Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het gemeentefonds voor het jaar 2002 (28000 B).

(Zie vergadering van 18 oktober 2001.)

De voorzitter:

Zoals wij hebben afgesproken, stemmen wij wel over een aantal amendementen bij dit wetsvoorstel. Ik constateer dat de leden het met mij eens zijn dat wij niet de eindstemming kunnen houden, aangezien wij niet over een van de ingediende amendementen stemmen.

De heer Luchtenveld trekt zijn amendement op stuk nr. 7 in.

De artikelen 1 t/m 4 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Luchtenveld c.s. (stuk nr. 16, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SP tegen het amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 16 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Ik stel voor, volgende week de nog resterende stemmingen te houden.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven