Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het Gemeente- en het Provinciefonds, te weten:

- de motie-De Swart/Noorman-den Uyl over nadere informatie over de geldstromen van het Rijk naar de gemeenten (28000 B,28000-C, nr. 9);

- de motie-Noorman-den Uyl/Hoekema over het vrijlatingspercentage in de kwijtschelding (28000 B,28000-C, nr. 11);

- de motie-Hoekema c.s. over verfijning van de verdeelmaatstaf (28000 B,28000-C, nr. 12).

(Zie vergadering van 6 december 2001.)

De heer Hoekema (D66):

Voorzitter. Ik verzoek u om de ondertekening van de motie op stuk nr. 11 te wijzigen van "Noorman-den Uyl/Hoekema" in "Noorman-den Uyl".

De voorzitter:

Dat is bij dezen overgekomen.

In stemming komt de motie-De Swart/Noorman-den Uyl (28000-B, 28000-C, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Noorman-den Uyl (28000-B, 28000-C, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hoekema c.s. (28000-B, 28000-C, nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven