wijze heeft u de wens van de Kamer effectief in de IGC bevorderd en bent u van plan deze eis te realiseren?

Naar boven