Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de begrotingsbehandeling van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (28000 VII), te weten:

- de motie-Van der Hoeven/Barth over het handhaven van voorschriften op het gebied van veiligheid (28000 VII, nr. 9);

- de motie-Van der Hoeven c.s. over de Wet gemeentelijke herindeling Den Haag en omgeving (28000 VII, nr. 10);

- de motie-Barth c.s. over de kwaliteit van de overheid (28000 VII, nr. 12);

- de motie-Pitstra over de lokale democratie (28000 VII, nr. 13);

- de motie-Pitstra over het niet overschrijden van wettelijke termijnen (28000 VII, nr. 14);

- de motie-Pitstra over elektronische overheidsdienstverlening (28000 VII, nr. 15);

- de motie-Pitstra over een gedragscode bij het inschakelen van externe adviseurs (28000 VII, nr. 16);

- de motie-Pitstra over de financiële positie van gemeenteraadsleden (28000 VII, nr. 17);

- de motie-Pitstra over een flexibele arbeidsmarkt bij het Rijk (28000 VII, nr. 18);

- de motie-Scheltema-de Nie c.s. over verkokering bij de rijksoverheid (28000 VII, nr. 19);

- de motie-Scheltema-de Nie c.s. over een aantoonplicht van brandveiligheid (28000 VII, nr. 20);

- de motie-Slob/Barth over de gedoogcultuur (28000 VII, nr. 21).

(Zie vergadering van 18 oktober 2001.)

De voorzitter:

De motie-Pitstra (28000-VII, nr. 18) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat burgers toenemend hechten aan flexibele arbeidstijden, stressvrije arbeidsverhoudingen en een verdeling van huishoudelijke werkzaamheden;

tevens overwegende dat in cao's in toenemende mate gekozen wordt voor vrijwillige werkweekverlenging;

van oordeel dat dit slechts een noodoplossing is en dat structurelere maatregelen voor de langere termijn noodzakelijk zijn;

verzoekt de regering, te zoeken naar meer structurele oplossingen voor het bereiken van een flexibele arbeidsmarkt bij de sector Rijk;

verzoekt de regering voorts, daarbij het opplussen van deeltijdwerkers tot voltijdswerknemers bij de rijksoverheid te doen stimuleren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 44 (28000-VII).

De heer Pitstra trekt zijn motie (28000-VII, nr. 17) in.

Op verzoek van mevrouw Van der Hoeven stel ik voor, haar motie (28000-VII, nr. 10) aan te houden tot volgende week.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Van der Hoeven/Barth (28000-VII, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de VVD en de SGP tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Barth c.s. (28000-VII, nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66 en de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Pitstra (28000-VII, nr. 13).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Pitstra (28000-VII, nr. 14).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Pitstra (28000-VII, nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Pitstra (28000-VII, nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en D66 voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Pitstra (28000-VII, nr. 44).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Scheltema-de Nie c.s. (28000-VII, nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige leden ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Scheltema-de Nie c.s. (28000-VII, nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Slob/Barth (28000-VII, nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven