De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering
van de leden:
Van Bommel, wegens ziekte;
Kortenhorst en Van Fessem, wegens bezigheden elders;
Depla, Verbeet en Wolfsen, wegens bezigheden elders, alleen voor de avondvergadering;
Buijs wegens familieomstandigheden, de gehele week;
Duivesteijn en Kalsbeek, wegens verblijf in het buitenland, de gehele
week.
Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.
De voorzitter:
Verder deel ik u mede dat afwezig was en is mevrouw Van der Laan. "Was"
omdat zij met zwangerschapverlof was, "is" omdat zij thans met ouderschapsverlof
is. Ik feliciteer haar met de geboorte van haar zoon Helix Karel Menno.
De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier
ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van
behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren
zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.
Ik heet hartelijk welkom, in de loge, een parlementaire delegatie van
het huis van afgevaardigden van Roemenië, onder leiding van de voorzitter
van het huis van afgevaardigden van Roemenië, de heer Valer Dorneanu.
Ik heet u hartelijk welkom in ons midden.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Rijpstra voor het uitbrengen van verslag
namens de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven.
De heer Rijpstra:
voorzitter der
commissie
De commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken
onderzocht die betrekking hebben op mevrouw E. van Egerschot te Utrecht. De
commissie is eenparig tot de conclusie gekomen dat zij terecht benoemd is
verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt
u daarom voor om haar toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient zij
wel eerst de verklaringen en de beloften af te leggen zoals die zijn voorgeschreven
bij de wet van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120.
De commissie verzoekt u tot slot, de Kamer voor te stellen, het volledige
rapport in de Handelingen op te nemen.
De voorzitter:
Ik dank namens de Kamer de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig
te besluiten.
(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1
De voorzitter:
Mevrouw Van Egerschot is in het gebouw der Kamer aanwezig.
Ik verzoek de griffier, haar binnen te leiden.
Nadat mevrouw Van Egerschot door de griffier is binnengeleid, legt zij
in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven verklaringen en beloften
af.
De voorzitter:
Het is mij een genoegen u als eerste te mogen feliciteren met uw benoeming.
Ik verzoek u, de presentielijst te tekenen en in ons midden plaats te nemen.
Tussen de regeling van werkzaamheden en de stemmingen zal ik de vergadering
schorsen om eenieder in de gelegenheid te stellen om u te feliciteren. Ik
maak echter gebruik van mijn privilege om dat reeds nu te doen: hartelijk
gefeliciteerd.