Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, het VAO medefinancieringsorganisaties van de agenda af te voeren, aangezien dit onderwerp aan de orde kan komen bij de begrotingsbehandeling van deze week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de vaste commissie voor Defensie stel ik voor, de wens te kennen te geven nadere inlichtingen te ontvangen inzake de uitbesteding Defensie Telematica Organisatie (DTO) (28044).

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de motie-De Cloe c.s. over de rechtspositie van de burgemeester (28000-VII, nr. 11, herdruk).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Afgelopen zaterdag bracht het programma Nova op een schrijnende manier een langdurig bestaand probleem in de gezondheidszorg naar voren. Mensen die in een ziekenhuis uitbehandeld zijn, moeten daar blijven liggen omdat er geen plek is in een verpleegtehuis of omdat er onvoldoende thuiszorg is. In de uitzending werd over "verkeerde patiënten" gesproken. Dat schoot mij in het verkeerde keelgat, want het zijn geen verkeerde patiënten, het is verkeerd beleid. Er werd ook gezegd dat het in het Kennemerlandziekenhuis maar Voorzitterliefst een op de tien bedden betreft. Het is voor de betrokkenen een drama, en ook voor de mensen die het plekje nodig hebben en bij de ziekenhuispoort worden tegengehouden. Het is verder een drama omdat het schade kan opleveren voor de patiënten. Hoe denkt de staatssecretaris dit probleem met spoed op te lossen? Wil zij reageren op het feit dat deze mensen die in het ziekenhuis liggen en geen verpleeghuiszorg krijgen, toch nog steeds een eigen bijdrage voor verpleeghuiszorg moeten betalen? Ze moeten betalen voor iets wat zij niet krijgen.

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter. Deze problematiek is niet nieuw. Wij hebben er al meermalen over gediscussieerd. Ik heb er zelf een jaar of twee geleden schriftelijke vragen over gesteld. Ik wil aan de vragen en opmerkingen van mevrouw Kant graag toevoegen wat de omvang is, landelijk, van deze problematiek.

De heer Oudkerk (PvdA):

Mijn collega Arib heeft twee jaar geleden deze problematiek bij de staatssecretaris aan de orde gesteld. Deze heeft de plannen van collega Arib omarmd. Ik wil graag weten of die omarming ertoe heeft geleid dat er beleid op is gebaseerd.

Mevrouw Terpstra (VVD):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de bredere vraagstelling die is geformuleerd.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Uiteraard wil ik ook graag een reactie op de toevoegingen die zijn verwoord.

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Klein Molekamp.

De heer Klein Molekamp (VVD):

Voorzitter. Vorige week hoorden wij van de zeer eervolle benoeming van de heer Pronk tot speciaal gezant voor de duurzame ontwikkeling bij de Verenigde Naties. Op zichzelf is dit een gelukwens waard, maar wij hebben daarbij toch een aantal vragen. De VVD-fractie zou graag van de regering willen weten wat deze functie precies gaat inhouden, of de heer Pronk deze eervolle benoeming op persoonlijke titel heeft gekregen dan wel in zijn hoedanigheid als minister van VROM, welke afspraken met de secretaris-generaal van de Verenigde Naties zijn gemaakt over de invulling van deze functie en het tijdsbeslag welke deze functie meebrengt en in hoeverre...

De voorzitter:

Mijnheer Klein Molekamp, als u net als ik even de zaal inkijkt, ziet u dat een aantal leden denkt: dit zijn mondelinge vragen. Als u een brief van de regering wilt, moet u... Maar goed, u hebt uw vragen gesteld. Gezien de tijd heb ik u even laten doorpraten, maar ik verzoek u nu op te houden met het stellen van mondelinge vragen. Zegt u maar gewoon in één zin waarover u een brief van de regering wilt hebben.

De heer Klein Molekamp (VVD):

Voorzitter. Wij willen graag een brief van de regering hebben over de inhoud van de functie, hoe deze gevuld zal worden, welke afspraken er gemaakt zijn en hoe een en ander combineerbaar is met de functie van minister van VROM.

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rietkerk.

De heer Rietkerk (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Graag zou ik via u een brief aan de minister van Justitie vragen met een inhoudelijke reactie op het artikel in De Telegraaf van 20 oktober jl. over illegale prostituees die profiteren van mazen in de Nederlandse wet. Ook wil ik antwoord op de vraag hoeveel illegalen er in 2000 en 2001 vanwege vormfouten op vrije voeten zijn gekomen.

Mevrouw Barth (PvdA):

Voorzitter. Het lijkt mij een voorstel waar op zichzelf weinig tegen is, maar donderdag a.s. vergadert de vaste commissie voor Justitie over prostitutie en ik vraag mij af waarom de heer Rietkerk die vragen dan niet gewoon stelt.

De voorzitter:

Dat is een goeie vraag, lijkt mij, mijnheer Rietkerk.

De heer Rietkerk (CDA):

Ik heb in mijn slotvraag duidelijk gemaakt dat ik ook graag wil weten hoeveel illegalen, dus ook anderen dan prostituees, in 2000 en 2001 vanwege vormfouten op vrije voeten zijn gekomen. Dat is een veel bredere vraagstelling die wij volgende week bij de behandeling van de begroting van Justitie willen behandelen. Vandaar mijn verzoek, de brief van de minister van Justitie te krijgen voor de behandeling van die begroting.

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Eurlings.

De heer Eurlings (CDA):

Voorzitter. Anderhalve week geleden werden wij opgeschrikt door een onderzoek dat door de VU is gehouden. Uit dat onderzoek zou blijken dat veel van de gelden van het Bereikbaarheidsoffensief Randstad zijn verdwenen door kostenstijgingen. In het onderzoek zijn vier kostenstijgingen geanalyseerd. De uitkomst is dat in één jaar tijd van het bedrag van in totaal 10 mld gulden dat tot 2010 beschikbaar is, al 826 mln gulden weg zou zijn. Dat is alle reden, lijkt mij, om een nadere verduidelijking te vragen. Ik verzoek het kabinet om een brief waaruit naar voren komt of de conclusies van het onderzoek juist zijn, wat de gevolgen zijn voor het resultaat van het BOR en of er geen risico's zijn voor het MIT op dit vlak, omdat daarin ook geen inflatiecorrecties zijn meegenomen. Ik zou het met het oog op de begrotingsbehandeling fijn vinden als die brief eind deze week in ons bezit kon zijn, zodat wij met de inhoud ervan rekening kunnen houden bij onze inbreng bij de begrotingsbehandeling.

De heer Hofstra (VVD):

Voor hedenmiddag staat een begrotingsonderzoek met de minister van Verkeer en Waterstaat geagendeerd, waarbij de infrastructuurgelden nadrukkelijk aan de orde zullen komen.

De voorzitter:

Dat wilde de heer Dijsselbloem ook opmerken.

De heer Eurlings (CDA):

Natuurlijk, de heer Hofstra kan van alles en nog wat met infrastructuurgelden gaan doen, maar het is de vraag of de Kamer dat een afdoende behandeling vindt van zo'n onderzoek.

De voorzitter:

Zo doen wij het niet. Ik dacht dat u zo slim zou zijn om te zeggen: laten wij dit punt eerst vanmiddag bij het begrotingsonderzoek aan de orde stellen en dan kom ik eventueel morgen bij de regeling van werkzaamheden daarop terug.

De heer Eurlings (CDA):

Ik stel hierbij wel de vraag of na morgen de minister voldoende tijd heeft om voor het eind van de week te reageren.

De voorzitter:

Die vraag wordt nu niet beantwoord, al heeft de minister haar wel gehoord. Ik weet dat u nog een verzoek hebt.

De heer Eurlings (CDA):

Dat klopt. Schiphol gaat stiekem toch een beetje privaat, aldus een persbericht van afgelopen week. Schiphol zou, los van de privatiseringsdiscussie, het onroerend goed voor een gedeelte naar private partners brengen. Is dit inderdaad het geval? Vindt het kabinet dit wenselijk? Kan dit punt niet beter bij de in de Kamer te voeren privatiseringsdiscussie worden meegenomen? Ervan uitgaande dat nu geen collega opstaat dit die punt bij het begrotingsonderzoek wil inbrengen, geef ik er de voorkeur aan dat ik een brief voor het einde van de week ontvang, zodat dit punt bij de begrotingsbehandeling kan worden meegenomen.

De voorzitter:

Ik zie nog geen animo. Ik stel dus voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Barth.

Mevrouw Barth (PvdA):

Donderdag over een week vergadert de vaste commissie voor Justitie over het kansspelenbeleid. Er staan nog twee stukken op de agenda voor dat algemeen overleg die de Kamer nog niet bereikt hebben. Een gaat over casino's en een over gokken op internet. Via de voorzitter vraag ik of het kabinet die stukken nog vóór het weekend, maar het liefst per ommegaande, bij de Kamer kan bezorgen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Oven.

De heer Van Oven (PvdA):

Vanochtend zijn wij opgeschrikt door een bericht over een ontsnapping uit de gevangenis Koraal Specht op Curaçao. Dit is niet de eerste dit jaar en zeker niet van deze parlementaire periode. Mijn fractie is hierover verontrust en in verband hiermee vraag ik aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een brief waarin hij verslag doet van de stand van zaken en ingaat op de positie van de koninkrijksregering in verband met de waarborgfunctie ten opzichte van de landen van het Koninkrijk. Ik heb de eer dit verzoek mede te doen namens mevrouw Scheltema-de Nie van D66, de heer Te Veldhuis van de VVD, de heer Van der Knaap van het CDA en de heer Van Middelkoop van de ChristenUnie.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De heer Van Oven (PvdA):

Kunnen wij die brief deze week tegemoet zien?

De voorzitter:

Dat staat nu in de Handelingen en ook dat zal ter kennis van het kabinet worden gebracht.

Naar boven