Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | nr. 16, pagina 962-964 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | nr. 16, pagina 962-964 |
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.
Vragen van het lid Harrewijn aan de staatssecretaris van Financiën over de film-cv's.
De heer Harrewijn (GroenLinks):
Voorzitter. Ik wil beginnen met een citaat uit het boek "De ontdekking van de hemel" van Harry Mulisch. "Hoezo eigenlijk, vroeg Onno zich af, hoezo was het eigenlijk zo dat dit handjevol mensen de dienst uitmaakte in Nederland? Hoe was het mogelijk dat dit mogelijk was? Blijkbaar bestonden er inderdaad twee verschillende soorten mensen in de wereld." Dit zei Onno Quist, hoofdpersoon uit het boek, vlak voordat hij afgeserveerd werd als sociaal-democratisch minister.
Voorzitter. Als het ging om dit boek, de verfilming ervan en het wegruimen van wat bureaucratische belemmeringen dan had ik niet zo'n probleem. Maar mijn probleem is dat ik informatie heb dat er ook andere dingen aan de hand waren. Het probleem is dat niet alleen de verfilming van dit boek in het film-cv vervat was, maar ook twee andere films, namelijk Fogbound en Enigma. De laatste was een puur Engelse productie uit de stal van Mick Jagger. Daarover was een conflict met de belastinginspecteur in Hilversum. Dus er was geen capaciteitsprobleem, maar er was een inhoudelijk verschil van mening. Het is immers niet de bedoeling dat Engelse films meeliften met een Nederlandse regeling. Daarom werd een en ander teruggestuurd. De financiële staatjes werden er niet bij geleverd, zodat de belastinginspecteur niet kon zien hoe het geld besteed werd. De aanvrager was zelf verantwoordelijk voor vertragingen en problemen. Toen is het politieke belwerk in gang gezet via de Kamervoorzitter naar minister Vermeend, toen staatssecretaris van Financiën, die vervolgens maatregelen heeft genomen.
Mijn vragen aan staatssecretaris Bos zijn de volgende. Is het inderdaad zo dat hier inhoudelijk een probleem met de belastinginspectie lag? Zo ja, wat is daarmee gedaan? Is dat overruled? Waarom heeft de betrokken inspecteur daarna nooit meer film-cv's behandeld? Wat is er precies aan de hand? Is het gebruikelijk dat een staatssecretaris persoonlijk ingrijpt in een individueel dossier? Als hij dat doet, moet hij dit dan niet melden aan de Kamer? Waarom is het niet gebeurd? Is het normaal dat een staatssecretaris via Kamerleden op bepaalde dossiers wordt gewezen? Gebeurt dat meer? Wat wordt er dan normaal mee gedaan?
Staatssecretaris Bos:
Mevrouw de voorzitter. Ik ben niet zo voorbereid als de heer Harrewijn dat ik het boek van Mulisch meegenomen heb, maar ik meen mij wel te herinneren dat Onno Quist werd afgeserveerd als potentieel socialistisch minister, omdat hij een voormalig communist bleek te zijn. Ook overigens biedt het boek een handvat. Een van de mij meest aansprekende verhalen erin betreft de parabel van de gouden muur. Het gaat om het verhaal dat degenen die voor de gouden muur staan van mening zijn dat alles wat zich achter de gouden muur afspeelt geweldig diep doordacht is...
De voorzitter:
Er moet iets mis zijn met het geluid. Dit betekent dat iedereen nog stiller moet zijn dan normaal al het geval is. Laten wij dat eens proberen.
Staatssecretaris Bos:
Voorzitter. Ik merkte op dat het verhaal van de gouden muur als kern heeft dat degenen die voor de gouden muur staan, denken dat de wereld die zich achter de gouden muur afspeelt briljant is en van perfectie aan elkaar hangt en dat als zij zich achter de gouden muur begeven blijkt dat daar dezelfde chaos, irrationaliteit en toeval heersen als in hun eigen wereld. In zekere zin is die parallel van toepassing op de wereld van de feiten die achter de artikelen ligt die aanleiding gaven tot de vragen van de heer Harrewijn. Er waren geen inhoudelijke problemen bij de fiscale behandeling van de desbetreffende film-cv. Er was een overleg gaande waarbij op dat moment onvoldoende informatie overlegd was aan de desbetreffende belastinginspecteur om een uitspraak te doen. Er lag geen uitspraak; dus ook geen afwijzende uitspraak. Niemand is overruled. Er is geen inhoudelijke bemoeienis geweest en de desbetreffende inspecteur is na een ziekteperiode gewoon teruggekeerd en behandelt nog steeds film-cv's. Dit is het antwoord op de eerste vraag.
De tweede vraag van de heer Harrewijn luidde of het gebruikelijk is dat de staatssecretaris ingrijpt bij individuele dossiers van belastingplichtigen. Dat is niet gebruikelijk, maar naar aanleiding van een discussie die zich hier ongeveer vijftien jaar geleden afspeelde rondom het handelen van een van mijn voorgangers, is destijds vastgesteld dat zo'n ingrijpen in principe tot de mogelijkheden en de staatsrechtelijke bevoegdheid van de staatssecretaris behoort. Hij dient daarmee met uiterste terughoudendheid om te gaan. Als het om inhoudelijk ingrijpen zou gaan, dan moet dit altijd vergezeld gaan van publicatie en informatie, bijvoorbeeld richting het parlement, zodat een breder kader geschapen kan worden met het oog op de rechtsgelijkheid voor anderen die niet de weg naar de staatssecretaris weten te vinden.
De laatste vraag was of het vaker voorkomt dat Kamerleden zich tot de staatssecretaris wenden met het verzoek om eens naar een bepaald belastingdossier te kijken. Het antwoord is "ja" en de voorbeelden die ik daarvan heb, includeren ook zijn eigen partij.
De heer Harrewijn (GroenLinks):
Ik wil nog even terug naar het inhoudelijke punt. Ik heb begrepen dat de belastinginspecteur het productiebedrijf en de bank geadviseerd heeft om de film Enigma eruit te halen. Dan was er geen probleem geweest. Dat is niet gebeurd omdat de Engelse distributeur dreigde De ontdekking van de hemel niet internationaal te verspreiden en de bank aarzelingen vertoonde over de financiële bijdrage. Er ontstond een sfeer van een inhoudelijke discussie waarbij bijna sprake is van chantage. Men moest de Engelse film meenemen of de Nederlandse productie zou niet zijn doorgegaan. Is de film-cv ervoor bedoeld om, naast Nederlandse producties, ook buitenlandse producties mee te nemen?
Staatssecretaris Bos:
Ik vind het moeilijk om commentaar op een sfeer rondom dossiers te leveren. Ik houd het liever bij de feiten. Er was een discussie, zoals die wordt gevoerd bij elke film-cv die aan de belastinginspecteur wordt voorgelegd, over de mate van het Nederlandse karakter van het product. Dat heeft te maken met de vraag waar geld aan wordt uitgegeven binnen de Nederlandse landsgrenzen. Wel hebben wij van deze ervaringen geleerd. Wij zijn tot de conclusies gekomen dat wij er goed aan doen om bij de nieuwe regeling, zoals die dezer dagen in overleg met het parlement wordt vastgesteld, duidelijke criteria vast te stellen voor het wel of niet in aanmerking komen van een fiscale regeling. Ook moeten duidelijke criteria worden vastgesteld voor de zogenoemde Dutch spend.
De heer Harrewijn (GroenLinks):
Dit betrof de inhoud, maar nu gaat het over wat er vervolgens gedaan is. Ik heb begrepen dat de staatssecretaris twee extra inspecteurs aangesteld heeft vanwege capaciteitsproblemen. Er moeten dus meer film-cv's op de plank gelegen hebben. Is dat waar en zijn die in volgorde van binnenkomst afgehandeld? Of is deze bij voorrang afgehandeld? Ik merk dit op tegen de achtergrond dat de vertraging deels veroorzaakt is door de indieners zelf en niet door de belastinginspectie.
Staatssecretaris Bos:
De tijdsdruk, en dus de vertraging, ontstond door een zwangerschap en die is niet veroorzaakt door de indieners zélf.
De heer Harrewijn (GroenLinks):
Er was geen sprake van zwangerschap bij de inspectie, maar bij de hoofdrolspeelster van de Engelse film.
Staatssecretaris Bos:
Die factor veroorzaakte de tijdsdruk op dit specifieke dossier. Ik blijf bij de feiten. Wij hebben moeten constateren dat door een combinatie van de aantrekkelijkheid van de desbetreffende fiscale regeling en de onduidelijkheid in de regelgeving, de hoeveelheid werk voor de inspecteurs in Hilversum zich in die mate ophoopte dat de daartoe bestemde capaciteit dat niet aankon. Dat was reeds het geval vóór maart 2000. Vóór die datum zijn er in verschillende situaties mensen op ad-hocbasis geholpen in Hilversum om de vertraging weg te werken. Het is ook reeds vóór maart 2000 ten minste eenmaal voorgekomen dat daarbij sprake was van een filmdossier waarop een tijdsdruk lag. Als dat dus niet tijdig behandeld zou worden, zou de film niet meer gemaakt kunnen worden.
Er was geen sprake van selectiviteit. Direct na maart 2000 is er gezorgd voor structurele versterking van het desbetreffende inspectieteam, opdat de volledige vertraging kon worden opgeheven, nog afgezien van de vraag of daar dossiers bij zaten met een specifieke tijdsdruk.
De heer Harrewijn (GroenLinks):
Is de staatssecretaris het met mij eens dat hier toch een bepaalde sfeer omheen hangt? Ik weet wel dat hij liever over feiten spreekt. Als je echter de goede weg kent en de mensen in de politiek, is het gemakkelijker om tot de staatssecretaris door te dringen om je zaak te bepleiten. Ontstaat er zo niet sluipenderwijs een rechtsongelijkheid? Ik neem niet aan dat de staatssecretaris elk telefoontje beantwoordt van belastingplichtigen die een probleem hebben.
Staatssecretaris Bos:
U moest eens weten! Het behoort wel degelijk tot mijn taak. Elke brief van een individuele belastingplichtige die aan mij gericht is, waarin wordt geklaagd over behandeling door de belastingdienst, komt inderdaad op mijn bureau. Dit geldt ook voor telefoontjes van belastingplichtigen, voorzover die niet door de belastingdienst zelf afgehandeld kunnen worden. Er gaat ook geen werkbezoek voorbij of ik word aangesproken door burgers, bedrijven of ondernemers die menen onrechtvaardig behandeld te worden door de belastingdienst. Dat voelt men overigens al snel. Niettemin neem ik al die signalen serieus. Ik ga met mijn mensen om de tafel zitten en zeg: men vertelt mij dat er een probleem is, vertel mij of dat juist is en zo ja, los dat probleem op. In die zin is deze specifieke casus die in de kranten terecht is gekomen niet anders behandeld dan de vele signalen die iedereen die op mijn stoel zit van dag tot dag krijgt, van Kamerleden en niet-Kamerleden, van partijgenoten en niet-partijgenoten, van burgers, boeren en buitenlui.
De heer Harrewijn (GroenLinks):
Ik ben ook lid van de commissie voor de Verzoekschriften van deze Kamer. De Eerste Kamer heeft ook zo'n commissie. Wij hebben geregeld dat, als er vragen binnenkomen, die bij de commissie voor de Verzoekschriften terechtkomen. Die commissie doet zelf het onderzoek en vervolgens leidt de commissie die door naar de staatssecretaris. Dat is toch de procedure? Is er een snellere weg voor andere belastingplichtigen dan deze die wij hebben afgesproken? Of is er behoefte aan een andere procedure? Dit maak ik althans op uit de woorden van de staatssecretaris.
Staatssecretaris Bos:
De complementariteit van de verschillende benaderingen vind ik eigenlijk wel heel passend. Zo is er de procedure van de commissie voor de Verzoekschriften. Die biedt voor veel mensen een oplossing, maar voor veel andere mensen biedt die procedure geen oplossing. Dit is het geval, wanneer er sprake is van grote tijdsdruk. Kennelijk weten ook mensen de weg naar de commissie voor de Verzoekschriften niet te vinden. Er zijn ook mensen die door mij worden doorverwezen naar de commissie voor de Verzoekschriften. Dat kan allemaal. Het behoort echter niet tot mijn stijl van politiek bedrijven dat ik, wanneer mensen zich individueel tot mij richten met een probleem dat het functioneren van mijn belastingdienst aangaat, terugverwijs naar de Tweede Kamer met de mededeling dat daarvoor een bepaalde procedure is afgesproken. Dat komt mij te bureaucratisch over. Het lijkt mij dan ook verstandig om te proberen beide benaderingen in ere te houden.
De heer Harrewijn (GroenLinks):
Het komt mij toch voor dat voor 99% van de mensen de andere weg die wat langer duurt de aangewezen weg is en dat een enkeling direct en snel toegang heeft tot de staatssecretaris.
Staatssecretaris Bos:
Ik wil dat echt bestrijden. Ook degenen die direct de weg naar mij weten te vinden of naar mijn voorganger dan wel degenen die mij opvolgen, worden altijd geconfronteerd met een staatssecretaris die dat signaal of dat verzoek afhandelt conform de wetten en de regels die op dat moment gelden. Wij kunnen het ons niet permitteren – ik wil mij dat ook niet permitteren – om op dat punt enigerlei rechtsongelijkheid te creëren. Nogmaals, verzoeken, ook van de zijde van deze Kamer, om naar gevallen te kijken, individuele belastingplichtigen rakend, bereiken mij van vrijwel alle politieke partijen die hier vertegenwoordigd zijn.
De heer De Haan (CDA):
De staatssecretaris heeft gezegd dat er geen inhoudelijke bezwaren tegen zijn om fiscale faciliteiten toe te kennen aan de aanvragers. Waarover moest er dan nog overleg gepleegd worden? Was dat over niets?
Staatssecretaris Bos:
Mevrouw de voorzitter. Ik neem aan dat de vragensteller het mij niet euvel duidt dat er een grens is aan de mate van gedetailleerdheid die ik nu kan betrachten in verband met de vertrouwelijkheid die nu eenmaal bestaat bij dossiers van individuele belastingplichtigen. In het algemeen kan ik constateren dat in dit geval een claim van de belastingplichtige met betrekking tot een bepaalde fiscale behandeling waarop hij recht meende te hebben, niet gestaafd werd door de feitelijke informatie die op dat moment werd overgedragen aan de inspecteur. Er was dus behoefte aan meer feitelijke informatie ter onderbouwing van die claim.
De heer Van Bommel (SP):
De staatssecretaris geeft eigenlijk aan dat er in deze kwestie helemaal geen sprake is van onregelmatigheden of andere procedures dan in andere gevallen. Kan hij toelichten waarom zijn voorganger tegenover de producent de wens heeft uitgesproken dat discreet met zijn betrokkenheid bij die film wordt omgegaan? In de Volkskrant van 25 oktober wordt de betrokkenheid van J. van Nieuwenhoven en R. van der Ploeg gemeld. Waarom mocht die betrokkenheid wel op de aftiteling van de film vermeld worden?
Staatssecretaris Bos:
Die laatste vraag moet u niet aan mij stellen.
Op de eerste vraag kan ik antwoorden dat er geen sprake is geweest van een verzoek van mijn voorganger om discretie te betrachten over de manier waarop hij is omgegaan met het concrete verzoek van de producent. De feitelijke informatie in het artikel in de Volkskrant op dit punt klopt dus niet. De filmproducent heeft wel het aanbod gedaan om met een credit op de aftiteling te komen. Mijn voorganger heeft via zijn secretaresse aan de producent laten weten, dat niet op prijs te stellen.
Mevrouw Giskes (D66):
Voorzitter. De antwoorden van de staatssecretaris lijken mij afdoende. Desondanks heb ik toch een vraag zowel aan hem als aan u.
Ik ben al een tijdje bezig met een project, dat gaat over nieuwe overheid en leiderschap. Ik heb daar zelfs al een scenario voor. Kate Winslet is inmiddels bevallen en wil wel meedoen. Ook Brad Pitt heeft zich al geïnteresseerd getoond. Recente foto's laten mij zien dat zelfs Wim Kok misschien kan opgaan voor een rol in dezen, als ik zie hoe hij zich af en toe weet uit te dossen. Het scenario heb ik dus. Ik ben nog op zoek naar de goede financieringsweg en ik vraag mij af of u mij daarover advies kunt geven. Misschien is het een goed idee om de film "We rule this country" te noemen. Heeft u nog een advies hoe ik dit het best voor elkaar kan krijgen?
Staatssecretaris Bos:
Ik zou mevrouw Giskes vooral willen adviseren om dat onderdeel van het Belastingplan 2002 dat betrekking heeft op het continueren van de fiscale stimulans voor de film, zo snel mogelijk goed te keuren. Dan weet zij ten minste zeker dat die stimulans haar ook ten goede komt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20012002-962-964.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.