Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend in het debat over HBO-fraude, te weten:

- de motie-Hamer c.s. over een onderzoek door de Rekenkamer (28248, nr. 7);

- de motie-Van Bommel over het instellen van een parlementair onderzoek (28248, nr. 8);

- de motie-Rabbae over compensatie voor een te lage bijdrage (28248, nr. 9);

- de motie-Cornielje c.s. over de Raden van Toezicht (28248, nr. 10).

(Zie vergadering van 21 maart 2002.)

De voorzitter:

De motie-Rabbae (28248, nr. 9) is in die zin gewijzigd dat de tweede overweging thans luidt:

"overwegende dat het rechtvaardig is wanneer de hogescholen die gedupeerd zijn door onrechtmatige declaraties van andere scholen daarvoor gecompenseerd worden;".

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 13 (28248).

In stemming komt de motie-Hamer c.s. (28248, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Bommel (28248, nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Rabbae (28248, nr. 13).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Cornielje c.s. (28248, nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de VVD, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven