16de vergadering

Dinsdag 30 oktober 2001

14.00 uur

Voorzitter: Van Nieuwenhoven

Tegenwoordig zijn 142 leden, te weten:

Van den Akker, Albayrak, Apostolou, Van Ardenne-van der Hoeven, Atsma, Augusteijn-Esser, Bakker, Van Baalen, Balemans, Balkenende, Barth, Van Beek, Belinfante, Van den Berg, Biesheuvel, Blaauw, Blok, De Boer, Bolhuis, Van Bommel, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cherribi, De Cloe, Cornielje, Cörüz, Crone, Depla, Dijksma, Dijkstal, Dijsselbloem, Dittrich, Van den Doel, Duijkers, Duivesteijn, Eurlings, Feenstra, Geluk, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, Gortzak, De Graaf, De Haan, Halsema, Hamer, Harrewijn, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hessing, Hillen, Hindriks, Van der Hoek, Hoekema, Van der Hoeven, Hofstra, Ten Hoopen, De Hoop Scheffer, Kamp, Kant, Karimi, Klein Molekamp, Van der Knaap, Koenders, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Leers, Van Lente, Luchtenveld, Marijnissen, E. Meijer, Th.A.M. Meijer, Melkert, Middel, Van Middelkoop, Molenaar, Mosterd, Nicolaï, Niederer, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oplaat, Örgü, Oudkerk, Van Oven, Passtoors, De Pater-van der Meer, Pitstra, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Remak, Van 't Riet, Rietkerk, Rijpstra, Rosenmöller, Rouvoet, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Schreijer-Pierik, Slob, Smits, Snijder-Hazelhoff, Van Splunter, Spoelman, Van der Staaij, Van der Steenhoven, Stellingwerf, Stroeken, De Swart, Swildens-Rozendaal, Terpstra, Timmermans, Udo, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Verbugt, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn, Van der Vlies, Van Vliet, M.B. Vos, Voûte-Droste, De Vries, Waalkens, Wagenaar, Van Walsem, Weekers, Weisglas, Van Wijmen, Wijn, Wilders, De Wit, Witteveen-Hevinga en Zijlstra,

en de heren Van Aartsen, minister van Buitenlandse Zaken, Ingekomen stukkenHermans, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, De Grave, minister van Defensie, mevrouw Netelenbos, minister van Verkeer en Waterstaat, de heer Vermeend, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw Herfkens, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de heren Benschop, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Bos, staatssecretaris van Financiën, Van Hoof, staatssecretaris van Defensie, en mevrouw J.M. de Vries, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

O.P.G. Vos, wegens verblijf buitenslands, de gehele week;

Poppe en Van Dijke, wegens verblijf buitenslands, ook morgen;

Arib, wegens bezigheden elders;

Ross-van Dorp, wegens ziekte, de gehele week.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de eerste dag van het reces ontvingen wij het schokkende bericht van het overlijden in zijn hotel in Den Haag van de voorzitter van de Nationale Assemblee in Paramaribo, de heer Jagernath Lachmon. Hij was in Nederland met een parlementaire delegatie van de Nationale Assemblee op uitnodiging van de Tweede Kamer. Velen zullen hem hebben gezien of gesproken, toen hij in de week voor zijn overlijden in ons gebouw op bezoek was. Hij liet ook in elk gesprek blijken hoezeer hij hechtte aan de band van zijn land met Nederland, zoals hij dat steeds in zijn politieke carrière van bijna 50 jaar had gedaan. Meer in het bijzonder hoopte hij op een herleving van de intensieve contacten tussen de beide parlementen.

Op zaterdag 20 oktober vond een plechtige herdenking plaats hier in Den Haag. Ik heb daar namens u het woord gevoerd en hulde gebracht, niet alleen aan zijn inzet voor de goede bilaterale betrekkingen, maar ook voor zijn geloof in democratie en samenwerking over de partijlijnen heen. Wij hopen dat het Suriname gegeven zal zijn, in zijn geest verder te gaan. Intussen herinneren vele generaties van Nederlandse politici zich Jagernarth Lachmon als een vriend, zowel in het persoonlijke als in het politieke vlak.

Ik verzoek u om enkele ogenblikken stilte ter herdenking van de overledene.

(De aanwezigen nemen staande enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven